Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2021093266 |
Gegevens van de aanvrager: | BV VELO28 met als adres Velodreef 28 te 2910 Essen |
Ligging van het project: | Paardenmarkt 80 te 2000 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: | afdeling 2 sectie B nrs. 0 en 1126A |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | omvormen van een eengezinswoning met complementaire handelsruimte naar een eengezinswoning met reca |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 04/07/1952: vergunning (18#29704) voor vitrineveranderingen;
- 18/07/1916: vergunning (1916#6870) voor huizen afbreken en verbouwen.
- vaststelling (ID: 5710) van Bakkerij Veron als bouwkundig erfgoed.
Vergunde/vergund geachte toestand
- eengezinswoning met complementair handelsgelijkvloers;
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
Huidige toestand
- vernieuwde winkelpui;
- buitenschrijnwerk tweede en derde verdieping in blauwkleurig PVC;
- dakopstand in zichtbeton;
- bakkerij / werkplaats in kelder;
- perceel volledig bebouwd op 3 niveaus.
Gewenste toestand
- eengezinswoning en horeca-functie (gelijkvloerse verdieping en kelder);
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
Inhoud van de aanvraag
- opsplitsen van een eengezinswoning met bruto vloeroppervlakte van circa 400m²;
- wijzigen van de functie van het gelijkvloers en kelder naar dareca;
- interne constructieve wijzigingen en plaatsen van een lift;
- verwijderen van een deel van het dak en voorzien van terrassen op platte daken;
- wijzigen van de gevel (buitenschrijnwerk en gelijkvloerse pui);
- plaatsen van technische uitsprongen en glazen koepel op het dak;
- wijzigen van de scheimuren.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen | 23 juni 2021 | 2 augustus 2021 | Voorwaardelijk gunstig |
Onroerend Erfgoed | 23 juni 2021 | Geen tijdig advies ontvangen | Geen tijdig advies ontvangen |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Business en Innovatie | 23 juni 2021 | 9 juli 2021 |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering | 23 juni 2021 | 13 juli 2021 |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 23 juni 2021 | 8 juli 2021 |
Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Milieu | 23 juni 2021 | 12 juli 2021 |
Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg | 23 juni 2021 | 7 september 2021 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Binnenstad, goedgekeurd op 26 april 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: culturele, historische en/of esthetische waarde en artikel 1: zone voor wonen - (wo1).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan Binnenstad op volgende punten:
- artikel 2.1.2. Harmonie en referentiebeeld:
het buitenschrijnwerk op de verdiepingen is voorzien in PVC. Dit is niet overeenkomstig het referentiebeeld van een woning in art-nouveaustijl. Bovendien wordt het dak gedeeltelijk afgebroken en wordt een dakterras voorzien alsook een glazen koepel;
- artikel 2.1.7. Gevelmaterialen:
het buitenschrijnwerk van de verdiepingen wordt voorzien in PVC, dit is niet in harmonie met de stijl van de woning;
- artikel 2.1.11.1. Terrassen in schuine daken:
een deel van het mansardedak wordt afgebroken om een dakterras te voorzien. Het terras wordt geïntegreerd in het oorspronkelijk dakvolume maar bevindt zicht niet op minimum 1m van de scheidsmuur met het aangrenzend pand aan de zijde van de Grote Kauwenberg. Terrassen zijn nergens toegelaten indien het dak of de dakstructuur een culturele, historische en/of esthetische waarde heeft, zoals bepaald in punt 2.1.1. De woning werd opgenomen als bouwkundig erfgoed.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgende punten:
de inkomdeur voorziet geen 50cm opstelruimte aan de buitenzijde.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
het buitenschrijnwerk in PVC is niet overeenkomstig de oorspronkelijk voorziene gevelmaterialen van deze woning;
het buitenschrijnwerk in PVC is niet overeenkomstig de oorspronkelijk voorziene gevelmaterialen van deze woning;
de slaapkamers onder de mansarde hebben slechts een hoogte van circa 2,4m;
de reca-functie heeft geen afvalberging van 4m² die voorzien is van verluchting;
bij functiewijziging dient minstens 20% van het perceel onbebouwd voorzien worden. Het volledige perceel is bebouwd;
er werd geen vet- of olieafscheider voorzien voor de reca-functie.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen wordt betrokken bij de beoordeling van de verenigbaarheid van de aanvraag met de goede ruimtelijke ordening.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
Gunstig advies voor het herinrichten van een bestaande handelsruimte (bakkerij) als een horeca/verbruiksruimte gelijkvloers van een pand gelegen in de zone voor verspreide bewinkeling. De Beleidsnota Detailhandel 2020 stelt dat in deze zone behoud van de vergunde commerciële ruimten mogelijk is en dat optimalisatie ervan gunstig wordt geadviseerd. Functiewijzigingen tussen detailhandel, reca of dienstverlening zijn daarbij mogelijk om leegstand van de commerciële ruimte te vermijden.
Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid
Vanuit stedenbouwkundig oogpunt kan ingestemd worden met het volume en het programma zoals voorgesteld. Een deel van het mansardedak achteraan wordt afgebroken in functie van het creëren van een terras. Hierbij wordt strijdig met het RUP geen afstand gevrijwaard tot het midden van de scheidsmuur. Hier kan een afwijking op worden toegestaan aangezien het dak zich achteraan niet laat lezen als een mansardedak. De geplande uitbreidingswerken zijn niet storend voor de omgeving en in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening van de plaats.
Strijdig met de bouwcode wordt er niet voorzien in een open ruimte. Gezien het een klein en ondiep hoekperceel kan een afwijking op basis van art.3 van de bouwcode worden toegestaan.
Cultuurhistorische en Visueel-vormelijke aspecten
Cultuurhistorische waardenstelling
Het pand is een bakkerij met bovenwoning in art-nouveaustijl op de hoek van Paardenmarkt en Kleine Kauwenberg, gebouwd in opdracht van Fl(orent) Veron, naar een ontwerp door de architect Gerard De Ridder uit 1916. Voor de nieuwbouw werden twee bestaande panden gesloopt. De brood- en banketbakkerszaak, die minstens 1874 aan de Paardenmarkt gevestigd was, is hier sinds de bouw van het pand tot op heden onafgebroken in bedrijf.
Bakkerij Veron is representatief voor het vroege oeuvre van Gerard De Ridder, wiens loopbaan kort na de eeuwwisseling van start was gegaan. Uit dezelfde periode dateren het hotel Bastiaens-Ruys aan het Vleminckveld en Papeteries De Ruysscher aan de Lombardenvest. Vóór de Eerste Wereldoorlog kwam ook een ensemble cottagevilla's tot stand in Ekeren. De Ridder associeerde zich omstreeks 1928 met de architect Joseph Hertogs, en zette na diens dood hun gezamenlijke praktijk verder. Tot de meest bekende realisaties van het bureau behoort de Arenbergschouwburg in de Arenbergstraat.
Het hoekpand met een gevelbreedte van vijf bij drie traveeën, omvat drie bouwlagen onder een pseudo-mansarde (leien). De lijstgevel heeft een verzorgd parement uit roomkleurige Silezische brikken in kruisverband, met gebruik van blauwe hardsteen voor de geprofileerde plint, en witte natuursteen voor de pui, erker en loggia, een bewerkte fries, dorpels, vensterposten, ontlastingsbogen, sluit- en dekstenen. Asymmetrisch van opzet, legt de compositie de klemtoon op de hoekpartij, die op de eerste verdieping wordt geaccentueerd door een driekwartronde erker met geprofileerde basis en afdak. Hierop sluit een rondboogloggia met geajoureerde borstwering aan. Een halfrond afgewerkte tuitgevel met schouderstukken, rondboogtweelicht en blinde driepas in de top, bekroont de twee rechter traveeën van de voorgevel, waarvan de winkelpui is gevat in een brede korfboog. In de zijgevel tekenen zich het privé-inkomportaal en de traphal af, opgevat als een gedesaxeerde, oplopende bow-window, en een geprononceerde schoorsteen met getrapte basis. Een bewerkte fries met spiraalranken siert de pui, evenals het wapenschild van het bakkersgilde. Verder beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van rond- en steekboogvensters met lekdrempel; rondbogige garagepoort in de eerste travee. De gebroken kroonlijst is vernieuwd. Van het houten schrijnwerk zijn enkel de inkomdeur van het privé-portaal, en de vensters met glas-in-loodramen van de traphal bewaard; smeedijzeren tralies aan de zijlichten.
