Terug
Gepubliceerd op 07/06/2021

2021_CBS_04366 - Omgevingsvergunning - OMV_2021025013. Sint-Willibrordusstraat 50. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 04/06/2021 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2021_CBS_04366 - Omgevingsvergunning - OMV_2021025013. Sint-Willibrordusstraat 50. District Antwerpen - Goedkeuring 2021_CBS_04366 - Omgevingsvergunning - OMV_2021025013. Sint-Willibrordusstraat 50. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2021025013

Gegevens van de aanvrager:

de heer Jonas Van Looy met als adres Magdalenalei 131 te 2930 Brasschaat

Ligging van het project:

Sint-Willibrordusstraat 50 te 2060 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 5 sectie E nrs. 0 en 683B

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

afbreken van een werkhuis en verbouwen van een eengezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          10/05/1935: toelating (18#2584) voor binnen veranderingen;

-          02/10/1931: toelating (1931#40330) voor gevelveranderingen;

-          26/07/1929: toelating (1929#34113) voor gevel- en binnen veranderingen.

Vergunde toestand/Geacht vergunde toestand

-          eengezinswoning van 2 bouwlagen onder zadeldak in gesloten bebouwing;

-          gelijkvloers dichtgebouwd met centrale open koer;

-          uitbouw op de eerste verdieping ter hoogte van de linker perceelgrens met een bouwdiepte van 14,60 meter;

-          bouwdiepte dakconstructie 8,40 meter.

Huidige toestand

-          eengezinswoning van 2 bouwlagen onder mansarde- zadeldak in gesloten bebouwing;

-          gelijkvloers dichtgebouwd met centrale open koer;

-          uitbouw op de eerste verdieping ter hoogte van de linker perceelgrens met een bouwdiepte van 14,60 meter;

-          bouwdiepte dakconstructie 8,40 meter;

-          voorgevel in een witte bepleistering met wit houten buitenschrijnwerk gedragen door een arduinen plint.

Gewenste toestand

-          eengezinswoning van 2 bouwlagen onder mansarde- zadeldak in gesloten bebouwing;

-          bouwdiepte gelijkvloers  14,75 meter;

-          uitbouw op de eerste verdieping ter hoogte van de linker perceelgrens met een bouwdiepte van 14,60 meter;

-          bouwdiepte dakconstructie 8,40 meter;

-          voorgevel in een witte bepleistering met wit houten buitenschrijnwerk gedragen door een arduinen plint.

Inhoud van de aanvraag

-          slopen van het gelijkvloerse werkhuis ter hoogte van de achterste perceelgrens;

-          voorzien van een nieuwe gelijkvloerse perceel brede achterbouw;

-          inrichten van een dakterras op de eerste verdieping ter hoogte van de rechter perceelgrens;

-          wijzigen van de dakconstructie.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

Er werden geen adviezen gevraagd.

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP 2060, goedgekeurd op 20 december 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: artikel 1 zone voor wonen - (wo).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • Artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren: na het isoleren  is er geen minimale opstand voorzien van 0,30 meter ter hoogte van de achterbouw op de verdieping;
  • Artikel 39 Infiltratie- en buffervoorzieningen: niet overdekte terrassen grenzend aan een tuin of andere onverharde bodem dienen aangelegd te worden in een helling van 1 à 2%, om het regenwater hiernaar te laten afwateren en op natuurlijke wijze te laten infiltreren;
  • Artikel 43 Septische putten: de inhoud van de nieuwe septische put moet minimaal 2.000 liter bedragen.
     

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

Vanuit stedenbouwkundig oogpunt kan ingestemd worden met het volume en het programma zoals voorgesteld. Het creëren van een tuinzone voor de woning verbetert de woonkwaliteit aanzienlijk. De geplande verbouwingswerken zijn niet storend voor de omgeving en in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening van de plaats.

