Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2021095227 |
Gegevens van de aanvrager: | BVBA DEDEKA met als adres Ferdinand Verbiestlaan 6 te 2650 Edegem en de heer Denys De Kempe met als contactadres Ferdinand Verbiestlaan 6 te 2650 Edegem |
Ligging van het project: | Prins Boudewijnlaan 175 te 2610 Wilrijk (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: | afdeling 42 sectie C nrs. 0 en 226D2 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | omvormen van een eengezinswoning met nevenfunctie naar een meergezinswoning: één woonentiteit en een horeca ruimte op de gelijkvloerse verdieping |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 11/04/1960: vergunning (238#10454) voor het bouwen van een woonhuis;
Vergunde toestand
- functie en bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Gewenste toestand
- omvormen van een eengezinswoning met nevenfunctie naar een meergezinswoning: één woonentiteit en een horeca ruimte op de gelijkvloerse verdieping;
- gevelafwerking:
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- omvormen van een eengezinswoning met nevenfunctie handel naar een horecaruimte op de gelijkvloerse verdieping en woongelegenheid op de bovengelegen verdiepingen.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Agentschap Wegen en Verkeer/ AWV - District Antwerpen Vergunningen | 27 augustus 2021 | 3 september 2021 | Voorwaardelijk gunstig |
Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen | 6 augustus 2021 | 17 augustus 2021 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Business en Innovatie | 6 augustus 2021 | 9 augustus 2021 |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering | 6 augustus 2021 | 13 augustus 2021 |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 6 augustus 2021 | 10 augustus 2021 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening toegankelijkheid.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
aan de achtergevel wordt een afvoer voor de keuken voorzien. Net geen twee meter boven de bovenrand van alle deur-, venster en ventilatieopeningen, die zich binnen een straal van 4 meter bevinden. Gemeten van de bovenrand 1.80 m.
horeca-inrichtingen waar voedsel wordt verwerkt en/of waar warme maaltijden ter plekke worden geconsumeerd, zijn verplicht hun afvalwater via vetafscheiders te lozen. Deze werd niet voorzien en moet voorzien worden conform dit artikel.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen wordt betrokken bij de beoordeling van de verenigbaarheid van de aanvraag met de goede ruimtelijke ordening.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag voorziet in de herinrichting van een eengezinswoning met een handelsruimte naar een pand met op het gelijkvloers een horecaruimte en op de verdiepingen een wooneenheid.
De stad telt heel wat eengezinswoningen. Echter worden deze woningen steeds vaker opgedeeld in kleinere woonentiteiten. Ook zijn er steeds minder vergunningen voor de bouw van eengezinswoningen. Om gezinnen in de stad te kunnen blijven aantrekken en behouden is het nodig om de eengezinswoningen te beschermen. De grootste en enigste woongelegenheid in het project bedraagt circa 219 m² netto. Deze oppervlakte is voldoende om een groot gezin te herbergen.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De werken situeren zich binnen het bestaande volume in functie van de opdeling van het pand.
Voor de wooneenheid wordt er op de eerste verdieping ter hoogte van de Hoge-Aardstraat een terras voorzien. Dit terras behoud voldoende afstand tot beide buren op voorwaarde dat het op plan onder een denkbeeldige hoek van 45° wordt voorzien van de achtergevel van de rechterbuur om de privacy van de aanpalende niet te schenden.
Visueel-vormelijke elementen
Op het gelijkvloers wordt het buitenschrijnwerk in zwart aluminium voorzien en wordt de houten gevelbekleding zwart geschilderd. Verder voorziet men een balustrade rond het terras.
De bestaande voorgevel uit beige gevelmetselwerk, elementen in natuursteen en een blauwe hardstenen plint wordt behouden. Gelet op de directe omgeving en het behoud van de architecturale detaillering zijn voorgestelde werken aanvaardbaar in het straatbeeld.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De woning en de handelsruimte zijn voorzien conform actueel gebruiksgenot.
Het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer met betrekking tot de voortuin aan de zijde van de gewestweg is voorwaardelijk gunstig.
