2021_CBS_04405 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2020166532. Industrieweg 11. District Antwerpen - Goedkeuring

Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:

1. de aanvraag ingediend is door het betrokken college;
2. de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.

Er werd bij de deputatie een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:

- een openbaar onderzoek te houden;

- advies uit te brengen.

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

Relevante voorgeschiedenis

-     09/07/2020: omgevingsvergunning (OMV_2020025057) voor het slopen van een kraan;

-     19/03/2020: omgevingsvergunning (OMV_2019139977) voor de regularisatie van gebouwen en constructies; 

-     26/06/2019: omgevingsvergunning (OMV_2019000144) voor de uitbreiding en renovatie van een kaaimuur;

-     10/08/2017: stedenbouwkundige vergunning (HVN/B/2017713) voor het slopen van bestaande gebouwen, de afbraak van verharde- en onverharde zones, het aanleggen van wegenis en het bouwen van een werkhal, kantoren en magazijnen;

-     02/09/2016: stedenbouwkundige vergunning (HVN/B/20161293) voor het slopen van bebouwing en installaties op de site Antwerp Dry Docks;

-     06/03/2013: stedenbouwkundige vergunning (HVN/B/P/2013134) voor het slopen van werkplaatsen en magazijnen. 

Inhoud van de aanvraag

De aanvraag betreft terreinaanlegwerken, waaronder: 

-     het aanleggen van een rioleringsnetwerk; 

-     het heraanleggen van verhardingen;

-     het slopen en plaatsen van een afsluiting; 

-     het aanmerkelijk wijzigen van het reliëf door de bodem aan te vullen; 

-     het verplaatsen van een monument. 

Adviezen

Externe adviezen

Interne adviezen

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.

De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.

Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.

Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.

Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.

Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.

Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:

- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;

- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.

Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.

In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.

In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.

De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag is het voormelde GRUP tevens van toepassing. Hier gelden de bestemmingsvoorschriften Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven en – voor het Hansadok en het Industriedok – Gebied voor waterweginfrastructuur. Ten noorden, zuiden en westen van de aanvraag loopt een overdruk met als aanduiding Leidingstraat. In het noorden en westen loopt langs deze overdruk een tweede overdruk met als aanduiding Hoogspanningsleiding.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

Hemelwater: Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.

De gewestelijke hemelwaterverordening is niet van toepassing op de zones van de parkings en het milieu- en tankpark daar deze zones een verhoogd verontreinigingsrisico hebben. Het hemelwater dat op deze zones valt, kan door contact met de verharde oppervlakte zo vervuild worden dat het als afvalwater moet beschouwd worden. Het hemelwater zal opgevangen en gezuiverd worden om vervolgens via het nieuwe RWA-stelsel geloosd te worden in het Hansadok.

De gewestelijke hemelwaterverordening is wel van toepassing op de overige delen van de aanvraag. Volgens de hemelwaterverordening is de aanvrager niet verplicht om een hemelwaterput te plaatsen omdat er geen nieuwe gebouwen worden aangevraagd. Er wordt verder een afwijking op de gewestelijke hemelwaterverordening aangevraagd op het aspect infiltratie. Volgens artikel 13 van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, kan het vergunningverlenende bestuursorgaan bij de beoordeling van de aanvraag in uitzonderlijke gevallen afwijkingen toestaan van de verplichtingen van dit besluit als dat om specifieke redenen met betrekking tot de mogelijkheden van hergebruik of plaatselijke terreinkenmerken verantwoord of noodzakelijk is.

