Terug
Gepubliceerd op 19/07/2021

2021_CBS_05811 - Omgevingsvergunning - OMV_2021071499. Antoinette Feuerwerkstraat, Jeanne Delhezstraat, Rika De Backerplein, Marguerite Raesstraat, Olga Lefeberplein, Ivonne Julliamsstraat, Eulalia Cambierstraat zonder nummer (zn). District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 16/07/2021 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Karim Bachar, schepen; Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2021_CBS_05811 - Omgevingsvergunning - OMV_2021071499. Antoinette Feuerwerkstraat, Jeanne Delhezstraat, Rika De Backerplein, Marguerite Raesstraat, Olga Lefeberplein, Ivonne Julliamsstraat, Eulalia Cambierstraat zonder nummer (zn). District Antwerpen - Goedkeuring 2021_CBS_05811 - Omgevingsvergunning - OMV_2021071499. Antoinette Feuerwerkstraat, Jeanne Delhezstraat, Rika De Backerplein, Marguerite Raesstraat, Olga Lefeberplein, Ivonne Julliamsstraat, Eulalia Cambierstraat zonder nummer (zn). District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2021071499

Gegevens van de aanvrager:

zie exploitant

Gegevens van de exploitant:

NV REGATTA-L.O. (0818494809) met als contactadres Leopold de Waelplaats 26 te 2000 Antwerpen

Ligging van het project:

Antoinette Feuerwerkstraat, Jeanne Delhezstraat, Rika De Backerplein, Marguerite Raesstraat, Olga Lefeberplein, Ivonne Julliamsstraat, Eulalia Cambierstraat zonder nummer (zn) te 2050 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 13 sectie N nr. 204E31 en openbaar domein

Inrichtingsnummer:

20200708-0034 (cabinenr 883 Antwerpen LO)

Vergunningsplichten:

Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

het exploiteren van een bemaling voor een bouwproject (Castor)

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Inhoud van de aanvraag

De aanvraag omvat een tijdelijke grondwaterbemaling technisch noodzakelijk voor de realisatie van een nieuwbouwproject en een verzoek tot een bijzondere lozingsvoorwaarde voor de parameter arseen.

 

Aangevraagde rubrieken

 

 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

3.4.2°

het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater;

36,50 m³/uur

3.6.3.2°

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur;

36,50 m³/uur

53.2.2°b)2°

bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van onbehandeld en niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1 met een netto opgepompt debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld;

319.005,00 m³/jaar

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Vlaamse Milieumaatschappij

25 mei 2021

2 juli 2021

Voorwaardelijk gunstig

Vlaamse Milieumaatschappij

25 mei 2021

8 juni 2021

Gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Stedenbouw

25 mei 2021

26 mei 2021

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Oosterweelverbinding-Wijziging, goedgekeurd op 20 maart 2015.

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Galgenweel Oost, goedgekeurd op 9 augustus 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: artikel 1 zone voor wonen - (wo).

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP FAB 181, goedgekeurd op 22 oktober 2018. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: artikel 1: zone voor centrumfuncties (ce).

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een bufferzone. De bufferzones dienen in hun staat bewaard te worden of als groene ruimte ingericht te worden, om te dienen als overgangsgebied tussen gebieden waarvan de bestemmingen niet met elkaar te verenigen zijn of die ten behoeve van de goede plaatselijke ordening van elkaar moeten gescheiden worden. (Artikel 14 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een gebied voor ambachtelijke bedrijven of gebieden voor kleine en middelgrote ondernemingen. Deze gebieden zijn mede bestemd voor kleine opslagplaatsen van goederen, gebruikte voertuigen en schroot, met uitzondering van afvalproducten van schadelijke aard. (Artikel 8 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een gebied voor stedelijke ontwikkeling. Dit gebied is bestemd voor industriële, ambachtelijke en agrarische activiteiten, kantoren, kleinhandel, dienstverlening, recreatie, wonen, verkeer en vervoer, openbaar nut en gemeenschapsvoorzieningen, en dit voor zover deze functies verenigbaar zijn met hun onmiddellijke multifunctionele stedelijke omgeving. De stedenbouwkundige aanleg van het gebied, de bijhorende voorschriften betreffende terreinbezetting, vloeroppervlakte, hoogte, aard en inplanting van de gebouwen met bijhorende voorzieningen, en de verkeersorganisatie in relatie met de omringende gebieden, worden vastgesteld in een bijzonder plan van aanleg vooraleer het gebied kan ontwikkeld worden. Ook het wijzigen van de functie van bestaande gebouwen kan pas na goedkeuring van een bijzonder plan van aanleg.

