Terug
Gepubliceerd op 07/06/2021

2021_CBS_04372 - Omgevingsvergunning - OMV_2021017284. Sint-Hubertusstraat 96. District Berchem - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 04/06/2021 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2021_CBS_04372 - Omgevingsvergunning - OMV_2021017284. Sint-Hubertusstraat 96. District Berchem - Goedkeuring 2021_CBS_04372 - Omgevingsvergunning - OMV_2021017284. Sint-Hubertusstraat 96. District Berchem - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2021017284

Gegevens van de aanvrager:

BVBA NÉDÉE INVEST met als adres Ferdinand Verbiestlaan 33 te 2650 Edegem

Ligging van het project:

Sint-Hubertusstraat 96 te 2600 Berchem (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 23 sectie B nr. 425T8

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen van een eengezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          17/09/2020: nog niet uitgevoerde voorwaardelijke vergunning door de Deputatie OMBER-2020-0453 (2020771) voor het verbouwen van een eengezinswoning;

-          29/05/2021: weigering (2020771) voor het verbouwen van een eengezinswoning;

-          22/07/1964: toelating (957#1337) voor gevelveranderingswerken;

-          12/10/1960: toelating (957#266) voor verbouwingswerken.

Vergunde toestand/Geacht vergunde toestand

-          Zoals de niet uitgevoerde voorwaardelijke vergunning afgeleverd door de Deputatie (OMBER-2020-0453):

  • een eengezinswoning van 4 bouwlagen onder plat dak in gesloten bebouwing met een bouwdiepte van circa 8,12 meter en een kroonlijsthoogte van circa 11,77 meter;
  • de voorgevel onderaan is afgewerkt met arduin en bovenaan met witte bepleistering, het buitenschrijnwerk in aluminium.
  • voorwaarden opgenomen in de vergunning van de Deputatie:
    • de bestaande scheidingsmuur achteraan het perceel mag niet verhoogd worden;
    • het gebouw moet voorzien worden van een gescheiden rioolstelsel;
    • er dient een septische put voorzien te worden conform artikel 43 van de Bouwcode.

Huidige toestand

-          zoals vergund in de vergunning 957#266:

  • een eengezinswoning van 3 bouwlagen onder zadeldak in gesloten bebouwing met een bouwdiepte voor het hoofdgebouw van circa 8 meter,;
  • het gelijkvloers is volledig bebouwd tot een bouwdiepte van circa 11,76 meter;
  • een uitbreiding op de eerste verdieping aan de linkerzijde tot een bouwdiepte van circa 11,76 meter en een kroonlijsthoogte van circa 9,56 meter;

-          het dak is voor- en achteraan voorzien van een dakkapel;

-          de voorgevel is afgewerkt met een witte baksteen, houten buitenschrijnwerk en rode dakpannen.

Gewenste toestand

-          een afwijking op de voorwaardelijke vergunning door de Deputatie (2020771) met deels het behoud van de uitbreiding en de dakvorm van de bestaande toestand (vergund 957#266):

  • het behoud van het zadeldak met een verbreding van de dakkapel in de voorgevel tot op circa 0,51 meter van de zijdelingse perceelgrenzen en de sloop van het dak ter hoogte van de dakkapel in de achtergevel voor het inrichten van een dakterras met een oppervlakte van circa 5,7 m²;
  • het behoud van de entresol over 2 bouwlagen met sloop van de gelijkvloerse uitbreiding;
  • het behoud van de witte baksteen als voorgevelbekleding.

Inhoud van de aanvraag

-          het verbouwen van een eengezinswoning.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

Er werden geen adviezen gevraagd.

