Terug
Gepubliceerd op 27/09/2021

2021_CBS_07622 - Omgevingsvergunning - OMV_2021118572. Louisalei 18. District Hoboken - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 24/09/2021 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg; Tom Meeuws, schepen; Karin De Craecker

Afwezig

Serge Muyters, korpschef; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Karin De Craecker

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2021_CBS_07622 - Omgevingsvergunning - OMV_2021118572. Louisalei 18. District Hoboken - Goedkeuring 2021_CBS_07622 - Omgevingsvergunning - OMV_2021118572. Louisalei 18. District Hoboken - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2021118572

Gegevens van de aanvrager:

Alexander en Ilona Horst - Decuyper met als adres Louisalei 18 te 2660 Hoboken (Antwerpen)

Ligging van het project:

Louisalei 18 te 2660 Hoboken (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 37 sectie C nrs. 65P en 65X2

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

vebouwen van een eengezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

geen relevante voorgeschiedenis teruggevonden.

Huidige toestand

-          eengezinswoning van 3 bouwlagen onder gedeeltelijk mansardedak in halfopen bebouwing met een bouwdiepte van circa 10,6 m voor het hoofdgebouw, een uitbreiding op het gelijkvloers aan de linkerzijde tot een bouwdiepte van circa 20,3 m, een uitbreiding op de eerste verdieping aan de linkerzijde tot een bouwdiepte van circa 17 m en een kroonlijsthoogte van circa 9,56 m;

-          voorgevel afgewerkt met rood metselwerk voorzien van lijnvormige sierelementen in witte natuursteen, balkon in witte natuursteen, plint en twee banden ter hoogte van het balkon in blauwe hardsteen, buitenschrijnwerk in wit pvc, deur in wit geschilderd staal, kroonlijst in wit geschilderd hout, mansardedak bekleed met donkergrijze leien en schuin dak in zink;

-          tuinberging aan de rechterzijde tot op circa 0,15 m van de rechterperceelsgrens;

-          volledige voortuin verhard.

Gewenste toestand

-          slopen van de uitbreiding op het gelijkvloers vanaf een bouwdiepte van circa 17 m;

-          uitbreiden van het gelijkvloers aan de linkerzijde tot een bouwdiepte van circa 18,2 m;

-          wijzigen van de indeling van het buitenschrijnwerk van de achtergevel;

-          voorzien van een nieuw dakvlakvenster in het voorste dakvlak en vijf nieuwe dakvlakvensters in het achterste dakvlak;

-          slopen van de schouwen en voorzien van nieuwe afvoerkanalen;

-          nieuw buitenschrijnwerk in wit gelakt hout, nieuw buitenschrijnwerk in het mansardedak in antraciet aluminium en schuin dak afgewerkt in grijs rhepanol;

-          verlagen van het niveau van de tuin aan de rechterzijde om een diepte van circa 1,9 m onder het maaiveld te bekomen;

-          voorzien van een fietsenberging in de tuin onder het maaiveld die toegankelijk is via een dubbele helling;

-          slopen van de tuinberging aan de linkerzijde;

-          regulariseren van de tuinberging aan de rechterzijde;

-          regulariseren van de verharde voortuin.

Inhoud van de aanvraag

-          slopen van de uitbreiding op het gelijkvloers;

-          uitbreiden van het gelijkvloers;

-          wijzigen van de indeling van het buitenschrijnwerk van de achtergevel;

-          voorzien van nieuw dakvlakvensters;

-          slopen van de schouwen en voorzien van nieuwe afvoerkanalen;

-          nieuw buitenschrijnwerk in wit gelakt hout, nieuw buitenschrijnwerk in het mansardedak in antraciet aluminium en schuin dak afgewerkt in grijs rhepanol;

-          verlagen van het niveau van de tuin aan de rechterzijde;

-          voorzien van een fietsenberging in de tuin onder het maaiveld die toegankelijk is via een dubbele helling;

-          slopen van de tuinberging aan de linkerzijde;

-          regulariseren van de tuinberging aan de rechterzijde;

-          regulariseren van de verharde voortuin. 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg

6 augustus 2021

27 augustus 2021

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):

  • artikel 27 Open ruimte:
    de verharding in de voortuin dient beperkt te worden tot de strikt noodzakelijke verhardingen;
  • artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren:
    er wordt geen dakopstand van minimaal 0,3 m voorzien.
     

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het Rooilijndecreet.

 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag. 

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

De aanvraag is strijdig met volgende bepalingen van de bouwcode:

 

Open ruimte (art.27):

-          de voortuin wordt grotendeels verhard of half-verhard aangelegd:

  • Een pad voorzien naar de voordeur;
  • Half-verharding;
  • Een oprit in grasdallen;
  • Een extra toegangspad.

Conform de bepalingen van de bouwcode is enkel strikt-noodzakelijk verharding toegelaten. De tuinzone dient zoveel mogelijk onverharde ingericht en met natuurlijk groen in onverharde grond aangeplant te worden. Een groene tuin heeft een aangenamer uitzicht in de straat of binnen in een bouwblok en bevordert daarom de leefkwaliteit van bewoners en omwonenden. Door de tuin niet te bebouwen of te verharden blijft een deel beschikbaar voor natuurlijke infiltratie van regenwater in de bodem, zodat de openbare riolering minder belast wordt en het risico op problemen met de waterhuishouding vermindert. Bovendien is elke tuin, hoe klein ook, een natuurlijke oase in de bebouwing voor vogels, insecten,…  Iedere vorm van half-verharding zoals bijvoorbeeld grasdallen, grindmatten (niet limitatief) wordt eveneens aanzien als verharding. Bijgevolg zal in voorwaarde worden opgenomen dat de verharding in de voortuinstrook beperkt moet blijven zoals in rood aangeduid op het nieuw inplantingsplan.

