Terug
Gepubliceerd op 07/06/2021

2021_CBS_04398 - Omgevingsvergunning - OMV_2021049737. Oosterveldlaan 181. District Wilrijk - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 04/06/2021 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2021_CBS_04398 - Omgevingsvergunning - OMV_2021049737. Oosterveldlaan 181. District Wilrijk - Goedkeuring 2021_CBS_04398 - Omgevingsvergunning - OMV_2021049737. Oosterveldlaan 181. District Wilrijk - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2021049737

Gegevens van de aanvrager:

NV TST INVEST met als adres Hazeschransstraat 41 te 2650 Edegem

Ligging van het project:

Oosterveldlaan 181 te 2610 Wilrijk (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 42 sectie B nr. 375X4

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

uitbreiden van een meergezinswoning en het vermeerderen van het aantal woongelegenheden van 5 naar 7

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          05/07/2019: vergunning (OMV_2019051306) voor het verbouwen van een appartementsgebouw met 4 appartementen naar een appartementsgebouw met 5 appartementen;

-          06/03/1961: vergunning (238#10982) voor het bouwen van een appartementsgebouw.

Vergunde/vergund geachte toestand

-          appartementsgebouw van drie bouwlagen met 5 appartementen in gesloten bebouwing;

-          voorgevel opgetrokken in natuursteen met zwart kunststof buitenschrijnwerk;

-          terrassen aan de voorzijde voorzien in beton;

-          achtergevel opgetrokken in geschilderde baksteen met zwart kunststof buitenschrijnwerk.

Huidige toestand

-          conform de vergunde toestand.

Gewenste toestand

-          het aantal wooneenheden vermeerderen van 5 naar 7;

-          met betrekking tot de oppervlakte van de aangevraagde zelfstandige woningen zijn volgende gegevens beschikbaar:

  • 1 appartement met 3 slaapkamers en een netto vloeroppervlakte van circa 122 m²;
  • 1 appartement met 2 slaapkamers en een netto vloeroppervlakte van circa 80 m²;
  • 1 appartement met 3 slaapkamers en een netto vloeroppervlakte van circa 86 m²;
  • 1 appartement met 2 slaapkamers en een netto vloeroppervlakte van circa 78 m²;
  • 1 appartement met 3 slaapkamers en een netto vloeroppervlakte van circa 84 m²;
  • 2 appartementen met 2 slaapkamers en een netto vloeroppervlakte van circa 62 m²;

-          na de uitbreiding naar 7 wooneenheden is de gemiddelde netto vloeroppervlakte van alle woningen 82 m².

Inhoud van de aanvraag

-          uitbreiden van een meergezinswoning door het toevoegen van een extra bouwlaag;

-          het vermeerderen van het aantal woongelegenheden van 5 naar 7.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

brandweer/ risicobeheer/ preventie

16 april 2021

7 mei 2021

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

stadsbeheer/ groen en begraafplaatsen

16 april 2021

19 april 2021

stadsontwikkeling/ mobiliteit

16 april 2021

19 april 2021

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgende punten:

  • art. 14: het looppad op de nieuwe verdieping heeft een lengte van circa 1,98 m en een breedte van maar circa 0,85 m;
  • art. 18: het niveauverschil van meer dan 0,18 m moet ook overbrugd worden door gebruik van een lift of een helling conform art. 19;
  • art. 20: de trap heeft een breedte van maar 0,8 m;
  • art. 22: na afwerking hebben de deuren een doorgangsbreedte van circa 0,77 m, de ruwbouwmaat is ook maar 0,9 m;
  • art. 24: er is geen draaivlak voorzien voor de nieuwe deuren;
  • art. 25: er is geen vrije en vlakke wand- en vloerbreedte voorzien aan de krukzijde van de nieuwe deuren.

 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • artikel 29 Fietsstalplaatsen en fietsparkeerplaatsen:
    er zouden minstens 6 kwalitatieve plaatsen bij moeten komen;
  • artikel 30 Autostalplaatsen en autostaanplaatsen:
    de werkelijke parkeerbehoefte is 3 parkeerplaatsen.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het Rooilijndecreet.

