Terug
Gepubliceerd op 02/08/2021

2021_CBS_06206 - Stadsarchief - Raadpleging bestuursdocumenten - Akten burgerlijke stand - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 30/07/2021 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg; Anne Baré, Waarnemend algemeen directeur

Afwezig

Jinnih Beels, schepen; Claude Marinower, schepen; Tom Meeuws, schepen; Serge Muyters, korpschef; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Anne Baré, Waarnemend algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2021_CBS_06206 - Stadsarchief - Raadpleging bestuursdocumenten - Akten burgerlijke stand - Goedkeuring 2021_CBS_06206 - Stadsarchief - Raadpleging bestuursdocumenten - Akten burgerlijke stand - Goedkeuring

Motivering

Gekoppelde besluiten

Argumentatie

De districtscolleges zijn verantwoordelijk voor de bewaring van de registers van de burgerlijke stand. De districtscolleges keurden op volgende data goed 1) dat de openbare akten van de burgerlijke stand verplaatst worden naar het Felixarchief uiterlijk in de loop van 2022; 2) dat vervolgens elk jaar de nieuwe openbare akten van de burgerlijke stand verplaatst worden naar het Felixarchief; en 3) keurden het reglement op het raadplegen van de openbare akten van de burgerlijke stand goed.

District
Zitting
Jaarnummer
Antwerpen
28 juni 2021
411
Berchem
5 juli 2021
151
BeZaLi
28 juni 2021
131
Borgerhout
29 juni 2021
160
Deurne
28 juni 2021
193
Ekeren
29 juni 2021
157
Hoboken
29 juni 2021
163
Merksem
1 juli 2021
177
Wilrijk
5 juli 2021
125


De gemeente staat in voor de raadpleging van de openbare akten, indien deze (nog) niet op elektronische wijze beschikbaar zijn gesteld door het Rijksarchief. Het Verslag aan de Koning stelt dat: 'de oude papieren registers ook raadpleegbaar zijn bij de gemeente waar de akte werd opgemaakt, indien het college van burgemeester en schepenen hiertoe heeft beslist’, voor de stad Antwerpen te lezen als districtcolleges.
Wanneer deze registers worden overgedragen naar het stadarchief is er een regeling nodig voor de raadpleegbaarheid. Het stadsarchief valt onder de bevoegdheid van het college.

De gemeente kan een retributie voor opzoekingen opleggen. Het verslag aan de Koning bij het KB vermeldt als rechtsgrond hiertoe art. 13 van de Wet van 12 november 1997 betreffende de openbaarheid van bestuur in provincies en gemeenten. De vergoeding voor een afschrift mag niet meer bedragen dan de kostprijs. Het is mogelijk een vergoeding aan te rekenen voor een abnormaal hoog aantal documenten, zodat misbruiken uitgesloten worden. 

Het stadarchief kan een reproductie afleveren voor genealogisch, historisch en wetenschappelijk onderzoek aan het geldende tarief, dit voor akten waarvan de juiste datum gekend is. De tarieven die het stadsarchief hanteert zijn vastgelegd in het retributiereglement 2020-2025 op kopieën en reproducties, zoals goedgekeurd door de gemeenteraad op 17 december 2019 (jaarnummer 802). Klanten kunnen ook zelf met smartphone, tablet en andere tools foto’s van documenten nemen (zonder flits) voor eigen studie. De regeling daarrond zit eveneens vervat in hetzelfde retributiereglement.

Juridische grond

De wet van 18 juni 2018, zoals gewijzigd door de wet van 21 december 2018 houdende diverse bepalingen inzake burgerlijk recht en bepalingen met het oog op de bevordering van geschillenoplossing (BS 2 juli 2018). 

Het KB van 17 maart 2021 over de genealogische opzoekingen in de akten van de burgerlijke stand, de verkrijging van uittreksels en afschriften van en de raadpleging van akten van de burgerlijke stand en tot verlening van de toegang tot de DABS aan het Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën (BS, 31 maart 2021). 

Het Bestuursdecreet van 17 december 2018. 

De gecoördineerde Grondwet verleent bij artikels 41, 162/2°, 170 § 4 en 173 aan de gemeenten fiscale autonomie. 