 

Stabiliteit en scheidingsmuren (art.34):

-          De scheimuur met de linker aanpalende werd ter hoogte van de gelijkvloerse uitbreiding niet uitgevoerd met een opstand van 30cm ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak. Dit is strijdig met artikel 34 van de Bouwcode. Met het oog op het voorkomen van brandoverslag kan van dit artikel enkel afgeweken worden als de brandwerendheid van het dak voldoende is. In voorwaarde wordt een minimale brandklasse opgelegd voor de dakbekleding.

 

Functionele inpasbaarheid

De bestemming van eengezinswoning blijft behouden waardoor de functionele inpasbaarheid gegarandeerd blijft.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De aanvraag heeft betrekking en interne wijziging en een zeer beperkt uitbreiding. Deze geplande werken zijn niet storend voor de omgeving en in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening van de plaats.

 

Visueel-vormelijke elementen - Cultuurhistorische aspecten

Gelet op het historisch karakter van het pand werd er advies ingewonnen bij de stedelijke dienst monumentenzorg:

Men wenst het pand te verbouwen.

In de voorgevel wordt nieuw houten schrijnwerk voorzien. Er worden geen detailtekeningen toegevoegd.

De uitbouw wordt aangepast en verbouwd en bijkomend geïsoleerd. In de achtergevel wordt aluminium schrijnwerk voorzien.

Het dak wordt geïsoleerd en afgewerkt met een kunststofbekleding, het voorste dakvlak van de mansarde wordt bekleed met leien.

De kamerstructuur en de afwerking van het hoofdgebouw worden bewaard.

 

Om het historische beeld van de voorgevel in het straatbeeld te versterken worden een aantal voorwaarden opgelegd:

-          Het schrijnwerk moet de segmentboog van de gevelopeningen volgen

-          Het ontwerp van de voordeur moet herbekeken worden, het heeft weinig zin om hier een historiserend ontwerp te maken in hout dat op geen enkele manier verwijst naar het historische beeld (twee vleugels, bredere kader, betere verhoudingen,…)

-          Vrijleggen van de bestaande kroonlijst die nu ingepakt is

-          centrale dakkapel: te onderzoeken wat er onder de pvc omkasting zit: behoud van het houten schrijnwerk indien nog aanwezig.

 

Vanuit stedenbouwkundig oogpunt wordt er aangesloten bij het gegeven voorwaardelijk gunstig advies. De voorgestelde voorwaarde worden vanuit stedenbouwkundig oogpunt bijgetreden en verder opgenomen als voorwaarde van vergunning.             

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de woning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      het gedeelte van de scheidingsmuren dat geen opstand heeft van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, te voorzien van:

-          dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden; geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.);

2.      in de voortuinstrook wordt enkel de strikt-noodzakelijke verharding zoals in rood aangeduid op het nieuw inplantingsplan opgenomen in de vergunning. De overige voortuinstrook dient aangelegd te worden met groen in volle grond;

3.      het schrijnwerk moet de segmentboog van de gevelopeningen volgen, detailtekeningen dienen voorgelegd te worden aan de stedelijke dienst monumentenzorg;

4.      de bestande kroonlijst die nu is ingepakt moet worden vrijgelegd;

5.      Het ontwerp van de voordeur moet herbekeken worden, het heeft weinig zin om hier een historiserend ontwerp te maken in hout dat op geen enkele manier verwijst naar het historische beeld (twee vleugels, bredere kader, betere verhoudingen,…);

6.      Er dient onderzoek gedaan te worden naar de centrale dakkapel. Indien het oorspronkelijke houten schrijnwerk aanwezig is, moet dit behouden blijven;

7.      na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

9 juli 2021

Volledig en ontvankelijk

6 augustus 2021

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

5 oktober 2021

Verslag GOA

14 september 2021 

naam GOA

Gerd Cryns 

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.


Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1.      het gedeelte van de scheidingsmuren dat geen opstand heeft van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, te voorzien van:

-          dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden; geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.);

2.      in de voortuinstrook wordt enkel de strikt-noodzakelijke verharding zoals in rood aangeduid op het nieuw inplantingsplan opgenomen in de vergunning. De overige voortuinstrook dient aangelegd te worden met groen in volle grond;

3.      het schrijnwerk moet de segmentboog van de gevelopeningen volgen, detailtekeningen dienen voorgelegd te worden aan de stedelijke dienst monumentenzorg;

4.      de bestande kroonlijst die nu is ingepakt moet worden vrijgelegd;

5.      Het ontwerp van de voordeur moet herbekeken worden, het heeft weinig zin om hier een historiserend ontwerp te maken in hout dat op geen enkele manier verwijst naar het historische beeld (twee vleugels, bredere kader, betere verhoudingen,…);

6.      Er dient onderzoek gedaan te worden naar de centrale dakkapel. Indien het oorspronkelijke houten schrijnwerk aanwezig is, moet dit behouden blijven;

7.      na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.