Terug
Gepubliceerd op 07/06/2021

2021_CBS_04346 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Gunstig advies - OMV_2020045611. Scheldelaan 450. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 04/06/2021 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2021_CBS_04346 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Gunstig advies - OMV_2020045611. Scheldelaan 450. District Antwerpen - Goedkeuring 2021_CBS_04346 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Gunstig advies - OMV_2020045611. Scheldelaan 450. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:

 

1.      de aanvraag ingediend is door het betrokken college;

2.      de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

 

Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.

Argumentatie

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Zie bijgevoegd collegebesluit van 5 maart 2021.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

Naar aanleiding van de (deels) ongunstige adviezen van het Agentschap Natuur en Bos, AGOP-milieu en de Vlaamse Milieumaatschappij, heeft de aanvrager via een nieuwe projectinhoudversie extra informatie bezorgd om te reageren op deze adviezen.
De informatie heeft geen betrekking op stedenbouwkundige aspecten. Er is geen bezwaar vanuit stedenbouwkundig oogpunt.

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

Oiltanking Stolthaven Antwerp (OTSA) is een tankterminal die gespecialiseerd is in de op- en overslag van gevaarlijke vloeistoffen in bulk en tot vloeistof verdichte gassen. Producten worden aan de terminal geleverd per pijpleiding, per spoor, per schip of per tankwagen/- container. De producten verlaten de opslagterminal via dezelfde kanalen of in eenheidsverpakkingen.

De huidige milieuvergunning werd verleend op 10 januari 2002 en loopt nog tot 10 januari 2022. In het kader van eerder geplande uitbreidingen werd in 2018 een omgevingsveiligheidsrapport (OVR) en een milieueffectenrapport (MER) opgesteld en goedgekeurd. Beide rapporten werden opgesteld in het kader van een potentieel toekomstige realisatie van een commercieel contract. De geplande uitbreiding zal evenwel niet gerealiseerd worden, wat betekent dat de geplande situatie die werd opgenomen in beide rapporten niet meer geheel relevant is. Beide rapporten werden wel toegevoegd aan de vergunningsaanvraag.

Onderhavige aanvraag betreft in de eerste plaats een hernieuwing van de vergunning. Er worden ook enkele aanpassingen ten opzichte van de vergunde situatie aangevraagd.
Op 5 maart 2021 verleende het college reeds een gunstig advies voor de vergunningsaanvraag.

Naar aanleiding van het advies van de VMM bezorgde de exploitant bijkomende informatie over de emissies van vluchtige organische stoffen (VOS).

De exploitant bezorgde ook bijkomende informatie over de stikstofdeposities, gelet op het arrest van de Raad voor Vergunningsbetwistingen van 25 februari 2021 (‘stikstofarrest’).

VOS-emissies

De bijkomende informatie van de exploitant heeft, naast een aantal verduidelijking op vraag van de VMM, betrekking op de impact van de benzeenemissies.

Er werden nieuwe impactberekeningen uitgevoerd met het dispersiemodel IMPACT (in het MER werd nog model IFDM gebruikt). Er werd tevens rekening gehouden met de milderende maatregelen die het bedrijf zal nemen om de emissies te beperken (tanks met inwendige drijvende daken met goede sealfactor, opslag in geïsoleerde chemietanks met gebruik van dampretour, nageschakelde technieken zoals een incinerator, …). Uit de nieuwe emissieberekeningen blijkt dat er in het worst case scenario een lagere emissie berekend wordt in vergelijking met het MER.

De hoogste jaargemiddelde impact ter hoogte van bewoning werd berekend ter hoogte van Lillo waar een jaargemiddelde impact berekend werd die zich situeert in de range 0,10 à 0,15 µg/m³, wat overeenkomt met 2 à 3% van de wettelijke grenswaarde. Hiermee kan de worst case impact als beperkt beoordeeld worden. Bij een meer realistische inschatting van de op- en overslag zal de emissie en de hieruit voortvloeiende impact dan ook lager liggen dan de berekende worst case impact. De jaargemiddelde impact te Berendrecht ligt binnen de range van 0,2 à 1% en wordt daarmee als verwaarloosbaar beoordeeld.

De exploitant geeft verder nog mee dat er omgevingsmonitoringscampagnes en biomonitoringscampagnes uitgevoerd worden door respectievelijk de externe arbeidshygiënist en de externe arbeidsgeneesheer met een focus op de blootstelling van medewerkers aan benzeen. Zowel bij de omgevingsmonitoring als bij de biologische monitoring zijn de gemeten waarden ver beneden de grenswaarde.

Stikstofdeposities

In een aanvullende nota, opgesteld door een erkend mer-deskundige Biodiversiteit, wordt dieper ingegaan op de stikstofdepositie in de NATURA 2000- en VEN-gebieden.
Ten westen van het bedrijf ligt het habitatrichtlijngebied ‘Schelde- en Durmeëstuarium van de Nederlandse grens tot Gent’. Het meest nabije deelgebied is het Galgenschoor dat uit slikken, schorren en rietvegetatie bestaat. Op ruimere afstand van de terminal liggen nog de Kalmthoutse heide (circa 10 km ten noordoosten) en het Klein en Groot Schietveld (circa 11 km ten oosten). Ten oosten ligt, ingesloten in het havengebied, het vogelrichtlijngebied ‘De Kuifeend’. Tot dit gebied behoren, naast De Kuifeend zelf, ook nog het gebied Binnenweiden, het Reigersbos en Opstalvallei fase 1a oost en west. Op iets grotere afstanden ligt het gebied ‘Slikken en schorren van de Benedenschelde’ waartoe de deelgebieden Linkeroevergebied, Galgenschoor, Groot Buitenschoor en Ettenhovense polder behoren.