 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen wordt betrokken bij de beoordeling van de verenigbaarheid van de aanvraag met de goede ruimtelijke ordening.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

De bestaande functie van meergezinswoning blijft behouden en is daarmee in overeenstemming met de kenmerkende woonfuncties in de straat.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

Men wenst men het pand dat bestaat uit 3 bouwlagen onder plat dak uit te breiden met een 4de bouwlaag voor twee bijkomende appartementen. De straat en het bouwblok kenmerkt zich echter door panden met voornamelijk 3 bouwlagen. Voor enkele panden in de straat is recent een Omgevingsvergunning verleend voor een bijkomende bouwlaag. De nieuwe bouwhoogte geeft de aanpalende de kans om een gelijkaardige uitbreiding aan hun woning te doen. De nieuwe bouwdiepte van 11,21 meter is aanvaardbaar. Vanuit stedenbouwkundig oogpunt kan het voorgestelde volume bijgevolg gunstig beoordeeld worden.

 

Visueel-vormelijke elementen

De kroonlijst boven de 3de bouwlaag verdwijnt. Vanuit stedenbouwkundig oogpunt is dit niet aanvaardbaar gelet op de kenmerken van de omgeving.

In voorwaarde zal daarom opgenomen worden om de kroonlijst te behouden en dus geen ‘terras’ te voorzien aan de straatzijde. Ook de gevel niet verder te laten komen dan de oorspronkelijke rooilijn is hierbij van belang.

De raamopeningen van de slaapkamers dienen aan deze voorwaarden dan ook aangepast te worden.

 

De voorgestelde materialisatie van deze uitbreiding, die is afgestemd op de onderliggende bouwlagen is stedenbouwkundig aanvaardbaar.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Om het ruimtecomfort van een woning te bewaken is het belangrijk dat het aantal slaapkamers in verhouding staat met het aantal beschikbare vierkante meters leefruimte per bewoner. Dit is niet het geval in het voorliggend project, waardoor de woongelegenheden onvoldoende wooncomfort bieden. Op een oppervlakte kleiner dan 80 m² wordt onvoldoende woonkwaliteit gerealiseerd voor een twee-slaapkamerappartement. Deze oppervlakte (vanaf 60 m²) kan hoogstens een één-slaapkamerappartement herbergen. In voorwaarde zal daarom opgenomen worden om de nieuwe wooneenheden te voorzien als appartementen met 1 slaapkamer waarbij de oppervlakte van ‘slaapkamer 2’ als leefruimte wordt voorzien, verbonden met de huidig voorziene leefruimte.

 

De buitenruimtes voor de nieuwe woningen worden achteraan voorzien. De buitenruimte van appartement 3.1 bevindt zich niet onder een horizontale hoek vanaf het einde van de scheidingsmuur. Om de privacy hinder tegenover de buren te beperken zal in voorwaarde opgenomen worden om de terrassen te verkleinen. Dit door de terrassen aan de linker – en rechterzijde tot een diepte van 2,00 meter te voorzien en schuin af te werken tot aan de gewenste diepte van 3,51 meter.

 

De stedelijke dienst groen en begraafplaatsen geeft een voorwaardelijk gunstig advies indien de straatboom ter hoogte van het pand optimaal wordt beschermd tijdens de werken. De hieraan verbonden voorwaarden zullen integraal worden overgenomen.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 3 parkeerplaatsen.

 

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en of functiewijziging.

De aanvrager wenst op een bestaand appartementsgebouw een extra verdieping te zetten waardoor het aantal appartementen in deze meergezinswoning van 5 naar 7 uitbreidt.

De bijkomende parkeerbehoefte is:

2 appartementen tussen 60m² en 90m² met parkeernorm 1,35: 2 x 1,35 = 2,70 afgerond 3 parkeerplaatsen.

De werkelijke parkeerbehoefte is 3 parkeerplaatsen.

 

De plannen voorzien in 0 bijkomende nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

In het bestaande blok was er 1 plaats in de parkeergarage. Deze blijft. Er zijn geen bijkomende nuttige plaatsen.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.

 

Het pand betreft een meergezinswoning in gesloten bebouwing. De grootte van het perceel laten het bouwen van het aantal te realiseren plaatsen niet toe.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 3.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 3 – 3 = 0.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 3 plaatsen.

 

 

Fietsvoorzieningen:

De bijkomende appartementen zijn beide 2 slaapkamerappartementen. De bijkomende fietsparkeerbehoefte is daarmee 2 x (2+1) = 6 fietsparkeerplaatsen.

