2021_CBS_07596 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Ongunstig advies - OMV_2021104775. Middelmolenlaan 108-108A, Santvoortbeeklaan 34-36. District Deurne - Goedkeuring

Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:

1. de aanvraag ingediend is door het betrokken college;
2. de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.

Er werd bij de deputatie een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:

- een openbaar onderzoek te houden;

- advies uit te brengen.

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

Relevante voorgeschiedenis

-          14/07/2021: aktename (OMV_2021110798) voor de volledige stopzetting van de exploitatie van een zuivelfabriek (Wasserijstraat 5 te 2900 Schoten);

-          10/12/2020: voorwaardelijke vergunning (OMV_2020040298) voor Zuivelfabriek: verandering door wijziging en uitbreiding, actualisering (Wasserijstraat 5 te 2900 Schoten);

-          03/09/2020: voorwaardelijke milieuvergunning klasse 2 (OMV_2020009211) voor  hernieuwing na verandering door wijziging en uitbreiding van een op- en overslag bedrijf (Wasserijstraat 57 te 2900 Schoten);

-          18/06/2010: vergunning (20212628) voor het regulariseren van verbouwingswerken en bestemmingswijziging van burelen naar een conciërgewoning (Middelmolenlaan 108 te 2100 Deurne (Antwerpen));

-          07/12/2007: weigering (20072459) voor het bouwen van een magazijn, een atelier en een conciërgewoning (Middelmolenlaan 108A te 2100 Deurne (Antwerpen));

-          15/04/2005: vergunning (2004487) voor het uitbreiden van een bestaand controlestation (Santvoortbeeklaan 34-36 te 2100 Deurne (Antwerpen)).

Vergunde/vergund geachte toestand

-          geen laatst vergunde toestand aangeleverd.

Huidige toestand

-          inrichting:

• de rivier Klein Schijn, telkens achteraan de percelen met adres Middelmolenlaan 108 - 108A & Santvoortbeeklaan 34 -36 te 2100 Deurne (Antwerpen) en Wasserijstraat 5, 25 en 57 te 2900 Schoten):

-          provinciale waterloop categorie 2 (nr. 3.11);

-          een gemiddelde breedte van de rivier circa 4 à 5 m ter hoogte van het wateroppervlak met circa 10 à 11 m van oever tot oever (ter hoogte van het maaiveld).

Gewenste toestand

-          inrichting:

• overwelfde rivier Klein Schijn, telkens achteraan de percelen met adres Middelmolenlaan 108 - 108A & Santvoortbeeklaan 34 -36 te 2100 Deurne (Antwerpen) en Wasserijstraat 5, 25 en 57 te 2900 Schoten):

-          provinciale waterloop categorie 2 (nr. 3.11);

-          overwelving met een lengte van circa 220m:

-          te verwijderen en af te voeren bestaande bedding van de rivier;

-          aanleg van overwelving met een vaste breedte van de rivier van 4 m;

-          aanvullen bestaande bedding met gestabiliseerd zand;

-          boven de overwelving een betonverharding met breedte van 10 m.

Inhoud van de aanvraag

-          overwelving van de rivier Klein Schijn bij site WWRS,:

• overwelven van de rivier, achteraan de percelen met adres Middelmolenlaan 108 - 108A & Santvoortbeeklaan 34 -36 te 2100 Deurne (Antwerpen);
• aanvullen bedding van de rivier (reliëfwijziging);
• aanleggen van bijhorende verhardingen op en naast de overwelving.

Adviezen

Interne adviezen

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een industriegebied. Deze zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten. Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de andere industriële bedrijven toegelaten, namelijk: bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop, (Artikel 7 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.
 

Sectorale regelgeving

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex wonen van 2021”)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.

Omgevingstoets

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

Functionele inpasbaarheid

Voorliggende aanvraag betreft de gedeeltelijke overwelving van een deel van het Klein Schijn om zo de verbinding te kunnen maken tussen de bestaande terminal op de site Vaart-Alesa en de ex-Milcobelsite. De aanvrager motiveert dat deze verbinding noodzakelijk is om de herontwikkeling van de site en de toekomstige activiteiten optimaal te laten renderen. Het overwelven van het Klein Schijn maakt het onder andere mogelijk om een servitudeweg op te heffen en een nieuwe uitrit te creëren voor de Vennootschap Jarandi. Er zouden ook belangrijke transport stromen van de openbare weg gehaald kunnen worden. De gedeeltelijke overwelving van het Klein Schijn zou op die manier moeten bijdragen aan het stimuleren van watergebonden activiteiten aan het Albertkanaal, het verbeteren van de mobiliteit in het bedrijventerrein en de omgeving en het verkleinen van de versnippering van verschillende percelen in het bedrijventerrein.

