Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:
Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.
Er werd bij de deputatie een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om advies uit te brengen.
Projectnummer: | OMV_2021057663 |
Gegevens van de aanvrager: | zie exploitant |
Gegevens van de exploitant: | bv Bayer Agriculture met als adres Scheldelaan 460 te 2040 Antwerpen |
Ligging van het project: | Scheldelaan 460 te 2040 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: | afdeling 18 sectie A nrs. 0, 162S en sectie F nrs. 0 |
Inrichtingsnummer: | 20210330-0054 (Bayer Agriculture bv) |
Vergunningsplichten: | Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten |
Voorwerp van de aanvraag: | Chemisch bedrijf (Butvar RB afdeling (Blok D3)): verandering door uitbreiding en wijziging |
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
Stedenbouwkundige voorgeschiedenis
Er zijn verscheidene stedenbouwkundige vergunningen gekend voor de Butvar RB-afdeling op de site van Bayer Agriculture, te beginnen bij de stedenbouwkundige vergunning (18/53801/B/197132) verleende door het college op 4 juni 1971 voor een controle-gebouw voor butvar-eenheid. De meest recente omgevingsvergunning is afgeleverd door de deputatie op 24 mei 2018 voor aanpassingen aan een gebouw dat in functie staat van een pilootinstallatie.
Voorgeschiedenis milieu
Op 12 maart 2009 verleende de deputatie een milieuvergunning voor het verder exploiteren na verandering door uitbreiding van een chemisch bedrijf: Butvar RB afdeling, voor een termijn verstrijkend op 12 maart 2029. Nadien werd nog een vergunning voor een verandering verleend.
Inhoud van de aanvraag
Het voorwerp van de aanvraag betreft een capaciteitsuitbreiding van de productie van polyvinylbutyraldehyde van 42.000 ton/jaar naar 45.000 ton/jaar.
Aangevraagde rubrieken
Rubriek | Omschrijving | Gevraagd voor |
6.4.1° | opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van 200 liter tot en met 50.000 liter uitgezonderd de gezamenlijke opslag van minder dan 5 ton gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige brandstoffen bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt; | -400,00 liter |
7.11.1°h) | de fabricage van kunststofmaterialen (polymeren, kunstvezels, cellulosevezels); | +3.000 ton/jaar |
16.3.2°b) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW; | -15,00 kW |
20.4.1.2° | chemische inrichtingen voor de productie van alkenen, alkeenderivaten, monomeren en polymeren (niet begrepen in rubriek 7.3) met een productiecapaciteit van 10 ton per jaar of meer; | +3.000 ton/jaar |
23.1.1°c) | inrichtingen voor het vervaardigen van kunststoffen en van kunstmatige vezels met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW; | +409 kW |
23.2.2°a) | inrichtingen voor het behandelen van kunststoffen en het vervaardigen van voorwerpen uit kunststoffen, met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW, als de inrichting volledig gelegen is in industriegebied; | +55 kW |
23.3.2.c | opslag van kunststoffen en van voorwerpen uit kunststoffen, met een capaciteit van meer dan 20 ton in een lokaal, als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een ander gebied dan industriegebied. | 163 ton |
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Havenbedrijf Antwerpen, subadvies milieu | 31 mei 2021 | 11 juni 2021 | Voorwaardelijk gunstig |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (GRUP) Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.
De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.
Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.
Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.
Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.
Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.
Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:
- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;
- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.
Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.
In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.
In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.
De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Voor een straal van 500 meter rond het project is het voormelde GRUP tevens van toepassing. Hier gelden volgende bestemmingsvoorschriften:
- Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven;
- Gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur voor de Scheldelaan;
- Zone voor permanente ecologische infrastructuur ‘met medegebruik’ aan de overzijde van de Scheldelaan;
- overdruk Leidingstraat op circa 270 meter ten noordwesten van het project;
- overdruk Hoogspanningleiding op circa 300 meter ten westen van het project.
