Terug
Gepubliceerd op 07/06/2021

2021_CBS_04385 - Omgevingsvergunning - OMV_2021018659. Bredestraat 55A. District Ekeren - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 04/06/2021 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2021_CBS_04385 - Omgevingsvergunning - OMV_2021018659. Bredestraat 55A. District Ekeren - Goedkeuring 2021_CBS_04385 - Omgevingsvergunning - OMV_2021018659. Bredestraat 55A. District Ekeren - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2021018659

Gegevens van de aanvrager:

de heer Carl Tijssens met als adres Populierenlaan 34 te 2940 Stabroek en mevrouw Nadine Lannoye met als adres Populierenlaan 34 te 2940 Stabroek

Ligging van het project:

Bredestraat 55A te 2180 Ekeren (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 33 sectie H nr. 634C

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

regulariseren van wijzigingen aan een eengezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          6/03/2020: vergunning (20194228) voor het bouwen van een eengezinswoning.

Vergunde/geacht vergunde toestand

-          halfopen eengezinswoning van 2 bouwlagen onder zadeldak (9 m diepte) en plat dak tot 13 m diepte;

-          voorgevel in grijze gevelsteen, met buitenschrijnwerk in grijs aluminium;

-          autostaanplaats op afwaterende verharding in de zijtuinstrook;

Huidige toestand

-          conform vergunde toestand, uitgezonderd:

  • verhoogde voorgevel met een kroonlijsthoogte van 7,10 m (in plaats van de initiële 6,80 m);
  • licht verhoogde achtergevel met een kroonlijsthoogte van 6,30 m;
  • afwerking van het hellende dak voorzien in zonnepanelen;
  • terras van 4 meter diep (in plaats van de initiële 3 m);
  • gewijzigde kelder (zowel qua situering als qua indeling) ten opzichte van de vergunde toestand;
  • gewijzigde kleur van schrijnwerk (zwart in plaats van grijs) en wijziging voorgevel waarbij een raamopening werd omgevormd naar een extra deur.

Gewenste toestand

-          conform huidige en uitgevoerde toestand.

Inhoud van de aanvraag

-          regulariseren van aanpassingen, uitgevoerd tijdens het bouwen, aan een nieuwe eengezinswoning:

  • wijziging dakmateriaal, van dakpannen naar zonnepanelen;
  • wijziging kroonlijsthoogte voor- en achtergevel;
  • positie en afmetingen van de kelder;
  • gevelwijzigingen;
  • diepte terras, van 3 m naar 4 m.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

Er werden geen adviezen gevraagd.

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in agrarisch gebied. De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.

 

(Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt in de verkaveling EK/2016/V/0014, goedgekeurd op 7 april 2017, meer bepaald in lot(en) 2.

 

De aanvraag wijkt af van de verkavelingsvergunning op volgend(e) punt(en):

-          Artikel 2.1.C – bouwvolume:
de kroonlijsthoogte aan de voorzijde bedraagt meer dan 7 meter.
 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag is strijdig met de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • artikel 34 – Stabiliteit en scheidingsmuren: elke scheidsmuur dient over een opstand van minimaal 30 cm te beschikken ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak – betreffende opstand is hier slechts 20 cm..


Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.

Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

De aanvraag vertoont enkele afwijkingen en voor een deel daarvan kunnen in de eindbeoordeling voorwaarden worden opgenomen om het project bij uitvoering alsnog te laten voldoen aan de artikels in kwestie.

Aangaande de hoogte van de voorgevel, 7,10 m in plaats van het vermelde maximum van 7 m, is er onvoldoende ruimtelijke argumentatie om hier een aanpassing te vragen, mede door het feit dat enerzijds de afwijking zeer beperkt is (slechts 10 cm) en dat de woning in kwestie de eerste is van een gespiegeld tweeluik, waarbij de voorschriften expliciet opleggen dat het gabarit van het eerste gebouw zonder meer gekopieerd dient te worden. Gelet op het feit dat voor het aanpalende perceel nog geen aanvraag werd ingediend noch lopende is, kunnen betreffende richtlijnen zonder meer worden gevolgd.

