Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2021045805 |
Gegevens van de aanvrager: | de heer Joost Van Cauwelaert met als adres Wildert 25 te 2170 Merksem (Antwerpen) en mevrouw Karen Vergote met als adres Wildert 25 te 2170 Merksem (Antwerpen) |
Ligging van het project: | Wildert 25 te 2170 Merksem (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: | afdeling 41 sectie B nrs. 0 en 284S7 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | verbouwen van een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 18/09/2020: voorwaardelijke vergunning (20201780) voor het uitbreiden van een eengezinswoning op het gelijkvloers;
- 15/12/1986: vergunning (18#68585) voor het bouwen van 4 woonhuizen (bevat geen plan).
Vergunde toestand/Geacht vergunde en huidige toestand
- eengezinswoning van 2 bouwlagen onder schuin dak in halfopen bebouwing;
- ter hoogte van de linker perceelgrens een garage- en keukenvolume van 1 bouwlaag onder plat dak op 2,2 m van de rechter perceelgrens;
- gevels in bruinrode gevelsteen en houten buitenschrijnwerk met betonnen accenten.
Gewenste toestand
- het garage- en keukenvolume zal niet conform de vergunde toestand gerealiseerd worden;
Inhoud van de aanvraag
- aanpassen van de achterbouw.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Er werden geen adviezen gevraagd.
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag wijkt af op de bepalingen van de verkavelingsvergunning op volgend punt:
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag is niet in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode
verhardingen zoals een terras en een tuinhuis zijn in achtertuinen beperkt toegestaan, met een maximum van 27 m²;
de achterste scheidsmuur van de tuinberging moet voldoen aan dit artikel.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
De aanvraag wijkt af op de bepalingen van de verkavelingsvergunning op volgend punt.
De woning is dieper uitgebreid dan 12 m, namelijk 14 m, en bevindt zich gedeeltelijk in de tuinzone.
Volgens artikel 4.3.1 §1 van de Vlaamse Code Ruimtelijke Ordening moet een vergunning worden geweigerd als het aangevraagde onverenigbaar is met verkavelingsvoorschriften voor zover de verkaveling niet ouder is dan vijftien jaar op het ogenblik van de indiening van de vergunningsaanvraag, en voor zover daarvan niet op geldige wijze is afgeweken. Aangezien de verkaveling goedgekeurd is op 28/11/1983, en dus ouder is dan 15 jaar, vormen deze verkavelingsvoorschriften geen weigeringsgrond meer.
Op 18/09/2020 werd een voorwaardelijk vergunning (dossiernummer: OMV_2020061743) verleend met volgende motivatie:
“De afwijking is 2 m en kan nauwelijks als minimaal worden beschouwd. Echter is de tuinzone van het perceel circa 7,5 m diep en circa 8,9 m breed waardoor het perceel een dergelijke bouwdiepte toelaat. Er blijft nog een kwaliteitsvolle tuinoppervlakte over. Met deze argumentatie wordt het college geadviseerd af te wijken van de voorschriften.”
Dezelfde argumentatie kan behouden blijven.
De voorliggende aanvraag omvat een kleine wijziging in het volume tegenover vorig dossier.
Ter hoogte van de keuken wordt de achtergevel nu afgewerkt met een rechte hoek in plaatst van een schuine hoek. Hierdoor ontstaat een kookeiland in de keuken waarlangs gecirculeerd kan worden. De bouwdiepte blijft behouden.
Functionele inpasbaarheid
Voorliggende aanvraag omvat opnieuw geen functiewijziging. De bestaande functie van eengezinswoning blijft behouden en is daarmee in harmonie met de kenmerkende woonfuncties in de Wildert en zijn omgeving.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
Bij het behandelen van het dossier wordt vastgesteld dat achteraan op het perceel 1 à 2 bergingen worden geplaatst op de achterste perceelsgrens. Deze zijn stedenbouwkundig aanvaardbaar mits zij voldoen aan de artikels van de bouwcode. In dit geval moet de achterste tuinmuur voldoen aan artikel 34 van de bouwcode en moet de minimale plafondhoogte 2,2 m bedragen, conform artikel 21 van de bouwcode. Dit wordt meegenomen naar de voorwaarden.
Verder wordt meegenomen naar de voorwaarden dat de aanvraag moet voldoen aan artikel 27 van de bouwcode. De verhardingen zoals een terras en een tuinhuis zijn in de achtertuin beperkt toegestaan tot een maximum van 27 m². Dit stemt overeen met 1/3 van circa 81,5 m² tuinoppervlakte.
Visueel-vormelijke elementen
De bestaande voorgevel blijft behouden en wordt niet gewijzigd.
De achtergevel wordt afgewerkt houten planchetten en houten buitenschrijnwerk. Gelet op het feit dat deze delen aan de achterzijde gesitueerd zijn en de materialen in overeenstemming zijn met de stedelijke context, kan de gevelafwerking aanvaard worden.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De afwijking op artikel 21 van de bouwcode is stedenbouwkundig aanvaardbaar.
De keuken heeft een minimale plafondhoogte van 2,5 m in plaats van de vereiste 2,6 m.
Echter bedraagt de afwijking 10 cm en kan deze als minimaal worden beschouwd. De plafondhoogte kan nog als een voldoende vrije hoogte worden beschouwd, waardoor de keuken nog over voldoende verblijfskwaliteit beschikt.
Om het ruimtecomfort van een woning te bewaken is het belangrijk dat het aantal slaapkamers in verhouding staat met het aantal beschikbare vierkante meters leefruimte per bewoner. Dit is niet het geval in het voorliggend project, waardoor de woongelegenheden onvoldoende wooncomfort bieden.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de plafondhoogte van de tuinberging moet minimaal 2,2 m bedragen, conform artikel 21 van de bouwcode;
2. de achterste scheidingsmuur van de tuinberging moet voldoen aan artikel 34 van de bouwcode;
3. de verhardingen, zoals een terras en een tuinhuis, in de achtertuin moet beperkt blijven tot maximum van 27 m², conform artikel 27 van de bouwcode;
4. na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 16 maart 2021 |
Volledig en ontvankelijk | 13 april 2021 |
Start openbaar onderzoek | 23 april 2021 |
Einde openbaar onderzoek | 22 mei 2021 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 27 juli 2021 |
Verslag GOA | 5 juli 2021 |
naam GOA | Gerd Cryns |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
23 april 2021 | 22 mei 2021 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de plafondhoogte van de tuinberging moet minimaal 2,2 m bedragen, conform artikel 21 van de bouwcode;
2. de achterste scheidingsmuur van de tuinberging moet voldoen aan artikel 34 van de bouwcode;
3. de verhardingen, zoals een terras en een tuinhuis, in de achtertuin moet beperkt blijven tot maximum van 27 m², conform artikel 27 van de bouwcode;
4. na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.