Terug
Gepubliceerd op 21/06/2021

2021_CBS_04914 - Omgevingsvergunning - OMV_2021042178. Wilmarsstraat 414. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 18/06/2021 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2021_CBS_04914 - Omgevingsvergunning - OMV_2021042178. Wilmarsstraat 414. District Antwerpen - Goedkeuring 2021_CBS_04914 - Omgevingsvergunning - OMV_2021042178. Wilmarsstraat 414. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2021042178

Gegevens van de aanvrager:

NV MANAMER met als adres Paaiestraat 17 te 2500 Lier

Gegevens van de exploitant:

NV MANAMER (0866350451) met als adres Paaiestraat 17 te 2500 Lier

Ligging van het project:

Wilmarsstraat 414 te 2030 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 15 sectie A nrs. 67L, 67C en 223T5

Inrichtingsnummer:

20200127-0082 (Deufol)

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen, Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

bouwen van een loods, herinrichting site en exploitatie van een doorvoeropslagplaats

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

Voor de gehele site: 

-     09/06/2017: stedenbouwkundige vergunning (HVN/B/2017315) voor het bouwen van een tankterminal – project Baron.

 

Voor het kantoorgebouw: 

-     22/04/1991: stedenbouwkundige vergunning (HV/1990/B/18/77268-90/682) voor uitbreiding kantoren; 

-     24/04/1984: stedenbouwkundige vergunning (18/64012-17031/B/) voor uitbreiden kantoorgebouw;

-     28/06/1968: stedenbouwkundige vergunning (18/50884-4741/B/) voor een kantoorgebouw.

 

Voor de twee loodsen: 

-     25/02/1985: stedenbouwkundige vergunning (18/65263-17551/B/) voor een loods voor papierbalen;

-     03/10/1983: stedenbouwkundige vergunning (18/63262-16749/B/) voor het uitbreiden van een loods;

-     03/03/1978: stedenbouwkundige vergunning (18/59188-13031/B/) voor twee havenloodsen;

-     12/08/1977: stedenbouwkundige vergunning (18/58705-12551/B/) voor een loods;

-     30/01/1970: stedenbouwkundige vergunning (18/51772-5631/B/) voor een loods.


Inhoud van de aanvraag 

De aanvraag betreft:

-     het bouwen van een loods; 

-     het slopen van bureelcontainers; 

-     het bouwen van een fietsenstalling; 

-     het regulariseren van het plaatsen van een meldingskantoor; 

-     het regulariseren van het heraanleggen van een asfaltverharding. 

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Voorgeschiedenis

Het betreft een nieuwe ingedeelde inrichting of activiteit.

 

Inhoud van de aanvraag

De aanvraag betreft de exploitatie van een doorvoeropslagplaats.

 

Aangevraagde rubrieken

 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

12.2.1°

transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA;

1x 1.000 kVA

12.3.2°

accumulatoren (gebruik van): vaste inrichtingen voor het laden van accumulatoren door middel van toestellen met een geïnstalleerd totaal vermogen van meer dan 10 kW;

64 kW

15.1.1°

al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van 3 tot en met 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn;

16 voertuigen

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW;

43,53 kW

19.3.1°a)

inrichtingen voor het mechanisch behandelen en het vervaardigen van artikelen van hout e.d. andere dan deze bedoeld in rubriek 19.8 met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW, wanneer de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied;

20,60 kW

48.1.2.

doorvoeropslagplaatsen in zeehavengebieden voor andere dan IMDG-goederen.


Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)

26 april 2021

7 mei 2021

Voorwaardelijk gunstig

FOD Binnenlandse Zaken - ASTRID veiligheidscommissie

26 april 2021

4 mei 2021

Voorwaardelijk gunstig

Havenbedrijf Antwerpen

26 april 2021

26 mei 2021

Voorwaardelijk gunstig

Lokale Politie/ Verkeerspolitie

26 april 2021

28 april 2021

Geen bezwaar

Water-link

26 april 2021

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

26 april 2021

21 mei 2021

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.

De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.

Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.

 

Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.

Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.

Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.

Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:

- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;

- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.

Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.

In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.

In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.

 

De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag is het voormelde GRUP tevens van toepassing. Hier gelden de bestemmingsvoorschriften Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven en – voor het Churchilldok – Gebied voor waterweginfrastructuur.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

Hemelwater: Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.