Er wordt dan ook aan het college geadviseerd betreffende afwijking als dusdanig te bekrachtigen.

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag beoogt louter de regularisatie van enkele wijzigingen aan een vergunde eengezinswoning en gelet op de overeenstemming van laatstgenoemde functie met de specifieke bestemmingsvoorschriften van de van kracht zijnde verkaveling, is er in deze dan ook effectief sprake van een correcte functionele inpasbaarheid.

 

Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid

De volumetrie van de woning is grotendeels in overeenstemming met de richtlijnen dienaangaande – enkel de hoogte van de voorgevel is zeer licht afwijkend en er werd in de eerste paragraaf hierboven reeds geargumenteerd om welke redenen betreffende afwijking kan worden toegelaten.

Het advies inzake schaal en ruimtegebruik is dan ook zonder meer gunstig.

 

Visueel-vormelijke elementen

Het gebruik van de materialen is geheel in overeenstemming met de voorschriften dienaangaande en visueel ingepast en in harmonie met de gebouwde context; zo is er bij meerdere bestaande panden in de onmiddellijke omgeving sprake van donker tot zeer donker schrijnwerk.

Het advies voor dit deelaspect van de aanvraag is bijgevolg eenduidig gunstig.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      het platte dak ter hoogte van het gedeelte van de scheidingsmu(u)r(en) dat geen opstand heeft van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed, tussen het groendak en de scheidingswand of dakisolatie die valt onder brandreactie klasse A1 of A2 (EN 13501-1) of de plafondzijde te beschermen is met een materiaal met brandwerendheid van minimaal EI60 in geval van een hellend dak;

2.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

2 februari 2021

Volledig en ontvankelijk

2 maart 2021

Start openbaar onderzoek

12 maart 2021

Einde openbaar onderzoek

10 april 2021

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

15 juni 2021

Verslag GOA

27 mei 2021

naam GOA

Gerd Cryns

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

12 maart 2021

10 april 2021

0

0

0

2

 

Bespreking van de bezwaren

Er werden binnen de looptermijn van het openbaar onderzoek 2 digitale bezwaarschriften ingediend, die zich als volgt laten samenvatten:

  1. Afwijkingen inzake regelgeving: het gebruik van roofing en zonnepanelen als afwerking voor het hellende dak is afwijkend en niet in  harmonie met de omgeving en kan in de toekomst aanleiding zijn om nog meer atypische materialen aan te vragen – bovendien werd de vereiste dakgoot niet voorzien, is de beperkte helling van het dak niet voorkomend in de omgeving en werd de hoogte van de achtergevel gewijzigd.

Beoordeling:

Vermelde roofing is gebaseerd op een foute lezing van de plannen of de tijdelijke fysieke toestand van het gebouw, dit aangezien betreffende alsnog zal afgedekt worden door middel van vermelde panelen. Deze laatsten zijn bovendien expliciet opgenomen als toegelaten dakmateriaal in de voorschriften van de geldende verkaveling; er is dus zonder meer geen sprake van een afwijking dienaangaande. De dakgoot werd als afwijking reeds bekrachtigd in de oorspronkelijke aanvraag van de nieuwbouw woning en de gewijzigde hoogte van de achtergevel situeert zich nog steeds binnen de randvoorwaarden en richtlijnen dienaangaande van de van kracht zijnde verkaveling.

Het bezwaar is ongegrond.

  1. Niet reglementaire uitvoering: ondanks het feit dat de bouwovertreding werd gemeld, bleef de uitvoering van de werken gewoonweg verder lopen. Bijkomend wordt de wens geuit via deze weg alsnog een nieuwe bouwovertreding te melden.

Beoordeling:

Het uitvoeren van controle op de uitvoering van dergelijke werken en het verwerken van meldingen inzake bouwovertredingen maakt geen deel uit van de bevoegdheden van behandelende dienst omgevingsvergunningen maar van de dienst algemeen toezicht. Er kunnen dienaangaande dan ook geen stappen worden ondernomen, aangezien dit deontologisch niet tot de mogelijkheden behoort en het al dan niet toelaten dat bepaalde onderdelen van de werken zouden blijven doorlopen de uitzonderlijke verantwoordelijkheid van laatstgenoemde dienst is.

