Terug
Gepubliceerd op 02/11/2021

2021_CBS_08571 - Omgevingsvergunning - OMV_2021131487. Markgravelei 97A. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 29/10/2021 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Annick De Ridder, schepen; Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2021_CBS_08571 - Omgevingsvergunning - OMV_2021131487. Markgravelei 97A. District Antwerpen - Goedkeuring 2021_CBS_08571 - Omgevingsvergunning - OMV_2021131487. Markgravelei 97A. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2021131487

Gegevens van de aanvrager:

de heer Erik Van Acker met als adres Heideland 25 te 2640 Mortsel en SON Fondatie Terninck met als adres Terninckstraat 30 te 2000 Antwerpen

Ligging van het project:

Markgravelei 97A te 2018 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 10 sectie K nrs. 0, 1852A2 en 1852H2

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen van een verpleegkundige instelling tot een tehuis voor niet werkenden

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          18/03/1999: vergunning (86#8720307) voor het bouwen van een klooster;

-          25/04/1980: vergunning (18#83035) voor een verbouwing - 7.2.1980;

-          28/01/1955: toelating (18#33288) voor vergrotingswerken.

Vergund geachte toestand

-          verpleegkundige instelling (gemeenschapsvoorziening);

-          vrijstaand pand van 2 bouwlagen onder plat dak met verhoogde kelderverdieping in binnengebied;

-          gevel in donkerrode gevelsteen met raamomlijstingen en dorpels in witte natuursteen, houten kroonlijst en buitenschrijnwerk.

Huidige toestand

-          in overeenstemming met de laatst vergunde toestand, afgezien van:

  • een bijgebouwde liftschacht met inkom, met bijhorende gevelwijzigingen in de noordgevel;
  • aangebouwd volume in hout en glas op de eerste verdieping tegen de westgevel;
  • vernieuwde kroonlijst in witte pvc;
  • verharding in betonklinkers in het binnengebied.

Gewenste toestand

-          tehuis voor niet-werkenden (gemeenschapsvoorziening);

-          vrijstaand pand van 2 bouwlagen met verhoogde kelderverdieping onder plat dak in binnengebied;

-          gewijzigde gevels:

  • inkom met liftschacht en veranda-volume op de eerste verdieping;
  • plaatselijk vernieuwd buitenschrijnwerk in zwart aluminium;
  • rechtstreekse buitentoegang naar de kelder in de westgevel, bereikbaar via de bestaande buitentrap en een nieuwe buitenlift;

-          verhoogd terras in betonklinkers tegen de zuidgevel met toegangshelling in strekmetaal;

-          20 fietsstalplaatsen en 4 autostalplaatsen in open lucht.

Inhoud van de aanvraag

-          uitvoeren van interne constructieve werken;

-          regulariseren van enkele volume-uitbreidingen;

-          wijzigen van de gevel;

-          aanleggen van het binnengebied met nieuwe paden, autostalplaatsen, fietsenstallingen en een verhoogd terras met toegangshellingen.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA

15 september 2021

18 oktober 2021

Voorwaardelijk gunstig

Fluvius System Operator/ Fluvius

15 september 2021

24 september 2021

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering

15 september 2021

5 oktober 2021

Stadsbeheer/ Groen en Begraafplaatsen

15 september 2021

17 september 2021

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

15 september 2021

17 september 2021

Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Milieu

15 september 2021

28 september 2021

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de binnenstad van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Leien en de Kleine Ring.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgende punten:

  • artikel 19 Hellingen:

de nieuwe toegangshelling in buitenomgeving overbrugt 99 cm aan een helling van circa 9%. De tussenbordessen voorzien steeds in een verandering van richting, maar meten niet minstens 1,50 m op 1,50 m tussen de leuningen. Het is niet duidelijk of de open zijkanten van de helling voorzien zijn van een afrijdbeveiliging van minstens 5 cm hoogte;

