Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2021078583 |
Gegevens van de aanvrager: | mevrouw Catherine Tonneau-Midol met als adres Kernenergiestraat 80 te 2610 Antwerpen |
Ligging van het project: | Kernenergiestraat 80 te 2610 Wilrijk (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: | afdeling 44 sectie D nrs. 0 en 446N3 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | verbouwen van een woning en het vervangen van een tuinhuis |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 14/04/1994: vergunning (222#12103) voor het verbouwen van een praktijkruimte;
- 31/08/1981: toelating (222#5812) voor het plaatsen van een houten bergplaats;
- 29/10/1979: toelating (222#5337) voor het oprichten van een woning.
Vergunde toestand/Geacht vergunde toestand
- eengezinswoning met praktijkruimte;
- 3 bouwlagen met plat dak in halfopen bebouwing;
- gelijkvloers heeft een bouwdiepte van circa 21 m;
- verdiepingen hebben een bouwdiepte van circa 12 m;
- gelijkvloers bestaat uit praktijkruimte;
- verdiepingen bestaan uit een eengezinswoning met een dakterras;
- in de achtertuin staat een houten tuinhuis van 1 bouwlaag met zadeldak.
Huidige toestand
- eengezinswoning;
- 3 bouwlagen met plat dak in halfopen bebouwing;
- gelijkvloers heeft een bouwdiepte van circa 21 m;
- verdiepingen hebben een bouwdiepte van circa 12 m;
- de praktijkruimte op het gelijkvloers werd omgevormd naar een slaapkamer, een badkamer, een hobbykamer, een kitchenette, een ontspanningsruimte en berging;
- de verdiepingen bestaan uit een woon- en eetkamer, een keuken, een inpandig terras, 3 slaapkamers, een bureel, 2 badkamers, berging en een dakterras;
- voorgevels zijn afgewerkt met betonnen gevelsteen, zichtbare beton, gevelleien, balustrade, houten voordeur en grijs of bruin buitenschrijnwerk;
- in de achtertuin staat een houten tuinhuis van 1 bouwlaag met zadeldak.
Gewenste toestand
- eengezinswoning;
- 3 bouwlagen met plat dak in halfopen bebouwing;
- gelijkvloers heeft een bouwdiepte van circa 21 m;
- verdiepingen hebben een bouwdiepte van circa 12 m;
- de praktijkruimte op het gelijkvloers werd omgevormd naar een slaapkamer, een badkamer, een hobbykamer, een kitchenette, een ontspanningsruimte en berging;
- de verdiepingen bestaan uit een woon- en eetkamer, een keuken, 3 slaapkamers, een bureel, 2 badkamers, berging en een dakterras;
- voorgevels zijn afgewerkt met betonnen gevelsteen, zichtbare beton, gevelleien, balustrade, houten voordeur en grijs of bruin buitenschrijnwerk;
- in de achtertuin staat een nieuw tuinhuis van 2 (klas)containers met een oppervlakte van 36 m², van 1 bouwlaag met plat dak, afgewerkt met hout en grijs of bruin buitenschrijnwerk.
Inhoud van de aanvraag
- regulariseren van het omvormen van de praktijkruimte naar woonruimte;
- regulariseren van het isoleren van het dak en het ophogen van de dakopstand;
- regulariseren van het plaatsen van zonnepanelen en een zonneboiler;
- dicht maken van het inpandig terras om de keuken te vergroten;
- plaatsen van extra ramen in de voor- en achtergevel;
- vervangen van het buitenschrijnwerk op de tweede verdieping;
- slopen van het bestaande tuinhuis;
- plaatsen van 2 (klas)containers als nieuw tuinhuis.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Business en Innovatie | 31 mei 2021 | 4 juni 2021 |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering | 31 mei 2021 | 1 juni 2021 |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 31 mei 2021 | 31 mei 2021 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen).Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een bufferzone.De bufferzones dienen in hun staat bewaard te worden of als groene ruimte ingericht te worden, om te dienen als overgangsgebied tussen gebieden waarvan de bestemmingen niet met elkaar te verenigen zijn of die ten behoeve van de goede plaatselijke ordening van elkaar moeten gescheiden worden.(Artikel 14 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen.
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De ruimtes van de vergunde nevenfunctie op het gelijkvloers worden omgevormd tot verblijfsruimtes bij de eengezinswoning.
Door de aanwezigheid van een slaapkamer, badkamer, keuken, hobbykamer en ontspanningsruimte op het gelijkvloers ontstaat de indruk dat er een bijkomende wooneenheid wordt ingericht. Dit deel van het gelijkvloers kan namelijk volledig zelfstandig functioneren van de rest van de woning en beschikt over een eigen toegang tot de buitenruimte. Aangezien het opdelen van de woning geen onderdeel is van de aanvraag en bovendien volgens de stedenbouwkundige beleidsvisie rond wonen hier niet gewenst is, wordt als voorwaarde opgenomen om de eengezinswoning steeds als één en ondeelbaar geheel te behouden.
Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid
De werken aan de woning situeren zich binnen het bestaande volume in functie van een beter intern ruimtegebruik. Aan de straatzijde is een inpandige buitenruimte mee opgenomen bij de woonoppervlakte, als uitbreiding van de keuken. Er wordt geoordeeld dat de draagkracht van het perceel, noch de omgeving wordt overschreden.