Volgende voorwaarden worden opgesomd:
- de zone van achteruitbouw moet ingericht worden met OF waterdoorlatende materialen OF er moet afwatering op het eigen terrein voorzien worden;
- het Agentschap Wegen en Verkeer benadrukt dat zij de in de aanvraag voorziene vorm van ontsluiting naar de gewestweg niet zal toestaan;
- het perceel moet ter hoogte van de gewestweg afgesloten worden op de grens met het openbaar domein en dit volgens onderstaande voorwaarden:
Het Agentschap Wegen en Verkeer beoordeelt voorliggende aanvraag namelijk onwenselijk omwille van volgende doelstellingen en zorgplichten van het Agentschap:
- Onwenselijkheid omwille van de goede ruimtelijke ordening en toekomstvisie inzake wegbeheer en verkeersveiligheid (bouwlijn):
In de omgeving werd decennialang een bouwlijn toegepast aan de hand van het niet bij KB bekrachtigde rooilijnplan C00213700 zodat er een feitelijke bouwlijn is ontstaan.
Deze feitelijke bouwlijn bevindt zich op 6 meter achter de rooilijn.
Het is van groot belang om deze bouwlijn te blijven hanteren om de volgende redenen:
De voortuinstrook, hier de zone van achteruitbouw werd verhard zonder vergunning. Hierbij werd geen afwatering op het eigen terrein voorzien. Bij regenval zal deze zone van achteruitbouw dan ook afwateren op het openbaar domein. Dit kan niet toegelaten worden. De zone van achteruitbouw moet ingericht worden met OF waterdoorlatende materialen OF er moet afwatering op het eigen terrein voorzien worden.
Het Agentschap Wegen en Verkeer wenst de grond, bestemd voor de openbare weg, te vrijwaren van elk extra obstakel voor de toekomstige weginrichting, zodat deze later kan aangepast worden aan de nieuwe behoeften en inzichten. Het Agentschap wenst dan ook geen afwijking toe te staan en adviseert daarom ongunstig. Gelet op dit ongunstig advies moet de vergunning geweigerd worden voor wat betreft de verharding in de zone van achteruitbouw.
- Onwenselijkheid omwille van verkeersveiligheid:
In voorliggend geval worden de doelstellingen en zorgplichten inzake verkeersveiligheid en inzake een vlotte verkeersdoorstroming geschonden. Het is de bevoegdheid van het Agentschap Wegen en Verkeer om te allen tijde het veilig en vlot verkeer te waarborgen. De verkeersveiligheid is dus een doelstelling en zorgplicht van het beleidsveld van Agentschap Wegen en Verkeer die met zorgvuldigheid nagestreefd moeten worden. Het Agentschap toetst dan ook de invloed van elke vergunningsaanvraag op de verkeersveiligheid rekening houdend met de specifieke omstandigheden.
Het Agentschap Wegen en Verkeer streeft de beperking van de toegangen tot een gewestweg, zoals de N173, na met het oog op het vergroten van de vlotte verkeersdoorstroming, het bevorderen van de verkeersveiligheid en het verlagen van de conflictpunten met de zwakke weggebruiker.
De algemene richtlijnen hieromtrent werden gebundeld in het dienstorder MOW/AWV/2012/16 van 16/10/2012 (betreffende de Reglementering van de toegangen tot gewestdomein), die onder meer de volgende voorwaarden oplegt:
De vergunningsaanvraag is onwenselijk om volgende redenen:
De bestaande toestand komt niet overeen met de vergunde situatie. De voortuinstroken werden verhard zonder vergunning. Hierbij werd een bijkomende ontsluiting langs de gewestweg voorzien. De insteekparking langs de gewestweg werden niet vergund en kunnen ook niet toegelaten worden. Bij het in- of uitrijden van deze parkings kan er enkel achterwaarts op de gewestweg gereden worden en dit over het voetpad.
Langs de N173 en op de locatie van de vergunningsaanvraag moet het aantal toegangen worden beperkt want het betreft hier een zeer drukke gewestweg die bestaat uit een voetpad en 2 rijstroken. De insteekparkings werden ingericht in de onmiddellijke nabijheid van de terugkeerlus op de gewestweg, het kruispunt met de Hoge Aardstraat en een fiets- en voetgangersoversteek. Bijkomende conflictpunten zoals de insteekparkings kunnen niet toegelaten worden.