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het bijzonder plan van aanleg BPA Galgenweel-Borgerweert, goedgekeurd bij ministerieel besluit van 2 mei 2007. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: zone voor wonen w (bestemmingszone wijk), zone voor groen met bufferfunctie bu, zone voor park pa (bestemmingszone galgenweelpark), zone voor park pc (bestemmingszone park midden), zone voor openbare wegenis ow, zone voor gemengde bestemming gc (bestemmingszone rand insteekdok), zone voor wonen en groen  w/gra (bestemmingszone parkrand west), zone voor wonen en groen w/grb (bestemmingszone parkrand oost), zone voor gemengde bestemming gc (bestemmingszone rand insteekdok) en zone voor wonen en gemeenschapsvoorzieningen w/gm (bestemmingszone parkrand midden).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) en bijzondere plannen van aanleg (BPA's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt in de verkaveling AN/2017/V/0025, goedgekeurd op 8 juni 2018, meer bepaald in lot(en) W7.74/1, W7.74/2, W7.74/3, W7.74/4, W7.74/5, W7.74/6, W7.74/7, W7.74/8, W7.74/9, W7.74/10, W7.74/12 en W7.74/13.

 

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

De aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten zijn verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening. Bijgevolg is er geen bezwaar tegen dit project.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

De aanvraag voor deze bemaling kadert in de realisatie van een woningbouwproject in de nieuwe woonwijk Regatta, Antwerpen Linkeroever (wijk 7 Castor). Om het optrekken van 6 appartementsgebouwen en 6 woningen met een ondergrondse parkeergarage mogelijk te maken is een uitgraving met bijhorende bemaling noodzakelijk. Er wordt een vergunning gevraagd voor een termijn van 12 maanden.

 

De deskundige gaat in het opgestelde bemalingsadvies uit van een initieel grondwaterniveau van 4,47 TAW. De noodzakelijke verlaging van het grondwaterpeil varieert tussen ongeveer 5,5 meter voor de bouwput en 6,6 meter voor de liftkokers. De omvang van de bouwput bedraagt circa 5.455 m². Er wordt voorgesteld om verticale filters (71 stuks) te plaatsen. Het stationaire bemalingsdebiet voor de bouwput wordt inclusief ruime rekenmarge geschat op circa 36 m³/uur, daarbij komt nog gedurende een maand een debiet bij van 0,5 m³/uur voor de liftputten. De globale duurtijd van de bemaling bedraagt 12 maanden.

 

Het opgepompte grondwater, in totaal geraamd op een volume van 319.000 m³, zal zoveel mogelijk terug worden geïnfiltreerd in de bodem via een wadi naast het Galgenweel. Het gaat maximaal om 524 m³/dag van een totaal van 873 m³/dag. De capaciteit van de wadi is echter onvoldoende om de totale hoeveelheid opgepompt grondwater te verwerken. Een deel zal dus geloosd worden via een RWA-leiding en terechtkomen in de Middenvijver. Het gaat dus in beide gevallen om infiltratie, de bepalingen van bijlage 2.4.1 van Vlarem titel II zijn dus van toepassing waardoor steeds moet worden voldaan aan de geldende milieukwaliteitsdoelstellingen en daarom zijn ook de aangevraagde lozingsrubrieken zonder voorwerp.

 

Het volume grondwater (873 m³/dag) is een berekend totaal van het grondwater boven de veen/kleilaag en het grondwater dat onder deze laag zit. De aanvrager houdt er rekening mee dat er een kans bestaat op opbarsting, vandaar dat in het dagvolume van 873 m³ een extra debiet is opgenomen van 253 m³/dag.  

 

Er wordt een verhoogde lozingsnorm gevraagd voor arseen van 50 µg/l, in addendum R3B wordt gealludeerd op de aanwezigheid van een bodemverontreiniging, daar waar in addendum R53 wordt gesteld dat er geen verontreinigingen werden vastgesteld die verdere maatregelen vereisen. Ervaring leert dat verhoogde arseenwaarden van nature voorkomen in dit gebied. Op de vraag naar een verhoogde norm voor arseen kan overigens niet worden ingegaan vermits gekozen wordt voor herinfiltratie via een wadi of lozing in de Middenvijver en er dus steeds moet worden voldaan aan de milieukwaliteitsnorm van 20 µg/l. 