  • artikel 22 Toegangen:
    de achterinkomdeur heeft geen vrije doorgangshoogte van 2,09 m;
  • artikel 24 Vrije en vlakke draairuimte:
    na het verplaatsen van de dubbele inkomdeur is er net geen vrije en vlakke draaicirkel aanwezig aan de buitenkant van de inkomdeur. Ook bij de achterinkomdeur is er door het inrichten van nieuwe parkeerplaatsen geen vrije en vlakke draairuimte gevrijwaard aan de buitenzijde. De deuren van slaapkamer 1.06 en badkamer 1.05 hebben geen vrije draaicirkel;
  • artikel 25 Vrij en vlakke wandbreedte:
    zowel de deuren van slaapkamers 1.01 en 1.06, de deur van badkamer 1.05 en de centrale deur in de keldergang beschikken niet over een vlakke en vrije wand- en vloerbreedte van minstens 50 cm naast de krukzijde;
  • artikel 27 Parkeerplaatsen:
    er is niet minstens één voorbehouden parkeerplaats voorzien;
  • artikel 26 en 29/2 Sanitaire ruimten:
    de zorgbadkamer op iedere verdieping voldoet niet aan de voorschriften van een aangepaste sanitaire voorziening met douche en toilet.

 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • artikel 18 Groenbescherming bij de uitvoering van werken:
    de voorschriften dienen in acht genomen te worden met betrekking tot de bestaande, te behouden bomen;
  • artikel 21 Minimale hoogte van ruimten:
    een verblijfruimte dient minstens 2,60 m te zijn.
    De volledige kelderverdieping heeft een hoogte van slechts 2,38 m en komt dus niet in aanmerking voor het inrichten van verblijfsruimten. Ook de tussenverdieping met een hoogte van slechts 1,85 m komt niet in aanmerking voor verblijfsruimten.
  • artikel 24 Minimale lichtinval en luchttoevoer:
    de voorziene polyvalente ruimten en de snoezelruimte in de kelderverdieping ontvangen onvoldoende lichtinval. Het vloerniveau in de kelder ligt lager dan 1,10 m onder het aangrenzende maaiveld, waardoor deze verdieping in het geheel niet in aanmerking komt als verblijfsruimte;
  • artikel 27 Open ruimte:
    het is niet duidelijk of de totale verharde oppervlakte binnen het perceel beperkt is tot 1/3e van de tuinoppervlakte;
  • artikel 29 Fietsstalplaatsen en fietsparkeerplaatsen:
    er worden 20 fietsenstallingen voorzien in open lucht. De fietsstalplaats is niet afsluitbaar of overdekt. Het is onduidelijk of dit aantal toereikend is aangezien niet geweten is hoeveel personeelsleden er tewerkgesteld worden;
  • artikel 30 Autostalplaatsen en autoparkeerplaatsen:
    er worden 4 reguliere autostalplaatsen voorzien in open lucht op betonklinkers;
  • artikel 38 Groendaken:

de platte daken van de liftschacht en inkom tegen de noordgevel zijn niet aangelegd als groendak;

  • artikel 40 Privaat gescheiden rioolstelsel en afvoerleidingen en Artikel 41 Kenmerken aansluiting van de leidingen met het openbaar rioolstelsel:
    het is niet duidelijk of er een privaat gescheiden rioolstelsel is voorzien conform deze artikels;
  • artikel 43 Septische putten:
    het is niet duidelijk of er een septische put wordt voorzien, die voldoet aan dit artikel;
  • artikel 44 Vetafscheiders en olieafscheiders:
    het is niet duidelijk of de afvoeren van de collectieve keukens op vetafscheiders zijn aangesloten.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

Voorliggende aanvraag betreft het verbouwen van een verpleegkundige instelling tot een tehuis voor niet werkenden. Het gebouw behoudt de vergunde functie van een gemeenschapsvoorziening en is zodoende functioneel inpasbaar in de omgeving.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

Het gebouw is gelegen aan de rand van een groen binnengebied (voormalige kloostertuin en later ziekenhuis) waar zich op vandaag tevens een rust- en verzorgingstehuis en een assistentieflatgebouw bevinden. Het gewenste bouwvolume is het resultaat van enkele te regulariseren uitbreidingen. De bestaande 2 bouwlagen hoge hoofdbouw werd uitgebreid met een beperkte uitbouw tegen de westgevel (zijgevel rechts) op de eerste verdieping en een nieuwe inkom en liftschacht op de scheidingsmuur (zijgevel links) tegen de noordgevel (voorgevel). De uitbreidingen vormen geen aanzienlijke hinder voor de omwonenden en ook de privacy blijft gerespecteerd, waardoor het gewenste bouwvolume vanuit stedenbouwkundig oogpunt kan worden aanvaard.

