Terug
Gepubliceerd op 07/06/2021

2021_CBS_04404 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2020111578. Blauwe Weg 44. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 04/06/2021 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2021_CBS_04404 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2020111578. Blauwe Weg 44. District Antwerpen - Goedkeuring 2021_CBS_04404 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2020111578. Blauwe Weg 44. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:

 

  1. de aanvraag ingediend is door het betrokken college;
  2. de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

 

Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.

Aanleiding en context

Er werd bij de deputatie een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:

- een openbaar onderzoek te houden;

- advies uit te brengen.

 

Projectnummer:

OMV_2020111578

Gegevens van de aanvrager:

NV NOORD NATIE TERMINALS met als adres Blauwe Weg 44 te 2030 Antwerpen

Gegevens van de exploitant:

NV NOORD NATIE TERMINALS (0442630992) met als adres Blauwe Weg 44 te 2030 Antwerpen

Ligging van het project:

Blauwe Weg 44 te 2030 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 14 sectie A nrs. 269C5, 269R8, 269M8, 269X7, 269Z7, 269L8, 269K8, 269N8, 269E8, 269C8, 269V8, 269D8, 269A9, 269P8, 269A4, 269G6, 269T7, sectie B nrs. 41F9, 41B7, 41Y8 en 41N6

Inrichtingsnummer:

20180517-0069 (Noord Natie Terminals nv)

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen, Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

bouwen van een laadstation; op- en overslagbedrijf: verandering door wijziging en uitbreiding.

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

Relevante voorgeschiedenis

-      Op 16 januari 2020 verleende de deputatie van de provincie Antwerpen een omgevingsvergunning (OMV_2019072584) voor de sloop van gebouwen en tanks;

-      Op 14 december 2017 verleende de deputatie van de provincie Antwerpen een omgevingsvergunning (OMV_2017005321) voor het bouwen van een luifel aan tankpark A en het voorzien van een schuimheader en vier schuimleidingen.

 

Inhoud van de aanvraag

-      Bouwen van een laadstation;

-      Aanwerken van de verharding rond het laadstation;

-      Aansluiten van de leidingenbrug op de bestaande leidingenbrug.

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorgeschiedenis

Op 16 oktober 2014 werd door de deputatie van de provincie Antwerpen een milieuvergunning verleend voor de verdere exploitatie en verandering van een op- en overslagbedrijf, voor een termijn verstrijkend op 16 oktober 2034. Nadien werden er nog vergunningen verleend voor veranderingen.

 

Inhoud van de aanvraag

Het voorwerp van de aanvraag betreft in hoofdzaak een verandering van de opslag van gevaarlijke producten.

 

Aangevraagde rubrieken

 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

1.4.

Inrichtingen voor de opslag van aardolie, petrochemische of chemische producten met een opslagcapaciteit van 100.000 ton of meer;

-2.374,00 ton

2.1.1.a)2°

 opslag van meer dan 100 ton afvalstoffen die niet aan de

verwerking van afvalstoffen verbonden zijn: andere afvalstoffen dan al dan niet een combinatie van de opslag van gemengde afvalstoffen, mengsels van afvalstoffen engevaarlijke afvalstoffen;

afbraak

2.2.4.1°

op- en overslag van dierlijke bijproducten;

afbraak

6.4.3°

opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van meer dan 5.000.000 liter;

-50.005.000,00 liter

17.1.2.2.3°

opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in vaste reservoirs met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van meer dan 10.000 liter;

-51.200,00 liter

17.3.2.1.1.3°

gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt hoger dan of gelijk aan 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 500 ton;

afbraak

17.3.4.3°

bijtende vloeistoffen en vaste stoffen - opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS05 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 100 ton;

afbraak

17.3.6.3°

opslagplaatsen voor schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen, op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07, met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer 100 ton;

afbraak

17.3.7.3°

opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen die op lange termijn gezondheidsgevaarlijk zijn (gevarenpictogram GHS08) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 50 ton;

afbraak

17.3.8.3°

opslagplaatsen voor het aquatisch milieu gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen (gevarenpictogram GHS09) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 200 ton;

afbraak

53.2.2°a)

bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van onbehandeld en niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen, gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1°, met een netto opgepompt debiet van maximum 30.000 m³ per jaar of een maximale verlaging van het grondwaterpeil tot vier meter onder maaiveld.

+6.000,00 m³/jaar

 

Aangevraagde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden uit vergunning of meldingsakte

1.

