Terug
Gepubliceerd op 07/06/2021

2021_CBS_04171 - Omgevingsvergunning - OMV_2021016426. Boomgaardstraat 211-215. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 04/06/2021 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2021_CBS_04171 - Omgevingsvergunning - OMV_2021016426. Boomgaardstraat 211-215. District Antwerpen - Goedkeuring 2021_CBS_04171 - Omgevingsvergunning - OMV_2021016426. Boomgaardstraat 211-215. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

9 maart 2021

7 april 2021

0

0

0

1

 

Bespreking van de bezwaren

  1. Hoogspanningscabine: Het bezwaar dat er in de kelder een hoogspanningscabine aanwezig is en dat deze cabine veilig toegankelijk moet blijven. Er mag niet geraakt worden aan de fundering, de muren en het dak van het cabinelokaal. De aannemer dient tevens de nodige aandacht te besteden aan de waterdichtheid van het cabinelokaal en de aanwezigheid van de laag- en middenspanningskabels. Indien er zich vochtproblemen voordoen tijdens of na de werken, veroorzaakt door de werken, zal de aannemer deze op zijn kosten herstellen in samenspraak met Fluvius Antwerpen. Er is een transformatorluik in het voorliggende lokaal van de kelder voorzien voor het binnenbrengen van het zwaar materiaal voor de cabine. Deze doorgang moet te allen tijde behouden blijven, evenals een minimum deurbreedte, zodat er met het materiaal tot in de cabine kan gemanoeuvreerd worden indien nodig;

Behandeling: Het bezwaar is gedeeltelijk gegrond. De hoogspanningscabine staat vermeld op de plannen en wordt niet gewijzigd. De aanvrager is bijgevolg op de hoogte van de cabine. Omwille van de veiligheid zullen de opgesomde aspecten als voorwaarden aan de vergunning worden gekoppeld.

 

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2021016426

Gegevens van de aanvrager:

de heer Charles-Mathias Staquet met als contactadres Prinskarellaan 33 te 2610 Antwerpen

Ligging van het project:

Boomgaardstraat 211-215 te 2018 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 6 sectie F nr. 1294W2

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

omvormen van een dansstudio in binnengebied tot 7 grondgebonden woningen en 1 appartement

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          07/10/2016: vergunning (20161322) voor het verbouwen van magazijn naar danslokalen;

-          14/09/2012: vergunning (20125395) voor de functiewijziging en verbouwing van kantoor- en repetitieruimte tot een eengezinswoning (appartement);

-          26/08/1963: vergunning (18#45495) magazijn.

Vergunde toestand

-          binnengebied:

  • dansstudio;
  • 2 bouwlagen en een kelderverdieping onder plat dak in binnengebied;

-          straatzijde:

  • meergezinsgebouw;
  • 4 bouwlagen;
  • doorgang naar het binnengebied met een gelijkvloerse woning.

Huidige toestand

-          de voorziene buitentrap aan de voorgevel van de dansstudio werd niet uitgevoerd;

-          de verdieping boven de koterij uiterst links werd niet afgebroken zoals voorzien in de vergunning.

Gewenste toestand

-          7 grondgebonden woningen in het binnengebied:

  • 6 woningen met 3 slaapkamers met een netto-vloeroppervlakte van 174 m² tot 215 
  • 1 woning met 2 slaapkamers met een netto-vloeroppervlakte van circa 140 m²;

-          gereorganiseerd gelijkvloers appartement in de voorbouw met 6 slaapkamers en een netto-vloeroppervlakte van circa 160 m²;

-          collectieve tuin;

-          gemeenschappelijke ondergrondse parking met 20 parkeerplaatsen en fietsenstallingen;

-          nieuwe schuine inrit naar de ondergrondse parking langs de doorgang van het straatvolume.