De gewestelijke hemelwaterverordening is van toepassing op de aanvraag. Het hemelwater dat op de nieuwe loods valt, wordt opgevangen in een hemelwaterput met een inhoud van 10.000 liter en hergebruikt voor het sanitair in het bestaande administratief gebouw. De aanvraag voldoet aan de bepalingen van de verordening omtrent hergebruik van hemelwater.

 

Tevens wordt er een afwijking op de gewestelijke hemelwaterverordening aangevraagd wat betreft het aspect infiltratie. Volgens artikel 13 van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, kan het vergunningverlenende bestuursorgaan bij de beoordeling van de aanvraag in uitzonderlijke gevallen afwijkingen toestaan van de verplichtingen van dit besluit als dat om specifieke redenen met betrekking tot de mogelijkheden van hergebruik of plaatselijke terreinkenmerken verantwoord of noodzakelijk is.

Volgens de aanvrager is een bijkomende buffer- of infiltratiecapaciteit niet vereist in kader van de aanvraag aangezien er geen bijkomende verharding gerealiseerd wordt en er geen bodemingrepen gepland worden. Dit is echter een foutieve benadering aangezien de regularisatie van de heraanleg van een asfaltverharding eveneens beschouwd moet worden als de bouw van een nieuwe oppervlakte.

Daarnaast heeft een infiltratievoorziening volgens de aanvrager weinig meerwaarde voor de grondwaterkwaliteit en de grondwaterreserves en worden de dokken als één waterlichaam beschouwd waarvan de niveauregeling van het waterpeil beheerd wordt door de sluizen in functie van de bevaarbaarheid en het laden en lossen van schepen. De dokken functioneren dus als een collectieve buffervoorziening. Gelet op de ligging van het project heeft infiltratie ook geen meerwaarde om verzilting van grondwater in de polders op rechteroever tegen te gaan (bron: “Onderzoek over de toepassing van het hemelwaterbesluit in het Antwerps havengebied op de rechteroever, in het bijzonder de mogelijke rol van infiltratie in het tegengaan van de verzilting van het grondwater, IMDC 2012”).

 

Bijgevolg kan de gevraagde afwijking worden toegestaan.

 

Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.

De gewestelijke verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Sectorale wetgeving
MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Bij de beslissing over de volledig- en ontvankelijkheid is beslist dat de aanvraag geen betrekking heeft op een project als vermeld in bijlage I, II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten, onderworpen aan milieueffectrapportage (milieueffectrapport). Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

 

Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.

Het voorliggende project veroorzaakt geen toename aan bebouwde of verharde oppervlakte, wel herbouw, en ligt niet in overstromingsgevoelig gebied. Er wordt een afwijking toegestaan op het aspect infiltratie (zie deel gewestelijke hemelwaterverordening). Er dient in alle redelijkheid geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

Archeologienota: overeenkomstig artikel 5.4.1 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 moet aan bepaalde aanvragen een archeologienota waarvan akte is genomen worden toegevoegd.

Het voorliggende project heeft een oppervlakte kleiner dan 5.000 m² waardoor een archeologienota waarvan akte is genomen niet van toepassing is.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

Op een industrieterrein, ten zuiden van het Churchilldok, wordt een loods gebouwd voor de opslag van goederen. Op het terrein bevinden zich reeds twee loodsen en een administratief gebouw. Tevens worden handelingen uitgevoerd in functie van een betere inrichting van de site.

 

De nieuwe loods wordt voorzien ten zuiden van de twee bestaande loodsen en op circa 12 meter ten oosten van het administratief gebouw. De loods heeft een oppervlakte van circa 5.732 m² (95,2 meter x 60,2 meter) en een maximale hoogte van circa 9,5 meter.

 

Ten zuiden van het bestaande administratief gebouw bevinden zich bureelcontainers die gesloopt zullen worden. Deze bureelcontainers zijn opgebouwd uit portacabines en hebben een totale grondoppervlakte van circa 108 m². Op de locatie van de bureelcontainers zal een nieuwe fietsenstalling gebouwd worden. De fietsenstalling heeft een oppervlakte van circa 48 m² (8 meter x 6 meter) en biedt plaats aan 20 fietsen. De hoogte van de fietsenstalling betreft 2,9 meter.

 

Tevens wordt de heraanleg van een asfaltstrook en een meldingskantoor voor chauffeurs geregulariseerd. De heraangelegde asfaltstrook bevindt zich in het zuiden van de site, tussen de nieuw op te richten loods en de perceelsgrens, en heeft een totale oppervlakte van circa 1.523 m².