Bij te stellen voorwaarde:

12. De opslag van acrylonitril of (zeer) toxische producten met een vergelijkbare impact moet beperkt worden tot max. 10.000 ton. Nitrillen die als acuut toxisch worden ingedeeld, mogen alleen worden opgeslagen op de locaties waar dergelijke producten mogen aanwezig zijn conform het OVR/13/41.

 

Voorgesteld alternatief/aanvulling:

De opslag van acrylonitril of (zeer) toxische producten met een vergelijkbare impact moet beperkt worden tot max. 15.000 ton. Nitrillen die als acuut toxisch worden ingedeeld, mogen alleen worden opgeslagen op de locaties waar dergelijke producten mogen aanwezig zijn conform het OVR1907.

 

Argumentatie

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Havenbedrijf Antwerpen, subadvies milieu

22 april 2021

17 mei 2021

Gunstig

Water-link

22 april 2021

 

Dit advies werd niet tijdig uitgebracht.

 









Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.

De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.

Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.

 

Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.

Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.

Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.

Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:

- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;

- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.

Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.

In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.

In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.

 

De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag is het voormelde GRUP tevens van toepassing. Hier gelden voornamelijk de bestemmingsvoorschriften Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven en -voor de dokken- Gebied voor waterweginfrastructuur.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

Hemelwater: Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.

De gewestelijke hemelwaterverordening is van toepassing op de aanvraag. Er werd echter een afwijking op de gewestelijke hemelwaterverordening aangevraagd voor de aspecten hergebruik en infiltratie. Volgens artikel 13 van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, kan het vergunningverlenende bestuursorgaan bij de beoordeling van de aanvraag in uitzonderlijke gevallen afwijkingen toestaan van de verplichtingen van dit besluit als dat om specifieke redenen met betrekking tot de mogelijkheden van hergebruik of plaatselijke terreinkenmerken verantwoord of noodzakelijk is.

De afwijking op het aspect hergebruik wordt aangevraagd omdat er in de omgeving geen hergebruikmogelijkheden zijn. De aanvrager vraagt een afwijking op het aspect infiltratie met als motivatie de onmiddellijke nabijheid van dokken, het behoud van optimale draagkracht van de ondergrond welke noodzakelijk is voor de tankparken en het gebrek aan watergevoelige natuurwaarden in de omgeving van het project. Op deze locatie heeft infiltratie ook geen functie in het tegengaan van verzilting van grondwater in de polders op rechteroever (bron: Onderzoek over de toepassing van het hemelwaterbesluit in het Antwerps havengebied op de rechteroever, in het bijzonder de mogelijke rol van infiltratie in het tegengaan van de verzilting van het grondwater, IMDC, 2012). De afwijking op de aspecten hergebruik en infiltratie wordt gunstig geadviseerd.

 

Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.

De gewestelijke verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

Functionele inpasbaarheid

Op een ontwikkeld industrieterrein gekenmerkt door tankopslag en gelegen tussen het Leopolddok en het 4e Havendok, wordt ten noorden van een bestaand tankpark (tankpark A) een nieuw laadstation gebouwd. Het laadstation heeft een oppervlakte van circa 400 m² en een hoogte van circa 12,50 meter en zal gebruikt worden voor het beladen van vrachtwagens. Hiervoor worden 3 lanen voorzien. Langs de zuidoostzijde van het laadstation wordt een leidingenbrug geplaatst die wordt aangesloten op de bestaande infrastructuur. De vrije hoogte onder de leidingenbrug bedraagt 5,30 meter.

 

Rondom het laadstation wordt een strook nieuwe asfaltverharding voorzien die aangesloten wordt op de bestaande verharding.

 

De nieuwe constructies dragen bij tot de verdere exploitatie van het bedrijf waardoor de aanvraag functioneel inpasbaar is.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De aanvraag is in overeenstemming en verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd.