Op circa 290 meter ten westen van het project is het gewestplan Antwerpen nog van toepassing met als bestemmingen bijzondere natuurgebieden en natuurgebieden met wetenschappelijke waarde of natuurreservaten.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Het voorwerp van de aanvraag betreft een capaciteitsuitbreiding op de Butvar RB-afdeling met onder andere het bijplaatsen van een blower en de opslag van kunststoffen in twee magazijnen (PVOH-magazijn en OZ4-magazijn). De inrichting is vanuit stedenbouwkundig oogpunt hoofdzakelijk vergund. De aanvraag lijkt enkel van vergunningsplicht vrijgestelde stedenbouwkundige handelingen te omvatten. Volgens het Besluit van de Vlaamse regering (BVR) tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is, is de plaatsing van constructies binnen het gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven met een grondoppervlakte kleiner dan 200 m² en hoogte lager dan 20 meter, binnen concrete en algemene randvoorwaarden zoals vernoemd in respectievelijk artikels 4.1 met 4.4. en artikels 1.2. tot en met 1.6 van het BVR, vrijgesteld van stedenbouwkundige vergunningsplicht. Aan deze randvoorwaarden lijkt voldaan.
De aanvraag is verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd. Er is geen bezwaar vanuit stedenbouwkundig oogpunt.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
In de Butvar RB afdeling wordt polyvinylalcohol poeder omgezet tot polyvinylbutyralhars (PVB). Dit kunsthars wordt normaal in de Eastman-vestiging te Gent verwerkt tot een film, die gebruikt wordt bij de productie van veiligheidsglas. De huidige maximale vergunde productiecapaciteit is 42.000 ton/jaar, deze wordt gerealiseerd met 2 productielijnen op blok D3. Tevens is er een piloot installatie op blok D3 vergund om procesoptimalisaties te kunnen uittesten.
Met onderhavige aanvraag wenst men een verhoging van de vergunde productiecapaciteit tot 45.000 ton/jaar te bekomen. Door het implementeren van verschillende procesverbeteringen en het uitvoeren van een capaciteitsuitbreiding project zal de productiecapaciteit verhoogd kunnen worden. Het betreft:
- batchsizeverhoging;
- wastankoptimalisatie;
- optimalisatie van de verniskoeling;
- verbeteringen in de droger-area;
- pomp- & motorvergroting en nieuwe instrumentatie voor area’s: dissolvers, acetals, wastanks, slurrytanks en utilities;
- uitbreiding (piping, extra truckloadcollector en blower) van de PVB;
- relocatie van de PVOH-losplaats.
Vergunningstechnisch omvat het project onder meer het bijplaatsen van een blower en een verhoging van de geïnstalleerde drijfkracht van een aantal toestellen. De geïnstalleerde drijfkracht van de toestellen voor het vervaardigen van kunststoffen neemt toe met 409 kW tot 5.297 kW. De geïnstalleerde drijfkracht van de toestellen voor het behandelen van kunststoffen neemt toe met 55 kW tot een totaal van 660 kW.
De opslag van brandbare vloeistoffen vermindert met 400 liter en het vermogen van de airco’s daalt met 15 kW.
Verder vraagt men nog de opslag van kunststoffen voor een totale capaciteit van 163 ton.
Er wordt opgemerkt dat hiervoor verkeerdelijk rubriek 23.3.2°c) wordt aangevraagd (gelegen in ander gebied dan industriegebied) terwijl dit rubriek 23.3.1°a) moet zijn (gelegen in industriegebied).
De opslag van kunststoffen heeft betrekking op de opslag van hars. Uit het dossier blijkt niet eenduidig onder welke vorm deze kunststoffen worden opgeslagen, mogelijk betreft het granulaten (pellets).