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • artikel 6 harmonie en draagkracht: zowel het hoofdgebouw als de uitsprongen (erkers, zonneweringen, …) en aanbouwen dienen qua vorm, grootte, materiaalkeuze, plaatsing en kleur afgestemd te zijn op de architectuur van de totale constructie als op de omgeving. De gevel pui ter hoogte van de sous-sol wordt uitgevoerd met een verhoogd raam.
  • artikel 15 In- en uitsprongen aan daken: in- en uitsprongen in hellende daken dienen op ten minste 0,60 meter van de perceelgrens te worden ingeplant. De dakkapel in de voorgevel komt tot op circa 0,51 meter van de zijdelingse perceelgrenzen waar dat minimaal 0,6 meter moet zijn;
  • artikel 21 Minimale hoogte van ruimten:
    §2 de zolder bereikt geen 2,60 meter over de helft van de netto vloeroppervlakte gemeten vanaf 1,80 meter;
  • §3 Onverminderd de voorwaarden uit §1 mag het vloerniveau van een kelderruimte maximum 1,10 meter onder het niveau van het aangrenzende maaiveld liggen om in aanmerking te komen als verblijfsruimte. Het vloerniveau van de verblijfsruimte van de sous-sol bevindt zich vooraan op 0,70 meter onder het maaiveld. Achteraan bevindt het vloerniveau zich op 2 meter onder het maaiveld;
  • artikel 40 privaat gescheiden rioolstelsel en afvoerleidingen: elk gebouw moet voorzien zijn van een gescheiden rioolstelsel dat bestaat uit 1 droogweerafvoer (DWA) en 1 hemelwaterafvoer (RWA). Dit gescheiden rioolsysteem moet aangeboden worden aan de straat en moet uitgevoerd worden volgens de regels uit artikel 41 van de bouwcode. Er is geen gescheiden rioolstelsel opgetekend op de plannen.
  • artikel 43 septische putten: het is verplicht om bij verbouwingen waar het afvoerstelsel van afval- en hemelwater kan aangepast worden een septische put te voorzien. Er is geen septische put opgetekend op de plannen.


Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.
 

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

Het ontwerp wijkt af op artikel 6, 15, 21§2, 21§3, 40 en 43 van de bouwcode.

Voor artikel 21§2 wordt er met behulp van artikel 3 een afwijking toegestaan. De zolderruimte thans ingericht als slaapkamer bereikt niet over de helft van de netto-vloeroppervlakte gemeten vanaf 1,80 meter een minimale hoogte van 2,60 meter. Gezien de beperkte afwijking en het feit dat de ruimte zowel via de dakkapel vooraan en het raam naar het dakterras achteraan van voldoende licht en lucht wordt voorzien, is dit stedenbouwkundig aanvaardbaar.

 

Van volgende artikels kan er niet worden afgeweken:

Artikel 6 wordt gemotiveerd onder de rubriek ‘Visueel-vormelijke elementen’.

Artikel 21§3 wordt gemotiveerd onder de rubriek ’Hinderaspecten-gezondheid-gebruiksgenot-veiligheid in het algemeen.

Verder wordt er in voorwaarde bij deze vergunning opgenomen om te voldoen aan artikel 15, 40 en 43 van de bouwcode.

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag omvat geen functiewijziging. De eengezinswoning blijft behouden waardoor de functionele inpasbaarheid gegarandeerd wordt.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

Op 29/05/2020 werd de omgevingsaanvraag geweigerd door het college omwille van onverenigbaarheden met stedenbouwkundige voorschriften en een goede ruimtelijke ordening. In het vorige ontwerp (2020771) wenste men de dakstructuur (hellend dak) te verhogen tot een volwaardige bouwlaag onder plat dak. Aan de achterzijde werd er een kwalitatieve ontpitting doorgevoerd door het perceel brede gelijkvloerse volume en de entresol over 2 bouwlagen te slopen. Het aspect schaal en ruimtegebruik werd dan ook gunstig beoordeeld.