Het meldingskantoor bevindt zich in het zuidoosten van loods B en betreft twee kantoorruimtes. Het meldingskantoor is opgebouwd uit twee prefabcontainers en heeft een totale oppervlakte van 27,6 m² (6 meter x 4,6 meter). De vrije hoogte van de kantoorruimtes bedraagt 2,25 meter.

Een ruimte die langdurig gebruikt wordt als werkplaats dient voor haar gebruikers en bewoners voldoende kwalitatief te zijn. Een voldoende vrije hoogte voor verblijfsruimten garandeert dat elk vertrek over een minimale verblijfskwaliteit beschikt. De functionele levensduur van gebouwen met lagere verdiepingshoogte dan 2,60 meter voor verblijfsruimten is beperkter. Tevens hebben bureelcontainers doorgaans geen aangenaam binnenklimaat (qua akoestiek en thermisch comfort) en voldoen vaak niet aan energieprestatievereisten en wettelijke brandweervoorschriften waaraan gebouwen moeten voldoen. Daar er gestreefd dient te worden naar een meer duurzame oplossing, wordt het meldingslokaal slechts vergund voor een periode van 8 jaar. De plaats van de werken dient nadien in oorspronkelijke toestand hersteld te worden.

Bij de afbraak dienen alle ondergrondse constructies afgebroken te worden, met inbegrip van de funderingszolen. Uitzondering hierop zijn funderingspalen dewelke moeten worden weggebroken tot op ten minste 2 meter onder de paalkop. De niet meer te gebruiken rioleringen en andere leidingen dienen uit de ondergrond verwijderd te worden.

Hiermee wordt ook tegemoet gekomen aan de voorwaarde uit het advies van het Havenbedrijf Antwerpen.

 

De aangevraagde handelingen maken de verdere exploitatie van het bestaand industrieel bedrijf mogelijk. De aanvraag past zich functioneel in binnen het industrieveld.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De werken staan in functie van de bedrijfsactiviteiten en worden uitgevoerd midden in industriegebied. Rondom de op te richten loods bevinden zich reeds meerdere industriële gebouwen. De ruimtelijk impact is eerder beperkt. De aanvraag is in overeenstemming en verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd.

 

Visueel-vormelijke elementen

De nieuwe loods wordt uitgevoerd in een stalen draagstructuur waarbij de buitenwanden en het dak bekleed worden met trapeziumplaten in een lichtgrijze kleur (RAL 9006).

De fietsenstalling wordt opgetrokken in hout waarbij de wanden worden voorzien als open wanden met houten planken.

De gevels van de loods worden uitgevoerd in dezelfde kleur als het bestaande administratief gebouw. De gevelmaterialen van de loods en de fietsenstalling zijn neutraal en dus aanvaardbaar in deze industriële omgeving.

 

Het meldingslokaal is opgetrokken in prefabcontainers waarvan - volgens de ingediende  plannen - alle gevels afgewerkt zijn met hout. Het buitenschrijnwerk bestaat uit witte raamkozijnen in pvc en rode houten deuren.

De foto’s in het dossier tonen dat momenteel enkel de voorgevel van het meldingslokaal is afgewerkt met hout en dat de andere gevels een lichtbeige kleur hebben. Om het meldingslokaal een harmonisch en aanvaardbaar uiterlijk te geven – ook bij een termijn van 8 jaar - dient het gevelmateriaal conform de ingediende plannen uniform in hout te zijn voor zowel voor-, achter- als zijgevels. 

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Er werd advies ingewonnen bij het Havenbedrijf Antwerpen als gebiedsbeheerder. Dit advies is voorwaardelijk gunstig met als voorwaarde dat de vergunning voor het plaatsen van kantoorcontainers maximaal 8 jaar geldig is aangezien kantoorcontainers niet als duurzame ontwikkeling beschouwd kunnen worden. Dit aspect werd reeds besproken in het deel ‘Functionele inpasbaarheid’ en zal worden opgelegd als voorwaarde in deze vergunning.

 

Gezien de aard van de aanvraag, werd het advies ingewonnen van de brandweer/risicobeheer/preventie. De voorwaarden uit dit advies, gericht op het faciliteren van interventies door hulpdiensten en met het oog op de veiligheid, kunnen integraal aan deze vergunning worden gehecht.