 

Vanuit het voorzichtigheidsprincipe is het aangewezen dat de exploitant nagaat of ook rekening moet gehouden worden met de mogelijke aanwezigheid van PFAS in bodem en grondwater. De recente inzichten inzake deze stoffen rechtvaardigen een grote mate van voorzichtigheid en vereisen een voorafgaandelijke staalname en analyse van het grondwater.

 

Uit het dossier blijkt dat er mogelijk cumulatieve effecten zijn, zo wordt er naast de werfzone wijk 7 “Castor” in de directe nabijheid nog een werf voorzien “Azur” waarvoor eveneens een vergunningsaanvraag werd ingediend met een grondwaterbemaling. Er moet vermeden worden dat er door een gelijktijdige opstart van beide bemalingen sprake zou kunnen zijn van een overbelasting van de afvoermogelijkheden met eventueel een impact op het nabijgelegen Habitatrichtlijngebied. Daarom moet volgens een code van goede praktijk in onderlinge afspraak tussen de aannemers een periode van enkele weken verschil worden ingebouwd bij de opstart van beide bemalingen, deze periode omvat ten minste de initiële bemalingsperiode (tot het stationaire debiet is bereikt) waarbij de hoogste debieten worden gehaald. 

Uit de zettingsberekingen blijkt dat er in het meest ongunstige scenario zettingen zouden kunnen optreden van meer dan 20 mm in de omgeving van de bouwput, het gaat om een afstand van 20 tot 30 meter rond de bouwput. Daarom moeten de zettingen permanent worden opgevolgd volgens de methode opgenomen in het advies van de VMM.

 

Om de stedelijke diensten toe te laten de bemalingsactiviteiten op te volgen dient de exploitant de startdatum van de bemaling samen met de contactgegevens van de werfverantwoordelijke voor de opstart van de bemaling te melden aan de diensten Vergunningen en Milieu-interventie. Ook het einde van de bemalingswerken wordt aan deze diensten meegedeeld.

 

Advies aan het college

 

Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De inrichting kan worden geëxploiteerd conform de algemene en sectorale voorwaarden vervat in het Vlarem en de opgelegde bijzondere voorwaarden. Vanuit milieutechnisch oogpunt wordt voorgesteld de gevraagde vergunning te verlenen. De vergunning gaat in op de dag dat de bemaling wordt opgestart en blijft gelden voor een periode van 12 maanden en een totaal waterbezwaar van 319.005m³.

 

Geadviseerde rubrieken

 

 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

3.4.2°

het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater;

Zonder voorwerp

3.6.3.2°

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur;

Zonder voorwerp

53.2.2°b)2°

bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van onbehandeld en niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1 met een netto opgepompt debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld;

319.005,00 m³/jaar

 

Gecoördineerde rubrieken

 

 

Rubriek

Omschrijving

Gecoördineerd

12.2.1°

transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA;

1 x 630,00 kVA

53.2.2°b)2°

bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van onbehandeld en niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1 met een netto opgepompt debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld;

319.005,00 m³/jaar

 

Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden

 

1.

Voorafgaand aan de bemaling worden bijkomende boringen uitgevoerd om de precieze diepte en dikte van de klei-veenlaag te bepalen. Het bemalingsconcept wordt op basis van de resultaten bijgestuurd en geoptimaliseerd. Indien nodig wordt de vergunning aangepast.

2.

De start- en stopdatum van de bemaling en de contactgegevens van de werfverantwoordelijke worden gemeld aan het college (milieuvergunningen@antwerpen.be) en de VMM (grondwater.ant@VMM.be) met vermelding van het projectnummer OMV_2021065860. De kwaliteit van het bemalingswater (of het effluent van de waterzuivering indien van toepassing) moet worden opgevolgd. Op het moment dat de bemaling wordt opgestart (na circa 30 minuten), dient er een staal genomen te worden van het bemalingswater. Na de eerste staalname wordt de bemaling stilgelegd tot de resultaten van de analyses bekend zijn. De te analyseren parameters zijn die van het standaardanalysepakket zoals beschreven in bijlage 3 van de standaardprocedure voor een oriënterend bodemonderzoek (OVAM, 1 april 2020) en de PFAS-parameters opgenomen in WAC_IV_A_025. Na toetsing van de analyseresultaten aan de milieukwaliteitsnorm voor grondwater (bijlage 2.4.1 van Vlarem II) of bij gebrek daaraan aan de rapportagegrens (zie WAC compendia), wordt indien nodig een waterzuiveringsinstallatie voorzien die alle garanties biedt dat de MKN steeds gehaald zullen worden. De analyse wordt na de opstart van de bemaling herhaald na één week en daarna maandelijks. De meetresultaten en de informatie over de waterzuivering, wanneer deze nodig zou zijn, worden overgemaakt aan milieuvergunningen@antwerpen.be met vermelding van het projectnummer OMV_2021071499.

