Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2021066657 |
Gegevens van de aanvrager: | NV WINVEST Holding met als contactadres Oever 21 te 2000 Antwerpen |
Ligging van het project: | Merksemsesteenweg 75 te 2100 Deurne (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: | afdeling 28 sectie A nrs. 0 en 92C22 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | vermeerderen van het aantal woonentiteiten van 3 naar 4 |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 17/08/1948: toelating (626#11515) voor het oprichten van een woning.
Vergund geachte toestand
- functie en bouwvolume: meergezinswoning van 3 bouwlagen en een zolderruimte onder een zadeldak:
- gevelafwerking: gevel in klampsteen met houten buitenschrijnwerk omrand met blauwe steen.
Huidige toestand
- gevelafwerking: wit buitenschrijnwerk omrand met blauwe steen.
Gewenste toestand
- functie en bouwvolume: meergezinswoning met 4 wooneenheden:
- gevelafwerking:
Inhoud van de aanvraag
- vermeerderen van het aantal woonentiteiten van 3 naar 4;
- vernieuwen van de dakstructuur: het bestaande schuin dak wordt vervangen en wordt voorzien van twee dakkapellen en een inpandig terras, de nokhoogte blijft hetzelfde;
- regulariseren van het huidige buitenschrijnwerk aan de voorgevel;
- regulariseren van de indeling van het gelijkvloerse appartement: de vergunde doorrit werd vervangen door een woonkamer en een inpandige garage;
- uitvoeren van interne constructieve werken.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen) | 12 mei 2021 | 2 juni 2021 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering | 12 mei 2021 | 18 juni 2021 |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 12 mei 2021 | 17 mei 2021 |
Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Stedenbouw/ vergund geacht | 12 mei 2021 | 31 mei 2021 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
de draagkracht van het perceel wordt overschreden door het toevoegen van een extra wooneenheid in de daklaag;
het voortuinpad naar de gemeenschappelijke inkom wordt verhard over een breedte van 2,40 m in plaats van de maximaal toegestane 1,50 m en wordt voorzien als parkeerplaats;
voor de extra studio op de derde verdieping ontbreekt er een parkeerplaats;
op basis van de aangeleverde foto’s lijkt het of er 2 afvoermonden zijn geplaatst in de voorgevel;
het nieuwe terras wordt aangesloten op de RWA en watert niet af richting de tuin;
de aansluitpunten van de DWA en de RWA zijn te ver uiteen gelegen;
de inhoud van de septische put wordt niet vermeld op de plannen.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen.
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen wordt betrokken bij de beoordeling van de verenigbaarheid van de aanvraag met de goede ruimtelijke ordening.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
In de voorliggende aanvraag wordt een extra woonentiteit voorzien binnen het volume van de bestaande en vergunde meergezinswoning. De bestaande functie van meergezinswoning blijft behouden en is daarmee in harmonie met de kenmerkende woonfuncties in de Merksemsesteenweg.
Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid
De vergunde meergezinswoning omvat een hoofdbouw van 3 bouwlagen onder een zadeldak in gesloten bebouwing. Aan de achterzijde bevindt zich een achterbouw van 3 bouwlagen onder een plat dak met een bouwdiepte van circa 16,70 m aan de rechter zijde en circa 15,20 m aan de linker zijde. In voorliggende aanvraag wordt het terras op de tweede verdieping uitgebreid waardoor het in hetzelfde gevelvlak komt te liggen als de achterbouw. Daarnaast worden in het voorste dakvlak 2 dakkapellen voorzien. Verder situeren de geplande werken zich binnen het vergunde bouwvolume.
In voorliggende aanvraag wordt de zolderruimte onder het zadeldak omgevormd tot een bijkomende woongelegenheid. Echter stijgt door het vermeerderen van het aantal woongelegenheden van 3 naar 4 de densiteit op de site op onaanvaardbare wijze. Dit verhoogt de druk op het perceel onaanvaardbaar waardoor de draagkracht van de site wordt overschreden. De aanvraag is hierdoor strijdig met artikel 6 van de bouwcode.
Om het ruimtecomfort van een woning te bewaken is het daarnaast belangrijk dat het aantal slaapkamers in verhouding staat met het aantal beschikbare vierkante meters leefruimte per bewoner. Dit is niet het geval in het voorliggend project, waardoor de bijkomende woongelegenheid onder het zadeldak onvoldoende wooncomfort biedt. De verblijfsruimtes met voldoende vrije hoogten hebben een netto-vloeroppervlakte van amper 19 m². Beter zou zijn om de
zolderruimte te betrekken bij het onderliggende appartement. Hiervoor is echter een nieuwe vergunningsaanvraag noodzakelijk.
