Terug
Gepubliceerd op 13/07/2021

2021_CBS_05542 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2020150654. Grotesteenweg ZN. District Berchem - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 09/07/2021 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2021_CBS_05542 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2020150654. Grotesteenweg ZN. District Berchem - Goedkeuring 2021_CBS_05542 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2020150654. Grotesteenweg ZN. District Berchem - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:

 

  1. de aanvraag ingediend is door het betrokken college;
  2. de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

 

Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.

Aanleiding en context

Er werd bij de Vlaamse Regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

De gewestelijke omgevingsvergunningscommissie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:

- een openbaar onderzoek te houden;

- advies uit te brengen.

 

Projectnummer:

OMV_2020150654

Gegevens van de aanvrager:

Wegen Antwerpen met als adres Lange Kievitstraat 111-113 bus 41 te 2018 Antwerpen

Ligging van het project:

Grotesteenweg ZN te 2600 Berchem (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 21 sectie A nrs. 0, 159Z, 159K2, 159E, sectie B nrs. 0, afdeling 23 0, 647A en sectie C nrs. 0

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen, Vegetatiewijzigingen

Voorwerp van de aanvraag:

herinrichting kruispunt Grotesteenweg - Mechelsebrug - R1

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Vergunde/vergund geachte toestand en huidige toestand

-          functie:

  • openbaar domein met verkeersinfrastructuur;

-          inrichting:

  • verkeersinfrastructuur voor tram, wagens, fietsers, voetgangers;
  • gemengde riolering.

Gewenste toestand

-          functie:

  • openbaar domein met verkeersinfrastructuur;

-          inrichting:

  • verkeersinfrastructuur voor tram, wagens, fietsers, voetgangers;
  • gescheiden riolering.

 

Inhoud van de aanvraag

-          heraanleg van verhardingen;

-          aanleggen van tijdelijke verhardingen;

-          aanleggen van gescheiden riolering (deels op eigendom van de Vlaamse overheid en de Stad Antwerpen);

-          beperkt aanpassen van trambedding;

-          heraanleggen van tramperrons;

-          ontbossen van strook in parkzone;

-          vellen van bomen.

  

Omschrijving vegetatiewijzigingen 

Argumentatie

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)

18 juni 2021

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn

Lokale Politie/ Centrale Preventie

26 mei 2021

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn

Lokale Politie/ Verkeerspolitie

26 mei 2021

8 juni 2021

Gunstig

Vlaamse Vervoermaatschappij - De Lijn

26 mei 2021

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn





















Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Autonoom gemeentebedrijf voor vastgoed en stadsprojecten in Antwerpen

26 mei 2021

16 juni 2021

Stadsbeheer/ Groen en Begraafplaatsen

26 mei 2021

1 juni 2021

Stadsbeheer/ Stadsreiniging/ sorteerstraatjes

26 mei 2021

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Stadsbeheer/ Vastgoed/ Ontwikkeling/ Bouwprojecten