3.

Conform artikel 5.53.6.1.1§3 van Vlarem II wordt toegestaan het bemalingswater te behandelen alvorens te infiltreren in de Middenvijver.

4.

Er moeten zettingsbakens geplaatst worden bij de meest nabije zettingsgevoelige objecten. Van zodra de bemaling wordt opgestart, moeten de zettingen opgevolgd worden. De monitoring gebeurt per zettingsbaken minstens met volgende frequentie:

  • voor het opstarten van de bemaling: 1 zettingsmeting (nulmeting);
  • week 1 na opstart van de bemaling en elke eerste week nadat een dieper bemalingspeil is ingesteld: vijfmaal per week een zettingsmeting;
  • vanaf week 2 na opstart van de bemaling en elke tweede week nadat een dieper bemalingspeil is ingesteld: éénmaal per week een zettingsmeting.

De metingen op de zettingen mogen stopgezet worden van zodra deze niet meer wijzigen. Bij het instellen van een dieper bemalingspeil wordt de zettingsmeting terug opgestart volgens bovenstaande frequentie. Indien er een absolute zetting van 15 mm of meer gemeten wordt ter hoogte van een zettingsgevoelige constructie wordt de bemaling bijgestuurd. Vanaf 20 mm wordt ze stilgelegd. Er dient technisch een terugvalscenario voorzien te worden dat dit mogelijk maakt.

5.

Het grondwaterpeil dient opgevolgd te worden in minstens één peilbuis ter hoogte van de bouwput met minstens één filter in elke laag waaruit gepompt wordt. Het grondwaterpeil wordt opgemeten en genoteerd in een logboek dat ter inzage ligt op de werf, minstens met volgende frequentie:

  • voor de opstart van de bemaling: éénmaal;
  • in de eerste week van elke bemalingsfase (nieuw bemalingspeil): vijfmaal;
  • voor de overige periode: maandelijks

6.

De stand van elke debietmeter wordt minstens volgens volgende frequentie genoteerd in een logboek dat steeds ter inzage ligt op de werf:

  • in de eerste week van elke bemalingsfase (nieuw bemalingspeil): vijfmaal;
  • voor de overige periode: wekelijks.

7.

De exploitant dient de startdatum van de bemaling voor de opstart van de bemaling te melden aan de diensten Vergunningen (mailto:milieuvergunningen@antwerpen.be) en Milieu-interventie (mailto:mi@antwerpen.be) samen met de contactgegevens van de werfverantwoordelijke. Het einde van de bemalingswerken wordt eveneens gemeld aan voornoemde diensten.

8.

De exploitant hoeft geen meetgoot (artikel 4.2.5.1.1§1 van Vlarem titel II) te plaatsen. Controle van het geloosde bedrijfsafvalwater kan gebeuren via staalname ter hoogte van de lozingspunten, via aftappunten bij de bemalingsstrengen of aan de waterzuivering zelf. De exploitant voorziet hiervoor een staalnamekraan.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

5 mei 2021

Volledig en ontvankelijk

25 mei 2021

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

24 juli 2021

Verslag GOA

8 juli 2021

naam GOA

Bieke Geypens

 

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Bijzondere milieuvoorwaarden

1.

Voorafgaand aan de bemaling worden bijkomende boringen uitgevoerd om de precieze diepte en dikte van de klei-veenlaag te bepalen. Het bemalingsconcept wordt op basis van de resultaten bijgestuurd en geoptimaliseerd. Indien nodig wordt de vergunning aangepast.

2.

