Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2021109461 |
Gegevens van de aanvrager: | BVBA SILVERLINE met als adres Grimbertlaan 21 te 2900 Schoten |
Ligging van het project: | Grote Kauwenberg 11 te 2000 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: | afdeling 2 sectie B nrs. 0, 1290G en 1290F |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | regulariseren afwijkingen met betrekking tot de vergunning OMV_2020087297 |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 29/01/2021: vergunning (20204061) voor het regulariseren van wijzigingen op voorgaande vergunning 20161147;
- 16/07/2018: proces-verbaal (11002_2019_11796_VPV) voor het uitvoeren van werken niet conform de afgeleverde vergunning;
- 1/12/2016: vergunning (20161147) voor het afbreken van een woning aan de Grote Kauwenberg 11 en bouwen van studentenhuisvesting aan de Lange Winkelstraat (20 studio’s + 9 studentenkamers).
Vergunde/vergund geachte toestand
- studentenhuisvesting met 20 studio’s en 9 kamers;
- bouwvolume:
- gevels:
Huidige toestand
- 20 fietsstalplaatsen op -1 en 20 fietsstalplaatsen op -2;
- plafondhoogte in studio’s 5.1 en 5.2 van 2,58 m.
Gewenste toestand
- regularisatie van de huidige toestand.
Inhoud van de aanvraag
- regulariseren van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen | 9 augustus 2021 | 8 september 2021 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 9 augustus 2021 | 17 augustus 2021 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Binnenstad, goedgekeurd op 26 april 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: artikel 1: zone voor wonen - (wo1) en artikel 8: zone voor publiek domein - (pu).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening toegankelijkheid.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
verblijfsruimten dienen een vrije hoogte van minstens 2,60 m te hebben. Studio’s 5.1 en 5.2 op de dakverdieping hebben een hoogte van slechts 2,58 m. Verdieping -2 werd uitgevoerd met een vrije hoogte van slechts 2,18 m in plaats van 2,20 m;
Sectorale regelgeving,
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen.
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Op verschillende verdiepingen is er te weinig vrije hoogte voorzien, conform artikel 21 van de bouwcode.
De snede “Lange Winkelstraat” geeft aan dat de vrije hoogte in studio 5.1 in de dakverdieping slechts 2,58 m is. Voor deze zeer beperkte verlaging van de plafondhoogte, kan een afwijking worden voorzien.
Net als in vorige aanvraag wordt op de snede vastgesteld dat de vrije hoogte volgens de maatlijnen voldoet aan de bouwcode. Deze maatlijnen bevinden zich in de studio’s achteraan. Op de snede is er echter een niveauverschil aanwezig waardoor de studio’s vooraan lager zijn. Door het ontbreken van het maatlijnen vooraan is het onduidelijk wat het pasverschil is en of de vrije hoogte in de studio’s vooraan conform de bouwcode is. Bovendien is dit pasverschil niet aangegeven op de grondplannen. Omwille van deze onduidelijkheid kan niet worden nagegaan of de studio’s voldoende vrije hoogte hebben, conform artikel 21 van de bouwcode. Daarom worden alle verblijfsruimten met een vrije hoogte van minder dan 2,59 m, uitgesloten van vergunning.
De ondergrondse parking op verdieping -2 heeft slechts een vrije hoogte van 2,18 m. Dit is 2 cm lager dan vergund. Zeker voor fietsers is dergelijke lage plafondhoogte hinderlijk. Voor autobestuurders is dit minder het geval. Daarom wordt als voorwaarde opgelegd om de 40 noodzakelijke fietsstalplaatsen te voorzien op -1, wat ook de bereikbaarheid ervan ten goede komt. Gezien de beperkte afwijking op de bouwcode kan in deze specifieke context een uitzondering worden gemaakt op de te lage hoogte van -2.
Mobiliteitsimpact
Toetsing parkeerbehoefte
Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een bijkomende werkelijke parkeerbehoefte van 0 parkeerplaatsen.
In de vorige vergunning werd op basis van het programma de werkelijke parkeerbehoefte vastgelegd op 4 plaatsen. Het programma wijzigt niet. De werkelijke parkeerbehoefte van deze aanpassingen is 0.
|
De plannen voorzien in 14 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
In de laatst vergunde toestand zijn er 13 parkeerplaatsen vergund. Er wordt een 14de parkeerplaats ingericht in de ondergrondse parking.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt ten minste 7.
Dit aantal is toereikend. Als voorwaarde van de vorige vergunning werd opgelegd om 2 parkeerplaatsen te supprimeren in functie van 40 fietsstalplaatsen. In deze aanvraag worden de fietsstalplaatsen verdeeld over de 2 ondergrondse bouwlagen. Doordat de onderste bouwlaag niet in aanmerking komt als stalplaats voor fietsen omwille van een te beperkte vrije hoogte moeten deze voorzien worden op de eerste ondergrondse verdieping. Hiervoor dienen enkele autoparkeerplaatsen op -1 gesupprimeerd te worden. Aangezien het programma een eigen behoefte heeft van 4 parkeerplaatsen en de tweede ondergrondse verdieping 7 parkeerplaatsen omvat, voorziet de aanvraag in voldoende aantal parkeerplaatsen.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0.
Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus niet van toepassing.
|
Fietsvoorzieningen
Conform de voorwaarde van de vorige vergunning moeten minimum 40 fietsenstallingen voorzien worden. De aanvraag voorziet 40 fietsstalplaatsen, verdeeld over 2 ondergrondse bouwlagen. Alle fietsenstallingen worden voorzien als hangsysteem. Dit is niet aanvaardbaar. Er moeten verschillende soorten fietsenstallingen voorzien worden waarbij minimum de helft van de stallingen ingericht zijn als een gewoon systeem.
Als voorwaarde wordt opgelegd om de 40 fietsenstallingen op verdieping -1 te voorzien, conform de inrichtingsprincipes uit de bouwcode waarbij minstens de helft van de stallingen een gewoon enkel systeem is.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. op verdieping -1 een fietsenstalling voorzien voor 40 fietsen, conform de inrichtingsprincipes van artikel 29 van de bouwcode. Minstens de helft van de stallingen te voorzien als een gewoon enkel systeem;
3. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
Uitsluitingen
4. alle verblijfsruimten met een vrije hoogte lager dan 2,59 cm.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 9 juli 2021 |
Volledig en ontvankelijk | 9 augustus 2021 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 6 oktober 2021 |
Verslag GOA | 16 september 2021 |
naam GOA | Katrine Leemans |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. op verdieping -1 een fietsenstalling voorzien voor 40 fietsen, conform de inrichtingsprincipes van artikel 29 van de bouwcode. Minstens de helft van de stallingen te voorzien als een gewoon enkel systeem;
3. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
Uitsluitingen
4. alle verblijfsruimten met een vrije hoogte lager dan 2,59 cm.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.