De site is gelegen binnen de industriezone kanaalkant zuid op de grens met Schoten. De bedrijventerreinen aan beide zijden van het Albertkanaal vormen samen het tweede grootste bedrijventerrein in de provincie Antwerpen. Een bedrijventerrein langs een kanaal, vlak bij de stad is een enorme troef waar de ruimte optimaal moet ingezet worden voor watergebonden bedrijvigheid en activiteiten die deze vorm van bedrijvigheid ondersteunen. De provincie Antwerpen heeft een kaderplan uitgewerkt voor deze bedrijvenzones langs het Albertkanaal. Vanuit een strikt economische benadering van het dossier kan dit verhaal zeker onderschreven worden en lijkt het ook logisch. De stedelijke dienst voor ondernemen en stadsmarketing geeft dan ook voorwaardelijke gunstig advies op de aanvraag maar formuleert ook een aantal randvoorwaarden:

1. “in het kader van de uitbreiding werd door de firma Gosselin een uitbreiding gevraagd van de brownfieldconvenant. Dit dossier werd door het college in de zitting van 27 augustus  goedgekeurd. Bij de bespreking van dit addendum kwamen er wel heel wat items naar boven die verder onderzoek of uitklaring vereisten. De rol en functie van het Klein Schijn is er daar een van. Hiervoor sloot het college op 16 april 2021 ook een samenwerkingsovereenkomst af met de provincie en Waterlink. Het is niet direct duidelijk of het project dat nu voorligt hier in past.

2. afwikkeling mobiliteit: binnen het kaderplan voor het Albertkanaal, is mobiliteit voor alle weggebruikers een belangrijk thema. De grote mobiliteitsstudie van de POM illustreert dit ook. In die context zou een degelijk uitgewerkte MOBER bij het dossier toch al wat extra info kunnen bieden. In het dossier wordt ook over geen varianten gesproken als alternatief. Het is dan ook vreemd dat nu al een voorafname voorzien wordt hierop die verschillende andere scenario’s mogelijk hypothekeert.

3. Vergunningen: tot slot werd in het kader van de brownfieldconvenant ook aandacht gevraagd voor de totaal benadering van de vergunningsdossiers om op die wijze ook een betere inschatting te maken van de impact van het bedrijf op zijn omgeving. Het gaat immers niet enkel over deze deeluitbreiding maar wel over een grote oppervlakte (> 25 ha) in het hele gebied”

De randvoorwaarden die de stedelijke dienst voor ondernemen formuleert dienen echter eerst verder uitgeklaard te worden. Er zijn teveel onduidelijkheden om een standpunt te kunnen innemen over de geplande overwelving van het Klein Schijn. Er wordt dan ook geadviseerd om de aanvraag te weigeren.

Schaal – ruimtegebruik - hinderaspecten

Het Klein Schijn is een waterloop van de 2e categorie. Ze loopt dwars doorheen de industriezone die tussen de Bisschoppenhoflaan en het Albertkanaal gelegen is. Het overgrote deel van de waterloop is reeds overwelfd. Het deel gelegen tussen de Belcrowlaan en de Middelmolenlaan is niet overwelfd. De rivier heeft een gemiddelde breedte van circa 4 à 5m ter hoogte van het wateroppervlak en van circa 10à 11m ter hoogte van het maaiveld.  De aanvrager wil met voorliggende aanvraag de waterloop inbuizen over een afstand van circa 220m. Boven de overwelving komt een betonverharding met een breedte van circa 10m te liggen.

De percelen rondom de waterloop zijn in de bestaande toestand reeds erg verhard. Het verwijderen van de groene taluds van de waterloop zorgt ervoor dat de natuurlijke infiltratie wegvalt hetgeen, in combinatie met de lange overwelving van de rivier, de kans op overstromingen vergroot. Door de rivier niet te overwelven blijft de ruimte beschikbaar voor natuurlijke infiltratie van regenwater in de bodem, zodat de openbare riolering minder belast wordt en het risico op problemen met de waterhuishouding vermindert. Bovendien is elke groene plek, hoe klein ook, een natuurlijke oase in de bebouwing voor vogels, insecten,… en zorgt ze ervoor dat de opwarming van de stedelijke omgeving licht verminderd wordt.

De visie op water in de stad werd vastgelegd in het Waterplan Antwerpen. De stedelijk dienst publieke ruimte is bevoegd voor de uitvoering van het Waterplan. Zij geven ongunstig advies.

“De vergunningsaanvraag heeft betrekking op een gedeeltelijke overkapping van een deel van het Klein Schijn en heeft tot doel om 2 percelen van de logistieke groep Gosselin met elkaar te verbinden.

Momenteel is het proces lopende om de waterloop over te dragen van de Provincie (2de categorie) naar de Stad Antwerpen (3de categorie), waardoor deze onder beheer zal komen van Water-Link.

Van de ongeveer 400m open bedding van het Klein Schijn wordt gevraagd om ongeveer 220m te overkappen. De bedding van het Klein Schijn, openbaar domein, zou overkapt worden voor de aanleg van een weg voor privédoeleinden. Dit strookt ook  niet met de visie die de stad in het Waterplan stad Antwerpen vooropstelt: het open leggen van de ‘verholen waterstad’. Dit is tegengesteld aan de huidige vraag.