Inhoud van de aanvraag

-          slopen van koterijen en ontharding van het binnengebied;

-          verlagen van de scheidingsmuren met de linker- en rechteraanpalende percelen;

-          wijzigen van de functie van dienstverlening naar wonen:

-          inrichten van 7 grondgebonden woningen in de voormalige dansstudio;

-          reorganiseren van het gelijkvloerse appartement in de voorbouw;

-          aanleg van een inrit naar de ondergrondse parkeergarage;

-          de appartementen op de verdiepingen in de voorbouw langs de Boomgaardstraat maken geen deel uit van de aanvraag.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

AQUAFIN NV

25 februari 2021

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn

brandweer/ risicobeheer/ preventie

25 februari 2021

14 april 2021

Voorwaardelijk gunstig

Fluvius System Operator

25 februari 2021

15 maart 2021

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam

25 februari 2021

26 februari 2021

ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie

25 februari 2021

10 maart 2021

stadsontwikkeling/ mobiliteit

25 februari 2021

11 maart 2021

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • Artikel 14 Insprongen en openingen aan voorgevels:
    de inkom naar het binnengebied aan de straatgevel moet verlicht en afgesloten kunnen worden;
  • Artikel 29 Fietsstalplaatsen en fietsparkeerplaatsen:
    de inrichtingsprincipes van de voorziene fietsenstallingen zijn niet opgetekend. De toegang naar de fietsenstalling wordt gedeeld met de inrit voor de auto’s;
  • Artikel 30 Autostalplaatsen en autoparkeerplaatsen:
    per 10 autostalplaatsen dient er telkens 1 elektriciteitsvoorziening voorzien te worden ten behoeve van elektrische oplaadpunten voor wagens;
  • Artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren:
    de scheidingsmuren van het plat dak van het gebouw in binnengebied  bezitten geen minimale opstand van 30 cm ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak.
  • Artikels 40 en 41 Privaat gescheiden rioolstelsel en afvoerleidingen en kenmerken aansluiting van de leidingen met het openbaar rioolstelsel:
    er wordt geen gescheiden rioolstelsel voorzien conform artikels 40 en 41 van de bouwcode.
  • Artikel 43 Septische putten:
    het is niet duidelijk of de voorziene septische putten voldoende groot zijn.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn. 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. 

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021. 

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen wordt betrokken bij de beoordeling van de verenigbaarheid van de aanvraag met de goede ruimtelijke ordening.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag betreft een functiewijziging van een dienstverlenende invulling (dansschool) in een voormalig magazijn in binnengebied naar een woonproject.

 

In het verleden was er in dit magazijn een houthandel gevestigd. Omwille van de beperkte oppervlakte van het magazijn en de moeilijke bereikbaarheid voor grote vrachtwagens op deze binnenstedelijke locatie werden de activiteiten stopgezet. Daarna stond het magazijn lange tijd leeg tot het in 2012 werd omgevormd naar een dansschool (dienstverlening). Het magazijn heeft intussen nood aan een grondige bouwfysische renovatie om het typisch industrieel karakter te kunnen behouden. Deze ingrijpende werken zijn financieel onrealistisch voor de dansschool. Het magazijn wordt daarom omgevormd tot een woonproject met 7 eengezinswoningen.

 

De aanvraag werd voorgelegd aan de stedelijke dienst Business en Innovatie. Zij geven een ongunstig advies.

“De aanvraag voorziet in de afbraak van een aantal achterliggende gebouwen en de realisatie van woningen in binnengebied.

De gebouwen hadden een economische functie (vandaag dienstverlening) maar toch blijkt uit de toelichtingsnota nergens dat er ook een onderzoek geweest is naar een economische herinvulling. Er is vandaag heel wat vraag naar dergelijke type gebouwen voor betaalbare kleinschalige ateliers en werkplekken als perfecte verweving van wonen en werken in de stad ipv de steeds weerkerende monofunctionele woonontwikkeling. Dit item werd al uitvoering besproken in het uitgebreid onderzoek LABO XX werk en dit hoofdprincipe van verweving is ook opgenomen in de goedgekeurde beleidsnota ruimtelijke economie.

Aangezien de aanvraag in tegenspraak is met de goedgekeurde economische visie wordt ongunstig advies gegeven voor het dossier.”