De fietsparkeerbehoefte van de vergunde toestand was 3 x (3+1) + 2 x (2+1) = 18 fietsparkeerplaatsen. Er zijn in huidige toestand 12 plaatsen in de inpandige fietsenberging. De oppervlakte van de berging is 15m², in principe goed voor 10 fietsen. Er zijn er echter 12 plaatsen, allemaal door middel van een verticaal hangsysteem en met slechts 35 cm hart-op-hartafstand.

 

De fietsenberging voldoet daarmee nu niet aan de bouwcode en er komen voor de bijkomende appartementen ook geen plaatsen bij. Er zouden minstens 6 kwalitatieve plaatsen bij moeten komen. Dit wordt in voorwaarde opgenomen.

 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

Het ontwerp wijkt af van de verordening toegankelijkheid. Aangezien een toegankelijke leefomgeving vandaag zijn uitgegroeid tot een basisrecht, kan hier geen afwijking op worden toegestaan. Het ontwerp moet voldoen aan deze verordening, dit zal in voorwaarde worden opgenomen.

Het spreekt echter voor zich dat het niveauverschil tussen de huidige bovenste laag en de nieuwe laag niet overbrugd moet worden met een lift of helling daar dit niet in verhouding staat tot de aangevraagde werken.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      te voldoen aan de verordening toegankelijkheid, uitgezonderd de overbrugging  van het niveauverschil tussen de huidige bovenste laag en de nieuwe laag;

3.      de hoogte van de raamopeningen van ‘slaapkamer 2’ van de bijkomende bouwlaag te voorzien zoals ‘slaapkamer 1’;

4.      de gevel van de bijkomende bouwlaag aan de straatzijde niet voorbij de rooilijn te voorzien;

5.      de terrassen aan de achterzijde, aan de linker – en rechterzijde te voorzien op een diepte van 2,00 meter ten opzichte van de achtergevel en schuin af te werken tot aan de voorziene diepte van 3,51 meter;

6.      de straatboom en de wortelzone ervan te beschermen tijdens de werken en verdichting van de bodem, door stockage van materialen of door de zware druk van (zware) voertuigen, te verhinderen door eventueel voldoende rijplaten te voorzien die de druk verdelen;

7.      minstens 6 kwalitatieve fietsstalplaatsen te voorzien;

8.      de nieuwe wooneenheden te voorzien als appartementen met 1 slaapkamer waarbij de oppervlakte van ‘slaapkamer 2’ als leefruimte wordt voorzien, verbonden met de huidig voorziene leefruimte;

9.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

Uitsluitingen

10.  het supprimeren van de huidige kroonlijst;

11.  het terras aan de straatzijde

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

19 maart 2021

Volledig en ontvankelijk

16 april 2021

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

15 juni 2021

Verslag GOA

26 mei 2021

naam GOA

Wim Van Roosendael

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

3

0

0

0

 

Bespreking van de bezwaren

Er werden drie bezwaarschriften ontvangen, handelend over:

-          Uitvoering: Bezwaarindiener meldt dat hij en de buurt de hinder bij uitvoering van de werken niet ziet zitten na de werken de voorbije 2 jaar.

Evaluatie: Het verlenen van een omgevingsvergunning door de vergunningverlenende overheid staat los van de uitvoering van voorliggend dossier. Voorwaarden die te maken hebben met timing en uitvoering van het project kunnen niet worden meegenomen bij de beoordeling van voorliggende stedenbouwkundige handelingen. De realisatie van elk bouwproject veroorzaakt een zekere overlast naar zijn omgeving. Dit is een noodzakelijk kwaad met een tijdelijke dimensie, die bovendien politioneel is geregeld. Dit aspect vormt geen beletsel om de aanvraag te weigeren. Het bezwaar is ontvankelijk maar ongegrond.

-          Stabiliteit: Bezwaarindiener stelt zich de vraag of de bestaande fundering bestand tegen het extra gewicht van de bijkomende verdieping.

Evaluatie: Het garanderen van voldoende stabiliteit betreft een uitvoeringstechnische aangelegenheid die losstaat van de beoordeling van voorliggend dossier door de vergunningverlenende overheid. Het bezwaar is ontvankelijk maar ongegrond.

-          Harmonie: Bezwaarindiener meldt dat een bijkomende verdieping de harmonie van het aantal bouwlagen met de aanpalende gebouwen in het gedrang brengt.

