Terug
Gepubliceerd op 02/11/2021

2021_CBS_08565 - Omgevingsvergunning - OMV_2021074829. Boombekelaan 18, 18B-C. District Hoboken - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 29/10/2021 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Annick De Ridder, schepen; Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2021_CBS_08565 - Omgevingsvergunning - OMV_2021074829. Boombekelaan 18, 18B-C. District Hoboken - Goedkeuring 2021_CBS_08565 - Omgevingsvergunning - OMV_2021074829. Boombekelaan 18, 18B-C. District Hoboken - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2021074829

Gegevens van de aanvrager:

CV Fluvius System Operator met als adres Brusselsesteenweg 199 te 9090 Melle

Gegevens van de exploitant:

CV Fluvius System Operator (0477445084) met als adres Brusselsesteenweg 199 te 9090 Melle

Ligging van het project:

Boombekelaan 18, 18B-C  te 2660 Hoboken (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 37 sectie A nr. 404H

waarvan:

 

-          20190830-0085

afdeling 37 sectie A nr. 404H (Gebouw Boombekelaan 14 Hoboken)

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen, Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

uitbreiden, verbouwen en exploiteren van een bedrijfsgebouw

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          12/08/2016: vergunning (20161236) voor het renoveren van een dakverdieping;

-          17/08/2012: vergunning (3553#4640) voor het vellen van 3 bomen;

-          26/08/2011: vergunning (3508#3465) voor de heraanleg bedrijfsomgeving;

-          5/05/2010: weigering (3432#2032) voor het heraanleggen van parking;

-          22/10/2009: weigering (3432#301) voor de heraanleg bedrijfsomgeving;

-          24/12/2001: vergunning (1006#19378) voor het bouwen van een hoogspanningspost;

-          7/05/1997: vergunning (1006#14779) voor het bouwen van een cabine voor nutsvoorzieningen;

-          27/11/1996: vergunning (1006#19658) voor het bouwen van een schakelpost voor communicatiedoeleinden;

-          21/04/1975 : vergunning (1056#3301) voor het bouwen van burelen, magazijn en werkplaats.

Vergunde toestand/Geacht vergunde toestand

-          bedrijfsgebouw van 4 bouwlagen onder een plat dak in halfopen bebouwing met aansluitend refter en vergaderzaal in een gelijkvloerse uitbreiding achter het hoofdgebouw;

-          gevels afgewerkt met grijze betonpanelen, grijze en lichtgrijze betonnen sierelementen, buitenschrijnwerk in antraciet aluminium, antraciet aluminium raamdorpels, blauwe hardsteen deurdorpels, lichtgrijze aluminium balustrades, luifel op het gelijkvloers afgewerkt in groen zink, dakverdieping afgewerkt met grijze eternitplaten;

-          terrein grotendeels ingericht als autoparking.

Huidige toestand

conform vergunde toestand.

Gewenste toestand

-          uitbreiden van de dakverdieping;

-          conciërgewoning op de dakverdieping verdwijnt en wordt techniekenlokaal;

-          slopen van de bestaande verbinding tussen het hoofdgebouw en de achterliggende refter;

-          oprichten van een nieuwe luifel ter verbinding van het hoofdgebouw en de achterliggende refter;

-          slopen van de luifel op het gelijkvloers vooraan en aan de rechterzijde van het gebouw;

-          oprichten van een nieuwe luifel op het gelijkvloers vooraan, aan de rechterzijde en achteraan van het gebouw;

-          omsluiten van de open traphal aan de rechterzijde van het gebouw en verhogen tot de dakverdieping;

-          uitsprongen rond sierelementen in voor- en achtergevel;

-          gevels afgewerkt met witte/lichtgrijze keramische tegels, uitsprongen in wit/lichtgrijs aluminium, luifel in wit/lichtgrijs staal, aluminium buitenschrijnwerk, witte/lichtgrijze aluminium raamdorpels en witte/lichtgrijze roostergevel op uitbreiding en voorzijde dakverdieping;

-          dak van de refter en een gedeelte van de nieuwe luifel ingericht als groendak;

-          verplaatsen van één van de septische putten naar rechts van de refter;

-          oprichten van een fietsenstalling in een witte/lichtgrijze kleurstelling achter het bedrijfsgebouw;

-          nieuwe overdekte oplaadpaal/totem voor het hoofdgebouw;

-          heraanleggen van het buitenterrein vooraan en rechts van het hoofdgebouw.