In het bouwdossier ontbreken de opstanden en plattegronden. De bakkerswinkel en de garage beslaan de begane grond, met de bakkerij mogelijk in de kelder. De woning neemt de bovenverdiepingen in.
In 1952 werd een vergunning verleend voor aanpassingen van de gelijkvloerse gevel, deze blijft zich inpassen in het geheel maar de driedeling van de pui verdwijnt.
In het interieur zijn slechts een beperkt aantal elementen met erfgoedwaarde bewaard gebleven.
Afweging
Men wenst het pand te verbouwen. De gelijkvloerse verdieping blijft een handelsruimte. De gelijkvloerse pui wordt opnieuw opgedeeld in 3 delen, er wordt gerefereerd naar het oorspronkelijke bouwplan. Er wordt geen plint voorzien maar schrijnwerk tot op de grond. De onderverdeling van het nieuwe houten schrijnwerk in naturelkleur is eerder atypisch en niet uitgelijnd op de hoogte van de plint. De nieuwe penanten worden voorzien in architectonisch beton, onderaan bestaat de penant uit blauwe hardsteen (tot op plinthoogte). De bestaande penanten links en rechts bestaan eveneens uit blauwe hardsteen, overschilderd in de kleur van de similipleister. Het is niet duidelijk of deze worden vrijgelegd.
Het schrijnwerk werd in het verleden ooit gedeeltelijk vervangen door pvc schrijnwerk in blauwe kleur, het schrijnwerk op de eerste verdieping volgt de segmentboog, het schrijnwerk op de tweede verdieping niet, wat beeldverstorend werkt voor de voorgevel. Al het schrijnwerk blijft behouden maar wordt wit geschilderd.
Ter hoogte van de poort in de Kleine Kauwenberg wordt een nieuwe sectionaalpoort voorzien in hout, met een zeer vreemde onderverdeling. Het glas-in-lood in de traphal blijft integraal bewaard.
De kelderruimte wordt ingericht als berging en ruimte voor het personeel.
De gelijkvloerse verdieping wordt ingericht als horecaruimte.
Achter de bestaande traphal voor de woning wordt een personenlift voorzien die alle verdiepingen bedient, het betreft een lift zonder uitloop bovendaks.
Vanaf de eerste verdieping wordt achteraan de berging verwijderd en ontstaat hier een lichtschacht. De kamerstructuur blijft afleesbaar en de interieurelementen met erfgoedwaarde blijven bewaard.
Een aantal draagvloeren worden uitgebroken, hierover is geen toelichting terug te vinden in de nota. Ter hoogte van de derde verdieping wordt een dakterras gecreëerd in het bestaande dakvolume dus hier is dit nog te verantwoorden.
In het dakvolume wordt een inpandig dakterras voorzien, niet zichtbaar vanaf de straatzijde. In functie van dakisolatie wordt het dak 18 cm verhoogd en wordt een nieuwe dakrand voorzien in hout, blauw geschilderd volgens de legende.
Ter hoogte van de slaapkamer/hobbyruimte wordt een koepel voorzien.
De huidige kroonlijst wordt vervangen door een meer geprofileerde en gedetailleerde kroonlijst, gebaseerd op een ander project van de architect van het pand.
De wijzigingen aan de gelijkvloerse pui zijn vanuit erfgoedoogpunt aanvaardbaar op voorwaarde dat de nieuwe invulling aansluit qua kleurgebruik op de bestaande gevelafwerking in simili. De plint op de penanten links en rechts van de bestaande opening moet ontdaan worden van de aanwezige verflaag zodat er terug duidelijk een sokkel is waarop de bogen steunen.
