2021_CBS_05176 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Gunstig advies - OMV_2021066192. Scheldelaan 16. District Antwerpen - Goedkeuring

Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:

1. de aanvraag ingediend is door het betrokken college;
2. de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.

Er werd bij de deputatie een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om advies uit te brengen.

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

Relevante voorgeschiedenis

Op 24 april 2009 verleende het college een stedenbouwkundige vergunning (HV/2007/B/0167 – 2007100167) voor contractorswerven shut down, met een min of meer definitief karakter. De aanvrager ging in beroep tegen de bepaalde duur van de vergunning die werd opgelegd als voorwaarde. De deputatie besliste op 16 juli 2009 dat er geen noodzaak is voor de termijnvoorwaarde en heeft het beroep ingewilligd.

Inhoud van de aanvraag

-          Bouwen van een tijdelijke losinstallatie en aanhorigheden;

-          Aanleggen van bijhorende verhardingen.

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorgeschiedenis

Op 10 juli 2002 werd door de deputatie van de provincie Antwerpen een milieuvergunning verleend voor het verder exploiteren van een olieraffinaderij, voor een termijn verstrijkend op 10 juli 2022. Nadien werden er nog diverse vergunningen verleend voor veranderingen.

Inhoud van de aanvraag

Het voorwerp van de aanvraag betreft het tijdelijk lossen van aardolie aangevoerd via tankwagens en de tussentijdse opslag van 250 ton aardolie.

Aangevraagde rubrieken

Adviezen

Externe adviezen

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.

De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.

Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.

Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.

Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.

Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.

Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:

- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;

- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.

Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.

In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.

In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.

De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag is het voormelde GRUP tevens van toepassing. Grotendeels geldt hier ook het bestemmingsvoorschrift Gebied voor Zeehaven- en watergebonden bedrijven en – voor het Marshalldok – Gebied voor waterweginfrastructuur. De Scheldelaan, ten zuiden van de aanvraag, heeft als bestemming Gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur. Ten zuidoosten loopt, richting het zuiden, een overdruk met als aanduiding Leidingstraat.

Op circa 215 meter van de aanvraag bevindt zich de grens van het afgebakende zeehavengebied. Buiten de afbakeningslijn is het gewestplan Antwerpen nog van toepassing, met bestemmingen Bestaande waterwegen (voor de Schelde), Natuurgebieden, Bijzondere natuurgebieden (waterzuivering, afvoerleidingen en leidingstraten) en Bestaande leidingstraten.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

Hemelwater: Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.

De gewestelijke hemelwaterverordening is van toepassing op de aanvraag op die delen waarbij het hemelwater niet op natuurlijke wijze kan infiltreren en op die delen waarbij het hemelwater niet als potentieel verontreinigd beschouwd moet worden.

Voor de overige delen wordt een afwijking op de gewestelijke hemelwaterverordening aangevraagd. Volgens artikel 13 van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, kan het vergunningverlenende bestuursorgaan bij de beoordeling van de aanvraag in uitzonderlijke gevallen afwijkingen toestaan van de verplichtingen van dit besluit als dat om specifieke redenen met betrekking tot de mogelijkheden van hergebruik of plaatselijke terreinkenmerken verantwoord of noodzakelijk is.

De aanvrager vraagt een afwijking op het aspect infiltratie met als motivatie de complexe boven- en ondergrondse installaties, de (historische) verontreinigingssituatie en het gebrek aan meerwaarde van infiltratie tegen verzilting of verdroging. De afwijking kan gunstig geadviseerd worden.

Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.

De gewestelijke verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

Omgevingstoets

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag betreft het bouwen van een tijdelijke losinstallatie om ruwe aardolie te ontvangen vanuit vrachtwagens en deze vervolgens via vier dubbelwandige containers te verpompen naar het ruwe aardolie-circuit (crudesysteem) op de raffinaderij. Een dieselgenerator zal de losinstallatie voorzien van stroom.

De losinstallatie, die circa 3 jaar zal blijven staan, wordt ten zuiden van het Marshalldok geplaatst. Om deze te kunnen installeren, dienen op twee zones (zone 66 en zone 55) bestaande voorzieningen verplaatst en bijkomende verhardingen aangelegd te worden. Concreet betreft de aanvraag volgende werken:

In zone 66 (ten zuidoosten van het Marshalldok):

-          Aanleg van bijkomende verhardingen in betonnen platen voor een oppervlakte van circa 1256 m², o.a. voor de opslag van materiaal;

-          Plaatsen van een nieuwe losput in nieuwe verharding waarin containers worden voorzien voor het afvoeren van catalyst (momenteel gebeurt deze afvoer op zone 55).