Inhoud van de aanvraag

-          uitbreiden, verbouwen en exploiteren van een bedrijfsgebouw;

-          bouwen van een fietsenberging;

-          heraanleg van de parking en groenzone.

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Voorgeschiedenis

Op 22 november 2007 werd door de deputatie van de provincie Antwerpen aan Integan een milieuvergunning klasse 2 verleend (MLAV1/07-246) voor de exploitatie van een inrichting voor kabelcommunicatienetwerken. De vergunning is geldig tot 23 mei 2028. Op 18 oktober 2019 nam het college van burgemeester en schepenen van de stad Antwerpen akte van een melding van overname door CVBA Fluvius System Operator (OMV_2019108508).

 

Inhoud van de aanvraag

De Fluvius-site omvat momenteel een kantoorgebouw, een magazijn en een parking. Het hoofdgebouw en zijn onmiddellijk aangrenzende buitenruimte worden verbouwd en energetisch gerenoveerd. Hierbij wordt ook de milieuvergunning geactualiseerd aan de nieuwe toestand. Naast deze verandering wordt tevens ook meteen de hernieuwing van de milieuvergunning gevraagd omwille van de grote investering die deze werken met zich meebrengt. Er wordt dus gevraagd een omgevingsvergunning van onbepaalde duur te verlenen.

 

Aangevraagde rubrieken

 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

15.1.2°

al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van meer dan 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn;

-72 voertuigen

16.3.2°b)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW;

+251,78 kW

17.3.2.1.2.1°

opslagplaatsen voor overige ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 3 (andere dan gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige stoffen met een vlampunt lager dan of gelijk aan 55°C) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 10 ton;

-0,20 ton

17.4.

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter;

250,00 kg

19.3.1°a)

inrichtingen voor het mechanisch behandelen en het vervaardigen van artikelen van hout e.d. andere dan deze bedoeld in rubriek 19.8 met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW, wanneer de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied;

+6,75 kW

29.5.2.1°a)

smederijen en inrichtingen voor het mechanisch behandelen van metalen en het vervaardigen van voorwerpen uit metaal met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW, wanneer volledig gelegen in een industriegebied;

-3,50 kW

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen

27 mei 2021

1 juli 2021

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Ondernemen en Stadsmarketing/ Business en Innovatie

27 mei 2021

4 juni 2021

Stadsbeheer/ Groen en Begraafplaatsen

7 oktober 2021

7 oktober 2021

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

27 mei 2021

28 mei 2021

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een gebied voor ambachtelijke bedrijven of gebieden voor kleine en middelgrote ondernemingen. Deze gebieden zijn mede bestemd voor kleine opslagplaatsen van goederen, gebruikte voertuigen en schroot, met uitzondering van afvalproducten van schadelijke aard, (Artikel 8 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening toegankelijkheid.

 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):

  • artikel 30 Autostalplaatsen en autoparkeerplaatsen.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project ligt gedeeltelijk in effectief overstromingsgevoelig gebied maar heeft een beperkte oppervlakte, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag heeft betrekking op het verbouwen en renoveren van het bedrijfsgebouw van Fluvius. Gelet op het onderwerp van de aanvraag werd er advies ingewonnen bij de stedelijke dienst Business en Innovatie:

“De aanvraag omvat een renovatie in functie van energie-efficiëntie met beperkte verbouwingen aan een bestaand vergund bedrijfsgebouw en een aanpassing aan de fietsenstalling.

Daarnaast wordt ook de bestaande milieuvergunning geactualiseerd.

De site is gelegen in de kmo-zone Polderstad zoals voorzien in de beleidsnota ruimtelijke economie.

De werken kaderen in een renovatie van een bestaand gebouw zoals deze vandaag ook voorzien zijn in de Vlaamse regelgeving rond energie-efficiëntie en klimaatrobuuste gebouwen.

