Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:
Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.
Er werd bij de deputatie een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:
- een openbaar onderzoek te houden;
- advies uit te brengen.
Projectnummer: | OMV_2021022039 |
Gegevens van de aanvrager: | NV AQUAFIN met als contactadres Dijkstraat 8 te 2630 Aartselaar |
Gegevens van de exploitant: | NV AQUAFIN (0440691388) met als contactadres Dijkstraat 8 te 2630 Aartselaar |
Ligging van het project: | Boomsesteenweg 1002 te 2610 Wilrijk (Antwerpen) en Cleydaellaan 16 te 2630 Aartselaar |
Kadastrale gegevens: | afdeling 44 sectie D nr. 125S |
Inrichtingsnummer: | 20200128-0006 (nv Aquafin Aartselaar) |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen, Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten |
Voorwerp van de aanvraag: | het plaatsen van een fietsenstalling, het uitbreiden van de RWZI met een effluentbehandeling en het tijdelijk exploiteren van een grondwaterwinning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 10/04/2020: voorwaardelijke vergunning door Vlaamse overheid (2018168) voor het verder exploiteren na verandering en uitbreiding van een afvalverwerkingsinstallatie en warmtenet;
- 27/02/2019: weigering door Vlaamse overheid (20183176) voor slib- en vuilverwijdering van Antwerpse Gemeenten.
Vergunde toestand/Huidige toestand
- de percelen zijn bebouwd en aangelegd in functie van een afvalverbrandingsinstallatie en een waterzuiveringsinstallatie.
Gewenste toestand
- fietsenstalling op terrein met rioolwaterzuiveringsinstallatie.
Inhoud van de aanvraag
- bouwen van een fietsenstalling met grondoppervlak van 15,69 m².
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
De exploitant beschikt over een basisvergunning (referentie MLAV1/08-606) verleend door de deputatie voor een termijn lopend tot 2 april 2029.
Inhoud van de aanvraag
De aanvraag omvat het veranderen van een bestaande RWZI en de actualisatie van de lopende vergunning.
Aangevraagde rubrieken
Rubriek | Omschrijving | Gevraagd voor |
2.4.3.a)1° | de verwijdering van niet-gevaarlijke afvalstoffen met een capaciteit van meer dan 50 ton per dag door middel van een of meer van de volgende activiteiten, met uitzondering van de activiteiten, vermeld in rubriek 3.6.4: biologische behandeling; | +200,00 ton/dag |
3.4.2° | het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater; | 22,50 m³/uur |
3.6.4.3° | Afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van afvalwater aangevoerd via openbare riolering en/of collectoren met een zuiveringscapaciteit van meer dan 500 tot 100.000 inwonersequivalenten. | uitbreiding van het zuiveringsconcept |
6.4.1° | opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van 200 liter tot en met 50.000 liter uitgezonderd de gezamenlijke opslag van minder dan 5 ton gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige brandstoffen bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt; | CLP-omzetting |
12.2.1° | transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA; | 1x 800,00 kVA |
12.2.2° | transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van meer dan 1.000 kVA; | 1x 1.600,00 kVA |
16.1.b)1° | de productie (met inbegrip van de gasraffinage) of omzetting van gassen, cokesgas uitgezonderd, met een productiecapaciteit van 1 Nm³/uur tot en met 10 Nm³/uur; | 6,80 Nm³/uur |
16.3.2°b) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW; | +241,20 kW |
17.1.2.1.1° | opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in verplaatsbare recipiënten met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van 300 liter tot en met 1.000 liter; | -1.590,00 liter |
17.1.2.2.3° | opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in vaste reservoirs met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van meer dan 10.000 liter; | 40.000,00 liter |
17.3.2.2.1° | ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 1 en 2 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 50 kg tot en met 2 ton; | CLP-omzetting |
17.3.4.2°b) | opslagplaatsen voor bijtende vloeistoffen en vaste stoffen (gevarenpictogram GHS05) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 2 ton tot en met 100 ton, als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een gebied ander dan industriegebied; | +2,00 ton |
17.3.6.2°b) | opslagplaatsen voor schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 2 ton tot en met 100 ton, wanneer de inrichting gedeeltelijk of volledig gelegen is in gebied ander dan een industriegebied; | +2,00 ton |
53.2.2°a) | bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van onbehandeld en niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen, gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1°, met een netto opgepompt debiet van maximum 30.000 m³ per jaar of een maximale verlaging van het grondwaterpeil tot vier meter onder maaiveld; | 23.740,00 m³/jaar |
Adviezen
Er werden geen adviezen gevraagd.