In voorliggende aanvraag wordt de vergunde garage omgevormd tot fietsenstalling voor het stallen van 7 fietsen. Aangezien het perceel een breedte heeft van minder dan 8 m en de gemeenschappelijke toegang tot de appartementen en garage zijn ingericht op een breedte van slechts 2,55 m is het stallen van een auto voor de fietsenberging ruimtelijk onaanvaardbaar.
Ook dient de verharding in de voortuin aangepast te worden conform artikel 27 van de bouwcode. Dit artikel legt op om voortuinen zoveel mogelijk groen en onverhard te houden. Het voorzien van voldoende groen is belangrijk voor de leefbaarheid van de stad. Daarom mogen enkel de strikt noodzakelijke toegangen verhard worden. Dit zijn toegangspaden en paden palend aan de bebouwing met een maximumbreedte van 1,50 m en opritten naar een garage met een maximale breedte van 3 m.
Visueel-vormelijke elementen
De vergunde voorgevel in bruin gevelmetselwerk en een plint in blauwe hardsteen wordt in voorliggende aanvraag voorzien van nieuw buitenschrijnwerk in witte PVC. De nieuwe dakkapellen worden uitgevoerd in antracietkleurige PVC. De geplande voorgevelwijzigingen zijn stedenbouwkundig aanvaardbaar.
Op de aangeleverde foto’s is te zien dat er tussen de raamopeningen op de gelijkvloerse en de eerste en tussen de eerste en de tweede verdieping doorboringen werden gemaakt van de voorgevel. Het is onduidelijk of dit gaat om verlichtingsarmaturen of afvoermonden. Indien het afvoermonden zijn dan is de aanvraag in strijd met artikel 35 van de bouwcode. Volgens de bepalingen van dit artikel is het aanbrengen van afvoerkanalen in de voorgevel steeds verboden. De afvoermonden moeten worden verwijderd en het gevelmetselwerk dient te worden hersteld.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
In de achtertuin wordt een terras aangelegd grenzend aan de achtergevel. Op basis van het rioleringsplan lijkt het alsof dit terras wordt aangesloten op de RWA. Dit is strijdig met artikel 39 van de bouwcode. Conform dit artikel moeten niet overdekte terrassen grenzend aan een tuin aangelegd worden in een helling van 1 à 2 % zodat het regenwater op een natuurlijke wijze kan infiltreren in de overharde bodem. Het aanleggen van het terras moet gebeuren conform artikel 39 van de bouwcode.
Bij de geplande verbouwingswerken wordt het rioleringsstelsel gescheiden aangelegd. Er wordt echter opgemerkt dat er geen retourleiding wordt aangelegd vanuit de septische put. Ook is de inhoud van de septische put niet vermeld op de plannen waardoor de aanvraag in strijd is met artikel 43 van de bouwcode. De inhoud van de septische put dient minimaal 2300 liter te bedragen. Daarnaast wordt ook het aanleggen van de gescheiden riolering conform artikel 40 van de bouwcode opgelegd.
Tot slot moeten conform artikel 41 van de bouwcode de aansluitpunten van de DWA en de RWA ter hoogte van de rooilijn minstens 0,20 m en hoogstens 0,50 m uiteen gelegen zijn. Het is niet duidelijk of dit in voorliggende aanvraag het geval is. Ook dienen beide afvoerleidingen ter hoogte van de rooilijn te zijn voorzien van een toezichtsput op privaat terrein. De riolering dient conform de bepalingen van artikel 41 van de bouwcode uitgevoerd te worden.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen het beoordelingskader voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 2 parkeerplaatsen.
De aanvraag betreft het vermeerderen van het aantal woonentiteiten van 3 naar 4. Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1. De werkelijke parkeerbehoefte is 2.
Voorliggend voorstel tot vergunning genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats.
De bijkomende woongelegenheid moet om reden van onverenigbaarheden met de goede ruimtelijke ordening worden uitgesloten uit deze vergunning. De werkelijke parkeerbehoefte is dan 1.
|
De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
Er wordt in de voortuin een parkeerplaats ingericht maar als er een wagen staat kan de fietsenberging niet gebruikt worden. Er moet onderzocht worden of de parkeerplaats kwaliteitsvol ingericht kan worden op het eigen terrein zodat de fietsenstalling wel bereikbaar is. |
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren omwille van onverenigbaarheden met de stedenbouwkundige voorschriften en een goede ruimtelijke ordening.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 13 april 2021 |
Volledig en ontvankelijk | 12 mei 2021 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 11 juli 2021 |
Verslag GOA | 17 juni 2021 |
naam GOA | Katrine Leemans |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitielijsten | Digitale bezwaarschriften |
0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.