De middelen voor deze toelagen worden voorzien op:
Art. 41, 23° van het decreet lokaal bestuur bepaalt dat de gemeenteraad bevoegd is voor het vaststellen van subsidiereglementen.
Op 26 juni 2006 (jaarnummer 1293) besliste de gemeenteraad om de berekening van de stedelijke toelagen voor investeringen aan eredienstgebouwen vast te leggen in een subsidieschema.
Bij decreet van 6 juli 2012 werd het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten gewijzigd.
Op 11 december 2020 besloot de Vlaamse Regering tot wijziging van het Onroerenderfgoedbesluit van 16 mei 2014 wat betreft de aanvraagprocedures voor toelatingen, beheersovereenkomsten, erfgoedpremies, onderzoekspremies en meerjarenpremie-overeenkomsten.
Om de stedelijke praktijk van ondersteuning af te stemmen op de gewijzigde situatie, werd een nieuw ondersteuningsreglement voor investeringen aan eredienstgebouwen opgemaakt.
Met het nieuwe ondersteuningsreglement wordt de stedelijke ondersteuning van investeringen aan eredienstgebouwen afgestemd op zowel het gewijzigde eredienstendecreet, het gewijzigde onroerenderfgoedbesluit als op de basisprincipes van het ondersteuningsbeleid van de stad.
De controles in het kader van dit nieuwe ondersteuningsreglement voor investeringen aan eredienstgebouwen zijn een verderzetting van de werkwijze onder het huidig reglement. SD controleert of de aanvraag volledig is en of aan de voorwaarden voor het eredienstbestuur is voldaan (onder andere check of de wet op de overheidsopdrachten werd nageleefd). Voor de investeringsingrepen niet gesubsidieerd door de Vlaamse overheid en kosten verbonden aan de investering zal AG VESPA een technisch advies geven over de ingediende offertes.
Adviesverlening vanuit AG VESPA houdt in:
De afspraken rond controles worden verder uitgewerkt in het algemeen kader ondersteuningsbeleid en hebben op dat moment mogelijk impact op deze werkwijze.
In het ondersteuningsreglement wordt vastgelegd welk aandeel van de investeringskosten aan een eredienstgebouw de stad op zich kan nemen en hoe de stedelijke ondersteuning berekend wordt. De transparante en eenvormige regels zullen er blijven voor zorgen dat een eredienstbestuur een inspanning levert om haar minimumaandeel van 10% mee te investeren. Hiermee wordt duidelijkheid gecreëerd voor zowel de aanvragers als de administratie.
Art. 52/1. § 1. van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende eredienstbesturen: De gemeentebesturen passen de tekorten bij van de exploitatie van de kerkfabrieken en dragen bij in de investeringen in de gebouwen van de eredienst (...) § 2. De roerende en onroerende eigendommen en financiële beleggingen van de kerkfabriek, met uitzondering van de erkende gebouwen van de eredienst, vormen de reserves van de kerkfabriek en worden beheerd met het oog op het realiseren van een zo hoog mogelijk jaarlijks rendement, tenzij in het overleg andere afspraken gemaakt worden. De gemeente kan de kerkfabriek niet verplichten om die reserves te gebruiken voor investeringen in het kerkgebouw. (...)
Wet van 14 november 1983 over de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen.
Het Kaderbesluit basisprincipes ondersteuningsbeleid, goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 oktober 2020 (jaarnummer 595).
De gemeenteraad heft het besluit 'Erediensten - Subsidieschema's investeringen - Concretisering beleidsrichtlijn' van 26 juni 2006 (jaarnummer 1293) op, met ingang van 1 juni 2021.
De gemeenteraad keurt het 'Ondersteuningsreglement voor investeringen aan eredienstgebouwen' goed.