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een gebied voor gemeenschapsuitrusting en openbare nutsvoorziening. Onder gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen dient te worden begrepen voorzieningen die gericht zijn op de bevordering van het algemeen belang en die ten dienste van de gemeenschap worden gesteld. De idee van dienstverlening (verzorgende sector) aan de gemeenschap is derhalve rechtstreeks aanwezig. Artikel 4.4.8.van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening schrijft voor dat in gebieden die op de gewestplannen zijn aangewezen als gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen, handelingen van algemeen belang en de daarmee verbonden activiteiten te allen tijde kunnen worden toegelaten, ongeacht het publiek of privaatrechtelijk statuut van de aanvrager of het al dan niet aanwezig zijn van enig winstoogmerk. Als gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen kunnen eveneens worden beschouwd een school, een voor het publiek toegankelijke toegangsweg tot een vergund gebouwencomplex in een gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen en neveninrichtingen naast een autosnelweg. Alhoewel in een gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen in principe geen gebouwen met een woonfunctie zijn toegelaten, heeft de Raad van State bovendien niettemin geoordeeld dat service-flats voor bejaarden kunnen worden vergund in dergelijk gebied. Ook een nomadenkamp werd door de Raad van State beschouwd als een gemeenschapsvoorziening en openbare nutsvoorziening, (Artikel 17 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
Het goed is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het goed ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een natuurgebied. De natuurgebieden omvatten de bossen, wouden, venen, heiden, moerassen, duinen, rotsen, aanslibbingen, stranden en andere dergelijke gebieden. In deze gebieden mogen jagers- en vissershutten worden gebouwd voor zover deze niet kunnen gebruikt worden als woonverblijf, al ware het maar tijdelijk.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in agrarisch gebied. De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een industriegebied. Deze zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten. Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de andere industriële bedrijven toegelaten, namelijk: bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop, (Artikel 7 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
Het perceel in voorliggende aanvraag is volgens het gewestplan gelegen in een gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut. Het voorzien van een constructies die nodig is om de vergunde activiteit te kunnen uitvoeren is in dit gebied aanvaardbaar. De constructie zal gebruikt worden voor het stallen van maximaal 12 fietsen.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De aanvraag heeft betrekking op het plaatsen van een constructie met een beperkte oppervlakte van 15,69 m² voor het stallen van fietsen. Gelet op de oppervlakte van het volledige perceel, de reeds aanwezige constructies en de functionele inpasbaarheid kan vanuit stedenbouwkundig oogpunt ingestemd worden met het volume zoals voorgesteld.
Visueel-vormelijke elementen
De fietsenstalling wordt voorzien in een staalstructuur met een dak uit pvc golfplaten. Deze materialisatie is kenmerkend voor dit soort constructies en bijgevolg stedenbouwkundig aanvaardbaar.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
Aquafin exploiteert op de grens tussen het district Wilrijk en de gemeente Aartselaar de RWZI Struisbeek, actuele capaciteit 54.000 IE. De exploitant wenst de bestaande zuiveringsinstallaties uit te breiden met een effluentnabehandeling. Om de bijkomende installatie te plaatsen is een tijdelijke grondwaterbemaling noodzakelijk.
De effluentnabehandeling werkt onafhankelijk van de bestaande installaties in die zin dat er aan de bestaande installaties en het zuiveringsproces geen aanpassingen nodig zijn. De nabehandeling bestaat achtereenvolgens uit een disc filterinstallatie voor de verwijdering van zwevende stoffen, een ozoninstallatie in combinatie met een actief kool installatie voor de verwijdering van micropolluenten. De bijkomende zuiveringstrap moet ertoe bijdragen de impact van het RWZI-effluent op de ontvangende waterloop (Grote Struisbeek) verder te doen afnemen. Het aandeel van zwevende stoffen vormt vandaag een aandachtspunt voor het respecteren van de normen, niet in het minst omdat het effluentdebiet van de RWZI een groot aandeel heeft in het debiet van de ontvangende waterloop. De aanpassingen aan de RWZI hebben geen invloed op de verwerkte debieten, die blijven ongewijzigd.
De bemaling die noodzakelijk is voor de realisatie van de bijkomende installatie blijft beperkt. De uitgravingen gaan maximaal tot 3,45 m-mv. Het geschatte globale waterbezwaar bedraagt 23.740 m³ op jaarbasis (hou hierbij rekening met de ruime veiligheidsmarge van 50% die in de bemalingsstudie werd gehanteerd). De bemaling zou 150 dagen worden aangehouden. Uit de natuurtoets blijkt een beperkte invloed op het VEN-gebied, de oorspronkelijke grondwaterstand zal na enkele weken hersteld zijn.
In dit dossier wordt uitgegaan van verhoogde waarden voor arseen en nikkel die van nature voorkomen in het grondwater, voor deze parameters worden lozingsnormen gevraagd (arseen 30 µg/l en nikkel 40 µg/l), dit voorstel is aanvaardbaar. Verder wenst de aanvrager te mogen afwijken van de verplichting tot het plaatsen van een meetgoot (artikel 4.2.5.1.1§1 van Vlarem titel II). Het plaatsen van een meetgoot in het kader van tijdelijke graafactiviteiten, zeker als deze van korte duur zijn, is inderdaad niet noodzakelijk. Controle van het geloosde water kan gebeuren aan een aftapkraan. De gevraagde afwijking kan worden toegestaan.