26 mei 2021

16 juni 2021

Stadsontwikkeling/ Beheer en Operaties

26 mei 2021

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

26 mei 2021

29 juni 2021

Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Ruimtelijke Planning

26 mei 2021

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Milieu

26 mei 2021

26 mei 2021

Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Archeologie

26 mei 2021

9 juni 2021

Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg

26 mei 2021

9 juni 2021

stadsontwikkeling/ publieke ruimte

26 mei 2021

17 juni 2021

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen).Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een gemengd woongebied en industriegebied.De gebieden die als gemengd woon- en industriegebied zijn aangeduid, zijn bestemd voor wonen en voor de andere in artikel 5.1.0. van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Bedoelde functies alsmede voor de instandhouding en de gerechtvaardigde uitbreiding van de bedrijven die er gevestigd zijn.Wanneer die bedrijven hun huidige bedrijfsactiviteit niet meer voortzetten en geen andere activiteiten die tot dezelfde bedrijfssector behoren, uitoefenen, krijgt het betrokken gebied uitsluitend en definitief de bestemming van woongebied.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen).Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een gebied voor gemeenschapsuitrusting en openbare nutsvoorziening. Onder gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen dient te worden begrepen voorzieningen die gericht zijn op de bevordering van het algemeen belang en die ten dienste van de gemeenschap worden gesteld. De idee van dienstverlening (verzorgende sector) aan de gemeenschap is derhalve rechtstreeks aanwezig.Artikel 4.4.8.van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening schrijft voor dat in gebieden die op de gewestplannen zijn aangewezen als gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen, handelingen van algemeen belang en de daarmee verbonden activiteiten te allen tijde kunnen worden toegelaten, ongeacht het publiek of privaatrechtelijk statuut van de aanvrager of het al dan niet aanwezig zijn van enig winstoogmerk.Als gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen kunnen eveneens worden beschouwd een school, een voor het publiek toegankelijke toegangsweg tot een vergund gebouwencomplex in een gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen en neveninrichtingen naast een autosnelweg.Alhoewel in een gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen in principe geen gebouwen met een woonfunctie zijn toegelaten, heeft de Raad van State bovendien niettemin geoordeeld dat service-flats voor bejaarden kunnen worden vergund in dergelijk gebied. Ook een nomadenkamp werd door de Raad van State beschouwd als een gemeenschapsvoorziening en openbare nutsvoorziening.(Artikel 17 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen).Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een parkgebied.De parkgebieden moeten in hun staat bewaard worden of zijn bestemd om zodanig ingericht te worden, dat ze, in de al dan niet verstedelijkte gebieden, hun sociale functie kunnen vervullen.(Artikel 14 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.
 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.
 

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag betreft de heraanleg van wegenis, riolering en traminfrastructuur grotendeels binnen het bestaande weggabarit en op percelen in eigendom van de Vlaamse overheid en de Stad Antwerpen. De aanvraag is functioneel inpasbaar.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

Het project omvat de volledige vernieuwing van de twee kruispunten van de Grotesteenweg met de Binnensingel en met de Elisabethlaan, en de tussenliggende infrastructuren boven op de bruggen over de spoorweg en de R1. De bestaande tramhalte aan de Sint-Willibrorduskerk wordt heraangelegd en voorzien van nieuwe halte infrastructuur. Ook de openbare verlichting zal binnen het projectgebied worden vernieuwd en er wordt nieuwe gescheiden riolering aangelegd.

De geplande werken bevinden zich grotendeels binnen het bestaande weggabarit en kunnen bijgevolg gunstig worden beoordeeld.

 

Alleen wordt een gedeelte van het perceel van de Willebrorduskerk, in eigendom van de Stad Antwerpen, aangesneden in functie van een wegverbreding van het naastgelegen kruispunt. Deze ingreep kan gunstig beoordeeld worden en wordt ook verder besproken in onderstaande paragraaf ‘Cultuurhistorische aspecten’.

 

Daarnaast wordt er riolering aangelegd op de terreinen van het De Villegaspark en Park Brialmont, beiden in eigendom van de Vlaamse overheid. Vanuit de Stad Antwerpen is hierover geen principieel bezwaar.

 

Visueel-vormelijke elementen

De herinrichting van de weginfrastructuur zorgt voor een grotere leesbaarheid en bijgevolg een hogere verkeersveiligheid.

 

Cultuurhistorische aspecten

Het advies werd ingewonnen van de stedelijke dienst Stadsontwikkeling / Onroerend Erfgoed / Monumentenzorg. Dit advies luidt als volgt:

“Het project heeft voor het domein erfgoedzorg vooral consequenties in de omgeving van de Sint-Willebrorduskerk. De kerk zelf en de monumentale beuk aan de westzijde van deze kerk zijn beschermd als monument. Niet alleen de kerk zelf, maar ook het volledige perceel waarop de kerk staat werd opgenomen op de bij ministerieel besluit van 14 maart 2019 vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed. De weg wordt verbreed ter hoogte van de Sint-Willibrorduskerk, waardoor een deel van het perceel waarop de kerk staat wordt aangesneden. De groenbuffer tussen de als monument beschermde kerk en het openbaar domein wordt verkleind. Het openbaar domein zal na realisatie tot vlak bij de koormuur van de kerk komen.