 

Bovenstaand advies wordt onderschreven. Het is belangrijk dat productie in de (binnen)stad behouden blijft. Enkel op die manier kunnen de doelstellingen van een korte afstandsstad gerealiseerd worden, waar niet-woonfuncties verweven zijn met het wonen. Een mix aan voorzieningen in de verschillende woonbuurten vermindert verkeersbewegingen en zorgt voor levendige buurten. Echter wordt vanuit stedenbouwkundig oogpunt gesteld dat er voor deze specifieke locatie gegronde redenen zijn om een functiewijziging naar wonen toch positief te adviseren.

De binnenstedelijke omgeving met zijn smalle straten en dichtbebouwde binnengebieden maakt deze locatie minder geschikt voor een economische herinvulling. In de beschrijvende nota wordt bovendien ook gemotiveerd dat omwille van de slechte bouwfysische staat van het magazijn een functiewijziging overwogen wordt.

De functiewijziging geeft aanleiding voor een ruime ontpitting van het dichtgeslibde bouwblok. Deze ontpitting zou niet tot stand komen bij een herinvulling met een economische functie. Er wordt geopteerd voor eengezinswoningen die rond een collectieve tuin worden geschikt om de druk op het binnengebied te beperken. De aanvraag biedt zowel een kwalitatieve woonomgeving voor de nieuwe woningen, als dat het ook de woon- en leefkwaliteit van de bestaande woningen in de schil verbetert doordat meer lucht, licht en open ruimte wordt gecreëerd.

Omwille van deze argumenten (bereikbaarheid, ontpitting, specifieke woontypologie) kan de functiewijziging, in afwijking van het advies van Business en Innovatie, gunstig beoordeeld worden.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De schaal en het ruimtegebruik van de aanvraag zijn in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening.

 

De aanvraag voorziet in een ontpitting en vergroening. Er wordt geen extra volume gecreëerd. Er worden enkele koterijen gesloopt samen met een deel van de woning bij de dansschool ter hoogte van de rechterperceelsgrens. Het binnengebied wordt vrijgemaakt van verharding en vergroend tot een collectieve tuin. Deze tuin ligt centraal tussen de woningen in het binnengebied en de woningen in de schil van het bouwblok. De afstand tussen de achtergevels van de woningen in de schil en de eengezinswoningen in het voormalige magazijn bedraagt meer dan 20 meter. Deze afstand en de tussenliggende binnentuin garandeert voldoende privacy aan alle bewoners rond dit binnengebied.

 

De aanvraag voorziet in de realisatie van 7 eengezinswoningen en de reorganisatie van het gelijkvloers appartement in het meergezinsgebouw aan de Boomgaardstraat. De woningen zijn georiënteerd op private patio’s die centraal in het bestaande gebouw worden aangebracht. Het inbrengen van een woonfunctie in een binnengebied is een delicate evenwichtsoefening tussen het verdichten van het woonweefsel met bijkomende wooneenheden en het bewaken van de privacy en rust van de omwonenden. De keuze voor eengezinswoningen en de organisatie van de woningen rond interne, privatieve patio’s worden geapprecieerd. De impact van de woonfunctie op de omgeving wordt bijgevolg beperkt geacht.

 

Gezien het fragiele, nieuwe evenwicht dat bekomen wordt in het bouwblok door wonen in binnengebied toe te laten, wordt gesteld dat het niet wenselijk is om in de toekomst de densiteit in het binnengebied nog verder te verhogen, noch naar volume, noch naar aantal woningen. Geoordeeld wordt dat de maximaal aanvaardbare draagkracht van het perceel en de omgeving bereikt is.

 

Na het slopen van de koterijen met 2 bouwlagen langs de linker perceelsgrens van het binnengebied, blijft een muur van 4,50 meter overeind. De keuze voor deze hoogte vloeit voort uit de achterliggende aanwezige luifel van het kinderdagverblijf. Langs de rechter perceelsgrens van het binnengebied wordt de 2de bouwlaag eveneens verwijderd en blijft een muur over van 4 meter hoog die de achterliggende garagebox aan het zicht onttrekt. Door de verlaging van de scheidingsmuren wordt er meer licht en lucht gecreëerd in het binnengebied. Deze ingrepen komen de kwaliteit van het binnengebied ten goede.