 

Gezien de grondoppervlakte van de nieuwe goederenloods, dient er in de loods ASTRID-indoorradiodekking aanwezig te zijn, zoals blijkt uit het advies van de ASTRID-veiligheidscommissie.

 

Wegens de situering van de aanvraag in de directe nabijheid van een hoofdwaterleiding werd tevens het advies ingewonnen van de beheerder van deze leiding. Dit advies werd niet tijdig uitgebracht door Water-link. De aanvrager is wettelijk verplicht om voor de start van de werken een klip-klim melding uit te voeren.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Op de site werken 5 bedienden en 7 arbeiders in dagshiften die met de eigen wagen of de fiets komen. Bijkomend zijn er nog 5 tot 10 flexibele arbeiders die eveneens in dagshiften werken en met 1 of 2 wagens komen. Op piekmomenten zijn er dus maximaal 22 werknemers aanwezig. Aangezien de modal shift niet gekend is, wordt er vanuit gegaan dat alle vaste werknemers met de wagen komen en dat de flexibele arbeiders met 2 wagens komen. Er zullen dus maximaal 14 wagens op de site zijn.

Tevens zal de parking waarschijnlijk ook functioneren als parking voor de PSA-terminal aangezien de voetgangerslooplijnen op het inplantingsplan lopen tussen de parking en een toegangscontrole tourniquet voor PSA-personeel. Het is dus niet duidelijk door hoeveel personen de parking uiteindelijk gebruikt zal worden.

 

De aanvraag voorziet in de aanleg van een parking met in totaal 60 parkeerplaatsen voor personenwagens. Daarvan zijn er twee aangepast voor personen met een beperking. Op het terrein zijn er daarnaast ook nog drie parkeerplaatsen voor bestelwagens aanwezig.

Het aantal parkeerplaatsen is erg hoog in vergelijking met het aantal verwachte werknemers van Manamer, maar gezien het mogelijk dubbel gebruik met PSA is dit een realistische omvang. Parkeren mag nooit afgewikkeld worden op het openbaar domein. Er moet dus bewaakt worden dat, indien de parking door meerdere bedrijven gebruikt zal worden, de benodigde parkeerplaatsen eerst aan Manamer zijn voorbehouden. De bouwheer dient indien nodig op eigen terrein de nodige (organisatorische) acties te ondernemen met het oog op een vlotte interne verkeersdoorstroming, opdat er geen hinder op de openbare weg ontstaat.

 

Er wordt een overdekte fietsenstalling voorzien voor 20 fietsen vlakbij de ingang van het bureel en sanitair. Dit geeft fietsers een groot voordeel ten opzichte van autogebruikers.

De capaciteit van de fietsenstalling is voldoende, aangezien er momenteel maar 7 werknemers de fiets zullen nemen. In de fietsenstalling dienen wel voorzieningen aangebracht te worden zodat fietsen aan het kader vastgemaakt kunnen worden, niet enkel aan het voorwiel, en dat er de mogelijkheid is om elektrische fietsen op te laden.

 

De site wordt ontsloten via een in- en uitrit langs de Wilmarsstraat ter hoogte van het kruispunt met Westeind. Deze in- en uitrit heeft een breedte van 8 meter. Van daaruit wordt vracht- en autoverkeer gescheiden. Autoverkeer wordt via aparte rijstroken van en naar de parking geleid. Vrachtverkeer verloopt via een wacht- en bufferstrook richting een wachtzone en de uiteindelijke toegang. Dit is echter de enige toegang tot het projectgebied. Dit wil zeggen dat ook fietsers en voetgangers gebruik moeten maken van deze toegang en dus gemengd zullen worden met het overige verkeer.

Via markeringen moet duidelijk gemaakt worden welke rijstrook voor personeelsleden en bezoekers naar de parking leidt en welke rijstrook voor vrachtwagens naar de magazijnen leidt.  De voetgangersmarkering ter hoogte van de parking dient doorgetrokken te worden tot aan de oostelijke algemene toegangspoort zodat het als signaalfunctie naar de chauffeurs optreedt.

 

Op de site worden looplijnen voorzien van de parking tot het administratief gebouw en de toegangscontrole tourniquet voor PSA-personeel. De hoogspanningscabine van Infrax ter hoogte van de parking belemmert voor aankomende wagens mogelijk het zicht op overstekende voetgangers komende vanaf de parking. Dit houdt een mogelijk veiligheidsrisico in. Het plaatsen van een spiegel kan dit probleem voorkomen. Tevens moeten ook de overige looplijnen van voetgangers op het terrein, in het bijzonder ter hoogte van de verschillende magazijnen, aangeduid worden indien dit nog niet het geval is. Ook moet er een voetgangersmarkering zoals weergegeven op het inplantingsplan doorgetrokken worden tot aan de oostelijke algemene toegangspoort (zie boven).