De gemeentewegen hebben een toegang verlenende functie waardoor toegangen inherent zijn aan dit type weg conform de inrichtingsprincipes van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen.
Het dienstorder m.b.t. toegangen (MOW/AWV/2012/16) bepaalt dat wanneer een perceel grenst aan een weg van lagere categorie de toegang daar dient te worden voorzien.
Op deze wijze wordt op een veiligere wijze ontsloten met minder hinder voor het vlot verkeer en zonder bijkomende gevaarlijke conflictpunten te creëren ter hoogte van de gewestweg.
Parkings die haaks op de weg worden ingepland en op deze wijze een rechtstreekse toegang hebben tot de gewestweg kunnen niet worden toegestaan. Het is onwenselijk dat bestuurders achterwaarts de gewestweg dienen op te rijden om de parking te verlaten OF het is onwenselijk dat bestuurders op de gewestweg dienen te manoeuvreren om het perceel veilig op of af te rijden.
Het gegeven dat er sprake is van een reeds bestaande toegang, houdt geen ‘recht’ in op een toegang tot de openbare weg op die locatie en onder die modaliteiten. De modaliteiten van de toegang tot de openbare weg zijn precair en kunnen door de wegbeheerder worden gewijzigd met het oog op het algemeen belang.
Er kan niet worden betwist dat de bestaande situatie een gevaarlijk situatie creëert.
Gelet op de nieuwe vergunningsaanvraag is het de verplichting van een normaal en zorgvuldig vergunningverlenende overheid en van een zorgvuldig wegbeheerder om dit gevaarlijk conflictpunt te verhelpen.
Het Agentschap Wegen en Verkeer benadrukt dat zij de in de aanvraag voorziene vorm van ontsluiting naar de gewestweg niet zal toestaan. De voortuinstrook ter hoogte van de gewestweg moet afgesloten worden op de grens met openbaar domein.
Hoewel een privaat perceel een recht heeft om toegang te hebben tot de openbare weg, is de uitoefening van dit recht afhankelijk van de noodwendigheden eigen aan het openbaar domein. Het openbaar domein wordt in eerste instantie immers aangelegd met het oog op het algemeen belang. De inrichting van de openbare weg is steeds precair en men kan geen particulier recht op de bestaande of toekomstige inrichting van een openbare weg doen gelden.
Het Agentschap Wegen en Verkeer geeft aan hoe de openbare weg in het algemeen belang moet worden aangelegd, namelijk met een minimum aan ontsluitingen en conflictpunten. De vergunningverlenende overheid kan bij het verlenen van een stedenbouwkundige vergunning niet bepalen hoe de openbare weg zal moeten worden aangelegd. De breedte en de modaliteiten van de ontsluiting van een perceel naar de openbare weg worden bepaald door de wegbeheerder van deze openbare weg en niet door de vergunningverlenende overheid. Anders oordelen zou een bevoegdheidsoverschrijding inhouden.
De in de huidige vergunningsaanvraag voorziene ontsluiting zal dus onuitvoerbaar zijn, bij gebreke aan een akkoord hieromtrent door de wegbeheerder. Elke normaal en zorgvuldige vergunningverlenende overheid zal een project met een dergelijke ontsluiting niet vergunnen. Het getuigt immers van onzorgvuldig en kennelijk onredelijk bestuur om een stedenbouwkundige vergunning af te leveren die niet uitvoerbaar zal zijn bij gebreke aan de mogelijkheid om te ontsluiten naar de openbare weg.
- Onwenselijkheid omwille van veilig en vlot verkeer (afsluiting):
Het Agentschap Wegen en Verkeer geeft aan hoe de openbare weg in het algemeen belang moet worden aangelegd. Het Agentschap Wegen en Verkeer kan bepalen dat er ter hoogte van de grens met het openbaar domein een afsluiting dient te worden voorzien.
Indien de afsluiting uit een lage muur bestaat, moet deze muur een maximum hoogte van 0,75 meter hebben, waarop al dan niet een hekwerk komt; de totale hoogte mag 2,25 meter niet overschrijden.
Boven 1,50 meter moet de afsluiting meer open dan gesloten delen vertonen.
