Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2020152045 |
Gegevens van de aanvrager: | BVBA SOKRATES met als adres Roerdomplaan 5 te 2960 Brecht |
Ligging van het project: | Weversstraat 36-40 te 2610 Wilrijk (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: | afdeling 43 sectie A nrs. 0, 10N6 en 10M6 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | bouwen van een meergezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- Er werd geen relevante voorgeschiedenis teruggevonden.
Vergunde/vergund geachte toestand
- een braakliggend terrein.
Huidige toestand
- een braakliggend terrein afgesloten met een houten schutting;
- op circa vier meter van de rooilijn staat een houten bergplaats van vijf op acht meter.
Gewenste toestand
- de sloop van de houten barak;
- een meergezinswoning van twee bouwlagen onder schuin dak met dakkapel;
- de voorgevelbreedte bedraagt 12,26 meter;
- de bouwdiepte is circa 16,82 meter;
- één autostaanplaats rechts in het gevelvlak;
- vier woongelegenheden;
- met betrekking tot de nieuwe wooneenheden zijn volgende gegevens beschikbaar:
- gevelafwerking:
Inhoud van de aanvraag
- het slopen van een houten berging;
- het bouwen van een meergezinswoning.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
AQUAFIN NV | 20 mei 2021 | 9 juni 2021 | Voorwaardelijk gunstig |
Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen) | 20 mei 2021 | 30 juni 2021 | Voorwaardelijk gunstig |
Fluvius System Operator | 20 mei 2021 | 28 mei 2021 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering | 20 mei 2021 | 27 mei 2021 |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 20 mei 2021 | 20 mei 2021 |
Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Milieu | 20 mei 2021 | 14 juni 2021 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving besluit de toegevoegde project-MER-screeningsnota dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn. De nota wordt aanvaard.
Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het Rooilijndecreet.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen wordt betrokken bij de beoordeling van de verenigbaarheid van de aanvraag met de goede ruimtelijke ordening.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
De aanvraag wijkt af op artikel 6, 34 en 43 van de bouwcode. Vanuit het aspect ‘hinder – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen’ kan er van deze artikels niet worden afgeweken. Dit wordt in voorwaarde bij deze vergunning opgenomen.
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag beoogt de nieuwbouw van een appartementsgebouw met vier wooneenheden. De woonfunctie is verenigbaar met de omgeving die voornamelijk bestaat uit een- en meergezinswoningen. De functionele inpasbaarheid wordt aldus gerespecteerd.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De aanvraag beoogt de sloop van een houten constructie op een voor het overige braakliggend terrein. Na sloop zal er een nieuwbouwvolume worden opgetrokken dat in bouwhoogte aansluiting vindt bij het linkerbuurpand nummer 42. Op het gelijkvloers (bouwdiepte circa 16,82 meter) zal er minder diep gebouwd worden als de buurpanden. Op de 1ste verdieping zal de woning aansluitend bij het rechterbuurpand nummer 34 trapsgewijs afgebouwd worden en komt de bouwdiepte iets voorbij de achtergevellijn van het linkerbuurpand nummer 42 (13 meter ten opzichte 11,72 meter van het linkerbuurpand). Dit brengt geen onaanvaardbare hinder met zich mee en is bijgevolg stedenbouwkundig aanvaardbaar. De daklaag blijft beperkt tot circa 8,83 meter bouwdiepte en blijft hiermee binnen het gabarit van het linkerbuurpand. Vanuit goede ruimtelijke ordening dient het dakterras op de 1ste verdieping achteraan te worden geplaatst onder een hoek van 45 graden ten opzichte van de achtergevellijn van het buurpand nummer 42 zoals in het rood aangeduid op de plannen (op plan wordt deze 45 gradenregel toegepast ten opzichte de eigen achtergevellijn).
Visueel-vormelijke elementen
De gevels worden afgewerkt met een grijskleurige gevelsteen, antraciet kleurig aluminium schrijnwerk en antraciet kleurige dakpannen. De borstwering op de verdieping bestaat uit glas. De straat kenmerkt zich voornamelijk door woningen waarvan de gevels afgewerkt zijn met een gevelsteen. De dakkapel is niet vreemd en sluit hiermee harmonisch aan bij de twee linker aanpalende panden. Er wordt echter opgemerkt dat de uitwerking van de dakkapel aan de voorgevel in gevelsteen niet kenmerkend is als afwerkingsmateriaal en strijdig is met artikel 6 van de bouwcode. De visueel-vormelijke elementen worden gunstig geadviseerd mits er voor de dakkapel aan de voorgevel een dakmateriaal wordt gebruikt. Dit wordt als voorwaarde opgenomen bij de vergunning.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Om het ruimtecomfort van een woning te bewaken is het belangrijk dat het aantal slaapkamers in verhouding staat met het aantal beschikbare vierkante meters leefruimte per bewoner. De voorziene appartementen in het project voldoen hieraan waardoor het wooncomfort van de woongelegenheden gunstig wordt beoordeeld.