De omgeving werd deels verhard in betonklinkers die afwateren op eigen terrein in functie van de aanleg van opritten en toegangspaden en wordt bijkomend verhard voor de realisatie van een toegangshelling, een buitentrap en –plateaulift naar de kelder en 4 autostalplaatsen in open lucht. Er is geen zicht op de totale verharde oppervlakte op het perceel, waardoor de conformiteit met artikel 27 van de bouwcode niet kan worden gecontroleerd. Als voorwaarde voor vergunning wordt opgelegd dat de totale verharding beperkt moet worden tot 1/3 van de tuinoppervlakte en dat de verharde oprit slechts 3 m breed mag zijn. Alle autostalplaatsen in open lucht, met uitzondering van de voorbehouden plaats moeten conform artikel 30 van de bouwcode aangelegd worden in een waterdoorlatend en grasdoorgroeibaar materiaal zoals grasdallen.

Het advies van Groen en Begraafplaatsen luidt als volgt:

“De werken blijven binnen de bestaande contouren van het gebouw, enkel is er een terraszone voorzien binnen te behouden bomen. Deze (zone) moet wortelvriendelijk worden aangelegd met waterdoorlatende verharding.”

Gelet op artikel 18 van de bouwcode, dat stelt dat er voorzorgsmaatregelen in acht genomen moeten worden met betrekking tot de bestaande, te behouden bomen, wordt het advies bijgetreden en veralgemeend. De wortelzones van alle bestaande bomen moeten van enige verharding worden gevrijwaard. Dit wordt opgelegd als voorwaarde voor vergunning.

 

Visueel-vormelijke elementen

De nieuwe materialen zijn in overeenstemming met het bestaande gebouw en de onmiddellijke omgeving.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Aangezien de aanvraag geen opsplitsing in meerdere zelfstandige wooneenheden betreft, moet het bestaande huisnummer 97A behouden blijven.

 

De aanvraag wijkt op meerdere punten af van de bepalingen van de verordening Toegankelijkheid:

De nieuwe toegangshelling in buitenomgeving overbrugt 99 cm hoogteverschil aan een helling van circa 9%. De maximum toegestane hellingsgraad bij hoogteverschillen van meer dan 50 cm is echter 5%. De tussenbordessen voorzien steeds in een verandering van richting, maar meten niet minstens 1,50 m op 1,50 m tussen de leuningen. Het is niet duidelijk of de open zijkanten van de helling voorzien zijn van een afrijdbeveiliging van minstens 5 cm hoogte. Als voorwaarde voor vergunning dient de helling te worden aangepast zodat deze voldoet aan de maximum hellingsgraad, de minimum afmetingen voor tussenbordessen en voorzien is van afrijdbeveiligingen conform artikel 19 of dient een verticale plateaulift te worden voorzien conform artikel 21 van de verordening Toegankelijkheid. Om de impact op de buitenruimte te beperken is de laatste optie mogelijks meer aangewezen.

De achterinkomdeur heeft geen vrije hoogte doorgangshoogte van 2,09 meter, hetgeen strijdig is met artikel 22 van de verordening Toegankelijkheid. Er kan een afwijking worden toegestaan mits het gebouw over er een alternatieve hoofdinkom beschikt die volledig integraal toegankelijk is.

Aan de buitenkant van de dubbele inkomdeur is er geen vrije en vlakke draaicirkel aanwezig conform artikel 24 van de verordening Toegankelijkheid. Ook bij de achterinkomdeur is er door het inrichten van nieuwe parkeerplaatsen geen vrije en vlakke draairuimte gevrijwaard aan de buitenzijde. De deuren van slaapkamer 1.06 en badkamer 1.05 hebben geen vrije draaicirkel. Dit wordt opgelegd als voorwaarde voor vergunning. Enkel voor de achterinkomdeur kan een afwijking toegestaan worden indien er een alternatieve toegangsdeur aanwezig is.

