Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2021075402 |
Gegevens van de aanvrager: | zie exploitant |
Gegevens van de exploitant: | NV AQUAFIN (0440691388) met als contactadres Kontichsesteenweg 38 bus A te 2630 Aartselaar |
Ligging van het project: | Van Veerlehofstraat/Gasthuishoevestraat zonder nummer (zn) te 2170 Merksem (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: | afdeling 40 sectie C nr. 580E2 |
Inrichtingsnummer: | 20210427-0014 (Bemaling rioleringstracé Van Veerlehofstraat te) |
Vergunningsplichten: | Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten |
Voorwerp van de aanvraag: | een bronbemaling noodzakelijk voor de aanleg van een rioleringstracé |
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Inhoud van de aanvraag
De aanvraag omvat een bemaling klasse 2 voor de aanleg van een rioleringstracé in Merksem. Er worden drie bijstellingen gevraagd. De duur van de bemaling wordt geschat op zes weken.
Aangevraagde rubrieken
Rubriek | Omschrijving | Gevraagd voor |
3.4.2° | het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater; | 51,60 m³/uur |
53.2.2°b)2° | bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van onbehandeld en niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1 met een netto opgepompt debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld. | 30.000 m³/jaar |
Aangevraagde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden in afwijking van algemene of sectorale voorwaarden
1. | Bij te stellen voorwaarde: Er wordt een bijstelling aangevraagd van Artikel 4.2.3.1 - lozing van bedrijfsafvalwater dat één of meer gevaarlijke stoffen bevat, van Bijlage 4.2.5.1. Controle-inrichting voor lozingen van afvalwaters en van Bijlage 4.2.5.2. Controle en beoordeling van de meetresultaten op lozingen van bedrijfsafvalwater en koelwater.
Afwijking voorwaarden:
Voorgesteld alternatief/aanvulling: De aangevraagde lozingsnorm voor de parameter arseen bedraagt 50 µg/liter. |
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
De Vlaamse Waterweg nv | 28 mei 2021 | 25 juni 2021 | Voorwaardelijk gunstig |
Vlaamse Milieumaatschappij | 28 mei 2021 | 6 juli 2021 | Voorwaardelijk gunstig |
Vlaamse Milieumaatschappij | 28 mei 2021 | 16 juni 2021 | Voorwaardelijk gunstig |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een gebied voor dagrecreatie. De gebieden voor dagrecreatie bevatten enkel de recreatieve en toeristische accommodatie, bij uitsluiting van alle verblijfsaccommodatie. (Artikel 16 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het bijzonder plan van aanleg BPA nr. 51 Het Dokske, goedgekeurd bij ministerieel besluit van 8 juni 1995. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: zone voor open ruimten en tuinen, parking, zone voor dagrecreatie en openbare weg.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Bijzondere plannen van aanleg (BPA's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
De aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten betreffen enkel de bemaling voor de aanleg van een rioleringstracé. Deze werken zijn verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening. Bijgevolg is er geen bezwaar tegen dit project.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
Aan de Veerlehofstraat te Merksem is de aanleg van een nieuwe riolering voorzien. Het rioleringstracé beslaat de volledige lengte van de straat, ongeveer 230 meter. Er wordt zowel een droogweerafvoer (DWA) als een regenwaterafvoer (RWA) aangelegd. Om dit tracé in den droge te kunnen aanleggen is een grondwaterverlaging nodig. Ter plaatse loopt het maaiveldpeil af van circa +5,51 meter TAW in het noorden tot circa +4,21 meter TAW in het zuiden. Het gemiddelde maaiveldpeil is circa +4,9 meter TAW. Het grondwaterpeil in de peilbuizen varieert tussen +3,21 meter TAW en +2,84 meter TAW. Voor de bemaling wordt uitgegaan van het hoogste grondwaterpeil. De benodigde maximale uitgravingsdiepte is +1,94 meter TAW. De grondwaterstand dient tot een halve meter onder het uitgravingsniveau verlaagd te worden. Dit komt neer op een grondwaterverlaging van ongeveer 1,8 meter (+1,44 meter TAW). Het bemalingswater zal geloosd worden op het Albertkanaal op circa 135 meter van de projectsite. Hiervoor dient toestemming gevraagd te worden aan de waterloopbeheerder (De Vlaamse Waterweg – Afdeling Albertkanaal). De Vlaamse Waterweg verleent een gunstig advies op voorwaarde dat de aanvrager onder het maximale lozingsdebiet blijft (voor het Albertkanaal is dit 20 liter/seconde) en op voorwaarde dat een afwijking wordt toegestaan door de Vlaamse Milieumaatschappij betreffende de kwaliteit van het bemalingswater (en dus de gevraagde bijzondere lozingsnorm voor arseen goedgekeurd wordt door VMM).