EDR is een brownfieldsite en het gevaar op bodemverontreiniging is latent. Volgens het evaluatierapport van Universoil BVBA dat bij in de vergunningsaanvraag zit zijn er verspreid over de site tot 47 bodemverontreinigingen in het vaste deel van de aarde en/of het grondwater opgelijst. Er werd in vastgesteld dat voornamelijk ter hoogte van de onverharde zones de bodemverontreiniging in het vaste deel van de aarde ook in het grondwater aangetroffen werd. Universoil besluit dat de verharding van het terrein de uitloging naar het grondwater beperkt. Infiltratie zal aldus steeds aanleiding geven tot bijkomende, ernstige bodemverontreiniging in het grondwater met zware metalen, VOCl, TBT en minerale olie. Ter hoogte van de gelokaliseerde kernen met bodemverontreiniging is het risico op uitloging nog groter. Het terrein wordt daarom verhard zodat het regenwater via het nieuwe RWA-stelsel afgevoerd kan worden naar het Hansadok. Er wordt wel getracht om groenzones, nabij de inkom van de site, te voorzien in de zones die infiltratie wel toelaten. De aanvrager zou hierover het nodige overleg gepleegd hebben met de erkende bodemsaneringsdeskundige en verschillende instanties waaronder OVAM en de Vlaamse Milieumaatschappij.

Door de gekende bodemverontreiniging en het gevaar op verder uitloging in het grondwater kan de gevraagde afwijking gunstig worden geadviseerd.

Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.

De gewestelijke verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

Sectorale wetgeving

Archeologienota: overeenkomstig artikel 5.4.1 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 moet aan bepaalde aanvragen een bekrachtigde archeologienota worden toegevoegd.

In voorliggende aanvraag, die door een publiekrechtelijke instantie is ingediend, bedraagt de ingreep in de bodem meer dan 1.000 m², is het project gelegen in industriegebied, buiten beschermde archeologische sites en buiten geïnventariseerde archeologische zones, waardoor de aanvrager verplicht is een archeologienota waarvan akte is genomen toe te voegen aan de aanvraag. Het Agentschap Onroerend Erfgoed heeft op 4 april 2021 akte genomen van de toegevoegde archeologienota met ID 18117. Het bijhorende programma van maatregelen beveelt geen vervolgonderzoek. Het terrein wordt vrijgegeven.

Omgevingstoets

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

Functionele inpasbaarheid – Visueel-vormelijke elementen

Voor de site van Engine Deck Repair (EDR), een bedrijf met als hoofdactiviteit herstellingswerken aan schepen, werd een volledig masterplan opgemaakt waarin de vernieuwing van de gebouwen, de infrastructuur, de droogdokken, de natte dokken en terreinen inclusief uitrusting en nutsvoorzieningen zijn opgenomen. Hiervoor werd in 2017 reeds een stedenbouwkundige vergunning verleend (HVN/B/2017713) waarvan tot op heden enkel het vernieuwen, slopen en optrekken van gebouwen werd uitgevoerd. Voorliggende aanvraag staat in functie van dit masterplan, maar betreft enkel de terreinaanlegwerken (wegenis- en riolering) omwille van een aangepast rioleringsconcept ten opzichte van de verleende vergunning van 2017.

Verhardingen

De wegenis en de verhardingen op de site vertonen zware beschadigingen waardoor deze worden heraangelegd. De te vernieuwen verhardingen betreffen de volledige site (wegenis + rondom gebouwen), uitgezonderd rond de droogdokken DD1, DD2, DD3, DD4 en DD6, met een totale oppervlakte van circa 100.767,50 m². In de vergunning van 2017 werd voorzien dat de nieuwe verhardingen grotendeels in beton en deels in stelcondallen en kiezels uitgevoerd zouden worden. In voorliggende aanvraag wordt zowel de verharding van de rijweg, alsook de verharding rondom de gebouwen voorzien in asfalt.

Reliëfwijziging

Het reliëf van het terrein wordt aanmerkelijk gewijzigd in functie van de afwatering. Na de sanering zal het terrein geëffend worden. Op bepaalde locaties wordt het terrein daarom opgehoogd met een maximum van 1 meter en op andere locaties verlaagd met een maximum van circa 0,42 meter.