In afwijking van artikel 25 beschikken zowel de deuren van slaapkamers 1.01 en 1.06, de deur van badkamer 1.05 als de centrale deur in de keldergang niet over een vlakke en vrije wand- en vloerbreedte van minstens 50 cm naast de krukzijde. Dit wordt opgelegd als voorwaarde voor vergunning.

De aanvraag wijkt ook af van artikel 27. Er is niet minstens één voorbehouden parkeerplaats voorzien in de buurt van de hoofdinkom. Dit wordt opgelegd als voorwaarde voor vergunning.

De aanvraag wijkt ten slotte af van artikel 26 en 29/2. De zorgbadkamer op iedere verdieping voldoet niet aan de voorschriften van een aangepaste sanitaire voorziening met douche en toilet. Dit wordt opgelegd als voorwaarde voor vergunning.

 

De aanvraag wijkt ook af op een aantal punten van de bouwcode.

-          Artikel 21 en 24: de volledige kelder- en tussenverdieping hebben een vrije hoogte lager dan 2,60 m. De voorziene polyvalente ruimten en de snoezelruimte in de kelderverdieping ontvangen ook onvoldoende lichtinval. Het vloerniveau in de kelder ligt lager dan 1,10 m onder het aangrenzende maaiveld. Door deze afwijkingen kan de kelderverdieping niet als verblijfsruimte ingericht te worden. Dit gebruik wordt daarom uitgesloten uit de vergunning.

-          Artikel 34 en 38: de platte daken van de liftschacht en inkom tegen de noordgevel zijn niet aangelegd als groendak. Dit wordt opgelegd als voorwaarde voor vergunning, waarbij voldaan moet worden aan artikel 34 van de bouwcode, door tussen de scheidingswand en de vegetatie van het groendak een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed te voorzien, eventueel aangevuld met een eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm.

-          artikel 40, 41, 43 en 44: het is niet duidelijk of er een privaat gescheiden rioolstelsel en een reglementaire septische put is voorzien. Ook blijken er geen vetafscheiders in de collectieve keukens voorzien te worden. De aanvraag dient zich conform te stellen met deze artikels.

Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de woning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de inhoud van de aanvraag geen functiewijziging voorziet. De functie blijft gemeenschapsvoorzieningen. Overigens worden er 4 parkeerplaatsen voorzien die gebruikt kunnen worden door het personeel.

 

Ontsluiting/bereikbaarheid

Het gebouw en de parkeerplaatsen wordt ontsloten via de Markgravelei.

 

Fietsvoorzieningen

Er moeten fietsstalplaatsen voorzien worden voor de bewoners en het personeel. Het is echter niet duidelijk hoeveel mensen er tewerkgesteld worden.

Voor de bewoners moeten er al zeker 15 fietsstalplaatsen voorzien worden (1 voor elke kamer).

Er worden 20 fietsstalplaatsen voorzien aan de voorkant van het gebouw. Het is niet duidelijk of deze overdekt en afsluitbaar zijn. Dit is wel nodig, wat in voorwaarde wordt opgelegd.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      de voorwaarden opgelegd door Fluvius zijn strikt na te leven;

3.      de platte daken van de inkom- en liftschacht tegen de voorgevel zijn aan te leggen als groendak en ter hoogte van de scheidingsmuur te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed, eventueel aangevuld met een eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm;

4.      de voorzorgsmaatregelen rond te behouden bomen uit artikel 18 van de bouwcode zijn strikt na te leven. De wortelzone van bestaande bomen moet worden gevrijwaard van verhardingen;

5.      met betrekking tot de voorschriften van de verordening Toegankelijkheid:

-          de helling moet conform zijn met artikel 19 of is te vervangen door een verticale plateaulift conform artikel 21;

-          voor de dubbele inkomdeur en de deuren van slaapkamer 1.06 en badkamer 1.05 moet een vrije en vlakke draaicirkel conform artikel 24 worden gevrijwaard;