Het schrijnwerk in de nieuwe openingen zijde Paardenmarkt moet verder uitgewerkt worden, de verticale beplanking op het onderste deel van het schrijnwerk is erg atypisch en de hoogte is niet afgestemd op de hoogte van de plint. Als voorwaarde zal opgelegd worden detailtekeningen te bezorgen voor verder advies.
Het schilderen van het houten schrijnwerk op de verdiepingen is aanvaardbaar, hoewel wit misschien geen voor de hand liggende keuze is. Als voorwaarde zal dan ook opgelegd worden een beperkt onderzoek te doen naar de verschillende verflagen op het oorspronkelijke schrijnwerk (voordeur, kleine ramen gelijkvloers zijde Kleine Kauwenberg) zodat hier een kleurkeuze kan gemaakt worden die ook te verantwoorden is. Al het pvc schrijnwerk zal uitgesloten worden uit de vergunning omwille van het atypische materiaalgebruik voor dit pand en de vormgeving die de segmentboog van de opening niet volgt.
De vormgeving van de sectionaalpoort moet verder worden uitgewerkt om geen beeldverstorende toevoeging te blijven.
Het kleurvoorstel voor de nieuwe dakrand van het mansardedak moet worden voorgelegd, blauw lijkt ons hier geen te verantwoorden kleurgebruik.
In de slaapkamer/hobbyruimte kan een plat daklicht worden geplaatst of een daklicht met beperkte helling, de voorgestelde koepel vormt een storende toevoeging en is zichtbaar vanaf de Paardenmarkt.
Advies
Gelet op het voorgaande wordt door de dienst monumentenzorg een voorwaardelijk gunstig advies verleend.
Vanuit stedenbouwkundig oogpunt wordt dit advies gevolgd.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Strijdig met de verordening toegankelijkheid is er geen vrije en vlakke opstelruimte voor de inkomdeur van de recaruimte. Hier kan geen afwijking op worden toegestaan. De aanpassing van de gelijkvloerse pui moet bijgevolg worden uitgesloten van vergunning.
De slaapkamers onder de mansarde hebben slechts een vrije hoogte van 2,4 meter. Dit is onvoldoende voor een verblijfsruimte. Omdat het hier om bouwkundig erfgoed gaat, is een verhoging van het dak of verlaging van de vloeren niet wenselijk en kan er op die manier niet meer ruimtelijkheid gecreëerd worden. Indien slaapkamer 3 en slaapkamer/hobbyruimte 4 echter één grote open ruimte zouden worden, biedt dit, ook dank zij de voorziene koepel, wel voldoende kwaliteiten om als één verblijfsruimte te functioneren.
Het samenvoegen van slaapkamer 3 en slaapkamer/hobbyruimte 4 door het niet opmetsen van de tussenliggende wand, zal dan ook als voorwaarde bij de vergunning opgenomen worden.
De reca-functie heeft geen afvalberging. Hier kan geen afwijking op worden toegestaan en zal in voorwaarde worden opgelegd.
Er wordt geen vetafscheider voorzien. Om verstopping van het openbare rioleringsstelsel te voorkomen is dit essentieel. Hier kan bijgevolg geen afwijking op worden toegestaan en zal in voorwaarde worden opgelegd.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 0 parkeerplaatsen. De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en of functiewijziging. In de laatst vergunde toestand is er een handelsgelijkvloers met bovenliggende wooneenheid. Het gelijkvloers wordt verbouwd naar reca. De bovenliggende woning wordt enkel intern verbouwd.
Voor reca in het centrum van de stad moeten geen eigen parkeerplaatsen voorzien worden.
De werkelijke parkeerbehoefte is 0 |
De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraag 0. Dit aantal is toereikend.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus niet van toepassing.
|
Fietsvoorzieningen:
Er wordt een fietsenberging ingericht op het gelijkvloers. Deze kan zowel door het personeel van de recazaak, als de bewoners van de wooneenheid gebruikt worden.
