Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2021109422 |
Gegevens van de aanvrager: | de heer Bart Venckeleer met als adres Boekenberglei 127 te 2100 Antwerpen |
Ligging van het project: | Boekenberglei 127 te 2100 Deurne (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 32 sectie B nrs. 0 en 543T |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | herbouwen van een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 01/01/1952: toelating (626#14167) voor het bouwen villa.
Vergunde toestand/Geacht vergunde toestand
- eengezinswoning van 1 bouwlaag onder dubbelhoog zadeldak in open bebouwing;
- vrijstaande garage ter hoogte van de achterste en linker perceelgrens.
Huidige toestand
- conform vergunde toestand. Niet relevant gezien het een volledig sloop betreft.
Gewenste toestand
- eengezinswoning van 3 bouwlagen onder hellend dak (daklaag is teruggetrokken) in open bebouwing met ondergrondse garage;
- woning op 5 m van de rooilijn (gelijk met de rechter aanpaler), op minimaal 3 m van de linker en rechter perceelgrens;
- gevelbreedte van 10,60 m;
- gelijkvloerse bouwdiepte van 16 m en 12,70 m op de verdieping;
- kroonlijsthoogte van 7,20 m en een variƫrende nokhoogte van 9,20 m naar 10,85 m;
- gevels in een lichtgrijze gevelsteen met accenten in een gemoffelde aluminiumplaat;
- aluminium gemoffeld buitenschrijnwerk;
- teruggetrokken daklaag in een grijze gevelplaat;
- verharding in de voortuinstrook in waterdoorlatende klinkers ter hoogte van de garage en in de zijtuinstrook, terrastegels ter hoogte van de achtergevel.
Inhoud van de aanvraag
- slopen van de bestaande eengezinswoning en garage;
- vellen van hoogstammige bomen;
- bouwen van een vrijstaande eengezinswoning;
- heraanleggen van de tuin.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Stadsbeheer/ Groen en Begraafplaatsen | 23 juli 2021 | 28 juli 2021 |
Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Milieu | 23 juli 2021 | 23 juli 2021 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het gewestplan op volgend punt:
- in dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
De gewenste bouwhoogte is niet in overeenstemming met de in de onmiddellijke omgeving aanwezige vrijstaande woningen.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
de gewenste bouwdiepte en -hoogte zijn niet in harmonie met het kenmerkende referentiebeeld in de straat;
de beuken haag in de voortuinstrook heeft een hoogte van 1,85 m op de plannen; bovendien is het onduidelijk hoe hoog de toegangspoort wordt voorzien;
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen.
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid – Woninggrootte
Voorliggende aanvraag betreft het herbouwen van een eengezinswoning.
De bestaande functie van eengezinswoning blijft behouden en is zodoende in overeenstemming met de kenmerkende woonfuncties in de Boekenberglei.
Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid
De bestaande eengezinswoning wordt gesloopt om een volledige nieuwbouw woning op te trekken op een ondergrondse garage. De nieuwbouw bestaat uit 3 bouwlagen onder een hellend dak, waarbij de daklaag is teruggetrokken, zodat er rondom rond een terras en een groendak ontstaat. De woning heeft een kroonlijsthoogte van 7,20 m en een vanaf de straat zichtbaar variërende nokhoogte van 9,20 m naar 10,85 m.
In afwijking van de bepalingen van het gewestplan en artikel 10 van de bouwcode is de voorgestelde bouwhoogte niet in overeenstemming met de in de onmiddellijke omgeving aanwezige vrijstaande woningen en zodoende afwijkend van het referentiebeeld in de straat. Het voorgestelde schuine dak op de nieuwbouw refereert onvoldoende naar de aanpalende woningen en genereert bovendien een onwenselijke bouwhoogte van bijna 11 m naar de linker aanpaler en aan de straat.
Omwille van de weinig referentiële waarde van het voorgestelde dakvolume, wordt geoordeeld dat het beter is om het hoofddak als plat dak te voorzien om het bouwvolume en de hinder naar omwonenden maximaal te beperken. De bouwhoogte moet dus beperkt worden zodat op de teruggetrokken daklaag de minimum vrije hoogte van 2,60 m conform artikel 21 van de bouwcode is gerespecteerd.
De voorgevel bevindt zich op 5 m van de rooilijn, aansluitend op de rechter aanpaler. De bouwdiepte ten opzichte van de voorgevellijn is circa 16 m op het gelijkvloers en 12,7 m op de eerste verdieping. De gelijkvloerse bouwdiepte stemt niet overeen met de kenmerkende bouwdiepte in de onmiddellijke omgeving en wijkt zo af van artikel 6 en 10 van de bouwcode. De bouwdiepte op het gelijkvloers moet aansluiten op deze van de linker aanpaler.
In de voortuin, zij- en achtertuin zijn beperkt verhardingen aangebracht ter realisatie van een hellende oprit, toegangspaden en een naar de tuin afwaterend terras. De aanvraag wijkt af van artikel 27 van de bouwcode. Het verharde toegangspad naar de voordeur heeft een breedte van 2 m. De breedte van een toegangspad moet beperkt blijven tot maximum 1,50 m.
