Voorwerp van dit besluit betreft de leninglast via de periodieke vergoedingen en de verdeling hiervan tussen MPA en stad Antwerpen. In de boekhoudkundige verwerking is er bij MPA een verschil ontstaan ten opzichte van de contractueel vastgelegde bedragen in de financial close, voor een bedrag van 372.139,00 euro.
Het verschil is ontstaan omwille van het volgende:
De totale bouwkosten met betrekking tot het DBF-contract voor stad en MPA bedraagt 100.092.493,00 euro (excl. btw). Daarnaast werden een aantal kosten gemaakt die mee verrekend werden op de totaliteit van het contract. Voor het DBF-contract werden er 7.906.699,00 euro aan bijkomende kosten toegewezen. Het betreft:
Voor de uitsplitsing van de periodieke vergoedingen bij financial close werd er als volgt geredeneerd:
In de boekhouding van de stad werd het verschuldigde bedrag dat werd vastgelegd bij financial close (in totaal 80.024.448,00 euro voor stad en MPA samen) opgenomen als uitstaande schuld en wordt afbetaald aan de hand van de periodieke vergoedingen op een termijn van 40 kwartalen. Het bedrag werd bepaald op de verdeling van de periodieke vergoedingen tussen MPA en stad, nl.:
Entiteit | Kapitaal | Intrest | Totale leninglast |
MPA | 33.262.510,05 euro | 4.204.941,82 euro | 37.467.451,87 euro |
stad Antwerpen | 37.780.868,95 euro | 4.776.127,18 euro | 42.556.996,13 euro |
Totaal | 71.043.379,00 euro | 8.981.069,00 euro | 80.024.448,00 euro |
Daarnaast werd er in de DBF-overeenkomst en haar bijlagen ook een overzicht opgenomen van de verschillende projectonderdelen waarop de berekening van de overige projectkosten op een andere manier is verlopen. Daar is er aan elk projectonderdeel een bedrag toegerekend in functie van de bouwkost van het projectonderdeel (dus zonder ermee rekening te houden welke mijlpalen er werden betaald door MPA of stad). In de boekhouding van MPA werd de bepaling van de waarde van het kapitaal gebaseerd op deze toewijzing van projectonderdelen. Op die manier ontstaat er een verschil in verhouding tussen MPA en de stad van 372.139,00 euro. Indien deze werkwijze ook toegepast zou worden op de stad, ziet de verdeling er als volgt uit:
Entiteit | Kapitaal | Intrest | Totale leninglast |
MPA | 33.634.653,00 euro | 4.204.941,82 euro | 37.839.594,82 euro |
stad Antwerpen | 37.408.726,00 euro | 4.776.127,18
euro | 42.184.853,18 euro |
Totaal | 71.043.379,00 euro | 8.981.069,00 euro | 80.024.448,00 euro |
Aangezien de verdere afbetalingen van het project volledig zijn vastgelegd bij financial close en hierbij ook de verdeling tussen MPA en stad Antwerpen werd vastgelegd, is een rechtzetting in de boekhouding van MPA noodzakelijk. Om deze rechtzetting boekhoudkundig voldoende te kunnen staven, wordt een bekrachtiging van het financieel model voorgelegd aan het college. Vervolgens zal MPA dit onderdeel verwerken via het resultaat. De totaliteit van de leninglast blijft in de boekhouding van de stad op die manier ongewijzigd en de totaliteit van de leninglast voor stad en MPA samen komt zo opnieuw overeen met de berekening voor het financial close certificaat.
Aangezien dit zuiver een rechtzetting betreft in de boekhouding van MPA heeft deze correctie geen directe financiële, boekhoudkundige of budgettaire implicatie voor de stad. Bij de vierde aanpassing van het meerjarenplan bekijkt de stad samen met MPA of een bijsturing van de dotaties aangewezen is.
In bijlage wordt voor de volledigheid het aflossingsschema tussen stad en MPA toegevoegd, gebaseerd op de tabel opgenomen in addendum 3 goedgekeurd op het college van 30 augustus 2019 (jaarnummer 7059).
Op 19 november 2015 werd de DBF-Overeenkomst Brabo 2 stad Antwerpen ondertekend met Tramcontractors NV (destijds Tramstad), de opdrachtnemer Brabo 2. Tramcontractors NV is een tijdelijke handelsvereniging van Koninklijke BAM Nederland en Engie Fabricom. De opdracht Brabo 2 omvat drie onderscheiden maar nauw samenhangende onderdelen:
Op 1 maart 2016 is de bouwfase van Brabo 2 gestart.
Op 19 november 2015 hebben de opdrachtgevers en opdrachtnemer de overeenkomsten Brabo 2 ondertekend (= contract close Brabo 2), en is het betreffende financial close certificaat vervolledigd en ondertekend (= financial close Brabo 2). Dit werd door het college bekrachtigd op 13 mei 2016 (jaarnummer 3979).