 

Visueel-vormelijke elementen

Het voorgestelde materiaalgebruik, een wit bepleisterde gevel in combinatie met wit houten buitenschrijwerk voor de voorgevel, past zich in in de omgeving.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Er dient opgemerkt dat door gebrek aan benaming op het plan 1ste verdieping de intenties van de buitenruimte op deze verdieping niet geheel duidelijk zijn. Om de privacy van de aanpalende voldoende te vrijwaren wordt in voorwaarde opgelegd het laatste deel van het dak (daar waar geen hoger opgaande scheidsmuur van 1,90 meter aanwezig is) op de 1ste verdieping in te richten als ontoegankelijk groendak zoals opgetekend in de snede.

 

Voor het overige voldoet de aanvraag, uitgezonderd een aantal strijdigheden met de bouwcode (reeds opgenomen in het bouwkundig nazicht) die zullen worden opgenomen in de voorwaarden, aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruikersgenot. De geplande werken zijn mits naleven van de voorwaarden niet storend voor de omgeving en in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      het gedeelte van de scheidingsmu(u)r(en) dat geen opstand heeft van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, te voorzien van dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden; geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.);

2.      niet overdekte terrassen grenzend aan een tuin of andere onverharde bodem te voorzien met een helling van 1 à 2%, om het regenwater hiernaar te laten afwateren en op natuurlijke wijze te laten infiltreren conform artikel 39 van de bouwcode;

3.      een septische put te voorzien met een inhoud van minimaal 2.000 liter conform artikel 43 van de bouwcode;

4.      het laatste deel van het dak op de eerste verdieping (daar waar geen hoger opgaande scheidsmuur van 1,90 meter aanwezig is) te voorzien als ontoegankelijk groendak zoals opgetekend in de snede;

5.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

12 februari 2021

Volledig en ontvankelijk

11 maart 2021

Start openbaar onderzoek

22 maart 2021

Einde openbaar onderzoek

20 april 2021

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

24 juni 2021

Verslag GOA

31 mei 2021

naam GOA

Wim Van Roosendael

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

22 maart 2021

20 april 2021

1

0

0

0

 

Bespreking van de bezwaren

Er werd 1 bezwaarschrift ontvangen handelend over inkijk vanop het nieuwe terras op de eerste verdieping door het niet respecteren van de bepalingen van het deel Erfdienstbaarheden of grondlasten van het burgerlijkwetboek.

Evaluatie: Bij lezing van de plannen wordt geconcludeerd dat door gebrek aan benaming op het grondplan van de 1ste verdieping, het gebruik van het dak op deze verdieping niet geheel duidelijk is.

Indien de lezing van bezwaarindiener correct is, klopt het dat er een zijdelingse of schuin uitzicht is op een afstand van minder dan zes decimeter vanop het terras. De privacy wordt hierdoor echter niet onaanvaardbaar geschonden.

Erfdienstbaarheden betreffen een burgerrechtelijk element dat losstaat van de stedenbouwkundige beoordeling van voorliggend dossier. Uiteraard betekent het verkrijgen van een vergunning geen vrijgeleide voor de bouwheer zich te ontzien van burgerrechtelijke plichten.

Indien het laatste deel van het dak ook voorzien wordt als toegankelijke buitenruimte wordt weldegelijk de privacy van de aanpalende onaanvaardbaar geschonden.

Het bezwaar is bijgevolg ontvankelijk en deels gegrond.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij:

 

-          de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;

-          het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

 

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1.      het gedeelte van de scheidingsmu(u)r(en) dat geen opstand heeft van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, te voorzien van dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden; geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.);

2.      niet overdekte terrassen grenzend aan een tuin of andere onverharde bodem te voorzien met een helling van 1 à 2%, om het regenwater hiernaar te laten afwateren en op natuurlijke wijze te laten infiltreren conform artikel 39 van de bouwcode;

3.      een septische put te voorzien met een inhoud van minimaal 2.000 liter conform artikel 43 van de bouwcode;

4.      het laatste deel van het dak op de eerste verdieping (daar waar geen hoger opgaande scheidsmuur van 1,90 meter aanwezig is) te voorzien als ontoegankelijk groendak zoals opgetekend in de snede;

5.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.