In de tuin voorziet men een nieuw tuinberging van 36 m² op 1 m van de perceelgrens. Door de ligging van het perceel op de hoek van twee straten wordt deze tuin aanzien als een zijtuin. Gelet op de tuinen in de omgeving en het behoud van de groene tuinafsluitingen is een afstand van 1 m hier aanvaardbaar.
Visueel-vormelijke elementen
Omwille van de interne aanpassingen op het gelijkvloers wordt een raamopening vergroot en worden er twee raamopeningen extra voorzien. Op de tweede verdieping is het buitenschrijnwerk vervangen. Deze aanpassingen aan de gevels zijn aanvaardbaar.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De plaatsing van de zonneboiler op het platte dak voldoet niet aan artikel 16 van de bouwcode. Als voorwaarde zal daarom opgenomen worden om deze op minstens 2 m van de perceelgrens te plaatsen.
De vergunde oefenruimte op het gelijkvloers wordt omgevormd tot een verblijfsruimte (ontspanningsruimte) waardoor deze moet voldoen aan artikel 21 van de bouwcode. Voor deze ruimte is op 14/04/1994 een vergunning verleend waarbij er een vrije hoogte was voorzien van 2,50 m. Deze hoogte zorgde er ook voor dat het platte dak aansloot bij het reeds bestaande platte dak achteraan de woning. Vandaag kan er aangenomen worden dat de ruimte niet intensiever gebruikt zal worden als in de vergunde toestand. Bovendien wordt er een extra raamopening voorzien waardoor er voldoende natuurlijk licht aanwezig zal zijn. De ruimte beschikt over voldoende verblijfskwaliteit waardoor een afwijking van de bouwcode toegelaten kan worden.
De kitchenette bevindt zich centraal op het gelijkvloers en heeft geen eigen raamopeningen. Hierdoor voldoet deze niet aan artikel 24 van de bouwcode. De plannen tonen echter dat deze kitchenette zich niet in een afgesloten ruimte bevindt, maar aansluit bij de ontspanningsruimte. Bovendien beschikt de eengezinswoning op de eerste verdieping over een volwaardige keuken die aansluit op de eetkamer. Het gebruik van de kitchenette zal daardoor beperkt zijn tot het gebruik van de ontspanningsruimte of de tuinzone. Een afwijking op artikel 24 van de bouwcode kan toegestaan worden.
Door het isoleren van het hoofddak van de woning voldoet deze niet meer aan artikel 34 van de bouwcode. Van dit voorschrift kan, met het oog op het voorkomen van brandoverslag, niet afgeweken worden. Deze opstand is echter niet vereist indien de dakbekleding valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen. Dit wordt opgelegd als voorwaarde bij de vergunning.
Het platte dak van de tuinberging is circa 36 m² en wordt niet aangelegd als een groendak. Vanuit duurzaamheid heeft een groendak een aantal belangrijke voordelen ten opzichte van een gewoon dak. Ze zorgen voor een kleinere hoeveelheid afgevoerd regenwater en beperken gelijktijdig het piekdebiet bij stortbuien. Ook verminderen ze het “urban heat island” effect en werken ze als (extra) dakisolatie tegen oververhitting. Ze capteren fijn stof, en zorgen voor meer biodiversiteit. Omwille van dit positief effect is het verplicht om alle nieuwe platte daken ten minste als extensief groendak aan te leggen. Dit wordt dan ook opgelegd als voorwaarde bij het verlenen van deze vergunning.
Tegenover de vergunde toestand is het terras achteraan de eerste verdieping vergroot. De vergunde schuine vorm is verdwenen waardoor er een privacy probleem kan ontstaan tegenover de linkerbuur. Als voorwaarde zal daarom opgenomen worden om het terras te voorzien conform de plannen van de vergunning van 14/04/1994 zoals gekend in het archief van de stad, en niet zoals aangeleverd in dit dossier.
Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de woning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. het gedeelte van de scheidingsmu(u)r(en) dat geen opstand heeft van minimaal 0,30 m ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, te voorzien van dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden; geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.);
2. de zonneboiler op minstens 2 m van de perceelgrens te voorzien conform de voorschriften van artikel 16 van de bouwcode;
3. het platte dak van de tuinberging te voorzien van een groendak conform artikel 38 van de bouwcode;
4. de eengezinswoning als één en ondeelbaar geheel te behouden;
5. het terras achteraan de eerste verdieping te voorzien conform de plannen van de vergunning van 14/04/1994 zoals gekend in het archief van de stad, en niet zoals aangeleverd in dit dossier;
6. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 1 mei 2021 |
Volledig en ontvankelijk | 31 mei 2021 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 29 juli 2021 |
Verslag GOA | 5 juli 2021 |
naam GOA | Katrine Leemans |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitielijsten | Digitale bezwaarschriften |
0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. het gedeelte van de scheidingsmu(u)r(en) dat geen opstand heeft van minimaal 0,30 m ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, te voorzien van dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden; geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.);
2. de zonneboiler op minstens 2 m van de perceelgrens te voorzien conform de voorschriften van artikel 16 van de bouwcode;
3. het platte dak van de tuinberging te voorzien van een groendak conform artikel 38 van de bouwcode;
4. de eengezinswoning als één en ondeelbaar geheel te behouden;
5. het terras achteraan de eerste verdieping te voorzien conform de plannen van de vergunning van 14/04/1994 zoals gekend in het archief van de stad, en niet zoals aangeleverd in dit dossier;
6. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.