Indien de afsluiting uit een groene haag bestaat, moet deze worden geplant op 0,50 meter achter de grens van het openbaar domein. De haag mag niet meer dan 1,50 meter stamhoogte hebben en moet jaarlijks vóór 15 april gesnoeid en tot deze hoogte teruggebracht worden.
Lichte afsluitingen (geen muren maar bvb. een afsluiting bestaande uit paal en draad) kunnen geplaatst worden op de eigendomsgrens.
De hekkens mogen bij het openen niet over het wegdomein draaien.
De afsluitingen aan de wegkruisingen en wegaansluitingen mogen het uitzicht niet benemen boven 0,75 meter hoogte.
De volgende voorwaarden dienen te worden opgelegd: Het perceel moet ter hoogte van de gewestweg afgesloten worden op de grens met het openbaar domein en dit volgens bovenstaande voorwaarden.
Bijgevolg zullen alle wijzigingen aan de voortuin aan de zijde van de gewestweg worden uitgesloten.
Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet het pand aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 0 parkeerplaatsen.
De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en of functiewijziging. In de bestaande situatie is er een winkel met daaraan een eengezinswoning. In de nieuwe toestand wil men de winkel omvormen te recagelegenheid en wordt op de bovenliggende verdiepingen de woning er apart van voorzien. Het blijft nog altijd één woongelegenheid. Naar mobiliteit toe is er één woning en dit blijft één woning. Er is dus geen uitbreiding en bijgevolg geen bijkomende parkeerbehoefte. De winkel wordt omgevormd tot reca gedeelte van ongeveer 108m². Dit is zeer beperkt in oppervlakte en heeft bijgevolg geen parkeerbehoefte. De werkelijke parkeerbehoefte is 0 parkeerplaatsen.
|
De plannen voorzien in 2 nuttige bijkomende autostal- en autoparkeerplaatsen.
In vergunde toestand zijn er geen plaatsen vergund in de voortuin. Gelet op het advies van het Agentschap Wegen & Verkeer én het feit dat de voortuin aan de zijde van Hoge-Aardtstraat slechts 4m65 diep is aan de linkerzijde, kunnen er hier slechts 2 plaatsen worden voorzien.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 2.
Dit is toereikend
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 0 plaatsen.
|
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. de afvoer van de keuken te voorzien op twee meter boven de bovenrand van alle deur-, venster en ventilatieopeningen, die zich binnen een straal van 4 meter bevinden conform de bepalingen van artikel 35 van de bouwcode;
3. de keuken van de horecaruimte te voorzien van een vetafscheider conform de bepalingen van artikel 44 van de bouwcode;
4. het terras op de eerste verdieping op plan onder een denkbeeldige hoek van 45° te voorzien van de achtergevel van de rechterbuur;
5. in de voortuin ter hoogte van de Hoge-Aardstraat maximaal twee parkeerplaatsen en met een minimale diepte van 5m te voorzien en de overige oppervlakte van de voortuin aan deze zijde te begroenen conform de bepalingen van artikel 30 van de bouwcode;
6. na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
Uitsluitingen
Alle handelingen, werken en wijzigingen aan de voortuin zijde van de gewestweg.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 8 juli 2021 |
Volledig en ontvankelijk | 6 augustus 2021 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 5 oktober 2021 |
Verslag GOA | 14 september 2021 |
naam GOA | Wim Van Roosendael |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. de afvoer van de keuken te voorzien op twee meter boven de bovenrand van alle deur-, venster en ventilatieopeningen, die zich binnen een straal van 4 meter bevinden conform de bepalingen van artikel 35 van de bouwcode;
3. de keuken van de horecaruimte te voorzien van een vetafscheider conform de bepalingen van artikel 44 van de bouwcode;
4. het terras op de eerste verdieping op plan onder een denkbeeldige hoek van 45° te voorzien van de achtergevel van de rechterbuur;
5. in de voortuin ter hoogte van de Hoge-Aardstraat maximaal twee parkeerplaatsen en met een minimale diepte van 5m te voorzien en de overige oppervlakte van de voortuin aan deze zijde te begroenen conform de bepalingen van artikel 30 van de bouwcode;
6. na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
Uitsluitingen
Alle handelingen, werken en wijzigingen aan de voortuin zijde van de gewestweg.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.