Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2021052963 |
Gegevens van de aanvrager: | Christiaan en Maria Vandist - Van Dyck met als adres Koning Albertstraat 12 te 2610 Wilrijk |
Ligging van het project: | Koning Albertstraat 10 te 2610 Wilrijk (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: | afdeling 43 sectie A nrs. 0 en 332H9 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | slopen van een eengezinswoning en bouwen van een meergezinswoning met 2 entiteiten |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 26/02/2021: weigering (20204357) voor het slopen van een eengezinswoning en bouwen van een meergezinswoning met 2 entiteiten;
- 20/03/2020: vergunning (2020113) voor het bouwen van dubbele garages;
- 12/04/1965: toelating (222#903) voor verbouwingswerken.
Vergunde/vergund geachte toestand
- eengezinswoning
- bouwvolume: twee bouwlagen onder zadeldak, bouwdiepte circa 10,5m;
- garage achteraan het perceel.
Huidige toestand
- meergezinswoning met twee entiteiten;
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
Gewenste toestand
- nieuwbouw voor meergezinswoning met 2 entiteiten;
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- slopen van een woning;
- nieuw bouwen van een meergezinswoning met 2 woonentiteiten.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen) | 20 april 2021 | 3 mei 2021 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Business en Innovatie | 20 april 2021 | 29 april 2021 |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering | 20 april 2021 | 26 april 2021 |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 20 april 2021 | 23 april 2021 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
De voorgevel wordt voorzien van een dubbel hoge ‘schuine’ erker, voorzien van claustra, op een plint én van een grote opening, in functie van een terras, ter hoogte van de kroonlijst. De beperkte breedte van het perceel voorzien een gedifferentieerde uitwerking van een kroonlijst.
Door de combinatie van de voorziene ‘schuine’ erker en de voorziene uitwerking van de kroonlijst ter hoogte van het terras ontstaat een volume werking welke niet kenmerkend is in de Koning Alberstraat. Kenmerkend is namelijk een doorlopende, ‘rechte’ en ‘uitstekende’ kroonlijst.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen wordt betrokken bij de beoordeling van de verenigbaarheid van de aanvraag met de goede ruimtelijke ordening.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
Het voorzien van een meergezinswoning met 2 wooneenheden is in overeenstemming met de kenmerkende woonfuncties in de straat.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De plannen voorzien een nieuwbouw meergezinswoning van 3 bouwlagen onder plat dak.
Op het gelijkvloers blijft er voldoende ruimte over om een kwalitatieve tuinzone te voorzien en het volume op de verdiepingen sluit aan bij de aanpalenden.
Vanuit stedenbouwkundig oogpunt kan ingestemd worden met het volume.
Visueel-vormelijke elementen
De voorgevel wordt voorzien van een dubbel hoge ‘schuine’ erker, voorzien van claustra, op een plint én van een grote opening, in functie van een terras, ter hoogte van de kroonlijst. Hier wordt in plaats van een kroonlijst een balk in zichtbeton voorzien.
Door de combinatie van de voorziene ‘schuine’ erker en de voorziene uitwerking van de kroonlijst ter hoogte van het terras ontstaat een volume werking welke niet kenmerkend is in de Koning Alberstraat. Kenmerkend is namelijk een doorlopende ‘rechte’ en ‘uitstekende’ kroonlijst.
Daarenboven is het onduidelijk waarvoor een erker dient te worden voorzien voor een traphal die nauwelijks schuin zicht creëert in de straat of voor een berging dat daarenboven geen raam bevat. Deze erker wordt ook visueel niet ondersteunt door een balk of door kolommen in verhouding met de maat van deze erker.
In voorwaarde zal daarom opgenomen worden om de volledige voorgevel binnen de rooilijn te voorzien en boven de opening van het terras massa te voorzien met een hoogte van 0,75 meter in hetzelfde materiaal als de rest van de voorgevel, namelijk bruinrode gevelsteen.
In functie hiervan is het wenselijk om de gevelopbouw van de eerste verdieping af te stemmen op deze van de tweede verdieping in plaats van het gelijkvloers.
Rekeninghoudend met deze voorwaarde kan een afwijking op de uitstekende kroonlijst gunstig worden beoordeeld gelet op de kenmerken van het aanpalende pand rechts.
Nieuwbouw leidt vaak tot een ‘vervlakking’ van het straatbeeld door een verlies aan detaillering.