Er werd advies gevraagd aan de Stedelijke dienst Milieu. Het advies is gunstig en luidt als volgt:
“Uit het dossier blijken geen ingedeelde inrichtingen of activiteiten verbonden aan het project.”
Er werd advies gevraagd aan Fluvius. Het advies is gunstig en wordt toegevoegd aan de omgevingsvergunning.
Er werd advies gevraagd aan Aquafin. Het advies met voorwaarden en algemene voorwaarden maakt integraal deel uit van de omgevingsvergunning.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 4 parkeerplaatsen. De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en of functiewijziging. De aanvraag bouwt een meergezinswoning met 4 2-slaapkamerappartementen op een braakliggend terrein. Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1 De werkelijke parkeerbehoefte is 4 x 1 = 4 parkeerplaatsen.
|
De plannen voorzien in 1 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1.
Gezien de ligging van het pand in een woonerf en er maar een smalle zone is tussen het nieuwe gebouw en de uitritzone is het op vlak van verkeersafwikkeling niet wenselijk om alle vier plaatsen op eigen perceel te voorzien.
|
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 3.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 4. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 3 plaatsen.
|
Ontsluiting/bereikbaarheid:
Gezien de ligging van het pand in een woonerf en er maar een smalle zone is tussen het nieuwe gebouw en de bestaande parkeerplaatsen op openbaar domein zal het aanleggen van de inpandige garage ten kosten gaan van een parkeerplaats op het openbaar domein.
In functie hiervan werden de plannen aangepast en gespiegeld waardoor de parkeerplaatsen op het openbaar domein kunnen behouden blijven.
Fietsvoorzieningen:
De fietsparkeerbehoefte van deze ontwikkeling is 4 x (2+1) = 12 fietsstalplaatsen.
Er worden 12 plaatsen ingetekend, maar die zijn niet toereikend. Alle 12 plaatsen worden met een hangsysteem voorzien. Een hangsysteem kan aanvullend zijn aan goede horizontale plaatsen, maar lang niet alle types fietsen kunnen in een hangsysteem geplaatst worden. Daarom adviseren we dat maar maximaal de helft van het aantal plaatsen in een hangsysteem zou kunnen worden opgelost.
De getekende plaatsen hebben maar een hart-op-hart afstand van 35 cm. De bouwcode schrijft minstens 40 cm voor.
In voorwaarde bij de vergunning wordt opgenomen om 12 kwalitatief, bruikbare fietsstallingen te voorzien conform het advies van de Stedelijke dienst Mobiliteit en artikel 29 van de bouwcode.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen moeten op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt worden nageleefd;
2. De diepte van de fundering moet worden uitgevoerd conform artikel 34 van de bouwcode;
3. de septische put moet een inhoud hebben van 3950 liter conform artikel 43 van de bouwcode;
4. Als afwerkingsmateriaal van de dakkapel aan de voorgevel dient er een dakmateriaal te worden gebruikt in plaats van metselwerk;
5. Het dakterras op de 1ste verdieping achteraan dient te worden beperkt tot onder een hoek van 45 graden en dit ten opzichte van de achtergevellijn van het linkerbuurpand nummer 42 zoals in het rood aangeduid op volgend plan:
- BA_2009_ P_N_02_rode_aanduiding;
6. De voorwaarden en algemene voorwaarden uit het advies van Aquafin moeten strikt worden nageleefd;
7. Er moeten 12 kwalitatief, bruikbare fietsstallingen worden voorzien conform het advies van de Stedelijke dienst Mobiliteit en artikel 29 van de bouwcode;
8. Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021;
9. De aandacht van de initiatiefnemer wordt er best op gevestigd dat bemalingswerken noodzakelijk voor de realisatie van bouwkundige werken vergunningsplichtig zijn krachtens de Vlarem indelingslijst (rubriek 53.2).
Deze omgevingsvergunning moet worden bekomen alvorens de werf kan worden gestart. Indien het gaat om een bemaling van meer dan 30.000m³ op jaarbasis of een bemaling dieper dan 4m –mv moet de vergunningsaanvraag een bemalingsstudie bevatten.