In zone 55 (ten zuidwesten van het Marshalldok):

-          Plaatsen van de tijdelijke losinstallatie bestaande uit een losplaats voor twee vrachtwagens, een losput, pompunits, vier dubbelwandige containers met elk een inhoud van 62 m³, een gaswasser, een dieselgenerator, een technische ruimte en een werfkeet voor de werknemers;

-          Aanleg van bijkomende verhardingen voor een oppervlakte van 770 m².

De nieuwe constructies dragen bij tot de verdere exploitatie van het bedrijf waardoor de aanvraag functioneel inpasbaar is.

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De aanvraag is in overeenstemming en verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd.

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De vergunningverlenende overheid heeft het advies ingewonnen van de brandweer/risicobeheer/preventie. Ook het college hecht belang aan dit voorwaardelijk gunstig advies (ref. H.00339.A3.0011).

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

De ruwe aardolie wordt getransporteerd vanuit de site in Frankrijk via vrachtwagens naar Antwerpen. Er wordt een planning opgemaakt van 35 vrachtwagens per dag die zich echter moeten aanmelden voor een bepaald tijdstip van aankomst aan de raffinaderij in Antwerpen. Hierdoor wordt de impact verspreid over het volledige traject en wordt er rekening gehouden met 20 vrachtwagens per dag die moeten ontladen worden in Antwerpen. De impact van deze extra vervoersbewegingen kan als verwaarloosbaar beschouwd worden.

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 Total Raffinaderij Antwerpen (TRA) wenst, gedurende een periode van 3 jaar, tankwagens aardolie vanuit Total Grandpuits Frankrijk te laten aanvoeren. Er worden maximaal 20 trucks per dag (36 m³/truck) verwacht. Momenteel is die mogelijkheid er niet en wordt al de ruwe aardolie binnen genomen via de RAPL pijpleiding.

De tankwagens worden met pompen geledigd naar 4 dubbelwandige containers (250 ton) vanwaar de aardolie wordt verpompt naar het crudesysteem. Er worden 4 lospompen (4 x 20 kW) geplaatst en er wordt een dieselgenerator (100 kW) voorzien om de tijdelijke losinstallatie te voorzien van stroom.

Losplaats 1 wordt hellend uitgevoerd met een opvangput van 100 m³. De pompen en de dubbelwandige containers worden geplaatst op een vloeistofdichte inkuiping, die afloopt naar de opvangput. Ook de vloeistofdichte vloer van losplaats 2 helt af naar de betreffende opvangput.

Uit het aanvraagdossier blijkt niet eenduidig wat er met het potentieel verontreinigd hemelwater van de losplaats gebeurt. Er wordt verwacht dat dit wordt behandeld in de waterzuiveringsinstallatie van TRA.

In het dossier is er sprake van een gaswasser die ervoor zal zorgen dat er minimaal H2S en VOC (vluchtige organische stoffen) worden uitgestoten naar de atmosfeer.

Het aanvraagdossier bevat een veiligheidsnota, opgesteld door een erkend VR-deskundige. In de veiligheidsnota wordt geconcludeerd dat het geplande project geen aanleiding geeft tot significante bijkomende externe risico’s ten opzichte van het risico berekend in het geldende omgevingsveiligheidsrapport (OVR/13/03). Verder zijn er geen wijzigingen in de omgeving van TRA gebeurt ten opzichte van het OVR/13/03 welke relevant zijn met betrekking tot het extern risicobeeld. Er wordt evenmin een impact verwacht op de milieurisicoanalyse uit het OVR/13/03. Het team Externe veiligheid van het departement Omgeving keurde de veiligheidsnota goed op 26 april 2021.

Gelet op de aard van de voorliggende beperkte verandering wordt er geen bijkomend risico voor de mens of het milieu verwacht, bovendien wordt er geoordeeld dat de hinder niet significant vergroot ten opzichte van de vergunde situatie.

Advies van het college

Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot tijdelijke omgevingsvergunning.

Geadviseerde rubrieken

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

De aanvraag moet niet onderworpen worden aan een openbaar onderzoek.