 

Tijdens het voortraject werd uitvoerig overleg gepleegd met zowel de stedelijke dienst monumentenzorg als met het agentschap Onroerend Erfgoed. Daarbij bleken geen alternatieven mogelijk om de groenzone rond de kerk te vrijwaren. Alhoewel de dienst monumentenzorg de verkleining van de open ruimte rond de kerk betreurt accepteren we het voorgestelde ontwerp. Indien mogelijk dient de haag die momenteel het perceel afboordt, hernomen te worden op de nieuwe perceelsgrens. Ook het gedenkteken van Sint-Willebrordus dient gevrijwaard te blijven. Mogelijk kan van de gelegenheid gebruik gemaakt worden om het groot aantal elektriciteitskasten in de omgeving van de kerk te optimaliseren.”

 

Het advies werd ingewonnen van de stedelijke dienst Stadsontwikkeling /Onroerend Erfgoed / Archeologie. Dit advies luidt als volgt:

“Het projectgebied bevindt zich buiten een archeologisch vastgestelde zone. Het projectgebied is gedeeltelijk gelegen binnen een woon- en recreatiegebied met een oppervlakte boven de 3000 m² (45 828 m²) en een ingreep boven de 1000 m² (ongeveer gelijk aan projectgebied). Volgens het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, artikel 5.4.1 is hiervoor een archeologienota verplicht.

 

De archeologienota (ID 13 844) werd ingediend door VEC en waarvan akte door het agentschap Onroerend Erfgoed op 21/02/2021. Het programma van maatregelen beveelt geen verder onderzoek (https://loket.onroerenderfgoed.be/archeologie/notas/notas/13844). De bureaustudie vermeldt dat het kerkdomein niet zal worden geraakt, wat in tegenstelling is tot de projectie en de gegevens dat de straat sinds de 16de eeuw meermaals verbreed is. Hiervoor werd reeds een deel van het kerkhof onteigend. Een deel van het kerkhof zal daarom mogelijk alsnog geraakt worden. Het is niet geweten of dit kerkhof geruimd is. Het is niet duidelijk of het gehele kerkhof (en hoe) het geruimd is. Bijkomend worden er ook oudere fases van bewoning (van ijzertijd tot vroege middeleeuwen) in de riolering verwacht. Om deze reden legt de dienst archeologie bijkomende voorwaarden op:

- De bouwheer is verplicht om eventuele vondsten waarvan hij redelijkerwijs vermoedt dat ze archeologisch relevant zijn (skeletten, aardewerk of muren), deze te melden onder de vondstmeldingsplicht (Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, artikel 5.1.4). De dienst archeologie kan de waarde steeds komen inschatten.

- De bouwheer meldt 2 weken voor aanvang de start van de werken aan de stedelijke dienst archeologie (archeologie@stad.antwerpen.be)

- De bouwheer laat werfcontroles toe door stadsarcheologen.

- De bouwheer nodigt de dienst archeologie uit voor een startvergadering waarin het vondstmeldingsprincipe wordt uitgelegd.”

 

Bovenstaande adviezen worden bijgetreden. De voorgestelde voorwaarden worden opgenomen in de voorwaarden van dit advies.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Het advies werd ingewonnen van de stedelijke dienst Stadsbeheer / Groen en Begraafplaatsen. Dit advies luidt als volgt:

“Tijdens de werken mag er niets voorzien worden waardoor de wortels of kroon van de boom onaanvaardbaar moeten beschadigd worden, noch nu, noch in de toekomst. Praktisch gezien wil dit zeggen dat er tijdens de werken niets mag leiden tot noodzaak om:

o het bestaande maaiveld af te graven of op te hogen in de wortelzone van de te behouden boom;

o graafwerken uit te voeren waarbij wortels dikker dan 5 cm moeten doorgestoken worden en/of waarbij 20 % van het totale wortelpakket moet verwijderd worden;

o het bestaande doorwortelbaar volume van de bomen te verminderen;

o de boom drastisch te snoeien. ( d.w.z. hoger opkronen dan het huidig eindbeeld of toppen of kandelaren of verwijderen van takken dikker dan 8cm).

