Terug
Gepubliceerd op 07/06/2021

2021_CBS_04374 - Omgevingsvergunning - OMV_2021048330. Noordland 23. District Berendrecht-Zandvliet-Lillo - Weigering

college van burgemeester en schepenen
vr 04/06/2021 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2021_CBS_04374 - Omgevingsvergunning - OMV_2021048330. Noordland 23. District Berendrecht-Zandvliet-Lillo - Weigering 2021_CBS_04374 - Omgevingsvergunning - OMV_2021048330. Noordland 23. District Berendrecht-Zandvliet-Lillo - Weigering

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2021048330

Gegevens van de aanvrager:

de heer Nadir Ozcan met als adres Noordland 23 te 2040 Antwerpen

Ligging van het project:

Noordland 23 te 2040 Berendrecht-Zandvliet-Lillo (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 20 sectie C nrs. 0 en 308W

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

uitbreiden van een eengezinswoningen en isoleren van de gevel en bekleden met crepi

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

 

-          24/02/2021: proces-verbaal (11002_2021_13689_VPV) voor een proces verbaal van aanvulling voor gegevens betrokkene dewelke verkeerdelijk werden opgenomen in aanvankelijk proces verbaal met nummer 11002_2021_13508_VPV dd.18/01/2021;

-          22/01/2021: melding (2021211) aktename voor het uitbreiden van een eengezinswoning.

 

Vergunde toestand/Geacht vergunde toestand

 

-          functie en bouwvolume:

  • eengezinswoning opgevat als een halfopen bebouwing van twee bouwlagen onder een zadeldak met kilkeper;
  • een berging in de tuinzone, gebouwd tegen de linker perceelgrens, met een diept van circa 15 m en een breedte van circa 3,2 m en een volume van circa 144 m²;

-          gevelafwerking: rode bakstenen gevel met houten buitenschrijnwerk.

 

Huidige toestand

 

-          in overeenstemming met de vergund geachte situatie, behoudens enkele wijzigingen aan de voorgevel.

 

Gewenste toestand

 

-          geïsoleerde gevels met 10 cm isolatie en afwerking in gebroken witte crepi;

-          gewijzigde kroonlijsthoogte van de voorgevel van 5,6 m naar 6 m;

-          gewijzigde balustrade en afdak van de erker op de gelijkvloerse verdieping;

-          dakkapel aan de achtergevel met een breedte van 5,42 m;

-          uitbreiding aan de achterzijde op de gelijkvloerse- en eerste verdieping tot een kroonlijsthoogte van 6 m en met een diepte van circa 14 m ten opzichte van de voorgevel;

-          gesupprimeerde ramen in de rechter zijgevel op de gelijkvloerse verdieping;

-          drie ramen en een toegangsdeur in de zijgevel van het bijgebouw;

-          regularisatie van de gewijzigde voorgevel.

 

Inhoud van de aanvraag

 

-          uitbreiden van een eengezinswoning;

-          regulariseren van voorgevelwijzigingen;

-          isoleren van de gevel en bekleden met crepi.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Stedenbouw/ vergund geacht

16 april 2021

7 mei 2021

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.) In gebieden en plaatsen van culturele, historische en/of esthetische waarde wordt de wijziging van de bestaande toestand onderworpen aan bijzondere voorwaarden, gegrond op de wenselijkheid van het behoud. (Artikel 6 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

 

(Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

 

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)


De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)


De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

 

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)


De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

 

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)


De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

 

  • artikel 6 Harmonie en draagkracht:

het bekleden van een voorgevel die bestaat uit paramentsteen met crepi is niet in harmonie met de omgeving.

De uitbouw is niet in harmonie met de omgeving. Bovendien is de dimensionering van de dakkapel niet in verhouding tot de dakvorm. Het perceel is bovendien gelegen in een gebied met culturele-, historische- en esthetische waarde.

De schuine dakvorm blijft zo niet herkenbaar als ‘hoofddakvorm’. Een dakkapel moet daaraan ondergeschikt zijn;

  • artikel 15 In- en uitsprongen aan daken:

de afmetingen van de in- en uitsprongen moeten in verhouding zijn tot de oppervlakte van het dakvlak en de schuine dakvorm dient duidelijk herkenbaar te blijven. Het zadeldak met kilkeper blijft niet herkenbaar als ‘hoofddakvorm’. Een dakkapel moet daaraan ondergeschikt zijn;

  • artikel 27 Open ruimte §3:

1/3 van de totale tuinoppervlakte mag verhard worden met een terras, autostalplaats of tuinhuis. De totale tuinoppervlakte bedraagt circa 230 m² waarvan 133 m² verhard is. De maximale toegelaten verharding bedraagt circa  77 m²;

  • artikel 38 Groendaken:

het is verplicht om nieuwe daken van meldings- en vergunningsplichtige constructies aan te leggen als een groendak, indien deze daken een helling hebben van minder dan 15° en een oppervlakte hebben van ten minste 20 m². Het nieuwe dak van de eerste verdieping heeft een oppervlakte van circa 25 m² en dient voorzien te worden als groendak;

  • artikel 43 Septische putten:

er werd geen septische put opgetekend.

 

Sectorale regelgeving

 

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.


Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.


Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
 

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)


De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

 

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen.
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)


Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

 

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)


De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

 

Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande functie van eengezinswoning blijft behouden en is daarmee in harmonie met de kenmerkende woonfuncties in de omgeving van Noordland.

 

Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid

 

De aanvraag betreft het uitbreiden van de eengezinswoning door het voorzien van een nieuwe aanbouw over twee bouwlagen achteraan het hoofdvolume. Deze beperkte uitbreiding heeft  dezelfde diepte als de bestaande uitbouw op het gelijkvloers. De bestaande bouwdiepte blijft ongewijzigd en is in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening.