Plastic granulaten zijn een potentiële bron van zwerfvuil. In het gehele havengebied, inclusief de dokken en natuurgebieden, zijn plastic granulaten te vinden. Het is dus aangewezen om, indien het de opslag van granulaten betreft, naar analogie met andere dossiers en zoals ook geadviseerd in het subadvies van het Havenbedrijf Antwerpen van 11 juni 2021, als bijzondere voorwaarde op te leggen dat de exploitant een goede afwatering van het terrein voorziet, roosternetjes op de afwaterkolken van het terrein plaatst en voldoende granulaatfilters (korrelafscheiders) installeert die aangepast zijn aan het type granulaten die op de site behandeld worden en die aangepast zijn aan het debiet dat de afwatering moet verwerken. De roosternetjes en granulaatfilters worden regelmatig geïnspecteerd, beproefd en gereinigd zodoende dat werking van de inperkende maatregel gewaarborgd blijft. Verder dient er een rapport (met vermelding van OMV2021057663) bezorgd te worden aan de dienst vergunningen/milieu van de stad Antwerpen (milieuvergunningen@antwerpen.be) en de milieudienst van het Havenbedrijf Antwerpen (milieu@portofantwerp.com) waarin maatregelen worden opgenomen om emissies van kunststofpellets te voorkomen. Dit rapport dient minimaal volgende zaken bevatten:
- de namen en contactgegevens van de personen die betrokken zijn bij de opmaak van het rapport;
- de te verwachten opslagcapaciteit en de overslaghoeveelheid van kunststofpellets;
- een beschrijving van de behandelingsstappen van de kunststofpellets op het bedrijf, met aanduiding op een plan van de potentiële emissiepunten van kunststofpellets naar de omgeving;
- een overzicht van de maatregelen die worden genomen om verlies van kunststofpellets naar de omgeving te voorkomen, met vermelding van dimensionering van de technische installaties;
- een motivatie waarom bepaalde mogelijke bijkomende maatregelen niet worden uitgevoerd;
- een beschrijving van de types procedures en types voorschriften die worden gehanteerd om de verspreiding van kunststofpellets naar de omgeving te voorkomen, alsook van de wijze waarop die voorschriften aan de betrokken personeelsleden worden meegedeeld;
- een beschrijving van de manier waarop de periodiciteit waarmee de technische installaties, de behoorlijke werking ervan en de correcte opvolging van de procedures en voorschriften zullen worden gecontroleerd.
In kader van het project wordt de efficiëntie van de wasstappen verbeterd en gebeurt er een optimalisatie van de wastank cycli. Er zal volgens het aanvraagdossier niet meer afvalwater gegenereerd worden.
Om organische emissies naar de lucht te reduceren worden de afgassen van de procestanks naar een gaswasser gestuurd, aangezien deze butyraldehyde bevatten. Door het capaciteitsuitbreiding project worden er geen bijkomende emissiepunten gecreëerd. De emissies zullen in het slechtste geval evenredig toenemen met de capaciteitsstijging volgens het aanvraagdossier. Specifiek om stofemissies te reduceren wordt de drooglucht door een stofafscheider (cycloon) geleid. In kader van onderhavig project zal de efficiëntie van de cycloon verhoogd worden om de stofemissies te reduceren.
In het MER uit 2018 werd butyraldehyde niet geselecteerd als een potentieel belangrijke polluent, onder meer omdat het humaan toxicologisch risico van de emissies als verwaarloosbaar werd beschouwd.
Gelet op de aard van de voorliggende beperkte verandering met een zeer beperkte capaciteitsuitbreiding wordt er geen bijkomend risico voor de mens of het milieu verwacht, bovendien wordt er geoordeeld dat de hinder niet significant vergroot ten opzichte van de vergunde situatie.
Advies van het college
Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning onder voorwaarden.
Geadviseerde rubrieken
Rubriek | Omschrijving | Geadviseerd voor |
6.4.1 | opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van 200 liter tot en met 50.000 liter uitgezonderd de gezamenlijke opslag van minder dan 5 ton gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige brandstoffen bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt; | -400 liter |
7.11.1.h | de fabricage van kunststofmaterialen (polymeren, kunstvezels, cellulosevezels); | + 3.000,00 ton/jaar |
16.3.2.b | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen, met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW; | - 15,00 kW |
20.4.1.2 | chemische inrichtingen voor de productie van alkenen, alkeenderivaten, monomeren en polymeren (niet begrepen in rubriek 7.3) met een productiecapaciteit van 10 ton per jaar of meer; | + 3.000 ton/jaar |
23.1.1.c | inrichtingen voor het vervaardigen van kunststoffen en van kunstmatige vezels met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW; | + 409 kW |
23.2.2.a | inrichtingen voor het behandelen van kunststoffen en het vervaardigen van voorwerpen uit kunststoffen, met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW, als de inrichting volledig gelegen is in industriegebied; | + 55 kW |