 

Als er werken (zowel bouwwerken, als werken aan de infrastructuur errond) worden uitgevoerd, moet de te behouden boom beschermd worden. Zowel wortels, als stam, als kroon moeten beschermd worden.

Afhankelijk van de ruimte rond de boom en de opdracht zijn er globaal gezien twee mogelijkheden:

o Er is voldoende ruimte om de boom, inclusief de volledige wortelzone volledig af te sluiten en er moeten in die zone geen werken uitgevoerd worden: dan moeten er werfhekkens geplaatst die aan elkaar vast gemaakt zijn, zodat ze niet, of in ieder geval moeilijk, te verplaatsen zijn. De grootte van de wortelzone wordt idealiter bepaald door onderzoek; als onderzoek om een of ander reden niet kan, moet men er vanuit gaan dat de wortelzone bij niet zuilvormige bomen even groot is als de diameter van de kroonprojectie + 2m. Bij zuilvormige bomen is de straal van de wortelzone gelijk aan 12 x de diameter van de stam op 1,00 m hoogte.

In die volledig afgebakende zone mag niets gebeuren. (niet graven, niet stockeren, geen afvalwater of spoelwater lozen, ….)

o Er is onvoldoende ruimte om de boom, incl. volledige wortelzone,  volledig af te sluiten, of er dienen werken uitgevoerd te worden in die zone: dan moeten er beschermingsmaatregelen op maat genomen worden, zodat de ruimte onder de boom toch geheel of gedeeltelijk kan gebruikt/bewerkt worden zonder dat er schade berokkend wordt. Enkele voorbeelden van maatregelen zijn:

- Het gebruiken van rijplaten om bodemverdichting door machines te voorkomen. Het type rijplaat (staal of kunststof) moet afgestemd zijn op de belasting.

- Het stockeren enkel voorbehouden voor licht materieel, op rijplaten.

- Het voorzien van een beluchtings- en bevloeiingssysteem onder de rijplaten voor een werfweg of stockageplaats als deze langer dan drie weken in een groot deel (meer dan 20 %)  van de wortelzone komt te liggen. 

- Het handmatig uitvoeren van graafwerken tot op minstens 1m uit de stam. Verderop mag een machine  ingezet worden, maar er moet begeleiding zijn van handwerk.

- Het afkasten van de stam, incl. de bredere stamvoet, indien er regulier verkeer zal zijn langs de boom. Tussen de boom en de afkasting moet een schokdemper, zoals bijv. autobanden of een drainagebuis, worden voorzien.

- Het preventief snoeien van lichte takken (diameter kleiner dan 8 cm) om aanrijschade te voorkomen . Het snoeien wordt bij voorkeur uitgevoerd door een gecertificeerd boomverzorger.

- Het afbakenen  van dikke ( diameter groter dan dan 8 cm)  laaghangende takken om  te voorkomen dat er aanrijschade veroorzaakt wordt.

 

Enkele beschermingsmaatregelen moeten altijd genomen worden, zowel voor bomen die geheel zijn afgesloten als die gedeeltelijk zijn afgesloten.

o Het geven van water aan alle bomen die in de invloedssfeer van een droogzuiging staan (dus mogelijks ook de bomen van een naburige eigendom) om uitdroging van de wortelzone te voorkomen, tenzij bodemonderzoek zou uitwijzen dat dit niet nodig is.

o Het voorzien van een voldoende hoge bouwkraan om schade aan het bovenste deel  van de kroon te voorkomen. Als de kraan rond draait met een last eraan, mag niets de top van een boom raken. De aannemer mag ook geen snoeiwerken uitvoeren om ruimte te krijgen voor een kraan of voor om het even welke machine of stelling of … .

 

Het is aangewezen, zeker voor complexe werven, om voor de nodige onderzoeken en voor het opstellen van beschermingsmaatregelen op maat, een gecertificeerd boomverzorger te raadplegen.”

 

Bovenstaand advies wordt bijgetreden. De voorgestelde voorwaarden worden opgenomen in de voorwaarden van dit advies.