Afsluitingen

De site is in de huidige toestand deels afgesloten door draadomheining met een hoogte van circa 2 meter en deels door betonpanelen met een hoogte van circa 2,4 meter. Een deel van deze bestaande afsluitingen zal gesloopt worden en vervolgens vervangen worden door hetzelfde type afsluiting. Deze nieuwe afsluitingen zullen op bepaalde plaatsen meer naar voor of achter worden geplaatst ten opzichte van de te slopen afsluiting. De draadomheining bestaat uit een betonnen jersey waarop de afrasteringspalen met staalmatomheining worden bevestigd. De draadomheining heeft een totale hoogte van circa 2,5 meter en wordt uitgevoerd in een donkergroene kleur (RAL 6004). De betonpanelen worden bevestigd aan betonnen afrasteringspalen en hebben een totale hoogte van circa 2,4 meter. De nieuwe afsluitingen worden geplaatst over een totale lengte van ongeveer 1.120 meter.

Riolering

Daar er momenteel geen rioleringsnetwerk aanwezig is op de site, dient een volledig nieuw rioleringsstelsel aangelegd te worden. In de verleende vergunning van 2017 werden drie strengen (twee RWA-strengen en één DWA-streng) voorzien voor de afvoer van regenwater en het sanitair water. In voorliggende vergunningsaanvraag wordt een aangepast rioleringsconcept aangevraagd met volgende voornaamste aanpassingen: 

-     de twee RWA-strengen worden samengevoegd tot één streng. Bepaalde zones met een verhoogd risico op verontreiniging (parking, milieu- en tankpark) zullen individueel worden voorzien van een slibvang en KWS-afscheider met coalescentiefilter. De overloop hiervan komt bij op het RWA-stelsel; 

-     de voorziene pompstations worden geoptimaliseerd: 

• Pompstation A wordt ontdubbeld tot twee kleinere pompstations (pompstation A en pompstation D); 
• Pompstations B en C worden geoptimaliseerd qua afmeting. 

-     er worden een aantal bijkomende noodoverlaten voorzien verspreid over de site; 

-     in het oorspronkelijk ontwerp werd de verharding tussen de dokken DD1-DD2, DD2-DD3, DD3-DD4 en DD4-ND1 aangesloten op een nieuwe RWA-streng. Binnen het voorliggend concept wordt hier geen nieuwe streng meer voorzien en blijft de verharding rechtstreeks afwateren in het dok;

-     om te vermijden dat er water in DD5 stroomt, wordt de zone ten oosten van DD5 geïsoleerd van de rest van het rioleringsstelsel. Dit gedeelte zal opgepompt worden door middel van pompstation E. 

In vergelijking met de bestaande situatie zal afvalwater niet meer rechtstreeks in het Hansadok worden geloosd. Het nieuwe rioleringsconcept voorziet de huidige nieuwe gebouwen van IBA’s en zones met een verhoogd risico worden individueel voorzien van KWS-afscheiders. Het gezuiverd water wordt in het Hansadok geloosd.

De aangevraagde rioleringswerken hebben enkel betrekking tot de wegenis. De riolering met betrekking tot de aansluiting op de nieuwe en toekomstige gebouwen is geen voorwerp van voorliggende aanvraag, maar zal toegevoegd worden aan de vergunningsaanvraag van de nieuwe gebouwen.

Het uitvoeren van terreinaanlegwerken op de site van EDR kadert in het masterplan om de operationele activiteiten van EDR te optimaliseren. Bijgevolg past de aanvraag zich functioneel in binnen het industrieveld.

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De aanvraag is in overeenstemming en verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd.

Cultuurhistorische aspecten

De zes droogdokken aan het Hansadok met pomphuis zijn opgenomen op de vastgestelde inventaris bouwkundig erfgoed. Voorliggende aanvraag heeft louter betrekking op de wegenis en andere constructies rondom en niet op de droogdokken zelf. De aanvrager deelt nog mee dat de renovatie van de droogdokken en het pomphuis deel zal uitmaken van een aparte vergunningsaanvraag.

Het oorlogsmonument Mercantile Marine Engineering maakt wel deel uit van voorliggende vergunningsaanvraag. Het gedenkteken werd bij ministerieel besluit van 14 maart 2019 opgenomen op de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed. Het gedenkteken alsook de daarbij horende houten gedenkplaat "Ter herdenking aan onze slachtoffers van den oorlog 1940-1945", wordt op een andere locatie binnen het projectgebied geplaatst en zal aan de hoofdingang van het terrein een nieuwe plek krijgen, waardoor het buiten de ISPS-zone komt te liggen en toegankelijk blijft voor elke bezoeker.