 

In voorliggend ontwerp wenst men de bestaande toestand met hellend dak en entresol volume van 2 bouwlagen te behouden. Op het gelijkvloers wordt er aldus minder open ruimte gecreëerd wat enerzijds te betreuren valt maar anderzijds ook te verantwoorden is gezien de geringe perceeloppervlakte. De bestaande dakkapel achteraan wordt in huidig ontwerp omgebouwd tot een terras. Het aspect schaal en ruimtegebruik worden hiermee gunstig beoordeeld.

 

Visueel-vormelijke elementen

De aanvraag is in strijd met artikel 6 van de bouwcode dat stelt dat zowel het hoofdgebouw als de uitsprongen (erkers, zonneweringen, …) en aanbouwen dienen qua vorm, grootte, materiaalkeuze, plaatsing en kleur afgestemd te zijn op de architectuur van de totale constructie als op de omgeving. In functie van de inrichting van de sous sol als leefruimte wordt het raam van de sous sol in de voorgevel verhoogd. Door het verhogen van het raam wordt er als het ware een nieuwe gelijkvloerse verdieping gecreëerd wat echter atypisch oogt en niet in harmonie is met de typische soussolniveaus die zich in geveluitwerking vertalen in een verlaagd raam op maaiveldniveau. Dit creëert bovendien atypische gevelverhoudingen waardoor

dit niet gunstig kan beoordeeld worden. Daarom zal in voorwaarden bij de vergunning opgenomen worden dat het raam enkel verbreed, maar niet verhoogd mag worden. Aldus vormt dit een eerlijker vertaling van de sous sol. Dit wordt aangegeven op het plan BA_RENOVATIE_G_N_1_Voorgevel_rode_aanduiding en BA_RENOVATIE_S_N_A-A_rode_aanduiding.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De inrichting van de sous-sol als leefruimte is in strijd met artikel 21 van de bouwcode. Onverminderd de voorwaarden uit §1 mag het vloerniveau van een kelderruimte maximum 1,10 meter onder het niveau van het aangrenzende maaiveld liggen om in aanmerking te komen als verblijfsruimte. Het vloerniveau van de verblijfsruimte van de sous-sol bevindt zich vooraan op 0,70 m onder het maaiveld. Achteraan bevindt het vloerniveau zich op 2,03 m onder het maaiveld.

 

Bijkomend wordt er opgemerkt dat de leefruimte op dit niveau eenzijdig naar de straat gericht is. Eenzijdig gerichte ruimtes en zeker op het niveau van het maaiveld en in het bijzonder de sous-sol wordt als nadelig ervaren en heeft hierdoor een nadelige invloed op het gebruiksgenot van deze ruimte.

In voorwaarde bij deze vergunning wordt er opgenomen om de sous-sol niet als verblijfsruimte in te richten en te gebruiken. (zoals in het rood aangeduid op de plannen).

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      er moet worden voldaan aan artikel 15, 40 en 43 van de bouwcode;

2.      de sous-sol kan niet als verblijfsruimte worden ingericht en gebruikt:

-          zie plan BA_RENOVATIE_P_N_-01_fundering_rode_aanduiding;

3.      het raam van de sous-sol mag enkel verbreed, maar niet verhoogd worden:

-          zie plan BA_RENOVATIE_G_N_1_Voorgevel_rode_aanduiding en BA_RENOVATIE_S_N_A-A_rode_aanduiding;

4.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

15 maart 2021

Volledig en ontvankelijk

12 april 2021

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

11 juni 2021

Verslag GOA

27 mei 2021

naam GOA

Gerd Cryns

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1.      er moet worden voldaan aan artikel 15, 40 en 43 van de bouwcode;

2.      de sous-sol kan niet als verblijfsruimte worden ingericht en gebruikt:

-          zie plan BA_RENOVATIE_P_N_-01_fundering_rode_aanduiding;

3.      het raam van de sous-sol mag enkel verbreed, maar niet verhoogd worden:

-          zie plan BA_RENOVATIE_G_N_1_Voorgevel_rode_aanduiding en BA_RENOVATIE_S_N_A-A_rode_aanduiding;

4.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.