23.3.2.c | opslag van kunststoffen en van voorwerpen uit kunststoffen, met een capaciteit van meer dan 20 ton in een lokaal, als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een ander gebied dan industriegebied. | 163 ton |
Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden
1. | Indien de opgeslagen kunststoffen granulaten betreft: - de exploitant voorziet een goede afwatering van het terrein, plaatst roosternetjes op de afwaterkolken van het terrein en installeert voldoende granulaatfilters (korrelafscheiders) die aangepast zijn aan het type granulaten die op de site behandeld worden en die aangepast zijn aan het debiet dat de afwatering moet verwerken; - de roosternetjes en granulaatfilters worden regelmatig geïnspecteerd, beproefd en gereinigd zodoende dat werking van de inperkende maatregel gewaarborgd blijft. - er wordt een rapport (met vermelding van OMV2021057663) bezorgd aan de dienst vergunningen/milieu van de stad Antwerpen (milieuvergunningen@antwerpen.be) en de milieudienst van het Havenbedrijf Antwerpen (milieu@portofantwerp.com) waarin maatregelen worden opgenomen om emissies van kunststofpellets te voorkomen. Dit rapport dient minimaal volgende zaken bevatten: - de namen en contactgegevens van de personen die betrokken zijn bij de opmaak van het rapport; - de te verwachten opslagcapaciteit en de overslaghoeveelheid van kunststofpellets; - een beschrijving van de behandelingsstappen van de kunststofpellets op het bedrijf, met aanduiding op een plan van de potentiële emissiepunten van kunststofpellets naar de omgeving; - een overzicht van de maatregelen die worden genomen om verlies van kunststofpellets naar de omgeving te voorkomen, met vermelding van dimensionering van de technische installaties; - een motivatie waarom bepaalde mogelijke bijkomende maatregelen niet worden uitgevoerd; - een beschrijving van de types procedures en types voorschriften die worden gehanteerd om de verspreiding van kunststofpellets naar de omgeving te voorkomen, alsook van de wijze waarop die voorschriften aan de betrokken personeelsleden worden meegedeeld; - een beschrijving van de manier waarop de periodiciteit waarmee de technische installaties, de behoorlijke werking ervan en de correcte opvolging van de procedures en voorschriften zullen worden gecontroleerd. |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Ontvangst adviesvraag | 26 mei 2021 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste adviesdatum | 25 juni 2021 |
De aanvraag moet niet onderworpen worden aan een openbaar onderzoek.
Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag, onder volgende voorwaarde:
1. | Indien de opgeslagen kunststoffen granulaten betreft: - de exploitant voorziet een goede afwatering van het terrein, plaatst roosternetjes op de afwaterkolken van het terrein en installeert voldoende granulaatfilters (korrelafscheiders) die aangepast zijn aan het type granulaten die op de site behandeld worden en die aangepast zijn aan het debiet dat de afwatering moet verwerken; - de roosternetjes en granulaatfilters worden regelmatig geïnspecteerd, beproefd en gereinigd zodoende dat werking van de inperkende maatregel gewaarborgd blijft. - er wordt een rapport (met vermelding van OMV2021057663) bezorgd aan de dienst vergunningen/milieu van de stad Antwerpen (milieuvergunningen@antwerpen.be) en de milieudienst van het Havenbedrijf Antwerpen (milieu@portofantwerp.com) waarin maatregelen worden opgenomen om emissies van kunststofpellets te voorkomen. Dit rapport dient minimaal volgende zaken bevatten: - de namen en contactgegevens van de personen die betrokken zijn bij de opmaak van het rapport; - de te verwachten opslagcapaciteit en de overslaghoeveelheid van kunststofpellets; - een beschrijving van de behandelingsstappen van de kunststofpellets op het bedrijf, met aanduiding op een plan van de potentiële emissiepunten van kunststofpellets naar de omgeving; - een overzicht van de maatregelen die worden genomen om verlies van kunststofpellets naar de omgeving te voorkomen, met vermelding van dimensionering van de technische installaties; - een motivatie waarom bepaalde mogelijke bijkomende maatregelen niet worden uitgevoerd; - een beschrijving van de types procedures en types voorschriften die worden gehanteerd om de verspreiding van kunststofpellets naar de omgeving te voorkomen, alsook van de wijze waarop die voorschriften aan de betrokken personeelsleden worden meegedeeld; - een beschrijving van de manier waarop de periodiciteit waarmee de technische installaties, de behoorlijke werking ervan en de correcte opvolging van de procedures en voorschriften zullen worden gecontroleerd. |
Het college geeft opdracht aan:
dienst | taak |
SW/V | Het advies college te bezorgen aan de instantie die het advies gevraagd heeft. |