Ten oosten van de terminal ligt het VEN-gebied ‘Kuifeend’. Ten westen ‘Slikken en schorren langsheen de Schelde’ en ‘De Wase scheldepolders’.

In de ministeriële instructie van 2 mei 2021 wordt een drempel voor een passende beoordeling gehanteerd van 1% van de KDW (kritische depositiewaarde) van het meest gevoelige habitat met een maximum van 0,3 kg N per ha per jaar. Het kader doet als aanname dat deposities beneden die drempel niet resulteren in een meetbaar negatief effect op de habitat- en soortdoelen van het habitatrichtlijngebied. Omdat de uitgebreide passende beoordeling van de stikstofdepositie gebeurde vóór uitvaardiging van de instructie wordt deze behouden. Zo wenst de exploitant te vermijden dat bij een eventuele schorsing van de instructie alsnog een passende beoordeling moet worden toegevoegd.

De maximale depositie bedraagt 10 g stikstof per ha per jaar. Deze locatie ligt in havengebied, langs het Bevrijdingsdok. In de habitatrichtlijngebieden is de stikstofdepositie afkomstig het bedrijf, bij worst-case, lager dan 5 g per ha per jaar. Het meest gevoelige habitat in Galgenschoor is dat van buitendijkse schorren met als KDW 22 kg stikstof per ha per jaar. Een depositie van < 2 g (worst-case waarde die niet wordt gehaald) vertegenwoordigt minder dan 0,01% van de KDW. De zeer beperkte bijdrage in de stikstofdepositie ter hoogte van het Galgenschoor kan dan als verwaarloosbaar beschouwd worden. Meer gevoelige habitats zijn aanwezig in het verder af gelegen gebied ‘Kalmthoutse heide’. De meest gevoelige habitats in deze heidegebieden zijn de zwak gebufferde vennen met een KDW van 8 kg stikstof per ha per jaar. Ook daar is de N-depositie die het bedrijf veroorzaakt < 2 g N/ha.jaar. Dat is omgerekend < 0,025% van de KDW. Ook in de Kalmthoutse heide is er geen relevant effect noch betekenisvolle aantasting van de natuurlijke kenmerken ten gevolge van de exploitatie.

In het Opstalvalleigebied fase 1 veroorzaakt het bedrijf een depositie tussen 5 en 10 g stikstof per ha per jaar. De aanwezige vogelleefgebieden in het oostelijke deel zijn rietvegetatie en voedselrijke plassen en graslanden. De KDW hiervoor liggen tussen 24 en 34 kg N per ha per jaar. Het effect van vermesting door de uitbating op het Opstalvalleigebied, natuurcompensatiegebied voor de vogelrichtlijn, is beperkt tot verwaarloosbaar en veroorzaakt bijgevolg geen betekenisvolle aantasting.

De stikstofdepositie van het bedrijf veroorzaakt in de VEN-gebieden geen effecten die onvermijdbaar en onherstelbaar zijn.

Er wordt in de studie geconcludeerd dat de stikstofdepositie van OTSA te beperkt is om te resulteren in meetbare en aantoonbare negatieve gevolgen voor habitats en leefgebieden voor (vogel)soorten in de nabije speciale beschermingszones.

Advies van het college

Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning.

Fasering

Procedurestap

Datum

Ontvangst adviesvraag

7 mei 2021

Start openbaar onderzoek

24 januari 2021

Einde openbaar onderzoek

22 februari 2021

Beslissing toepassing administratieve lus

7 mei 2021

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste adviesdatum

6 juni 2021

 

Administratieve lus

Op de aanvraag werd een administratieve lus toegepast om de exploitant de kans te geven om het dossier aan te vullen met bijkomende gegevens over de emissie van VOS en depositie van stikstof.

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

24 januari 2021

22 februari 2021

0

0

0

0

 

Informatievergadering

Over de aanvraag werd een informatievergadering gehouden op 28 januari 2021. Het verslag werd bezorgd aan de vergunningverlenende overheid.

Adviezen

Externe adviezen

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Havenbedrijf Antwerpen, subadvies milieu

18 januari 2021

18 februari 2021

Gunstig

Havenbedrijf Antwerpen, subadvies milieu

18 mei 2021

22 mei 2021

Gunstig

 

Aanleiding en context

Er werd bij de deputatie een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om opnieuw, in kader van een administratieve lus, advies uit te brengen. De administratieve lus werd door de provincie opgestart naar aanleiding van bijkomende informatie van de exploitant over de emissies van vluchtige organische stoffen en over stikstofdeposities.

 Op 5 maart 2021 verleende het college reeds een gunstig advies.

Projectnummer:

OMV_2020045611

Gegevens van de aanvrager:

zie exploitant

Gegevens van de exploitant:

NV OILTANKING STOLTHAVEN ANTWERP (0406119697) met als contactadres Scheldelaan 450 te 2040 Antwerpen

Ligging van het project:

Scheldelaan 450 te 2040 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 18 sectie A nrs. 162R en sectie F nrs. 112M

Inrichtingsnummer:

20200609-0016 (OTSA)

Vergunningsplichten:

Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

Op- en overslagbedrijf: hernieuwing na verandering door wijziging, uitbreiding en verzoek bijstelling voorwaarden.

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorgeschiedenis

Zie bijgevoegd collegebesluit van 5 maart 2021.

Inhoud van de aanvraag
Zie bijgevoegd collegebesluit van 5 maart 2021.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag.

Artikel 2

Het college geeft opdracht aan:

Dienst
Taak
SW/V/Het advies te bezorgen aan de instantie die advies gevraagd heeft

Artikel 3

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.