-          de deuren van slaapkamers 1.01 en 1.06, van badkamer 1.05 en de centrale deur in de keldergang zijn te voorzien van een vlakke en vrije wand- en vloerbreedte van minstens 50 cm naast de krukzijde conform artikel 25;

-          de zorgbadkamer op iedere verdieping moet voldoen aan de voorschriften van een aangepaste sanitaire voorziening met douche en toilet conform artikel 26 en 29/2;

6.      de totale verharding op het perceel te beperken tot 1/3 van de totale tuinoppervlakte, conform artikel 27 van de bouwcode;

7.      de breedte van de oprit te beperken  tot 3 m, conform artikel 27 van de bouwcode, voor zover dit de brandvoorzorgsmaatregelen niet in het gedrang brengt;

8.      het gebouw is te voorzien van een privaat gescheiden rioolstelsel en een reglementaire septische put conform artikel 40, 41 en 43 van de bouwcode;

9.      de afvoeren van de collectieve keuken(s) zijn aan te sluiten op vetafscheiders conform artikel 44 van de bouwcode;

10.  er moet voor elk tewerkgesteld personeelslid een fietsstalplaats voorzien worden en alle fietsstalplaatsen moeten overdekt en afsluitbaar zijn;

11.  de autostaanplaatsen aan te leggen in een waterdoorlatend en grasdoorgroeibaar materiaal;

12.  minstens één voorbehouden parkeerplaats te voorzien conform artikel 27 van de verordening Toegankelijkheid;

13.  na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021;

Uitsluitingen

14.  de inrichting van de kelderverdieping als verblijfsruimte.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

16 augustus 2021

Volledig en ontvankelijk

15 september 2021

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

13 november 2021

Verslag GOA

22 oktober 2021

naam GOA

Katrijn Apostel

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      de voorwaarden opgelegd door Fluvius zijn strikt na te leven;

3.      de platte daken van de inkom- en liftschacht tegen de voorgevel zijn aan te leggen als groendak en ter hoogte van de scheidingsmuur te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed, eventueel aangevuld met een eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm;

4.      de voorzorgsmaatregelen rond te behouden bomen uit artikel 18 van de bouwcode zijn strikt na te leven. De wortelzone van bestaande bomen moet worden gevrijwaard van verhardingen;

5.      met betrekking tot de voorschriften van de verordening Toegankelijkheid:

-          de helling moet conform zijn met artikel 19 of is te vervangen door een verticale plateaulift conform artikel 21;

-          voor de dubbele inkomdeur en de deuren van slaapkamer 1.06 en badkamer 1.05 moet een vrije en vlakke draaicirkel conform artikel 24 worden gevrijwaard;

-          de deuren van slaapkamers 1.01 en 1.06, van badkamer 1.05 en de centrale deur in de keldergang zijn te voorzien van een vlakke en vrije wand- en vloerbreedte van minstens 50 cm naast de krukzijde conform artikel 25;

-          de zorgbadkamer op iedere verdieping moet voldoen aan de voorschriften van een aangepaste sanitaire voorziening met douche en toilet conform artikel 26 en 29/2;

6.      de totale verharding op het perceel te beperken tot 1/3 van de totale tuinoppervlakte, conform artikel 27 van de bouwcode;

7.      de breedte van de oprit te beperken  tot 3 m, conform artikel 27 van de bouwcode, voor zover dit de brandvoorzorgsmaatregelen niet in het gedrang brengt;

8.      het gebouw is te voorzien van een privaat gescheiden rioolstelsel en een reglementaire septische put conform artikel 40, 41 en 43 van de bouwcode;

9.      de afvoeren van de collectieve keuken(s) zijn aan te sluiten op vetafscheiders conform artikel 44 van de bouwcode;

10.  er moet voor elk tewerkgesteld personeelslid een fietsstalplaats voorzien worden en alle fietsstalplaatsen moeten overdekt en afsluitbaar zijn;

11.  de autostaanplaatsen aan te leggen in een waterdoorlatend en grasdoorgroeibaar materiaal;

12.  minstens één voorbehouden parkeerplaats te voorzien conform artikel 27 van de verordening Toegankelijkheid;

13.  na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021;

Uitsluitingen

14.  de inrichting van de kelderverdieping als verblijfsruimte.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.