De aanvraag wijkt af van artikel 12 van de bouwcode. De gelijkvloerse voorgevel wordt bijna volledig dichtgebouwd. Een gang wordt niet aanzien als een verblijfsruimte. Er is daardoor weinig direct contact tussen de bewoners en de straat. Dit contact is hoe dan ook zeer relatief gezien de diepe voortuinstrook, waardoor een afwijking kan worden toegestaan.
De aanvraag wijkt af van artikel 19 van de bouwcode. De beuken haag in de voortuinstrook heeft een hoogte van 1,85 m op de plannen. Bovendien is het onduidelijk hoe hoog de toegangspoort wordt voorzien. De maximale hoogte van afsluitingen in de voortuinstrook is 1 m.
Voor het oprichten van de nieuwe woning moeten 4 bestaande bomen (coniferen) gerooid worden. Een esdoorn wordt verplaatst om de oprit aan te leggen en er wordt een nieuwe notelaar aangeplant in de achtertuin. Op het voorstel tot rooiing, heraanplanting en verplaatsing wordt een gunstig advies verleend door Groen en Begraafplaatsen:
“De te rooien coniferen worden vervangen door een notenboom die van nature kan uitgroeien tot een waardevolle boom. Op lange termijn heeft de notenboom een positieve impact op hittestress en klimaat.”
Dit advies wordt bijgetreden. In de regel moeten volgens artikel 17 van de bouwcode bestaande bomen zoveel mogelijk behouden te blijven, tenzij deze nieuwe constructies in de weg staan. Het voorstel voor de heraanplanting en verplaatsing van enkele bomen kan echter gunstig worden beoordeeld.
Het huidige voorstel komt omwille van bovenstaande strijdigheden met de voorschriften en de goede ruimtelijke ordening niet voor vergunning in aanmerking.
Visueel-vormelijke elementen
De nieuwe gevels zijn opgetrokken in een lichtgrijze gevelsteen met accenten in gemoffelde aluminiumplaat op het gelijkvloers en de eerste verdieping. De teruggetrokken daklaag is afgewerkt in grijze gevelplaten. Het nieuwe buitenschrijnwerk is voorzien in gemoffeld aluminium.
Afgezien van het dakvolume is de woning binnen haar omgeving qua uitzicht inpasbaar.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De aanvraag wijkt af van artikel 21 van de bouwcode. Het is onduidelijk wat de functie is van de bovenste ruimte die grenst aan het bureau, maar aangezien deze in open verbinding staat met de bureauruimte wordt deze aanzien als uitloper van een verblijfsruimte en heeft deze onvoldoende vrije hoogte. Op de dakverdieping moet integraal een vrije hoogte van 2,60 m worden voorzien.
De aanvraag wijkt af van artikel 41van de bouwcode.
Het kleine terras bij slaapkamer 2 op de eerste verdieping is enkel voorzien van een spuwer als waterafvoer. Het terras moet van een volwaardige regenwaterafvoer worden voorzien, zodat de spuwer enkel dienst doet als noodoverloop.
De afvoeren RWA en DWA liggen niet op minimum 0,20 m en maximum 0,50 m uit elkaar en werden niet voorzien van een toezichtsput op eigen perceel nabij de perceelgrens aan de straat. Dit moet volgens de voorschriften worden voorzien.
Voorts dient er te worden toegezien dat de nieuwe infiltratievoorziening zich op voldoende afstand van funderingswanden en de perceelgrenzen bevindt.
Mobiliteitsimpact
Toetsing parkeerbehoefte
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen het beoordelingskader voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats.
De werkelijke parkeerbehoefte wordt berekend op basis van het nieuw bouwen van een eengezinswoning. De werkelijke parkeerbehoefte is 1.
|
De plannen voorzien in 1 nuttige autostal- en autoparkeerplaats.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1.
Dit aantal is toereikend.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0.
Dit is het verschil tussen het aantal volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te reasliseren autostalplaatsen, ttz. 1 – 1 = 0.
|
Fietsenstalplaatsen
De aanvraag wijkt af van artikel 29 van de bouwcode. De fietsstalplaatsen worden in open lucht in de voortuinstrook voorzien. Dit is geen voldoende kwalitatieve stallingswijze. Er moet gezocht worden naar een inpandig alternatief. Temeer daar het hier een nieuwbouw betreft zodat de fietsenstalling in het ontwerp geïntegreerd kan worden.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onverenigbaarheden met stedenbouwkundige voorschriften en een goede ruimtelijke ordening.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 25 juni 2021 |
Volledig en ontvankelijk | 23 juli 2021 |
Start openbaar onderzoek | 3 augustus 2021 |
Einde openbaar onderzoek | 1 september 2021 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 5 november 2021 |
Verslag GOA | 15 oktober 2021 |
naam GOA | Katrine Leemans |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
3 augustus 2021 | 1 september 2021 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.
De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.