In de bemalingsstudie worden naast de zettingsberekeningen, debieten, fasen tenminste ook volgende aspecten beschreven en gemotiveerd:
- een beschrijving van de milderende ingrepen om het bemalingsdebiet zo laag mogelijk te houden (bv. berlinerwand, bentonietwand, secanspalen, …)
- grondwaterstanden voor en tijdens bemaling
- invloedstraal van de bemaling (op plan)
- een risico-inschatting van het oppompen van verontreinigd grondwater
- een beschrijving van de mogelijkheden van de retourbemaling (of alternatieven 1.lozen in oppervlakte water 2. Hemelwaterafvoer,…)
- indien geen retourbemaling mogelijk: grondige motivatie, een aanduiding van het lozingspunt, toelating van Aquafin bij lozing op riolering van > 10m³/u.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 22 april 2021 |
Volledig en ontvankelijk | 20 mei 2021 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 19 juli 2021 |
Verslag GOA | 30 juni 2021 |
naam GOA | Gerd Cryns |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitielijsten | Digitale bezwaarschriften |
1 | 0 | 1 | 0 |
Bespreking van de bezwaren
Tijdens de bevraging aanpalenden werd er één bezwaarschrift ingediend dat zich laat samenvatten als volgt:
Beoordeling: het braakliggend perceel is bestemd om op te bouwen. Het perceel met een breedte van meer dan 12 meter en ruime perceeloppervlakte laat toe om meerdere woonentiteiten te voorzien. Een woonfunctie is bovendien verenigbaar met de woongebouwen in de straat. Het betreft hier een breed perceel waar dat er ook twee eengezinswoningen zouden kunnen gebouwd worden. Dit zou eveneens een verhoging van de parkeerbehoefte met zich meebrengen. Bovendien zou er bij het voorzien van twee eengezinswoningen geen garagepoort kunnen voorzien worden aangezien de gevels dan te smal zouden zijn volgens artikel 12 van de bouwcode. Het klopt inderdaad dat de garagepoort links in het gevelvlak voor hinder zorgt ten opzichte van de parkeerplaatsen in de straat. Om de parkeerplaatsen in de straat te vrijwaren, werd er een aangepast plan toegevoegd met de plaatsing van de garagepoort rechts in het gevelvlak. Het bezwaar is ontvankelijk en deels gegrond.
Beoordeling: De bouwdiepte sluit op de 1ste verdieping aan bij het rechterbuurpand en bouwt dan trapsgewijs af naar het linkerbuurpand. Hierbij komt de bouwdiepte inderdaad wat dieper (circa 1,27 meter). Er wordt geoordeeld dat dit geen significante hinder veroorzaakt naar het buurperceel. De tuinen zijn ruim waardoor er voldoende licht, lucht en zicht is in het bouwblok. Het bezwaar is ontvankelijk maar ongegrond.
Beoordeling: de terrassen houden voldoende afstand om de privacy naar het buurpand te respecteren. Er werd hierbij rekening gehouden met de afstanden op vlak van lichten en zichten van het burgerlijk wetboek. Vanuit goede ruimtelijke ordening zal er bovendien als voorwaarde bij de omgevingsvergunning worden opgenomen om ook de 45 graden regel te respecteren ten opzichte van de achtergevellijn van het linkerbuurpand nummer 42. Het bezwaar is ontvankelijk en deels gegrond.
Beoordeling: overleg betreffende een gemene muur en een plaatsbeschrijving is niet stedenbouwkundig maar burgerrechtelijk van aard. De vergunningverlenende overheid kan geen uitspraak doen over dit aspect. Het bezwaar is ontvankelijk, doch ongegrond.
Het college sluit zich integraal aan bij:
- de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;
- het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen moeten op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt worden nageleefd;
2. De diepte van de fundering moet worden uitgevoerd conform artikel 34 van de bouwcode;
3. de septische put moet een inhoud hebben van 3950 liter conform artikel 43 van de bouwcode;
4. Als afwerkingsmateriaal van de dakkapel aan de voorgevel dient er een dakmateriaal te worden gebruikt in plaats van metselwerk;
5. Het dakterras op de 1ste verdieping achteraan dient te worden beperkt tot onder een hoek van 45 graden en dit ten opzichte van de achtergevellijn van het linkerbuurpand nummer 42 zoals in het rood aangeduid op volgend plan:
- BA_2009_ P_N_02_rode_aanduiding;
6. De voorwaarden en algemene voorwaarden uit het advies van Aquafin moeten strikt worden nageleefd;
7. Er moeten 12 kwalitatief, bruikbare fietsstallingen worden voorzien conform het advies van de Stedelijke dienst Mobiliteit en artikel 29 van de bouwcode;
8. Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021;
9. De aandacht van de initiatiefnemer wordt er best op gevestigd dat bemalingswerken noodzakelijk voor de realisatie van bouwkundige werken vergunningsplichtig zijn krachtens de Vlarem indelingslijst (rubriek 53.2).
Deze omgevingsvergunning moet worden bekomen alvorens de werf kan worden gestart. Indien het gaat om een bemaling van meer dan 30.000m³ op jaarbasis of een bemaling dieper dan 4m –mv moet de vergunningsaanvraag een bemalingsstudie bevatten.
In de bemalingsstudie worden naast de zettingsberekeningen, debieten, fasen tenminste ook volgende aspecten beschreven en gemotiveerd:
- een beschrijving van de milderende ingrepen om het bemalingsdebiet zo laag mogelijk te houden (bv. berlinerwand, bentonietwand, secanspalen, …)
- grondwaterstanden voor en tijdens bemaling
- invloedstraal van de bemaling (op plan)
- een risico-inschatting van het oppompen van verontreinigd grondwater
- een beschrijving van de mogelijkheden van de retourbemaling (of alternatieven 1.lozen in oppervlakte water 2. Hemelwaterafvoer,…)
- indien geen retourbemaling mogelijk: grondige motivatie, een aanduiding van het lozingspunt, toelating van Aquafin bij lozing op riolering van > 10m³/u
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.