Laden en lossen moet gebeuren op bestaande laad- en loszones in de omgeving.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021;
3. laden en lossen moet gebeuren op bestaande laad- en loszones in de omgeving;
4. het nieuwe schrijnwerk van de pui moet verder uitgewerkt worden en voorgelegd worden voor verder advies;
5. de blauwe hardsteen van de penanten links en rechts van de bestaande opening in de pui moet worden vrij gelegd;
6. met betrekking tot de voorgestelde kleur van het schrijnwerk wordt opgelegd een beperkt onderzoek te doen naar de verschillende verflagen op het oorspronkelijke schrijnwerk (voordeur, kleine ramen gelijkvloers zijde Kleine Kauwenberg) zodat hier een kleurkeuze kan gemaakt worden die ook te verantwoorden is;
7. de vormgeving van de sectionaalpoort moet verder uitgewerkt worden en voorgelegd worden voor verder advies;
8. de kleurkeuze van de daklijst van het mansardedak moet worden voorgelegd voor verder advies;
9. het daklicht boven de derde verdieping moet uitgewerkt worden als een plat daklicht en mag niet zichtbaar zijn vanaf de straat;
10. de detaillering van de nieuwe kroonlijst maakt geen deel uit van dit dossier, detailtekeningen voor verder advies moeten voorgelegd worden;
11. er moet een afvalberging voorzien worden in de reca-ruimte die beantwoord aan de bepalingen van de bouwcode;
12. er moet een vetafscheider voorzien worden, conform de bepalingen van de bouwcode
13. slaapkamer 3 en slaapkamer 4/hobbyruimte moeten één open ruimte worden. De wand tussen beide ruimtes mag niet
gesloten worden, maar moet open blijven over de op het plan gearceerde zone.
Uitsluitingen
14. de wijziging van de pui langsheen de Paardenmarkt;
15. al het pvc schrijnwerk omwille van het atypische materiaalgebruik voor dit pand en de vormgeving die de segmentboog van de opening niet volgt.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 27 mei 2021 |
Volledig en ontvankelijk | 23 juni 2021 |
Start openbaar onderzoek | 5 juli 2021 |
Einde openbaar onderzoek | 3 augustus 2021 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 6 oktober 2021 |
Verslag GOA | 17 september 2021 |
naam GOA | Gerd Cryns |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
5 juli 2021 | 3 augustus 2021 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021;
3. laden en lossen moet gebeuren op bestaande laad- en loszones in de omgeving;
4. het nieuwe schrijnwerk van de pui moet verder uitgewerkt worden en voorgelegd worden voor verder advies;
5. de blauwe hardsteen van de penanten links en rechts van de bestaande opening in de pui moet worden vrij gelegd;
6. met betrekking tot de voorgestelde kleur van het schrijnwerk wordt opgelegd een beperkt onderzoek te doen naar de verschillende verflagen op het oorspronkelijke schrijnwerk (voordeur, kleine ramen gelijkvloers zijde Kleine Kauwenberg) zodat hier een kleurkeuze kan gemaakt worden die ook te verantwoorden is;
7. de vormgeving van de sectionaalpoort moet verder uitgewerkt worden en voorgelegd worden voor verder advies;
8. de kleurkeuze van de daklijst van het mansardedak moet worden voorgelegd voor verder advies;
9. het daklicht boven de derde verdieping moet uitgewerkt worden als een plat daklicht en mag niet zichtbaar zijn vanaf de straat;
10. de detaillering van de nieuwe kroonlijst maakt geen deel uit van dit dossier, detailtekeningen voor verder advies moeten voorgelegd worden;
11. er moet een afvalberging voorzien worden in de reca-ruimte die beantwoord aan de bepalingen van de bouwcode;
12. er moet een vetafscheider voorzien worden, conform de bepalingen van de bouwcode
13. slaapkamer 3 en slaapkamer 4/hobbyruimte moeten één open ruimte worden. De wand tussen beide ruimtes mag niet gesloten worden, maar moet open blijven over de op het plan gearceerde zone.
Uitsluitingen
14. de wijziging van de pui langsheen de Paardenmarkt;
15. al het pvc schrijnwerk omwille van het atypische materiaalgebruik voor dit pand en de vormgeving die de segmentboog van de opening niet volgt.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.