Het bezwaar is ongegrond.

  1. Incorrecte en incomplete informatie: de aanvraag maakt geen melding van het feit dat de indeling van de voorgevel werd gewijzigd (met een extra raam, dat mogelijks aanleiding zal geven voor een tweede toegangspad in de voortuin) en van de wijziging van de kleur van het schrijnwerk, van grijs naar zwart (een atypische kleur in deze omgeving).

Beoordeling:

Ondanks het feit dat deze wijzigingen niet expliciet vermeld worden in het dossier, zijn ze alsnog eenvoudig vast te stellen en ofwel van zeer beperkte omvang (het wijzigen van het raam- naar een deuropening) ofwel vrijgesteld van vergunning (het wijzigen van de kleur van het schrijnwerk). Bovendien wordt vanuit ruimtelijk oogpunt gunstig geoordeeld aangaande de gevelwijziging maar kan de vergunningverlenende overheid geen opvatting formuleren aangaande het eventuele 2de toegangspad, aangezien dit geen deel uitmaakt van de aanvraag en uitgaat van een louter hypothetische veronderstelling.

Het bezwaar is ongegrond.

  1. Onvoldoende brandveiligheid: de opstand van het dak noch de materialisatie ervan zijn onvoldoende om te voldoen aan de elementaire voorschriften inzake brandveiligheid en –overslag; waardoor betreffende aspecten mogelijks worden verhaald op de toekomstige aanpalende eigenaars.

Beoordeling:

Er kan inderdaad worden vastgesteld dat het betreffende dak niet voldoet aan artikel 34 van de Antwerpse bouwcode, inzake brandveiligheid en –overslag. Het aspect in kwestie kan echter zonder meer bij de eindbeoordeling in voorwaarden worden opgenomen, zodat het project bij uitvoering alsnog zal voldoen aan betreffend artikel en geen verhaling op de buureigenaar zal plaatsvinden.

Het bezwaar is gegrond.

  1. Niet consequente behandeling: bezwaarindiener maakt melding van het feit dat bij de eigen aanvraag andere voorwaarden inzake materialisatie werden opgelegd, die aan de huidige aanvrager blijkbaar niet worden opgedragen.

Beoordeling:

Het is de taak van de vergunningverlenende overheid elke afzonderlijke aanvraag te beoordelen aan de hand van de voor die locatie geldende voorschriften; het is in deze niet duidelijk op welk adres de bezwaarindiener doelt maar mogelijks is deze niet gelegen binnen dezelfde verkaveling en zijn daar andere voorschriften inzake onder andere materiaalgebruik van toepassing.

Het bezwaar is ongegrond.

  1. Nutteloze procedure: de vraag rijst wat het nut is van dergelijke procedure indien wijzigingen ten opzichte van de vergunning zonder meer via een regularisatie achteraf kunnen worden geofficialiseerd.

Beoordeling:

Het is de taak van de vergunningverlenende overheid elke afzonderlijke aanvraag, of het nu een regularisatie betreft of niet, te beoordelen aan de hand van de op dat moment en voor die locatie geldende voorschriften. Ook indien een openbaar onderzoek procedureel vereist is en indien bepaalde bezwaren van toepassing zouden zijn, dan worden deze meegenomen in de eindbeoordeling van betreffende aanvraag.

Het bezwaar is ongegrond.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij:

 

-          de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;

-          het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

 

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1.      het platte dak ter hoogte van het gedeelte van de scheidingsmu(u)r(en) dat geen opstand heeft van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed, tussen het groendak en de scheidingswand of dakisolatie die valt onder brandreactie klasse A1 of A2 (EN 13501-1) of de plafondzijde te beschermen is met een materiaal met brandwerendheid van minimaal EI60 in geval van een hellend dak;

2.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.