Evaluatie: Conform artikel 4.3.1. §2 punt 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening houdt het vergunningverlenende bestuursorgaan bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement, voor zover de rendementsverhoging in de betrokken omgeving verantwoord is, in rekening brengen.

Voor enkele panden in de straat is recent een Omgevingsvergunning verleend voor een bijkomende bouwlaag. De voorgestelde verhoging is dus reeds, vanuit stedenbouwkundig oogpunt, verantwoord beoordeeld in de betrokken omgeving door het vergunningverlenende bestuursorgaan. Het bezwaar is ontvankelijk en deels gegrond.

-          Fietsenberging: Bezwaarindiener meldt dat de maximum capaciteit van de huidige fietsenberging is bereikt en geen extra fietsen kan herbergen.

Evaluatie: De bijkomende appartementen zijn beide 2 slaapkamerappartementen. De bijkomende fietsparkeerbehoefte is daarmee 2 x (2+1) = 6 fietsparkeerplaatsen.

De fietsparkeerbehoefte van de vergunde toestand was 3 x (3+1) + 2 x (2+1) = 18 fietsparkeerplaatsen. Er zijn in huidige toestand 12 plaatsen in de inpandige fietsenberging. De oppervlakte van de berging is 15m², in principe goed voor 10 fietsen. Er zijn er echter 12 plaatsen, allemaal door middel van een verticaal hangsysteem en met slechts 35 cm hart-op-hartafstand.

De fietsenberging voldoet daarmee nu niet aan de bouwcode en er komen voor de bijkomende appartementen ook geen plaatsen bij. Er zouden minstens 6 kwalitatieve plaatsen bij moeten komen. Dit wordt in voorwaarde opgenomen.

Het bezwaar is ontvankelijk en gegrond.

-          Kelderberging: Bezwaarindiener meldt dat alle kelderbergingen ingenomen en verdeeld zijn onder de huidige eigenaars/bewoners.

Evaluatie: Bezwaar handelt over een burgerrechtelijk element dat losstaat van de beoordeling van voorliggend dossier. Het bezwaar is bijgevolg ontvankelijk maar ongegrond.

-          Parkeergelegenheid: Bezwaarindiener meldt dat de parkeergelegenheid in de buurt in gedrang zal worden gebracht indien er bijgebouwd mag worden in de straat.

Evaluatie: Er is een tekort van 3 parkeerplaatsen waardoor deze parkeerbehoefte afgewenteld dient te worden op openbaar domein. Gelet op het geringe tekort, blijft de bijkomende druk op het openbaar domein beperkt en valt dit binnen de aanvaardbare marge. Bovendien wordt voor de ontbrekende parkeerplaatsen een belasting opgelegd waarvan de inkomsten geïnvesteerd worden in buurtparkings. Het bezwaar is bijgevolg ontvankelijk en deels gegrond.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij:

 

-          de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;

-          het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

 

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      te voldoen aan de verordening toegankelijkheid, uitgezonderd de overbrugging  van het niveauverschil tussen de huidige bovenste laag en de nieuwe laag;

3.      de hoogte van de raamopeningen van ‘slaapkamer 2’ van de bijkomende bouwlaag te voorzien zoals ‘slaapkamer 1’;

4.      de gevel van de bijkomende bouwlaag aan de straatzijde niet voorbij de rooilijn te voorzien;

5.      de terrassen aan de achterzijde, aan de linker – en rechterzijde te voorzien op een diepte van 2,00 meter ten opzichte van de achtergevel en schuin af te werken tot aan de voorziene diepte van 3,51 meter;

6.      de straatboom en de wortelzone ervan te beschermen tijdens de werken en verdichting van de bodem, door stockage van materialen of door de zware druk van (zware) voertuigen, te verhinderen door eventueel voldoende rijplaten te voorzien die de druk verdelen;

7.      minstens 6 kwalitatieve fietsstalplaatsen te voorzien;

8.      de nieuwe wooneenheden te voorzien als appartementen met 1 slaapkamer waarbij de oppervlakte van ‘slaapkamer 2’ als leefruimte wordt voorzien, verbonden met de huidig voorziene leefruimte;

9.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

Uitsluitingen

10.  het supprimeren van de huidige kroonlijst;

11.  het terras aan de straatzijde

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.