 

Visueel-vormelijke elementen

Het laadstation wordt bekleed met geprofileerde staalplaat in licht grijze kleur op een plint in gewapend beton. In de oost- en westgevel bevinden zich de doorrijopeningen voor vrachtwagens. In de westgevel bevinden zich nog drie deuropeningen. De gevelafwerking past zich in binnen de industriële context van de nabije en ruime omgeving.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De vergunningverlenende overheid heeft het advies ingewonnen van de brandweer/risicobeheer/preventie. Ook het college hecht belang aan dit advies. Op het moment van de opmaak van dit advies heeft de brandweer hun advies nog niet uitgebracht.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

De aanvraag genereert geen bijkomende parkeerbehoefte. De bouwheer dient op eigen terrein de nodige (organisatorische) acties te ondernemen met het oog op een vlotte interne verkeersdoorstroming, opdat er geen hinder op de openbare weg ontstaat.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

Noord Natie Terminals baat aan de Blauwe Weg een tankterminal uit. De activiteiten van Noord Natie Terminals (NNT) bestaan hoofdzakelijk uit de opslag en overslag van voornamelijk, al dan niet gevaarlijke, vloeibare of vaste producten (plantaardige en minerale oliën, dierlijke vetten en chemicaliën) in diverse tanks geplaatst in tankenparken. De opslag vindt plaats in opdracht van derden.

 

NNT voorziet een nieuw laad- en losstation op de locatie waar tot voor kort de 100 m³ tanks (101-124) stonden. Als gevolg van de afbraak van deze 100 m³ tanks en ook T301-304 tanks wordt een aanpassing van de vergunde opslagcapaciteiten gevraagd. Voor rubrieken 1.4 en 6.4.3 is er een afname met respectievelijk 2.374 ton en 50.005.000 liter. Voor rubriek 6.4.3 is de vermindering eveneens het gevolg van een actualisatie aangezien de vergunde hoeveelheid (= 500.005.000 liter) in feite niet kan opgeslagen worden aangezien de totale opslagmogelijkheid slechts 482.839 m³ bedraagt.

 

Verder wordt er nog een stikstoftank verwijderd waardoor de opslagcapaciteit van gevaarlijke gassen in vaste houders afneemt met 51.200 liter. 2 slibopslagtanks van de slibverwerkingsinstallatie worden vervangen door 1 nieuwe tank T9006 (alleen een effect op indelingsrubriek 1.4).

 

Voor de overige opslagrubrieken blijft de vergunde totale opslagcapaciteit behouden.

 

Het aanvraagdossier bevat een veiligheidsnota, opgesteld door een erkend VR-deskundige. In de veiligheidsnota komen volgende zaken aan bod:

- de verschuiving van ADR opslagzone 2 in oostelijke richting over een afstand van circa 25 meter. Er worden verder geen wijzigingen beoogd aan de betreffende ADR opslagzone op vlak van uitvoering, ondergrond, opslagcapaciteit, opvang- en afvoervoorzieningen, … ;

- een vermindering van de opvangvoorzieningen ter hoogte van de nieuwe laadlocatie (tussen circa 285 m³ en 360 m³ in plaats van 450 m³);

- een wijziging van de verdeling van de twee representatieve acuut toxische producten. De hoeveelheid aan acuut toxische producten met een vergelijkbare toxische impact als deze van acrylonitrile wordt verhoogd met 5.000 m³ tot maximaal 15.000 m³. Aangezien de totale hoeveelheid aan acuut toxische producten behouden blijft, zal de hoeveelheid aan acuut toxische producten met een vergelijkbare toxische impact als deze van epichloorhydrine afnemen tot 50.000 m³;

 

In de veiligheidsnota wordt geconcludeerd dat de beoogde wijzigingen geen aanzienlijk bijkomend extern risico voor de mens en geen aanzienlijk bijkomend risico voor het leefmilieu inhouden ten opzichte van de externe risico’s die in het recente omgevingsveiligheidsrapport (OVR/19/07) werden opgenomen. Het team Externe veiligheid van het departement Omgeving keurde de veiligheidsnota goed op 9 februari 2021. Er is geen bijwerking van het OVR/19/07 nodig.

 

Het aanvraagdossier omvat een verzoek tot bijstelling voor wat onderstaande voorwaarde betreft.

‘De opslag van acrylonitril of (zeer) toxische producten met een vergelijkbare impact moet beperkt worden tot max. 10.000 ton. Nitrillen die als acuut toxisch worden ingedeeld, mogen alleen worden opgeslagen op de locaties waar dergelijke producten mogen aanwezig zijn conform het OVR/13/4.’

Meer bepaald vraagt de exploitant om de maximale capaciteit te veranderen naar 15.000 ton en niet langer te verwijzen naar OVR/13/4, maar wel naar het recentere OVR/19/07.

Gelet op de goedgekeurde veiligheidsnota waarin de herverdeling van de acuut toxische producten gunstig beoordeeld werd, kan de gevraagde bijstelling verleend worden.