Door de verplaatsing kan het gedenkteken een zinvolle plaats krijgen binnen het bedrijfsterrein en is het voortbestaan van het gedenkteken in zijn oorspronkelijke omgeving gegarandeerd.

Bij de ontmanteling dienen de nodige maatregelen te worden genomen om schade aan de samenstellende delen te voorkomen.

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De vergunningverlenende overheid heeft het advies ingewonnen van de brandweer/risicobeheer/preventie. Dit advies is op datum van opstelling van dit verslag nog niet uitgebracht. Ook de lokale overheid hecht belang aan het brandweeradvies.

Wegens de situering van de aanvraag in de directe nabijheid van pijpleidingen werd het advies ingewonnen van de beheerders van deze leidingen. Het betreft instanties ATPC, ExxonMobil, Nippon Gases Belgium, Petrochemical Pipeline Services (PPS), Fluxys, Ministerie van Landsverdediging, Pipelink en Rotterdam Antwerp Pipeline (RAPL):

-     ATPC heeft geen tijdig advies uitgebracht waardoor het als gunstig beschouwd wordt; 

-     Rotterdam Antwerp Pipeline (RAPL) heeft geen bezwaar daar er geen belangen aanwezig zijn voor de RAPL-pijpleiding; 

-     de overige pijpleidingbeheerders hebben een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht;

De voorwaarden uit al deze adviezen, die gericht zijn op het vrijwaren van de integriteit van omgevende infrastructuren, met het oog op de beperking van de hinder van de geplande werkzaamheden en met het oog op de veiligheid, kunnen integraal aan dit advies worden gehecht en moeten in geval de werken worden vergund als voorwaarden in de vergunning worden opgenomen. 

Wegens de nabijheid van een waterleiding werd advies gevraagd aan Waterlink. Zij hebben echter geen tijdig advies uitgebracht. De aanvrager is wettelijk verplicht om voor de start van de werken een klip-klim melding uit te voeren.

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het parkeren van de voertuigen maakt geen deel uit van voorliggende vergunningsaanvraag.

Er worden wel interne voet- en fietspaden voorzien aan beide zijden van de nieuwe interne wegenis. De fietspaden zullen uitgevoerd worden in bruin/rode asfalt. Tevens zal een overdekte fietsenstalling voorzien worden die plaats biedt aan 45 fietsen, maar deze fietsenstalling zal deel uitmaken van een toekomstige aanvraag.

De tweede uitrit ter hoogte van de Polderdijkweg en reeds vergund in de vorige stedenbouwkundige aanvraag blijft behouden. In vergelijking met de reeds vergunde situatie zal het aantal in-en uitritten niet wijzigen.

De aanvraag genereert bijgevolg geen bijkomende parkeerbehoefte en geen significante toename van het aantal verkeersbewegingen.

Advies van het college

Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning onder voorwaarden en voor zover het advies van de brandweer gunstig is of voorwaardelijk gunstig met uitvoerbare voorwaarden.

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

-     Bij de ontmanteling van het oorlogsmonument Mercantile Marine Engineering dienen de nodige maatregelen te worden genomen om schade aan de samenstellende delen te voorkomen;

-     De voorwaarden uit het advies van ExxonMobil dienen strikt nageleefd te worden; 

-     De voorwaarden uit het advies van Petrochemical Pipeline Services dienen strikt nageleefd te worden; 

-     De voorwaarden uit het advies van het Ministerie van Landsverdediging dienen strikt nageleefd te worden; 

-     De voorwaarden uit het advies van Pipelink dienen strikt nageleefd te worden; 

-     De voorwaarden uit het advies van Fluxys dienen strikt nageleefd te worden. 

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

Informatievergadering

Een informatievergadering was niet vereist en werd niet gehouden.