 

De termijnen van de door de Stad Antwerpen opgevraagde externe adviezen aan de Brandweerzone Antwerpen – Zwijndrecht zijn nog lopende nadat dit advies werd overgemaakt aan de hogere overheid. Dit advies dient door de hogere overheid te worden verwerkt.

 

Toetsing van het aangevraagde aan de beoordelingsgronden van het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu

 

 

Advies van het college

Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning onder voorwaarden.


Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

 

1.      De voorwaarden uit de bekrachtigde archeologienota (ID 13 844) zijn strikt na te leven:

2.      De bouwheer is verplicht om eventuele vondsten waarvan hij redelijkerwijs vermoedt dat ze archeologisch relevant zijn (skeletten, aardewerk of muren), deze te melden onder de vondstmeldingsplicht (Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, artikel 5.1.4). De dienst archeologie kan de waarde steeds komen inschatten;

3.      De bouwheer meldt 2 weken voor aanvang de start van de werken aan de stedelijke dienst archeologie (archeologie@stad.antwerpen.be);

4.      De bouwheer laat werfcontroles toe door stadsarcheologen;

5.      De bouwheer nodigt de dienst archeologie uit voor een startvergadering waarin het vondstmeldingsprincipe wordt uitgelegd;

6.      Voor te behouden bomen geldt dat zowel wortels, als stam, als kroon moeten beschermd worden. Praktisch gezien wil dit zeggen dat er tijdens de werken niets mag leiden tot noodzaak om:

  • het bestaande maaiveld af te graven of op te hogen in de wortelzone van de te behouden boom;
  • graafwerken uit te voeren waarbij wortels dikker dan 5 cm moeten doorgestoken worden en/of waarbij 20 % van het totale wortelpakket moet verwijderd worden;
  • het bestaande doorwortelbaar volume van de bomen te verminderen;
  • de boom drastisch te snoeien. ( d.w.z. hoger opkronen dan het huidig eindbeeld of toppen of kandelaren of verwijderen van takken dikker dan 8cm).

Afhankelijk van de ruimte rond de boom en de opdracht zijn er globaal gezien twee mogelijkheden:

a)      Er is voldoende ruimte om de boom, inclusief de volledige wortelzone volledig af te sluiten en er moeten in die zone geen werken uitgevoerd worden: dan moeten er werfhekkens geplaatst die aan elkaar vast gemaakt zijn, zodat ze niet, of in ieder geval moeilijk, te verplaatsen zijn. De grootte van de wortelzone wordt idealiter bepaald door onderzoek; als onderzoek om een of ander reden niet kan, moet men er vanuit gaan dat de wortelzone bij niet zuilvormige bomen even groot is als de diameter van de kroonprojectie + 2m. Bij zuilvormige bomen is de straal van de wortelzone gelijk aan 12 x de diameter van de stam op 1,00 m hoogte.
In die volledig afgebakende zone mag niets gebeuren. (niet graven, niet stockeren, geen afvalwater of spoelwater lozen, ….)

b)     Er is onvoldoende ruimte om de boom, incl. volledige wortelzone,  volledig af te sluiten, of er dienen werken uitgevoerd te worden in die zone: dan moeten er beschermingsmaatregelen op maat genomen worden, zodat de ruimte onder de boom toch geheel of gedeeltelijk kan gebruikt/bewerkt worden zonder dat er schade berokkend wordt. Enkele voorbeelden van maatregelen zijn:

  • Het gebruiken van rijplaten om bodemverdichting door machines te voorkomen. Het type rijplaat (staal of kunststof) moet afgestemd zijn op de belasting.
  • Het stockeren enkel voorbehouden voor licht materieel, op rijplaten.
  • Het voorzien van een beluchtings- en bevloeiingssysteem onder de rijplaten voor een werfweg of stockageplaats als deze langer dan drie weken in een groot deel (meer dan 20 %)  van de wortelzone komt te liggen. 
  • Het handmatig uitvoeren van graafwerken tot op minstens 1m uit de stam. Verderop mag een machine  ingezet worden, maar er moet begeleiding zijn van handwerk.
  • Het afkasten van de stam, incl. de bredere stamvoet, indien er regulier verkeer zal zijn langs de boom. Tussen de boom en de afkasting moet een schokdemper, zoals bijv. autobanden of een drainagebuis, worden voorzien.
  • Het preventief snoeien van lichte takken (diameter kleiner dan 8 cm) om aanrijschade te voorkomen . Het snoeien wordt bij voorkeur uitgevoerd door een gecertificeerd boomverzorger.
  • Het afbakenen  van dikke ( diameter groter dan dan 8 cm)  laaghangende takken om  te voorkomen dat er aanrijschade veroorzaakt wordt.