De actualisatie van de vergunning is een periodiek terugkerende noodzakelijke handeling, deels gevolg van wijzigingen aan de indelingslijst, deels een gevolg van aanpassingen aan de installaties. In dit geval heeft de actualisatie geen of nauwelijks gevolgen op de impact van de inrichting.
Er is uiteraard geen bezwaar ten overstaan van de gevraagde aanpassingen aan de waterzuiveringsinstallatie, de bijkomende effluentbehandeling zal een positief effect hebben op de kwaliteit van het water van de Grote Struisbeek.
Zoals gebruikelijk bij alle grondwaterbemalingen op Antwerps grondgebied wordt gevraagd in de voorwaarden op te nemen dat start en einddatum van de bemalingen moet worden meegedeeld aan het gemeentebestuur om de lokale diensten toe te laten de bemalingsactiviteiten op te volgen.
Advies van het college
Voorwaardelijk gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning.
Geadviseerde rubrieken
Rubriek | Omschrijving | Geadviseerd voor |
2.4.3.a)1° | de verwijdering van niet-gevaarlijke afvalstoffen met een capaciteit van meer dan 50 ton per dag door middel van een of meer van de volgende activiteiten, met uitzondering van de activiteiten, vermeld in rubriek 3.6.4: biologische behandeling; | +200,00 ton/dag |
3.4.2° | het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater; | 22,50 m³/uur |
3.6.4.3° | Afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van afvalwater aangevoerd via openbare riolering en/of collectoren met een zuiveringscapaciteit van meer dan 500 tot 100.000 inwonersequivalenten. | uitbreiding van het zuiveringsconcept |
6.4.1° | opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van 200 liter tot en met 50.000 liter uitgezonderd de gezamenlijke opslag van minder dan 5 ton gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige brandstoffen bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt; | CLP-omzetting |
12.2.1° | transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA; | 1x 800,00 kVA |
12.2.2° | transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van meer dan 1.000 kVA; | 1x 1.600,00 kVA |
16.1.b)1° | de productie (met inbegrip van de gasraffinage) of omzetting van gassen, cokesgas uitgezonderd, met een productiecapaciteit van 1 Nm³/uur tot en met 10 Nm³/uur; | 6,80 Nm³/h |
16.3.2°b) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW; | +241,20 kW |
17.1.2.1.1° | opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in verplaatsbare recipiënten met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van 300 liter tot en met 1.000 liter; | -1.590,00 liter |
17.1.2.2.3° | opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in vaste reservoirs met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van meer dan 10.000 liter; | 40.000,00 liter |
17.3.2.2.1° | ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 1 en 2 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 50 kg tot en met 2 ton; | CLP-omzetting |
17.3.4.2°b) | opslagplaatsen voor bijtende vloeistoffen en vaste stoffen (gevarenpictogram GHS05) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 2 ton tot en met 100 ton, als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een gebied ander dan industriegebied; | +2,00 ton |
17.3.6.2°b) | opslagplaatsen voor schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 2 ton tot en met 100 ton, wanneer de inrichting gedeeltelijk of volledig gelegen is in gebied ander dan een industriegebied; | +2,00 ton |
53.2.2°a) | bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van onbehandeld en niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen, gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1°, met een netto opgepompt debiet van maximum 30.000 m³ per jaar of een maximale verlaging van het grondwaterpeil tot vier meter onder maaiveld; | 23.740,00 m³/jaar |
Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden
1. | De exploitant dient de startdatum van de bemaling voor de opstart van de bemaling te melden aan de diensten Vergunningen (mailto:milieuvergunningen@antwerpen.be) en Milieu-Interventie (mailto:MI@antwerpen.be) samen met de contactgegevens van de werfverantwoordelijke. De stopzetting van de bemaling wordt eveneens aan deze diensten gemeld. |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Ontvangst adviesvraag | 5 augustus 2021 |
Start openbaar onderzoek | 15 augustus 2021 |
Einde openbaar onderzoek | 13 september 2021 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste adviesdatum | 24 september 2021 |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
15 augustus 2021 | 13 september 2021 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Informatievergadering
Een informatievergadering was niet vereist en werd niet gehouden.
Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag onder volgende voorwaarde:
1. | De exploitant dient de startdatum van de bemaling voor de opstart van de bemaling te melden aan de diensten Vergunningen (mailto:milieuvergunningen@antwerpen.be) en Milieu-Interventie (mailto:MI@antwerpen.be) samen met de contactgegevens van de werfverantwoordelijke. De stopzetting van de bemaling wordt eveneens aan deze diensten gemeld. |
Het college geeft opdracht aan:
Dienst | Taak |
Stadsontwikkeling/vergunningen | het advies college te bezorgen aan de instantie die dit gevraagd heeft. |