 

Per dag worden er 5 tot 6 vrachtwagenbewegingen op de site verwacht, met een maximum van 10. De circulatie van deze vrachtwagens op de site gebeurt in wijzerzin. Alvorens het terrein via de slagbomen binnen te rijden, is er een wachtzone voor 5 vrachtwagens. Tussen deze wachtzone en de toegangspoort op de Wilmarsstraat is nog een wacht- en bufferstrook langs de gevel van de nieuw te bouwen loods.

De wachtruimte lijkt ruim voldoende voor maximaal 10 vrachtwagens per dag. Wachtrijen mogen nooit afgehandeld worden op het openbaar domein.

 

Aanvullend wordt nog algemeen als aandachtspunt meegegeven om te blijven nadenken over de modal split en dus het aandeel aan duurzame vervoersmodi in de bedrijfsvoering te verhogen.

 

De lokale politie/verkeerspolitie heeft vanuit verkeersveiligheid geen bezwaar tegen de omgevingsvergunningsaanvraag.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

De ingedeelde inrichting of activiteit is louter en alleen in de derde klasse ingedeeld, de exploitatie ervan is dus meldingsplichtig.

 

Er wordt voldaan aan artikel 5.4.3, §3 van het DABM betreffende verbods- en afstandsregels.

 

De gemelde exploitatie is meldingsplichtig en niet verboden.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

-     de voorwaarden uit het advies van de ASTRID-veiligheidscommissie dienen strikt nageleefd te worden; in de nieuwe loods is ASTRID-indoorradiodekking te voorzien;

-     in geval van dubbelgebruik van de parking, waarbij ook personeelsleden van de aangrenzende concessie gebruik maken van de parking, moet er op gewaakt worden dat de benodigde parkeerplaatsen eerst aan Manamer zijn voorbehouden. De bouwheer dient indien nodig op eigen terrein de nodige (organisatorische) acties te ondernemen met het oog op een vlotte interne verkeersdoorstroming, opdat er geen hinder op de openbare weg ontstaat;

-     in de fietsenstalling dienen voorzieningen aangebracht te worden zodat fietsen aan het kader vastgemaakt kunnen worden, niet enkel aan het voorwiel, en dat er de mogelijkheid is om elektrische fietsen op te laden;

-     na het binnenrijden van de site, duiden markeringen op het wegdek aan welke rijstrook bestemd is voor autoverkeer en welke voor vrachtwagens;

-     er dient een spiegel geplaatst te worden ter hoogte van de hoogspanningscabine Infrax om de zichtbaarheid tussen voetgangers en automobilisten te optimaliseren;

-     aanvullend op de voetgangersmarkeringen tussen de parking en het kantoor moeten op de hele site voetgangersmarkeringen aangebracht worden, en dan in het bijzonder ter hoogte van de verschillende magazijnen en tussen de parkeerplaatsen en de oostelijke algemene toegangspoort;

-     wachtrijen, parkeren en laden en lossen moeten steeds op eigen terrein afgehandeld worden;

-     het meldingslokaal is uniform af te werken met een houten gevelbekleding.  

 

Geldigheidsduur

De bureelcontainers mogen niet langer dan 8 jaar in stand blijven nadat de vergunning is afgeleverd; na het verstrijken van deze termijn moet de begunstigde het terrein herstellen in de staat waarin het zich bevond; bij de afbraak dienen alle ondergrondse constructies afgebroken te worden, met inbegrip van de funderingszolen. Uitzondering hierop zijn funderingspalen dewelke moeten worden weggebroken tot op ten minste 2 meter onder de paalkop. De niet meer te gebruiken rioleringen en andere leidingen dienen uit de ondergrond verwijderd te worden.

 

Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Aan het college wordt voorgesteld om akte te nemen van de ingedeelde inrichting of activiteit.