 

Visueel-vormelijke elementen

Het bestaande industriële karakter van het magazijn blijft zoveel mogelijk behouden. Deze keuze wordt gunstig beoordeeld. Het magazijn bestaat uit 7 beuken, gescheiden door betonnen kolommen. In elke beuk wordt een woning ondergebracht. De betonnen kolommen worden ingepakt en omgoten met nieuw beton. De vliesgevels worden verwijderd en ingevuld met antracietgrijs aluminium schrijnwerk

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Het dak van het voormalige magazijn wordt voorzien van een extensief groendak. Deze ingreep wordt geapprecieerd. Een groendak zorgt voor waterbuffering op piekdebieten bij stortbuien en voor een voor een kwalitatiever uitzicht voor de woningen in de schil van het bouwblok.

 

De aanvrager kiest er bewust voor om de leefruimte in te richten op de verdieping en de private buitenruimte te organiseren rond een interne patio. Op die manier wordt het risico op het toe-eigenen van de collectieve tuin als private buitenruimte geminimaliseerd. Aansluitend aan de leefruimte worden ondiepe balkons opgehangen, gericht naar de collectieve tuin en de bebouwing in de schil. Gezien het balkons betreft, zal de hinderimpact beperkt blijven. De keuzes voor de organisatie en uitwerking van de private buitenruimte worden geapprecieerd. 

 

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

-          Artikels 40 en 41 Privaat gescheiden rioolstelsel en afvoerleidingen en kenmerken aansluiting van de leidingen met het openbaar rioolstelsel: er wordt geen gescheiden rioolstelsel voorzien conform artikels 40 en 41 van de bouwcode. Dit moet in de voorwaarden worden opgenomen;

-          Artikel 43 Septische putten: het is niet duidelijk of de voorziene septische putten qua dimensionering voldoen aan artikel 43 uit de bouwcode. Dit moet in de voorwaarden worden opgenomen;

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 11 parkeerplaatsen.

 

De parkeerbehoefte wordt bepaald op het nieuw bouwen van 8 wooneenheden:

-          8 appartementen > 90m² met parkeernorm 1,35 = 10,8.

 

De plannen voorzien in 20 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

In de ondergrondse parking worden 20 parkeerplaatsen voorzien.  

 

Niet alle plaatsen voldoen aan de afmetingen van de bouwcode (2m50 breedte voor haakse parkeervakken en 2m80 voor hoekplaatsen). Deze afmetingen gelden als richtlijn om de parkeerplaatsen vlot te kunnen in- en uitrijden en comfortabel te kunnen uitstappen. 

Er is in dit geval voldoende circulatieruimte om de parkeerplaatsen vlot te kunnen uitrijden waardoor kan worden afgeweken van bovenvermelde afmetingen.  Wel dient er nog steeds rekening mee te worden gehouden dat men vlot de wagen in en uit moet kunnen stappen. Er dient bekeken te worden of dit nog geoptimaliseerd kan worden door een herinrichting van de plaatsen.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 20.

 

Dit aantal is toereikend.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0.

 

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus niet van toepassing.

 

 

De parking is te bereiken via de Boomgaardstraat. De inrit is te smal om dubbelrichtingsverkeer toe te laten. Daarom wordt als voorwaarde opgelegd om een lichtensysteem te voorzien dat voorrang geeft aan inrijdend verkeer.

 

Fietsstalplaatsen

Er moeten voor de 8 wooneenheden 31 fietsstalplaatsen voorzien worden:

-          1 wooneenheid met 2 slaapkamers = 1 x 3 (2 slaapkamers + 1 extra) = 3

-          7 wooneenheden met 3 slaapkamers = 7 x 4 (3 slaapkamers + 1 extra) = 28

 

Er worden in de ondergrondse parking 2 fietsenbergingen voorzien maar de fietsstalplaatsen zijn niet ingetekend. De ruimtes lijken te krap om 31 fietsstalplaatsen te voorzien die voldoen aan de afmetingen van de bouwcode. Zo moet er achter elke fiets in een fietsstalplaats een minimale ruimte van 1,70 m beschikbaar zijn.

