Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2021074597 |
Gegevens van de aanvrager: | de heer Kenan Polat met als contactadres Lucas Henninckstraat 7 te 2610 Wilrijk (Antwerpen) |
Ligging van het project: | Julius De Geyterstraat 252 te 2610 Wilrijk (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: | afdeling 43 sectie A nrs. 0 en 134Z13 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | uitbreiden van een meergezinswoning door het bouwen van een extra, 4de bouwlaag met een extra wooneenheid |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 26/03/2021: weigering (OMV_2021004729) voor het uitbreiden van een appartementsgebouw met een extra daklaag en een extra wooneenheid;
- 06/11/2020: opname in het vergunningenregister (2020139) van een gebouw met 2 wooneenheden ;
- 25/02/1963: vergunning (222#12828) voor het bouwen van een woning.
Vergunde/vergund geachte toestand
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- houten inkomdeur (kleur niet gekend) en garagepoort in ijzer (kleur niet gekend);
- penant tussen inkomdeur en garagepoort in blauwe mozaïeksteentjes.
Huidige toestand
- conform vergund geachte toestand, uitgezonderd:
Gewenste toestand
- conform huidige toestand, uitgezonderd:
- mansardedak met antracietkleurige vezelcement leien en houten dakrand met Trespa.
Inhoud van de aanvraag
- het vermeerderen van het aantal woonentiteiten van 2 naar 3;
- het inrichten van een tuinkamer (horende bij de woonentiteit op de eerste verdieping), achteraan op de gelijkvloerse bouwlaag;
- het uitbreiden van het bouwvolume door het bouwen van een extra, 4de, bouwlaag;
- het inrichten van een één-slaapkamerappartement met inpandig terras in deze extra bouwlaag;
- het ophogen van de scheidsmuren als gevolg van het optoppen van het bouwvolume.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen) | 25 mei 2021 | 17 juni 2021 | Voorwaardelijk gunstig |
Fluvius System Operator | 25 mei 2021 | 28 mei 2021 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering | 25 mei 2021 | 27 mei 2021 |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 25 mei 2021 | 25 mei 2021 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen wordt betrokken bij de beoordeling van de verenigbaarheid van de aanvraag met de goede ruimtelijke ordening.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
Er zijn geen gegronde redenen om af te wijken van de geldende voorschriften.
Functionele inpasbaarheid
Op 6 november 2020 werd de woning, met twee woonentiteiten, opgenomen in het vergunningenregister (2020139): “Uit de bijgevoegde bewijsmaterialen blijkt dat de constructie, inclusief de functie van wonen en twee woonentiteiten, in aanmerking komt voor opname in het vergunningenregister en dit wegens het vermoeden van vergunning.”
In voorliggende aanvraag wenst men het aantal woonentiteiten uit te breiden met een appartement in een nieuwe en extra bouwlaag.
De functionele inpasbaarheid van een meergezinswoning blijft gegarandeerd.
Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid
In voorliggende aanvraag wenst men het pand, dat bestaat uit 3 bouwlagen onder plat dak, uit te breiden met een 4de bouwlaag. De straat en het bouwblok kenmerken zich echter door panden met voornamelijk 2 of 3 bouwlagen. Het is correct te stellen dat enkele panden, waaronder ook het naastgelegen pand met nummer 250, zijn opgebouwd uit 4 bouwlagen maar dit is echter zonder meer niet kenmerkend en eerder een uitzondering te noemen, waardoor dit onder geen beding als referentiebeeld dienst kan doen. Bovendien heeft de nieuwe bouwlaag een bouwdiepte van maar liefst 17 meter, hetgeen eveneens bovenmaats ten opzichte van de buurpanden en stedenbouwkundig onaanvaardbaar is. Ook de huidige bouwdiepte van de onderliggende bouwlagen vormt reeds een duidelijke afwijking ten opzichte van het referentiebeeld; een gelijkaardige bouwdiepte op de vierde bouwlaag zal de negatieve invloed daarvan, op de bezonning van de aanpalenden bijkomend en onaanvaardbaar vergroten.
Omwille van deze onverenigbaarheid met de goede ruimtelijke ordening en de afwijkingen op artikels 6 en 10 van de bouwcode is het advies inzake schaal en ruimtegebruik dan ook eenduidig ongunstig.
Visueel-vormelijke elementen
De bestaande voorgevel, afgewerkt met een gele gevelsteen, aluminium en houten schrijnwerk, een ijzeren garagepoortblauwe en blauwe mozaïeksteentjes op bepaalde delen, blijft in zijn geheel behouden. De nieuwe daklaag wordt opgevat in mansardevorm en afgewerkt met antracietkleurige vezelcement-leien. Deze daklaag is echter geenszins kenmerkend in de visuele context. De visueel-vormelijke elementen voor de nieuwe bouwlaag worden hierdoor ongunstig beoordeeld, met een negatief advies voor dit deelaspect tot gevolg.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats.
De aanvraag betreft het uitbreiden en regulariseren van een appartementsgebouw.
De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en/of functiewijziging.
Een bestaande meergezinswoning met 2 appartementen, en op het gelijkvloers gemeenschappelijke ruimtes en garage, wordt omgevormd naar een meergezinswoning met 3 appartementen (door middel van een extra verdieping).
Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1.
Voor de bijkomende wooneenheid is er een parkeerbehoefte van 1 x 1 = 1 parkeerplaats. Er verdwijnen door de verbouwing geen parkeerplaatsen.
De werkelijke parkeerbehoefte is 1 parkeerplaats.
|
De plannen voorzien in 0 nuttige extra autostal- en autoparkeerplaatsen.
Er was 1 plaats in de garage. Deze blijft behouden. Er zijn geen bijkomende nuttige plaatsen.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.
In een aantal gevallen genereert een aanvraag een werkelijke parkeerbehoefte maar kunnen de plaatsen om volgende stedenbouwkundige redenen niet (volledig) gerealiseerd worden:
‘Voorliggende aanvraag heeft betrekking op een pand met een perceelsbreedte van minder dan of gelijk aan 8 m. Volgens artikel 12, §3, 1° (Levendige plint) van de bouwcode is een toegangspoort voor een autobergplaats niet toegelaten. Het pand in kwestie beschikt echter reeds over een in het verleden vergunde inpandige garage, waardoor het bijkomend voorzien van een extra parkeerplaats niet mogelijk is.’
|
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1 – 0 = 1.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1 – 0 = 1. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Fietsvoorzieningen:
Voor het bijkomende appartement is er een fietsparkeerbehoefte van 1 x (1+1) = 2 fietsstalplaatsen. In de woning is er in bestaande toestand reeds een fietsenberging aanwezig, dewelke echter in nieuwe toestand niet wordt uitgebreid; de bestaande fietsparkeerbehoefte is 4 fietsen, waardoor de berging dus groot genoeg moet zijn voor 6 fietsen. De oppervlakte ervan is 12 m²; hetgeen voldoende is voor 6 fietsen.
Vermelde berging is te bereiken via een deur achteraan de garage, dewelke zelf 6 m diep is. Er moet dan ook voor gezorgd worden dat de wagen, die in de garage staat, niet te ver door kan rijden waardoor hij de doorgang naar de fietsenberging zou blokkeren; dit kan door middel van een muurtje of een andere fysieke barrière.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onverenigbaarheden met een goede ruimtelijke ordening.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 26 april 2021 |
Volledig en ontvankelijk | 25 mei 2021 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 24 juli 2021 |
Verslag GOA | 5 juli 2021 |
naam GOA | Gerd Cryns |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitielijsten | Digitale bezwaarschriften |
0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.
De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.