 

Geadviseerde rubrieken

 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

12.2.1°

transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA;

1x 1.000 kVA

12.3.2°

accumulatoren (gebruik van): vaste inrichtingen voor het laden van accumulatoren door middel van toestellen met een geïnstalleerd totaal vermogen van meer dan 10 kW;

64 kW

15.1.1°

al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van 3 tot en met 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn;

16 voertuigen

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW;

43,53 kW

19.3.1°a)

inrichtingen voor het mechanisch behandelen en het vervaardigen van artikelen van hout e.d. andere dan deze bedoeld in rubriek 19.8 met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW, wanneer de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied;

20,60 kW

48.1.2.

doorvoeropslagplaatsen in zeehavengebieden voor andere dan IMDG-goederen.


 

Geadviseerde brandweervoorwaarden

De voorwaarden uit het advies van de brandweer/risicobeheer/preventie dienen strikt nageleefd te worden.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

29 maart 2021

Volledig en ontvankelijk

26 april 2021

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

25 juni 2021

Verslag GOA

10 juni 2021

naam GOA

Bieke Geypens

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

-     de voorwaarden uit het advies van de ASTRID-veiligheidscommissie dienen strikt nageleefd te worden; in de nieuwe loods is ASTRID-indoorradiodekking te voorzien;

-     in geval van dubbelgebruik van de parking, waarbij ook personeelsleden van de aangrenzende concessie gebruik maken van de parking, moet er op gewaakt worden dat de benodigde parkeerplaatsen eerst aan Manamer zijn voorbehouden. De bouwheer dient indien nodig op eigen terrein de nodige (organisatorische) acties te ondernemen met het oog op een vlotte interne verkeersdoorstroming, opdat er geen hinder op de openbare weg ontstaat;

-     in de fietsenstalling dienen voorzieningen aangebracht te worden zodat fietsen aan het kader vastgemaakt kunnen worden, niet enkel aan het voorwiel, en dat er de mogelijkheid is om elektrische fietsen op te laden;

-     na het binnenrijden van de site, duiden markeringen op het wegdek aan welke rijstrook bestemd is voor autoverkeer en welke voor vrachtwagens;

-     er dient een spiegel geplaatst te worden ter hoogte van de hoogspanningscabine Infrax om de zichtbaarheid tussen voetgangers en automobilisten te optimaliseren;

-     aanvullend op de voetgangersmarkeringen tussen de parking en het kantoor moeten op de hele site voetgangersmarkeringen aangebracht worden, en dan in het bijzonder ter hoogte van de verschillende magazijnen en tussen de parkeerplaatsen en de oostelijke algemene toegangspoort;

-     wachtrijen, parkeren en laden en lossen moeten steeds op eigen terrein afgehandeld worden;

-     het meldingslokaal is uniform af te werken met een houten gevelbekleding.  

 

Geldigheidsduur

De bureelcontainers mogen niet langer dan 8 jaar in stand blijven nadat de vergunning is afgeleverd; na het verstrijken van deze termijn moet de begunstigde het terrein herstellen in de staat waarin het zich bevond; bij de afbraak dienen alle ondergrondse constructies afgebroken te worden, met inbegrip van de funderingszolen. Uitzondering hierop zijn funderingspalen dewelke moeten worden weggebroken tot op ten minste 2 meter onder de paalkop. De niet meer te gebruiken rioleringen en andere leidingen dienen uit de ondergrond verwijderd te worden.

 

Brandweervoorwaarden

De voorwaarden uit het advies van de brandweer/risicobeheer/preventie dienen strikt nageleefd te worden.

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

 

De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):

 

Rubriek

Omschrijving

Gecoördineerd

12.2.1°

transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA;

1x 1.000 kVA

12.3.2°

accumulatoren (gebruik van): vaste inrichtingen voor het laden van accumulatoren door middel van toestellen met een geïnstalleerd totaal vermogen van meer dan 10 kW;

64 kW

15.1.1°

al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van 3 tot en met 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn;

16 voertuigen

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW;

43,53 kW

19.3.1°a)

inrichtingen voor het mechanisch behandelen en het vervaardigen van artikelen van hout e.d. andere dan deze bedoeld in rubriek 19.8 met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW, wanneer de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied;

20,60 kW

48.1.2.

doorvoeropslagplaatsen in zeehavengebieden voor andere dan IMDG-goederen.

Artikel 4

De omgevingsvergunning wordt verleend voor:
- een termijn verstrijkend op 18 juni 2029 voor wat betreft de bureelcontainers (stedenbouwkundige handeling);
- onbepaalde duur voor wat betreft de overige stedenbouwkundige handelingen;
- onbepaalde duur voor wat betreft de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit.

Artikel 5

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.