 

In kader van de werkzaamheden voor de nieuwe laadzone wordt er een bijkomende bronbemaling voorzien waardoor het totale debiet uitbreidt met 6.000 m³/jaar tot 24.500 m³/jaar. Het betreft een bemaling met behulp van 4 winningsputten waarbij het grondwaterpeil maximaal met 2,5 meter wordt verlaagd. Volgens het aanvraagdossier zal het bemalingswater na controle geloosd worden in oppervlaktewater onder de van toepassing zijnde lozingsnormen en het vergunde debiet. Indien het bemalingswater niet voldoet aan de lozingsnormen zal het opgepompt worden en in de eigen waterzuiveringsinstallaties verwerkt worden om vervolgens binnen de lozingsnormen te lozen.

 

Momenteel geldt al onderstaande bijzondere milieuvoorwaarde omtrent de analyse en eventuele zuivering van bemalingswater. Het is aangewezen dat deze ook geldt voor de bijkomende bemaling. De opmerking omtrent de zuivering van bemalingswater uit het gunstige subadvies van het Havenbedrijf van 17 mei 2021 wordt daarmee ook ondervangen.

‘Bij de start van de bemalingen in functie van de bouwwerken wordt het bemalingswater geanalyseerd in functie van de geldende lozingsnormen. De analyseresultaten, met specifieke aandacht voor minerale olie, worden bezorgd aan de provincie Antwerpen (dossiers.omgevingsvergunningen@provincieantwerpen.be) en de stad Antwerpen (omgevingsvergunning@stad.antwerpen.be). Als blijkt dat er niet aan de geldende lozingsnormen kan worden voldaan, dient het bemalingswater opgevangen en afgevoerd te worden naar een externe verwerker of eerst gezuiverd te worden alvorens het geloosd wordt (mogelijk dient hiervoor de vergunning voor wat betreft de bestaande afvalwaterzuiveringsinstallatie nog aangepast te worden).’

 

Advies van het college

Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning voor zover het advies van de brandweer gunstig is of voorwaardelijk gunstig met uitvoerbare voorwaarden.


Geadviseerde rubrieken

 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

1.4.

Inrichtingen voor de opslag van aardolie, petrochemische of chemische producten met een opslagcapaciteit van 100.000 ton of meer;

-2.374,00 ton

2.1.1.a)2°

opslag van meer dan 100 ton afvalstoffen die niet aan de

verwerking van afvalstoffen verbonden zijn: andere afvalstoffen dan al dan niet een combinatie van de opslag van gemengde afvalstoffen, mengsels van afvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen;

afbraak

2.2.4.1°

op- en overslag van dierlijke bijproducten;

afbraak

6.4.3°

opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van meer dan 5.000.000 liter;

-50.005.000,00 liter

17.1.2.2.3°

opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in vaste reservoirs met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van meer dan 10.000 liter;

-51.200,00 liter

17.3.2.1.1.3°

gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt hoger dan of gelijk aan 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 500 ton;

afbraak

17.3.4.3°

bijtende vloeistoffen en vaste stoffen - opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS05 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 100 ton;

afbraak

17.3.6.3°

opslagplaatsen voor schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen, op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07, met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer 100 ton;

afbraak

17.3.7.3°

opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen die op lange termijn gezondheidsgevaarlijk zijn (gevarenpictogram GHS08) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 50 ton;

afbraak

17.3.8.3°

opslagplaatsen voor het aquatisch milieu gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen (gevarenpictogram GHS09) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 200 ton;

afbraak

53.2.2°a)

bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van onbehandeld en niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen, gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1°, met een netto opgepompt debiet van maximum 30.000 m³ per jaar of een maximale verlaging van het grondwaterpeil tot vier meter onder maaiveld.

+6.000,00 m³/jaar

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Ontvangst adviesvraag

20 april 2021

Start openbaar onderzoek

29 april 2021

Einde openbaar onderzoek

28 mei 2021

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste adviesdatum

9 juni 2021

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

29 april 2021

28 mei 2021

0

0

0

0

 

Informatievergadering

Een informatievergadering was niet vereist en werd niet gehouden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag voor zover het advies van de brandweer gunstig is of voorwaardelijk gunstig met uitvoerbare voorwaarden.

Artikel 2

Het college geeft opdracht aan:

DienstTaak
SW/VHet advies te bezorgen aan de instantie die het advies gevraagd heeft.

Artikel 3

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.