Deloitte Bedrijfsrevisoren BV CVBA, de financieel-economisch adviseur van de stad Antwerpen in dit dossier op dat moment, heeft namens de stad de financial close mee vervolledigd en ondertekend.
De kosten die de banken aanrekenen om het project Brabo 2 te kunnen financieren aan Tramcontractors NV hangen af van de rente. Op het moment van financial close werden de voorwaarden voor de financiering vastgelegd tussen de betrokken partijen (opdrachtgevers en opdrachtnemer met haar banken), en waren de definitieve bedragen voor de realisatie van Brabo 2 gekend. Deze werden opgenomen in het financial close certificaat.
Voor de vergoedingen van de DBF-overeenkomst stad Antwerpen en MPA aan Tramcontractors NV waren dit de definitieve bedragen (excl. btw) voor de realisatie van het project. De financiering van het project Brabo 2 valt uiteen in 2 fasen, nl. de betalingen tijdens de bouwfase en de financiering na de bouwfase.
Tijdens de bouwfase
Tijdens de bouwfase betaalde de stad Antwerpen of MPA 4 mijlpaalvergoedingen aan Tramcontractors NV. Deze werden betaald bij de voorlopige oplevering van de betreffende projectonderdelen in kolom 2.
Mijlpaalvergoeding 1 |
| 3.362.053,00 EUR | stad Antwerpen |
| 1.732.964,00 EUR 33.595,00 EUR | Rio-link Aquafin | |
Mijlpaalvergoeding 2 |
| 18.710.285,00 EUR | stad Antwerpen |
Mijlpaalvergoeding 3 |
| 18.000.000,00 EUR | stad Antwerpen via kapitaalsverhoging in MPA |
Mijlpaalvergoeding 4 |
| 5.000.000,00 EUR | MPA |
Na de bouwfase
Na de bouwfase, vanaf voorlopige oplevering van het laatste projectonderdeel, betalen de stad Antwerpen en MPA het saldo van de realisatieprijs minus de reeds betaalde mijlpaalvergoedingen via vaste periodieke vergoedingen op kwartaalbasis gedurende 40 kwartalen aan de financier van Tramcontractors NV. Dit is zo vastgelegd in de escrow account pledge. Deze periodieke vergoeding bedraagt per kwartaal 2.000.696,00 EUR en wordt opgesplitst als volgt:
De middelen om deze vergoedingen te betalen komen van het Vlaams gewest (AWV) en eigen bijdragen van de stad Antwerpen en MPA. De stroom van deze middelen tussen opdrachtgevers en de financiële aspecten werden goedgekeurd in de gemeenteraad van 20 oktober 2014 (jaarnummer 829) en in de gunningsbeslissing Brabo 2 van het college van 13 maart 2015 (jaarnummer 2122).
Binnen het meerjarenplan van stad Antwerpen zijn de middelen als volgt voorzien:
Omschrijving | Bedrag | budgetadres |
Opname lening - forfaitaire posten | 9.392.471,13 euro | 2016-2019/5171500000/174/1SMB040202A00000 2020/5171500000/174600/2LMS010406A0000 |
Opname lening - oplevering | 33.164.525,00 euro | 2020/5153500000/174600/2LMS010406A0000 |
Opname lening aandeel stad - totaal | 42.556.996,13 euro | |
Leninglasten - aandeel stad | 4.255.880,00/per jaar | 2019/5150500000/424/1SMB040202A00000 2020-2029/424600/2LMS010406A00000 |
Kapitaalsverhoging aan MPA voor leninglasten | 3.746.904,00/per jaar | 2019/5150500000/2801/1SMB040206A00000 2020-2029/5174550000/2801/2LMS010406A00000 |
Totaal uitgaven stad | 8.002.784,00/per jaar | |
Ontvangsten vanuit Vlaanderen - aandeel stad | 4.255.880,00/per jaar | 2019/5150500000/4952/1SMB040202A00000 2020-2029/5153500000/4952300/2LMS010406AA00000 |
Ontvangsten vanuit Vlaanderen - aandeel MPA | 3.746.904,00/per jaar | 2019/5150500000/4951/1SMB040202A0000 2020-2029/5153500000/4951300/2LMS010406A0000 |
Totaal ontvangsten stad | 8.002.784,00/per jaar | |
Saldo uitgaven-ontvangsten stad | 0,00 euro/per jaar |
Het college bekrachtigt de verhouding tussen stad Antwerpen en MPA van de totale leninglast in het kader van het project Brabo 2, zoals vastgelegd in het financial close-certificaat (college 13 mei 2016, jaarnummer 379).