De arrière-corps is een veel voorkomend detail bij aaneengesloten bebouwing. Ter hoogte van de perceelsgrens springt het gevelvlak terug, en dit over de volledige gevelhoogte. Dit levert een verticale ritmering op die percelering in het straatbeeld nuanceert. Het is wenselijk om dit detail eigen aan de stedelijke context te behouden.
Om een verarming van het materiaal tegen te gaan, kunnen ook bestaande elementen in natuursteen (raamdorpel, plint, …) behouden blijven of worden vervangen door nieuwe elementen in natuursteen.
De uitstekende delen van een gevel (plint, raamdorpel, kroonlijst, …) zorgen ook voor een detaillering van de gevel. Daarnaast hebben deze details ook een functie. Zo beschermt de plint tegen beschadigingen, vervuiling, ...
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de meergezinswoning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 2 parkeerplaatsen.
De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en of functiewijziging. Een eengezinswoning wordt gesloopt en vervangen door een gebouw met 2 wooneenheden. Er wordt een appartement met 2 slaapkamers voorzien op het gelijkvloers en de 1e verdieping en een appartement met 1 slaapkamer op de 1e en 2e verdieping. Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1. De werkelijke parkeerbehoefte voor de woningen is 2 x 1 = 2 parkeerplaatsen
|
De plannen voorzien in 2 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
De woning grenst met de tuin achter aan de parking van Sporthal Bist. Hier is een garage voorzien voor 2 plaatsen.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 2.
Dit aantal is toereikend.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 2 – 2 = 0.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 2 – 2 = 0. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 0 plaatsen.
|
Fietsvoorzieningen:
Er is voor de 2 appartementen een fietsparkeerbehoefte van 2 x (2+1) = 6 fietsplaatsen.
Op de plannen staat dat de garageoppervlakte 5,9m x 6m is. In de garage zouden 2 wagens en 4 fietsen geplaatst worden. Dit is onrealistisch. Op een oppervlakte van 5,9m op 6m kan je enkel 2 wagens plaatsen. Er is geen plaats voor ook nog fietsen. In de berging aan de garage gaat ook niet. Wanneer een wagen in de garage staat kan men niet met de fietsen buiten (zonder eerst de wagen buiten te moeten rijden of te beschadigen bij passeren), of men moet door de living van bewoner op het gelijkvloers, wat ook geen optie is.
Er zal plaats gezocht moeten worden voor het inpandig met toegang tot het openbaar domein (of overdekt en afgesloten) plaatsen van 6 fietsen. Dit wordt in voorwaarde opgenomen.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. boven de opening van het terras in de straatgevel massa te voorzien met een hoogte van 0,75 meter in hetzelfde materiaal als de rest van de voorgevel, namelijk bruinrode gevelsteen;
3. de raamopening op de eerste verdieping in de straatgevel te voorzien met gelijkaardige afmetingen als de raamopening op de tweede verdieping (hoogte 2,15 meter, breedte 2,90 meter, circa 0,40 meter hoger dan de pas van de vloer);
4. de arrière-corps te behouden en vrij te laten van materiaal;
5. de dorpels in de straatgevel van alle openingen even hoog te voorzien in natuursteen die evenveel uitsteken na het uitvoeren van de werken dan in de oorspronkelijke situatie;
6. een inpandige of overdekte en afgesloten plaats te voorzien voor het stallen van 6 fietsen, met toegang tot het openbare domein;
7. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
Uitsluitingen
8. de erker.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 23 maart 2021 |
Volledig en ontvankelijk | 20 april 2021 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 19 juni 2021 |
Verslag GOA | 31 mei 2021 |
naam GOA | Wim Van Roosendael |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitielijsten | Digitale bezwaarschriften |
0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. boven de opening van het terras in de straatgevel massa te voorzien met een hoogte van 0,75 meter in hetzelfde materiaal als de rest van de voorgevel, namelijk bruinrode gevelsteen;
3. de raamopening op de eerste verdieping in de straatgevel te voorzien met gelijkaardige afmetingen als de raamopening op de tweede verdieping (hoogte 2,15 meter, breedte 2,90 meter, circa 0,40 meter hoger dan de pas van de vloer);
4. de arrière-corps te behouden en vrij te laten van materiaal;
5. de dorpels in de straatgevel van alle openingen even hoog te voorzien in natuursteen die evenveel uitsteken na het uitvoeren van de werken dan in de oorspronkelijke situatie;
6. een inpandige of overdekte en afgesloten plaats te voorzien voor het stallen van 6 fietsen, met toegang tot het openbare domein;
7. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
Uitsluitingen
8. de erker.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.