 

De tuin moet zoveel mogelijk als onverharde ruimte ingericht worden en als groene ruimte aangeplant worden. Verhardingen zoals een terras, een autostalplaats of een tuinhuis zijn conform artikel 27 (Open ruimte) van de bouwcode in zij- en achtertuinen beperkt toegestaan, met een maximum van 1/3 van de totale tuinoppervlakte voor tuinen groter dan 60 m². Voorliggende aanvraag is hiermee in strijd. Het voorzien van voldoende groen is belangrijk voor de leefbaarheid binnen bouwblokken en de infiltratie van regenwater in de bodem. Van dit voorschrift kan bijgevolg niet afgeweken worden.

 

Het nieuwe platte dak van het nieuwe volume van de achterbouw moet worden uitgevoerd als groendak conform artikel 38 van de Bouwcode. Vanuit duurzaamheid heeft een groendak een aantal belangrijke voordelen ten opzichte van een gewoon dak. Ze zorgen voor een kleinere hoeveelheid afgevoerd regenwater en beperken gelijktijdig het piekdebiet bij stortbuien. Ook verminderen ze het “urban heat island” effect en werken ze als (extra) dakisolatie tegen oververhitting. Ze capteren fijn stof, en zorgen voor meer biodiversiteit in de stad. Omwille van dit positief effect is het verplicht om alle nieuwe platte daken ten minste als extensief groendak aan te leggen.

 

Een dakkapel aan de achterzijde kan positief geadviseerd worden, maar de voorgestelde dakkapel met een breedte van ca 5,5 m is niet in verhouding tot het dakvlak. Het is qua volume bijna gelijk aan een volledige uitbouw met een plat dak, hetgeen hier niet wenselijk is. Ook vanuit het standpunt van Monumentenzorg is het belangrijk dat de schuine dakvorm herkenbaar blijft als ‘hoofddakvorm’ en de dakkapel daaraan ondergeschikt is. Gezien de strijdigheid met artikel 15 (In- en uitsprongen aan daken) van de bouwcode kan de dakkapel niet positief geadviseerd worden.

 

Het wijzigen van de kroonlijsthoogte tot 6 m hoogte, doet eveneens de originele dakvorm teniet.

 

Visueel-vormelijke elementen – cultuurhistorische aspecten

 

De aanvrager wenst alle gevels te isoleren met 10 cm isolatie en af te werken met een witte crepi. Het bekleden van een voorgevel, die bestaat uit paramentsteen, met crepi is niet in harmonie met de omgeving en bijgevolg strijdig met artikel 6 (Harmonie en draagkracht) van de bouwcode. De feitelijke toestand van de omgeving wijst uit dat de straat gekenmerkt wordt door woningen met rode en bruine bakstenen gevels. Het perceel is bovendien gelegen in een gebied met culturele, historische en esthetische waarde, hetgeen onderworpen is aan de wenselijkheid van behoud. De voorgestelde gevelwijzigingen zijn vanuit stedenbouwkundig oogpunt niet aanvaardbaar.

 

Naast de gewijzigde kroonlijsthoogte doen ook de gewijzigde balustrades en afdakken van de erkers op de gelijkvloerse verdiepingen afbreuk aan de erfgoedwaarde van het pand.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

 

Het wijzigen van de gevelopeningen in de rechterzijgevel waarbij een deur wordt voorzien en ramen gesupprimeerd worden, komen de woonkwaliteit niet ten goede. De leefruimten op het gelijkvloers hebben minder inval van rechtstreeks daglicht en hebben zo een lager gebruiksgenot.

 

Er wordt opgemerkt dat er op de plannen geen septische put werd ingetekend. Omdat bij deze verbouwingen tevens het afvoerstelsel van afval- en hemelwater wordt aangepast, dient hier conform artikel 43 van de Bouwcode een septische put voorzien te worden met een inhoud van minstens 2000liter..

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

 

Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

 

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onverenigbaarheden met stedenbouwkundige voorschriften en een goede ruimtelijke ordening.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

18 maart 2021

Volledig en ontvankelijk

16 april 2021

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

15 juni 2021

Verslag GOA

31 mei 2021

naam GOA

Katrine Leemans

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

2

0

0

0

 

Bespreking van de bezwaren

 

Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden 2 bezwaarschriften ingediend, die zich als volgt laten samenvatten:

 

  1. Plaatsen extra verdieping op de achterbouw: de bezwaarindieners melden dat de nieuwe achterbouw heel wat daglicht van de naburige eigendommen zal wegnemen.

Beoordeling:

Gezien de beperkte ophoging van de uitbreiding en de afstand tot de perceelgrenzen zal de impact op de bezonning op de naburige percelen beperkt zijn.

Het bezwaar is ongegrond.

  1. Raamopening in de achterbouw: er zou reeds gestart zijn met de werken en een groot raam geplaatst zijn in de zijgevel, waardoor ook uitzicht gecreëerd wordt op het naburige perceel. De bezwaarindiener is niet akkoord met de inkijk op zijn perceel.

Beoordeling:

Het aangevraagde voldoet aan artikel 678 van het Burgerlijk Wetboek dat stelt dat men op het besloten of niet besloten erf van zijn nabuur geen rechtstreekse uitzichten of uitzicht gevende vensters mag tenzij er een afstand van negentien decimeter  is tussen de muur waar men die maakt, en het erf.

Het bezwaar is ongegrond.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij:

 

-          de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;

-          het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

 

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.

Artikel 3

De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.