Omdat niet alle types van fietsen gebruikt kunnen maken van een hangsysteem of dubbeldeksysteem moet de helft van het aantal nodige fietsen voorzien worden als een gewone lage fietsstalplaats.

Als voorwaarde voor de vergunning moeten er voldoende fietsstalplaatsen voorzien worden, conform artikel 29 van de bouwcode.

 

De fietsers maken gebruik van dezelfde helling als de auto’s. Ze moeten daarom mee gebruik maken van het lichtensysteem om conflicten tussen fietsers en auto’s te vermijden.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1ste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      er moeten 31 fietsstalplaatsen voorzien worden conform de bepalingen uit artikel 29 van de bouwcode. De helft van het aantal nodige fietsen dienen voorzien te worden als een gewone lage fietsstalplaats;

3.      de inrit naar de parkeerkelder te voorzien van een lichtensysteem dat voorrang geeft aan inrijdend verkeer;

4.      per 10 autostalplaatsen dient er telkens 1 elektriciteitsvoorziening voorzien te worden ten behoeve van elektrische oplaadpunten voor wagens;

5.     een gescheiden rioolstelsel te voorzien conform artikels 40 en 41 van de bouwcode;

6.    de dimensionering van de septische putten te bepalen conform artikel 43 van de bouwcode;

7.    de bestaande hoogspanningscabine in de kelder moet veilig toegankelijk blijven. Er mag niet geraakt worden aan de fundering, de muren en het dak van het cabinelokaal. De aannemer dient tevens de nodige aandacht te besteden aan de waterdichtheid van het cabinelokaal en de aanwezigheid van de laag- en middenspanningskabels. Indien er zich vochtproblemen voordoen tijdens of na de werken veroorzaakt door de werken, zal de aannemer deze op zijn kosten herstellen in samenspraak met Fluvius Antwerpen. Er is een transformatorluik in het voorliggende lokaal van de kelder voorzien voor het binnenbrengen van het zwaar materiaal voor de cabine. Deze doorgang moet te allen tijde behouden blijven, evenals een minimum deurbreedte, zodat er met het materiaal tot in de cabine kan gemanoeuvreerd worden indien nodig;

8.     na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

29 januari 2021

Volledig en ontvankelijk

25 februari 2021

Start openbaar onderzoek

9 maart 2021

Einde openbaar onderzoek

7 april 2021

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

10 juni 2021

Verslag GOA

21 mei 2021

naam GOA

Katrijn Apostel

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij:

 

-          de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;

-          het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

 

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1ste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      er moeten 31 fietsstalplaatsen voorzien worden conform de bepalingen uit artikel 29 van de bouwcode. De helft van het aantal nodige fietsen dienen voorzien te worden als een gewone lage fietsstalplaats;

3.      de inrit naar de parkeerkelder te voorzien van een lichtensysteem dat voorrang geeft aan inrijdend verkeer;

4.   per 10 autostalplaatsen dient er telkens 1 elektriciteitsvoorziening voorzien te worden ten behoeve van elektrische oplaadpunten voor wagens;

5.   een gescheiden rioolstelsel te voorzien conform artikels 40 en 41 van de bouwcode;

6.   de dimensionering van de septische putten te bepalen conform artikel 43 van de bouwcode;

7.   de bestaande hoogspanningscabine in de kelder moet veilig toegankelijk blijven. Er mag niet geraakt worden aan de fundering, de muren en het dak van het cabinelokaal. De aannemer dient tevens de nodige aandacht te besteden aan de waterdichtheid van het cabinelokaal en de aanwezigheid van de laag- en middenspanningskabels. Indien er zich vochtproblemen voordoen tijdens of na de werken veroorzaakt door de werken, zal de aannemer deze op zijn kosten herstellen in samenspraak met Fluvius Antwerpen. Er is een transformatorluik in het voorliggende lokaal van de kelder voorzien voor het binnenbrengen van het zwaar materiaal voor de cabine. Deze doorgang moet te allen tijde behouden blijven, evenals een minimum deurbreedte, zodat er met het materiaal tot in de cabine kan gemanoeuvreerd worden indien nodig;

8.   na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.