Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2021064490 |
Gegevens van de aanvrager: | Eline Kaijser met als adres Oppergaaistraat 15 te 2180 Antwerpen en Thalia Daniels met als adres Vlaamsekaai 11 te 2000 Antwerpen |
Ligging van het project: | Oppergaaistraat 15 te 2030 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: | afdeling 17 sectie F nr. 0 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | wijzigen van de voorgevel |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 05/10/1962: vergunning (18/44403-98257/B/ # 19621285) voor woning – 4.9.1962.
Vergunde/vergund geachte toestand
- functie: eengezinswoning;
- bouwvolume:
- voorgevel:
Huidige toestand
- functie en bouwvolume: in overeenstemming met vergunde toestand;
- voorgevel:
Gewenste toestand
- functie en bouwvolume: in overeenstemming met vergunde toestand;
- voorgevel:
Inhoud van de aanvraag
- wijzigen van de voorgevel.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Er werden geen adviezen gevraagd.
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het bijzonder plan van aanleg BPA nr. 42 Autoweg-grens Ekeren, goedgekeurd bij koninklijk besluit van 17 mei 1968. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: private weg, zone van niet bouwen, zone voor bergplaatsen, zone voor hoofdgebouwen en zone voor open plaatsen en tuinen.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het bijzonder plan van aanleg BPA nr. 42 Autoweg-grens Ekeren - wijziging stedenbouwkundige voorschriften, goedgekeurd bij ministerieel besluit van 1 oktober 1999.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Bijzondere plannen van aanleg (BPA's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het bijzonder plan van aanleg (BPA NR.42 AUTOWEG-GRENS EKEREN (gewijzigd)) op volgende punten:
- artikel 1: Zone voor hoofdgebouwen:
De voorgevel wordt wit bepleisterd terwijl deze afgewerkt dient te worden in rode ruwe parementsteen.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
elementen in de voorgevel die niet bedoeld werden om bepleisterd te worden (bv. natuurstenen elementen of decoratieve baksteen) dienen onbepleisterd te blijven en mogen niet aan de buitenzijde geïsoleerd worden.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het Rooilijndecreet.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag is functioneel verenigbaar. De aanvraag betreft een gevelwijziging van een bestaande vergunde woning in een woonwijk in Ekeren.
Visueel-vormelijke elementen
De aanvraag betreft het isoleren en bepleisteren van de voorgevel met witte crepi. Het isoleren van de voorgevel kan gunstig beoordeeld worden vanuit energetisch oogpunt. De witte crepi als afwerkingsmateriaal wordt echter ongunstig beoordeeld.
De woning situeert zich in een wijk die gebouwd is volgens de principes van het BPA nr. 42 “Autoweg – grens Ekeren”. Dit BPA legt als gevelmateriaal het gebruik van rode parementsteen op. Plinten en dorpels moeten worden uitgevoerd in blauwe of witte hardsteen of witte kunststeen. De laatste vergunde toestand en tevens het initiële bouwplan van de woning toont een gevel in metselwerk en een verdiepingshoge plint in gekapte breuksteen met tegels van verschillende afmetingen. De geveltekening van de bestaande toestand vermeldt nog steeds een plint in natuursteen, hoewel de foto’s eerder een beeld geven van een gecementeerde plint.
In de nieuwe toestand wordt de volledige gevel voorzien van witte crepi met een lage plint in blauwe hardsteen. De gevel kan worden geïsoleerd en voorzien worden van een nieuwe afwerkingsmateriaal indien hiervoor rode steenstrips worden gekozen. Op die manier blijft het kenmerkende beeld van de wijk, met woningen opgetrokken uit rode baksteen, behouden. Het gebruik van rode steenstrips als afwerkingsmateriaal moet als voorwaarde aan de vergunning worden gekoppeld. Gezien buurpanden eveneens een lagere, natuurstenen plint hebben, kan deze gunstig beoordeeld worden.
Tevens moet in de voorwaarden bij vergunning worden opgelegd dat de totale dikte van het nieuwe gevelpakket 14 cm moet bedragen (isolatie + afwerking) zodat alle woningen op termijn een nieuwe voorgevellijn in hetzelfde vlak bekomen. De arrière corps dient eveneens behouden te blijven zodat de pandsgewijze opbouw van de individuele woningen duidelijk blijft. De arrière corps is het terugspringen van de gevellijn ter hoogte van de perceelgrens bij aaneengesloten bebouwing. Dit is een typische detaillering in een stedelijke context. Ook dit moet als voorwaarde aan de vergunning gekoppeld worden.
Daarnaast wordt er op gewezen dat de detaillering van de voorgevel in baksteenstrips met gebeurt. Dagkanten in de raamopeningen zijn telkens minstens 9cm diep en afgewerkt in dezelfde baksteenstrips. Op de zichtbare hoekdetails worden de strips zo geplaatst dat zij de illusie wekken van massieve gevelstenen door bijvoorbeeld de strips in verstek te plaatsen met aansluitende voegen.
De geveltekening toont het behoud van de kenmerkende doorlopende dorpel op de 1ste verdieping. Dit is van groot belang voor het harmonieus straatbeeld. Om voldoende reliëf in de voorgevel te houden, is het van belang om deze dorpel minstens 5 cm te laten uitspringen ten opzichte van het gevelvlak.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. het totale gevelpakket (isolatie + afwerkingsmateriaal) moet een dikte hebben van 14 cm;
2. de gevel dient afgewerkt te worden met rode steenstrips;
3. dagkanten in de raamopeningen zijn telkens minstens 9 cm diep en afgewerkt in dezelfde baksteenstrips. Op de zichtbare hoekdetails worden de strips zo geplaatst dat zij de illusie wekken van massieve gevelstenen door bijvoorbeeld de strips in verstek te plaatsen met aansluitende voegen.
4. de arrière corps aan beide kanten te behouden;
5. de doorlopende natuurstenen dorpel op de 1ste verdieping minstens 5 cm te laten uitspringen ten opzichte van het gevelvlak.
Uitsluitingen
De witte crepi als afwerkingsmateriaal.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 9 april 2021 |
Volledig en ontvankelijk | 5 mei 2021 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 4 juli 2021 |
Verslag GOA | 14 juni 2021 |
naam GOA | Katrijn Apostel |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. het totale gevelpakket (isolatie + afwerkingsmateriaal) moet een dikte hebben van 14 cm;
2. de gevel dient afgewerkt te worden met rode steenstrips;
3. dagkanten in de raamopeningen zijn telkens minstens 9 cm diep en afgewerkt in dezelfde baksteenstrips. Op de zichtbare hoekdetails worden de strips zo geplaatst dat zij de illusie wekken van massieve gevelstenen door bijvoorbeeld de strips in verstek te plaatsen met aansluitende voegen.
4. de arrière corps aan beide kanten te behouden;
5. de doorlopende natuurstenen dorpel op de 1ste verdieping minstens 5 cm te laten uitspringen ten opzichte van het gevelvlak.
Uitsluitingen
De witte crepi als afwerkingsmateriaal.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.