De bemaling kan uitgevoerd worden met een klassieke gravitaire filterbemaling aangezet op circa -3,1 meter TAW. De tussenafstand van de filters bedraagt ongeveer 5 meter. De filters worden langs één zijde van de uitgraving geplaatst. De duur van de bemaling wordt geschat op zes weken, drie weken voor de noordelijke helft en drie weken voor de zuidelijke helft. Bij opstart van de bemaling voor het noordelijk gedeelte bedraagt het initieel bemalingsdebiet circa 51,6 m³/uur. Dit daalt nadien naar een debiet van circa 25,4 m³/uur. Wanneer de bemaling voor het zuidelijk gedeelte wordt opgestart, stijgt het debiet naar circa 46,2 m³/uur. Het debiet daalt vervolgens weer tot circa 26,8 m³/uur. Het totale volume opgepompt grondwater gedurende de volledige bemaling bedraagt ongeveer 29.161 m³. Als maximaal bemalingsdebiet wordt een debiet van 51,6 m³/uur en 1.240 m³/dag gevraagd. Als totaal volume wordt 30.000 m³ gevraagd. De exploitant vroeg hiervoor klasse 2 rubriek 53.2.2.b.2 aan. Deze rubriek geldt echter vanaf een totaal volume van meer dan 30.000 m³/jaar. Deze rubriek werd zonder voorwerp verklaard. Klasse 3 rubriek 53.2.2.a werd toegevoegd.
De invloedstraal van de bemaling, gedefinieerd als de horizontale afstand van de rand van de bouwput tot waar de gesimuleerde verlaging nog vijf centimeter bedraagt, is ongeveer 290 meter. Binnen deze zone liggen zestien gekende OVAM-dossiers. In meerdere van deze dossiers wordt een overschrijding van de bodemsaneringsnorm voor arseen in het grondwater vastgesteld. Deze verhoogde arseenconcentraties hebben echter een natuurlijke oorsprong in de glauconiethoudende zanden die in de Antwerpse regio langs de Schelde worden teruggevonden. In zes dossiers wordt melding gemaakt van grondwaterconcentraties boven de bodemsaneringsnorm voor een andere parameter dan arseen.
Voor dossier 12331 en dossier 10179 wordt de invloed van de bemaling zonder meer aanvaardbaar geacht gezien de verplaatsing van de verontreiniging respectievelijk slechts 1,6 meter en 10 centimeter bedraagt. Voor de overige dossiers wordt de invloed van de bemaling eveneens aanvaardbaar geacht maar wordt aangeraden bijzondere lozingsnormen aan te vragen. Voor dossier 3340 en 15557 dient van tevoren de bodemsaneringsdeskundige gecontacteerd te worden.
Er worden geen onaanvaardbare absolute of differentiële zettingen verwacht ten gevolge van de bemaling.
De exploitant vraagt een bijstelling van volgende artikels of bijlagen van Vlarem II:
Deze bijstellingen kunnen verleend worden.
VMM dienst Afvalwater adviseert gunstig voor de lozing van bemalingswater met een debiet van maximaal 51,6 m³/uur, 1.240 m³/dag en 30.000 m³/jaar in oppervlaktewater. Het bedrijfsafvalwater moet voldoen aan de algemene lozingsvoorwaarden voor de lozing van bedrijfsafvalwater in oppervlaktewater en de volgende bijzondere voorwaarden:
Deze door VMM opgelegde voorwaarden worden opgenomen als bijzondere voorwaarden. VMM dienst Grondwater adviseert eveneens gunstig op voorwaarde dat de start- en stopdatum gemeld wordt.
Voorliggende project is niet MER-plichtig. Het aanvraagdossier werd tijdens het ontvankelijk- en volledigheidsonderzoek getoetst aan de criteria (bijlage II van het Decreet Algemene Bepalingen Milieubeleid) doordat de aanvraag betrekking heeft op een activiteit die voorkomt op de lijst van bijlage III (besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2013 inzake de nadere regels van de project-m.e.r.-screening).
