Terug
Gepubliceerd op 21/06/2021

2021_CBS_04962 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Ongunstig advies - OMV_2021042561. Boomsesteenweg 930, 930A, 930C, 950-952. District Wilrijk - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 18/06/2021 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2021_CBS_04962 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Ongunstig advies - OMV_2021042561. Boomsesteenweg 930, 930A, 930C, 950-952. District Wilrijk - Goedkeuring 2021_CBS_04962 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Ongunstig advies - OMV_2021042561. Boomsesteenweg 930, 930A, 930C, 950-952. District Wilrijk - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:

 

  1. de aanvraag ingediend is door het betrokken college;
  2. de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

 

Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.

Aanleiding en context

Er werd bij de deputatie een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om advies uit te brengen.

 

Projectnummer:

OMV_2021042561

Gegevens van de aanvrager:

zie exploitant

Gegevens van de exploitant:

NV DATS 24 (0893096618) met als adres Edingensesteenweg 196 te 1500 Halle

Ligging van het project:

Boomsesteenweg 930, 930A, 930C, 950-952 te 2610 Wilrijk (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 44 sectie D nrs. 127K en 129D

Inrichtingsnummer:

20190228-0026 (DATS 24 Wilrijk)

Vergunningsplichten:

Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

de exploitatie van een multi fuel tankstation - aanpassen waterstofbevoorrading

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Voorgeschiedenis

Op 31 oktober 2019 verleende de deputatie een vergunning aan DATS24 voor het exploiteren van een tankstation met CNG en een productie- en verdeelinstallatie voor waterstof (kenmerk OMV_2019033191).

 

Inhoud van de aanvraag

De exploitant vraagt de waterstofproductie op de site tijdelijk te vervangen door aangeleverde waterstof in verplaatsbare recipiënten.

 

Aangevraagde rubrieken

 

 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

12.2.1°

transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA;

1 x 630 kVA

(wijziging locatie)

17.1.2.1.2°

opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in verplaatsbare recipiënten met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van meer dan 1.000 liter tot en met 10.000 liter;

+ 6.400 liter

17.1.2.2.2°

opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in vaste reservoirs met een gezamen­lijk water­inhoudsvermogen van 3.000 tot en met 10.000 liter.

-17.500 liter

 

Argumentatie

Adviezen

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Stedenbouw

28 mei 2021

3 juni 2021

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen).Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een parkgebied. De parkgebieden moeten in hun staat bewaard worden of zijn bestemd om zodanig ingericht te worden, dat ze, in de al dan niet verstedelijkte gebieden, hun sociale functie kunnen vervullen. (Artikel 14 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een industriegebied. Deze zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten. Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de andere industriële bedrijven toegelaten, namelijk: bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop. (Artikel 7 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Voor de gewenste handelingen waarvoor nu een omgevingsvergunning voor het exploiteren van ingedeelde inrichtingen of activiteiten wordt aangevraagd zijn niet uitvoerbaar zonder ook een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen aan te vragen. Tegenover de vergunde toestand zijn er wijzigingen die niet zijn opgenomen in artikel 4.1, 4.2 of 4.3 van hoofdstuk 4 (Handelingen in industriegebied) van het besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is.

 

Voor het plaatsen van de compressor module wordt de toegangsweg versmald tot circa 4,58 meter. Hierdoor is de bereikbaarheid voor hulpdienstvoertuigen met inbegrip van brandweerwagens verminderd. Bijkomend is er een middenspanningscabine voorzien op minder dan 5 meter van de perceelgrens.

 

Bijgevolg kan er geen gunstig of voorwaardelijk gunstig advies verleend worden.


Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

Op de locatie wordt momenteel al een tankstation uitgebaat waar de klassieke brandstoffen en CNG worden aangeboden. Deze zomer zou ook de bevoorrading met waterstof aangeboden worden. De ingebruikname van de productie-eenheid voor waterstof op de site moet uitgesteld worden door problemen bij de levering ervan. Als alternatief wil de exploitant tijdelijk waterstof aanvoeren in flessenpakketten en van hieruit de waterstof injecteren in het compressiegedeelte. Een bijkomende opslag van 6.400 liter of 130,4 kg waterstof wordt gevraagd. De totale opslag bedraagt zo maximaal 292 kg.

 

De vergunde waterstofinstallatie bestaat uit vier technische constructies en een tankzuil:

-     de productie-eenheid (container 1);

-     de low buffer (30 bar) (vaste houder);

-     compressie (container 2);

-     de medium buffer (450 bar) en high buffer (900 bar);

-     de tankzuil met koeleenheid.