Het is dan ook logisch dat de milieuvergunning mede in dit kader wordt geactualiseerd.

Voor het dossier kan dan ook een gunstig advies gegeven worden.”

 

Er wordt vanuit stedenbouwkundig oogpunt aangesloten bij het gegeven advies. De aanvraag blijft functioneel inpasbaar in de zone voor ambachtelijke bedrijven en kmo’s.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De aanvraag voorziet een beperkte uitbreiding aan het bestaande bedrijfsgebouw en het bouwen van een fietsenberging. Het voorgestelde project komt inzake het aantal bouwlagen en dakvorm overeen met de algemene configuratie van de aanwezige bebouwing in de omgeving. De geplande uitbreidingswerken zijn niet storend voor de omgeving en in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening van de plaats.

 

Visueel-vormelijke elementen

De voorgestelde beperkte visuele aanpassingen aan het bestaande hoofdvolume zijn in overeenstemming met de kenmerken van de bebouwing. De fietsenberging wordt dan weer voorzien in aluminium licht grijs hekwerk. De aanvraag is hierdoor visueel inpasbaar in deze zone voor ambachtelijke bedrijven en kmo’s.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Het dossier werd voorwaardelijk gunstig geadviseerd door de brandweer. De voorgestelde voorwaarden dienen integraal opgenomen te worden als voorwaarde van vergunning.

 

In de aanvraag worden een tiental kleine bomen gerooid met een stamomtrek die minder dan 1 meter bedraagt. Het dossier werd ter advies voorgelegd aan de stedelijke dienst Groen en Begraafplaatsen:

“De groendienst geeft een gunstig advies op voorwaarde dat de bestaande straatbomen gedurende gans de tijd van de werken worden beschermd. Er mag geen werfmateriaal gestockeerd worden onder de kruinzone van deze bomen. Indien het noodzakelijk zou zijn om tussen 2 bomen een inrit te maken dan dient men gebruik te maken van rijplaten.

Ook de bestaande bomen op het terrein moeten tijdens de werken beschermd worden.”

Vanuit stedenbouwkundig oogpunt wordt er aangesloten bij het gegeven advies. De voorgestelde boombeschermingsmaatregelen worden mee opgenomen als voorwaarde van vergunning.

 

Er wordt opgemerkt dat de centrale landschapswerkplaats met aansluitende vergaderlokalen en gesloten cockpits door de uitbreiding een verminderende toegang heeft tot rechtstreekse verlichting en verluchting. Dit aspect wordt vanuit stedenbouwkundig oogpunt betreurd. Er kan worden vastgesteld dat de interne configuratie het niet toelaat om deze bestaande verblijfsruimte voldoende te voorzien van natuurlijke verlichting en verluchting. Gelet op de totaliteit van de site met verscheidenheid aan kantoorruimte kan voor deze beperkte oppervlakte een afwijking gemotiveerd worden.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 4 parkeerplaatsen.

 

“De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en of functiewijziging.

 

Het bestaande gebouw wordt een klein beetje gewijzigd. De inkomzone voor personeel (kleedkamers, douches) wordt vernieuwd, maar blijft gelijk qua grootte. De inkomluifels worden vernieuwd. De inkom voor klanten wordt verplaatst. Het gebouw wordt een beetje vergroot op die plaats waar de nieuwe inkom voor bezoekers is worden de twee gebouwen verbonden met elkaar. De oppervlakte van de uitbreiding is beperkt tot inkomzone, geen werkzone. De conciërgewoning op de bovenste verdieping wordt verbouwd tot technische ruimte.

 

Er is geen bijkomende kantoorruimte. De wijzigingen hebben geen bijkomende parkeerbehoefte.

 

In de buitenaanleg wordt een deel gewijzigd. De open fietsenstalling wordt verplaatst. Dit wordt een overdekte en afgesloten ruimte voor fietsen van personeelsleden. Er wordt in de inkomzone voor het gebouw een grote wadi aangelegd en meer groen. De parkeerplaatsen voor personeelsleden wijzigen niet, dit blijven er 247. De ruimte naast het gebouw die momenteel is gereserveerd voor bezoekers wordt aangepast en hier wordt het aantal plaatsen van 23 teruggebracht tot 18.