Artikel 139 van het Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

Artikelen 125, 126, 127 en 132 van de nieuwe gemeentewet, voor zover zij de registers van de burgerlijke stand betreffen.

Aanleiding en context

De wet van 18 juni 2018 beoogt in haar Titel 2 de modernisering en informatisering van de burgerlijke stand. Deze wet regelt de oprichting van een Databank van Akten van de Burgerlijke Stand (DABS) en de vereenvoudiging van de bestaande procedures en akten. 

Deze wet van 18 juni 2018, zoals gewijzigd door de wet van 21 december 2018, heeft de familierechtbank de bevoegdheid ontnomen met betrekking tot het verlenen van toestemming om bepaalde opzoekingen te laten verrichten of een eensluidend afschrift of een uittreksel te laten geven over de afstamming van de personen op wie de akte betrekking heeft. 

Daarnaast werd de termijn van openbaarheid van de akten van de burgerlijke stand van 100 jaar gedifferentieerd. Voor huwelijksakten is de termijn voortaan 75 jaar en voor overlijdensakten 50 jaar. Voor de overige akten werd de termijn van 100 jaar behouden. 

Het KB van 17 maart 2021 waarin de nieuwe termijnen voor genealogisch, historisch en wetenschappelijk onderzoek zijn vastgelegd is gepubliceerd op 31 maart 2021 en is van kracht sinds 1 mei 2021. 

Dit KB regelt: 

  • door wie en op welke wijze de afschriften en uittreksels voor akten van respectievelijk meer dan 50, 75 en 100 jaar oud afgeleverd worden (art. 29, § 2, derde lid oud BW); en 
  • op welke wijze akten raadpleegbaar zijn voor genealogische, historische of andere wetenschappelijke doeleinden (art. 79 oud BW). 

Volgens dit KB staan de gemeenten in voor het aanbieden van registers van de burgerlijke stand als er geen digitale kopie beschikbaar is via het Rijksarchief en zijn er bepalingen voor genealogisch, historisch en wetenschappelijk onderzoek. 

Het Verslag aan de Koning, toegevoegd aan het KB van 17 maart 2021 stelt volgende: Het zijn de ambtenaren van de burgerlijke stand die de afschriften en uittreksels afleveren uit de DABS. Wanneer het evenwel de openbare papieren registers betreft, kunnen dit ook andere diensten van de gemeente zijn. In heel wat gemeenten worden deze registers immers beheerd door de gemeentelijke archiefdienst.

Het college van burgemeester en schepenen beslist of de registers die openbaar zijn volgens deze nieuwe termijn overgedragen worden naar het gemeentearchief, maar omdat in Antwerpen de binnengemeentelijke territoriale decentralisatie werd ingevoerd ligt deze bevoegdheid bij de districtscolleges. 

Niet-openbare akten:
Dit zijn de akten van overlijden van minder dan 50 jaar oud, de akten van huwelijk van minder dan 75 jaar oud en alle overige akten van minder dan 100 jaar oud. De raadpleging van deze niet-openbare akten van de burgerlijke stand gebeurt enkel door het afleveren van afschriften en uittreksels door de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente waar de akte werd opgemaakt. Voor de stad wordt dit geregeld door de dienst loketwerking.

Openbare akten:
Vanuit alle Antwerpse districtscolleges werd een reglement opgemaakt voor de raadpleging in het district. Daarnaast beslisten de districtscolleges om de openbare akten van de burgerlijke stand tegen uiterlijk 2022 en daarna systematisch over te dragen aan het stadsarchief.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college keurt goed dat de openbare papieren registers die overgedragen worden naar het stadsarchief kunnen geraadpleegd worden in de leeszaal voor zover deze nog niet digitaal raadpleegbaar zijn. Indien er een digitale versie beschikbaar is zullen de originele registers niet meer ter inzage gegeven worden.

Artikel 2

Het college keurt het goed dat reproducties van analoge aktes voor genealogisch, historisch en wetenschappelijk onderzoek worden afgeleverd door het stadsarchief wanneer de juiste datum is gekend.

Artikel 3

Het college keurt goed dat het Retributiereglement 2020-2025 op kopieën en reproducties van toepassing is zowel voor het afleveren van reproducties als voor opzoekwerk met betrekking tot de akten.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.