Enkele beschermingsmaatregelen moeten altijd genomen worden, zowel voor bomen die geheel zijn afgesloten als die gedeeltelijk zijn afgesloten.

  • Het geven van water aan alle bomen die in de invloedssfeer van een droogzuiging staan (dus mogelijks ook de bomen van een naburige eigendom) om uitdroging van de wortelzone te voorkomen, tenzij bodemonderzoek zou uitwijzen dat dit niet nodig is.
  • Het voorzien van een voldoende hoge bouwkraan om schade aan het bovenste deel  van de kroon te voorkomen. Als de kraan rond draait met een last eraan, mag niets de top van een boom raken. De aannemer mag ook geen snoeiwerken uitvoeren om ruimte te krijgen voor een kraan of voor om het even welke machine of stelling of … .

Het is aangewezen, zeker voor complexe werven, om voor de nodige onderzoeken en voor het opstellen van beschermingsmaatregelen op maat, een gecertificeerd boomverzorger te raadplegen.

7.      Te onderzoeken en met de dienst Monumentenzorg af te stemmen of de haag die momenteel het perceel van de Sint-Willebrorduskerk afboordt, kan worden op de nieuwe perceelsgrens;

8.      Het gedenkteken van Sint-Willebrordus dient gevrijwaard te blijven;


 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Ontvangst adviesvraag

12 mei 2021

Start 1e openbaar onderzoek

3 juni 2021

Einde 1e openbaar onderzoek

2 juli 2021

Start laatste openbaar onderzoek

3 juni 2021

Einde laatste openbaar onderzoek

2 juli 2021

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste adviesdatum

1 juli 2021

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 2 openbare onderzoeken.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

3 juni 2021

2 juli 2021

0

0

0

0

 

Informatievergadering

Een informatievergadering was niet vereist en werd niet gehouden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag, onder volgende voorwaarden.

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

 

1.      De voorwaarden uit de bekrachtigde archeologienota (ID 13 844) zijn strikt na te leven:

2.      De bouwheer is verplicht om eventuele vondsten waarvan hij redelijkerwijs vermoedt dat ze archeologisch relevant zijn (skeletten, aardewerk of muren), deze te melden onder de vondstmeldingsplicht (Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, artikel 5.1.4). De dienst archeologie kan de waarde steeds komen inschatten;

3.      De bouwheer meldt 2 weken voor aanvang de start van de werken aan de stedelijke dienst archeologie (archeologie@stad.antwerpen.be);

4.      De bouwheer laat werfcontroles toe door stadsarcheologen;

5.      De bouwheer nodigt de dienst archeologie uit voor een startvergadering waarin het vondstmeldingsprincipe wordt uitgelegd;

6.      Voor te behouden bomen geldt dat zowel wortels, als stam, als kroon moeten beschermd worden. Praktisch gezien wil dit zeggen dat er tijdens de werken niets mag leiden tot noodzaak om:

  • het bestaande maaiveld af te graven of op te hogen in de wortelzone van de te behouden boom;
  • graafwerken uit te voeren waarbij wortels dikker dan 5 cm moeten doorgestoken worden en/of waarbij 20 % van het totale wortelpakket moet verwijderd worden;
  • het bestaande doorwortelbaar volume van de bomen te verminderen;
  • de boom drastisch te snoeien. ( d.w.z. hoger opkronen dan het huidig eindbeeld of toppen of kandelaren of verwijderen van takken dikker dan 8cm).