 

Enkel het onderdeel ‘productie-eenheid’ wordt gewijzigd en vervangen door discontinue bevoorrading met vrachtwagens van cilinderbatterijen. De waterstof zal worden opgeslagen in verplaatsbare recipiënten van 50 liter onder een druk van 300 bar, gegroepeerd in acht flessenpakketten van elk 16 flessen. De flessen zijn staand opgesteld in een kader binnen een zone afgeschermd door muren en de omhulling van de CNG-installatie. Hierdoor zouden ze ontoegankelijk zijn voor onbevoegden en beschermd tegen vandalisme en aanrijding.

 

Slechts vier flessenpakketten zijn gelijktijdig aangesloten om de omwisseling ervan mogelijk te maken. Het waterstof wordt naar de compressor geleid via bovengrondse leidingen met een binnendiameter van 15 mm. De leidingen zijn duidelijk herkenbaar, met aanduiding van de stromingsrichting.

 

Bij levering van het waterstof staat de vrachtwagen opgesteld tussen tankeiland 2 (waterstofverdeelslangen) en tankeiland 4 (verdeelslangen voor fossiele brandstoffen). Een levering neemt ongeveer 1,5 uur in beslag en wordt maximaal éénmaal per week voorzien. De tankeilanden zullen dan tijdelijk niet gebruikt worden. Ook gelijktijdige leveringen van fossiele brandstoffen zijn dan niet mogelijk.

 

Waterstof behoort tot de groep 1-gassen. Op basis van het uitvoeringsplan lijkt de opslag te voldoen aan de afstandsregels ten opzichte van de andere opgeslagen producten en de perceelsgrenzen.

 

Het veiligheidsrapport dat over de exploitatie van de waterstof- en CNG-installatie bij het tankstation werd opgemaakt in 2019, werd bijgewerkt rekening houdende met het wegvallen van de elektrolyse en de bijkomende opslag van waterstof in flessen. De risico’s verbonden aan de opslag in de flessen werden geanalyseerd. Mogelijke relevante gevolgen zijn niet uit te sluiten bij het plots falen van een opslagfles. Om het extern risico te bepalen werd de kans hierop vastgesteld volgens het Handboek Risico Berekeningen. Hierbij werd rekening gehouden met het catastrofaal falen van de flessen van de CNG-installatie nabij de waterstofinstallatie. De veiligheidsstudie concludeert dat de externe risico’s verbonden aan de aangepaste installatie voor de betrokken omgeving conform zijn met de risicocriteria.

 

In de aanvraag werd aangegeven dat het om een tijdelijke inrichting gaat die dus een maximale duur zal hebben van drie maanden. Dit lijkt zo te zijn voor de gewijzigde opslagsituatie van waterstof. Het is onduidelijk of dit ook geldt voor de verplaatsing van transformatorcabine.

 

Voor de gewenste handelingen waarvoor nu een omgevingsvergunning voor het exploiteren van ingedeelde inrichtingen of activiteiten wordt aangevraagd, zijn niet uitvoerbaar zonder ook een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen aan te vragen. Tegenover de vergunde toestand zijn er wijzigingen die niet zijn opgenomen in artikel 4.1, 4.2 of 4.3 van hoofdstuk 4 (Handelingen in industriegebied) van het besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is.

 

Voor het plaatsen van de compressor module wordt de toegangsweg versmald tot circa 4,58 meter. Hierdoor is de bereikbaarheid voor hulpdienstvoertuigen met inbegrip van brandweerwagens verminderd. Bijkomend is er een middenspanningscabine voorzien op minder dan 5 meter van de perceelgrens.

 

Conclusie

De veiligheidsstudie wijst uit dat de exploitatie van de waterstofverdeelinstallatie met het tijdelijk gebruik van waterstofopslag in verplaatsbare flessenbatterijen op een veilige manier kan plaatsvinden. Uit het dossier blijkt echter ook dat er vergunningsplichtige stedenbouwkundige handelingen verbonden zijn aan het project, die momenteel geen deel uitmaken van de aanvraag. Er wordt ongunstig advies gegeven de vergunning te verlenen.

 

Advies van het college

Het college adviseert ongunstig de omgevingsvergunning te veranderen.

Geadviseerde rubrieken

 

 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

12.2.1°

transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA;

1 x 630 kVA (wijziging locatie)

17.1.2.1.2°

opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in verplaatsbare recipiënten met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van meer dan 1.000 liter tot en met 10.000 liter;

+ 6.400 liter

17.1.2.2.2°

opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in vaste reservoirs met een gezamen­lijk water­inhoudsvermogen van 3.000 tot en met 10.000 liter.

-17.500 liter

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Ontvangst adviesvraag

25 mei 2021

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste adviesdatum

24 juni 2021

 

Onderzoek

De aanvraag moet niet onderworpen worden aan een openbaar onderzoek.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college beslist een ongunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag.

Artikel 2

Het college geeft opdracht aan:

DienstTaak
SW/Vergunningenhet advies college te bezorgen aan de instantie die dit gevraagd heeft

Artikel 3

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.