De vergunningverlenende overheid is verplicht om een advies in te winnen bij het Agentschap Onroerend Erfgoed als de vergunningsaanvraag betrekking heeft op ingedeelde inrichtingen of activiteiten in of aan: een beschermde archeologische site, een beschermd monument, een beschermd cultuurhistorisch landschap of een beschermd stads- of dorpsgezicht (decreet van 12 juli 2013 betreffende het onroerend erfgoed artikel 6.4.4§3). Dat is hier niet het geval.
Een bijkomend wateradvies is niet vereist en de vergunningsaanvraag voldoet aan de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid. Dit blijkt uit de toepassing van de beoordelingsschema’s van de watertoets.
Advies aan het college
Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Mits voldaan wordt aan de algemene, sectorale en bijzondere vergunningsvoorwaarden, is deze aanvraag in overeenstemming met de VLAREM wetgeving. Vanuit milieutechnisch oogpunt wordt voorwaardelijk positief advies gegeven de vergunning te verlenen.
Geadviseerde rubrieken
Rubriek | Omschrijving | Geadviseerd voor |
3.4.2° | het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater; | 51,60 m³/uur |
53.2.2°a) | bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van onbehandeld en niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen, gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1°, met een netto opgepompt debiet van maximum 30.000 m³ per jaar of een maximale verlaging van het grondwaterpeil tot vier meter onder maaiveld; | 30.000 m³/jaar |
53.2.2°b)2° | bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van onbehandeld en niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1 met een netto opgepompt debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld. | zonder voorwerp |
Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden
1. | Het bemalingswater wordt geloosd op het Albertkanaal. Het maximaal debiet voor deze lozing bedraagt 20 liter/seconde. |
2. | De bijzondere lozingsnorm voor arseen bedraagt 50 µg/liter. |
3. | In afwijking van artikel 4.2.5.1.1.§1 van Vlarem II moet geen meetgoot of evenwaardige debietsmeting geplaatst worden maar moet het debiet van het opgepompte water gemeten en geregistreerd worden door middel van correct werkende debietmeters. |
4. | De start van de bemaling wordt minstens twee weken van tevoren gemeld aan de dienst Omgeving (milieuvergunningen@antwerpen.be) en aan de dienst Milieutoezicht (mi@antwerpen.be) van de stad Antwerpen en aan VMM dienst grondwater (grondwater.ant@vmm.be). De stopzetting van de bemaling wordt op gelijkaardige manier gemeld. |
5. | De bemaling mag geëxploiteerd worden voor een periode van twee maanden na opstart van de bemaling. |
6. | Voor opstart van de bemaling wordt de bodemsaneringsdeskundige van OVAM-dossier 3340 en 15557 gecontacteerd. |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 5 mei 2021 |
Volledig en ontvankelijk | 28 mei 2021 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 27 juli 2021 |
Verslag GOA | 9 juli 2021 |
naam GOA | Bieke Geypens |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Bijzondere milieuvoorwaarden
1. | Het bemalingswater wordt geloosd op het Albertkanaal. Het maximaal debiet voor deze lozing bedraagt 20 liter/seconde. |
2. | De bijzondere lozingsnorm voor arseen bedraagt 50 µg/liter. |
3. | In afwijking van artikel 4.2.5.1.1.§1 van Vlarem II moet geen meetgoot of evenwaardige debietsmeting geplaatst worden maar moet het debiet van het opgepompte water gemeten en geregistreerd worden door middel van correct werkende debietmeters. |
4. | De start van de bemaling wordt minstens twee weken van tevoren gemeld aan de dienst Omgeving (milieuvergunningen@antwerpen.be) en aan de dienst Milieutoezicht (mi@antwerpen.be) van de stad Antwerpen en aan VMM dienst grondwater (grondwater.ant@vmm.be). De stopzetting van de bemaling wordt op gelijkaardige manier gemeld. |
5. | De bemaling mag geëxploiteerd worden voor een periode van twee maanden na opstart van de bemaling. |
6. | Voor opstart van de bemaling wordt de bodemsaneringsdeskundige van OVAM-dossier 3340 en 15557 gecontacteerd. |
De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):
Rubriek | Omschrijving | Gecoördineerd |
3.4.2° | het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater; | 51,60 m³/uur |
53.2.2°a) | bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van onbehandeld en niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen, gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1°, met een netto opgepompt debiet van maximum 30.000 m³ per jaar of een maximale verlaging van het grondwaterpeil tot vier meter onder maaiveld. | 30.000 m³/jaar |
Het college beslist dat de omgevingsvergunning geldig is voor een periode van twee maanden vanaf de start van de werken.