Afhankelijk van de ruimte rond de boom en de opdracht zijn er globaal gezien twee mogelijkheden:

a)      Er is voldoende ruimte om de boom, inclusief de volledige wortelzone volledig af te sluiten en er moeten in die zone geen werken uitgevoerd worden: dan moeten er werfhekkens geplaatst die aan elkaar vast gemaakt zijn, zodat ze niet, of in ieder geval moeilijk, te verplaatsen zijn. De grootte van de wortelzone wordt idealiter bepaald door onderzoek; als onderzoek om een of ander reden niet kan, moet men er vanuit gaan dat de wortelzone bij niet zuilvormige bomen even groot is als de diameter van de kroonprojectie + 2m. Bij zuilvormige bomen is de straal van de wortelzone gelijk aan 12 x de diameter van de stam op 1,00 m hoogte.
In die volledig afgebakende zone mag niets gebeuren. (niet graven, niet stockeren, geen afvalwater of spoelwater lozen, ….)

b)     Er is onvoldoende ruimte om de boom, incl. volledige wortelzone,  volledig af te sluiten, of er dienen werken uitgevoerd te worden in die zone: dan moeten er beschermingsmaatregelen op maat genomen worden, zodat de ruimte onder de boom toch geheel of gedeeltelijk kan gebruikt/bewerkt worden zonder dat er schade berokkend wordt. Enkele voorbeelden van maatregelen zijn:

  • Het gebruiken van rijplaten om bodemverdichting door machines te voorkomen. Het type rijplaat (staal of kunststof) moet afgestemd zijn op de belasting.
  • Het stockeren enkel voorbehouden voor licht materieel, op rijplaten.
  • Het voorzien van een beluchtings- en bevloeiingssysteem onder de rijplaten voor een werfweg of stockageplaats als deze langer dan drie weken in een groot deel (meer dan 20 %)  van de wortelzone komt te liggen. 
  • Het handmatig uitvoeren van graafwerken tot op minstens 1m uit de stam. Verderop mag een machine  ingezet worden, maar er moet begeleiding zijn van handwerk.
  • Het afkasten van de stam, incl. de bredere stamvoet, indien er regulier verkeer zal zijn langs de boom. Tussen de boom en de afkasting moet een schokdemper, zoals bijv. autobanden of een drainagebuis, worden voorzien.
  • Het preventief snoeien van lichte takken (diameter kleiner dan 8 cm) om aanrijschade te voorkomen . Het snoeien wordt bij voorkeur uitgevoerd door een gecertificeerd boomverzorger.
  • Het afbakenen  van dikke ( diameter groter dan dan 8 cm)  laaghangende takken om  te voorkomen dat er aanrijschade veroorzaakt wordt.

Enkele beschermingsmaatregelen moeten altijd genomen worden, zowel voor bomen die geheel zijn afgesloten als die gedeeltelijk zijn afgesloten.

  • Het geven van water aan alle bomen die in de invloedssfeer van een droogzuiging staan (dus mogelijks ook de bomen van een naburige eigendom) om uitdroging van de wortelzone te voorkomen, tenzij bodemonderzoek zou uitwijzen dat dit niet nodig is.
  • Het voorzien van een voldoende hoge bouwkraan om schade aan het bovenste deel  van de kroon te voorkomen. Als de kraan rond draait met een last eraan, mag niets de top van een boom raken. De aannemer mag ook geen snoeiwerken uitvoeren om ruimte te krijgen voor een kraan of voor om het even welke machine of stelling of … .

Het is aangewezen, zeker voor complexe werven, om voor de nodige onderzoeken en voor het opstellen van beschermingsmaatregelen op maat, een gecertificeerd boomverzorger te raadplegen.

7.      Te onderzoeken en met de dienst Monumentenzorg af te stemmen of de haag die momenteel het perceel van de Sint-Willebrorduskerk afboordt, kan worden op de nieuwe perceelsgrens;

8.      Het gedenkteken van Sint-Willebrordus dient gevrijwaard te blijven;


 

Artikel 2

DienstTaak
SW/VHet advies college te bezorgen aan de instantie die advies gevraagd heeft.

Artikel 3

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.