De start- en stopdatum van de bemaling en de contactgegevens van de werfverantwoordelijke worden gemeld aan het college (milieuvergunningen@antwerpen.be) en de VMM (grondwater.ant@VMM.be) met vermelding van het projectnummer OMV_2021065860. De kwaliteit van het bemalingswater (of het effluent van de waterzuivering indien van toepassing) moet worden opgevolgd. Op het moment dat de bemaling wordt opgestart (na circa 30 minuten), dient er een staal genomen te worden van het bemalingswater. Na de eerste staalname wordt de bemaling stilgelegd tot de resultaten van de analyses bekend zijn. De te analyseren parameters zijn die van het standaardanalysepakket zoals beschreven in bijlage 3 van de standaardprocedure voor een oriënterend bodemonderzoek (OVAM, 1 april 2020) en de PFAS-parameters opgenomen in WAC_IV_A_025. Na toetsing van de analyseresultaten aan de milieukwaliteitsnorm voor grondwater (bijlage 2.4.1 van Vlarem II) of bij gebrek daaraan aan de rapportagegrens (zie WAC compendia), wordt indien nodig een waterzuiveringsinstallatie voorzien die alle garanties biedt dat de MKN steeds gehaald zullen worden. De analyse wordt na de opstart van de bemaling herhaald na één week en daarna maandelijks. De meetresultaten en de informatie over de waterzuivering, wanneer deze nodig zou zijn, worden overgemaakt aan milieuvergunningen@antwerpen.be met vermelding van het projectnummer OMV_2021071499.

3.

Conform artikel 5.53.6.1.1§3 van Vlarem II wordt toegestaan het bemalingswater te behandelen alvorens te infiltreren in de Middenvijver.

4.

Er moeten zettingsbakens geplaatst worden bij de meest nabije zettingsgevoelige objecten. Van zodra de bemaling wordt opgestart, moeten de zettingen opgevolgd worden. De monitoring gebeurt per zettingsbaken minstens met volgende frequentie:

  • voor het opstarten van de bemaling: 1 zettingsmeting (nulmeting);
  • week 1 na opstart van de bemaling en elke eerste week nadat een dieper bemalingspeil is ingesteld: vijfmaal per week een zettingsmeting;
  • vanaf week 2 na opstart van de bemaling en elke tweede week nadat een dieper bemalingspeil is ingesteld: éénmaal per week een zettingsmeting.

De metingen op de zettingen mogen stopgezet worden van zodra deze niet meer wijzigen. Bij het instellen van een dieper bemalingspeil wordt de zettingsmeting terug opgestart volgens bovenstaande frequentie. Indien er een absolute zetting van 15 mm of meer gemeten wordt ter hoogte van een zettingsgevoelige constructie wordt de bemaling bijgestuurd. Vanaf 20 mm wordt ze stilgelegd. Er dient technisch een terugvalscenario voorzien te worden dat dit mogelijk maakt.

5.

Het grondwaterpeil dient opgevolgd te worden in minstens één peilbuis ter hoogte van de bouwput met minstens één filter in elke laag waaruit gepompt wordt. Het grondwaterpeil wordt opgemeten en genoteerd in een logboek dat ter inzage ligt op de werf, minstens met volgende frequentie:

  • voor de opstart van de bemaling: éénmaal;
  • in de eerste week van elke bemalingsfase (nieuw bemalingspeil): vijfmaal;
  • voor de overige periode: maandelijks

6.

De stand van elke debietmeter wordt minstens volgens volgende frequentie genoteerd in een logboek dat steeds ter inzage ligt op de werf:

  • in de eerste week van elke bemalingsfase (nieuw bemalingspeil): vijfmaal;
  • voor de overige periode: wekelijks.

7.

De exploitant dient de startdatum van de bemaling voor de opstart van de bemaling te melden aan de diensten Vergunningen (mailto:milieuvergunningen@antwerpen.be) en Milieu-interventie (mailto:mi@antwerpen.be) samen met de contactgegevens van de werfverantwoordelijke. Het einde van de bemalingswerken wordt eveneens gemeld aan voornoemde diensten.

8.

De exploitant hoeft geen meetgoot (artikel 4.2.5.1.1§1 van Vlarem titel II) te plaatsen. Controle van het geloosde bedrijfsafvalwater kan gebeuren via staalname ter hoogte van de lozingspunten, via aftappunten bij de bemalingsstrengen of aan de waterzuivering zelf. De exploitant voorziet hiervoor een staalnamekraan.

 

Artikel 3

De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):

 

Rubriek

Omschrijving

Gecoördineerd

12.2.1°

transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA;

1 x 630,00 kVA 

53.2.2°b)2°

bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van onbehandeld en niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1 met een netto opgepompt debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld;

319.005,00 m³/jaar 

 

Artikel 4

Het college beslist dat de omgevingsvergunning voor de grondwaterwinning (rubriek 53.2.2°b)2) geldig is voor een periode van 12 maanden vanaf de start van de bemaling.

Artikel 5

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.