Uit de waterkaarten blijkt dat de Belcrownlaan en de Merksemstesteenweg knelpunten zijn in het wateroverlastverhaal. Dit komt door de hoge verhardingsgraad in het gebied en de lagere ligging. De overwelving bevindt zich net daar waar het afstromend water zijn weg vindt naar de waterloop.

In functie van het Brounfieldconvenant heeft de stad op 16 april 2021 een samenwerkingsovereenkomst afgesloten met de provincie en Waterlink om de rol en de functie van het Klein Schijn te onderzoeken.

Uit de nota blijkt dat de aanvrager reeds verschillende panden in de buurt in bezit heeft (±25ha). Dit komt niet duidelijk naar voor in de vergunningsaanvraag waardoor er niet duidelijk geoordeeld kan worden of de verbinding tussen de 2 percelen nodig is. 

Vanuit Publieke Ruimte/openbaar domein blijkt onderstaande nodig om een volledig advies te geven:

-          het in beeld brengen van alle eigendommen van de firma Gosselin en toegangen zodat er een betere inschatting van de impact van het bedrijf op zijn omgeving gemaakt kan worden;

-          het in beeld brengen van de mobiliteit van een groter gebied waardoor men een beter zicht kan krijgen over de impact van het bedrijf op zijn omgeving;

-          uitklaring dat de toekomstvisie van het bedrijf en de visie op het klein Schijn compatibel zijn;

-          een duidelijke alternatief voor de mobiliteit in een totaal verhaal;

-          een totaal benadering van de vergunningsdossiers zowel milieu als bouw.”

De voorwaarden in het advies van de stedelijke dienst publieke ruimte zijn overeenkomstig met de aandachtspunten uit het advies van de stedelijke dienst voor ondernemen. Er zijn nog tal van onduidelijkheden die verder moeten uitgeklaard worden. Er wordt dan ook geadviseerd om de aanvraag te weigeren.

Mobiliteitsimpact

De parkeerparagraaf is niet van toepassing op deze aanvraag.

De aandachtspunten met betrekking tot mobiliteit zoals eerder aangehaald in bovenstaande adviezen van de stedelijke dienst voor ondernemen en stadsmarketing en de stedelijke dienst voor publiek domein worden ook onderschreven door de stedelijke dienst mobiliteit. Zij geven onderstaand advies:

“De aanleiding van deze OMV aanvraag is de recente verwerving van de ex-Milcobel terreinen door WRS Belgium NV. WWRS Belgium NV exploiteert een inland terminal op de vroegere

ALESA site aan het Albertkanaal en is bijna een gebuur van de ex-Milcobelsite . De twee sites zijn gescheiden door de firma Beduco die er pal tussenin ligt .

Om de herontwikkeling en de toekomstige activiteiten optimaal te laten renderen , rekening houdende met de visie van verschillende belanghebbenden, is er een corridor verbinding noodzakelijk tussen de bestaande terminal op de site Vaart-Alesa en de ex-Milcobel site .

SW/MOB sluit zich aan bij het advies van SW/publieke ruimte. De aanvraag bevat onvoldoende informatie over de verschillende terreinen die in het bezit zijn van WWRS en welke verkeersstromen deze met zich mee brengen. Er zal een volledig beeld gegeven moeten kunnen worden om in te schatten of deze overwelving kan gebeuren of niet en om na te gaan of er geen oneigenlijk gebruik zal kunnen plaatsvinden.

De dienst mobiliteit formuleert volgende voorwaarden die verder uitgeklaard moeten worden:

-          alle eigendommen van de firma WWRS moeten duidelijk in beeld gebracht worden. Ook de toegangen van elk perceel moet aangeduid worden zodat er een betere inschatting van de impact van het bedrijf op zijn omgeving gemaakt kan worden;

-          het in beeld brengen van de mobiliteit van een groter gebied waardoor men een beter zicht kan krijgen over de impact van het bedrijf op zijn omgeving. Dit betekent dat alle vrachtwagenstromen voor het ganse bedrijf in het industriegebied in kaart moeten gebracht worden. Op die manier kan ingeschat worden welke functie de verbinding zal hebben en of er geen oneigenlijk gebruik mogelijk zal zijn.”

De voorwaarden in het advies van de stedelijke dienst mobiliteit zijn overeenkomstig met aandachtspunten uit het advies van de stedelijke dienst voor ondernemen en de stedelijke dienst publiek domein. Er zijn nog tal van onduidelijkheden die verder moeten uitgeklaard worden. Er wordt dan ook geadviseerd om de aanvraag te weigeren.

Advies van het college

Ongunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning, hoofdzakelijk omwille van onvoldoende duidelijkheid in het dossier over de verenigbaarheid met goede ruimtelijke ordening. 

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

Informatievergadering

Een informatievergadering was niet vereist en werd niet gehouden.