Er verdwijnen door de verbouwing 5 parkeerplaatsen. Het verdwijnen van de conciërgewoning zorgt voor 1 plaats minder behoefte.

Deze (5 – 1) worden bijgeteld bij de parkeerbehoefte.

 

De parkeerbehoefte is 4.

 

De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

“het aantal bestaande parkeerplaatsen wordt teruggebracht van 23 tot 18. Er worden hierdoor 0 nuttige parkeerplaatsen voorzien”

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 4.

 

Het plan voorziet niet in (minstens) het aantal te realiseren plaatsen. Het terrein biedt voldoende mogelijkheden om 4 bijkomende parkeerplaatsen te voorzien. Er dient gezocht naar een oplossing op eigen terrein.

 

Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 4.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Echter kan de berekende parkeerbehoefte van het nieuwe project worden verminderd met het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein. Dit op voorwaarde dat realisatie niet mogelijk is.

Bijgevolg kan de parkeerbehoefte van de vergunde toestand in mindering gebracht worden voor 0 parkeerplaatsen.

 

“In de beschrijvende nota wordt verduidelijkt waarom het aantal bezoekersparkeerplaatsen verminderd wordt.

-          Terreinaanleg, groen en rooien van bestaande bomen:

In het gedeelte van het terrein rond het hoofdgebouw wordt werk gemaakt van verdere ontharding van het buitengebied. Het aantal bezoekersparkings wordt gereduceerd omdat het klantenkantoor in omvang zwaar gereduceerd wordt. Er worden in totaal 16 bezoekersparkings voorzien waarvan 2 voor mindervaliden. De voortuinstrook voor het gebouw wordt onthard en ingericht met een grote wadi als overloop voor de regenwateropvang van alle daken (voorheen ging al het regenwater rechtstreeks naar de riolering). Enkele bomen worden gerooid in functie van heraanleg parking en toegang brandweer. De te rooien bomen zijn aangeduid op het inplantingsplan en hebben allen een omtrek kleiner dan 1,00 m.”

Parkeerplaatsen die verdwijnen, moet echter maximaal vermeden worden. De parkeerbehoefte is 4 plaatsen. Er is ruimte om deze zeker terug te voorzien.”

Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 0 plaatsen.

 

 

Ontsluiting/bereikbaarheid:

“Er is 1 centrale in/uitrit tot de bezoekersparkeerplaatsen, met daarachter een bareel die toegang geeft tot de personeelsparkeerplaatsen.”

 

Fietsvoorzieningen:

“Voor heel de site is er een fietsparkeerbehoefte (berekend op basis van de BVO) van 56 plaatsen. Er wordt op het terrein een nieuwe overdekte en afgesloten fietsenstalling voorzien van 66 plaatsen. Deze plaatsen zijn zeer ruim ingetekend en er is ruimte voor grotere modellen (bakfietsen). Alle faciliteiten voor fietsers om zich om te kleden en materiaal weg te leggen is aanwezig (kleedruimtes, douches, droogkamers, lockers,… Voor bezoekers is niets voorzien. Het is aangewezen om voor bezoekers ook een ruimte te voorzien waar klanten hun fietsen kunnen parkeren (fietsbeugels is voldoende)”

 

Vanuit stedenbouwkundig oogpunt wordt er aangesloten bij het gegeven advies van Mobiliteit. Het mobiliteitsluik van deze aanvraag kan voorwaardelijk gunstig worden geadviseerd. De voorgestelde voorwaarden worden mee opgenomen als voorwaarde van vergunning.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

Het aantal dienstvoertuigen gaat in de nieuwe situatie drastisch omlaag van 117 naar 42 (rubriek 15.1.2). De vergunde installaties onder rubriek 16, zijnde koelinstallaties en een compressor, verdwijnen en worden vervangen door een warmtepomp. Het exacte vermogen is nog niet gekend maar wordt geschat op maximaal 370 kW (rubriek 16.3.2.b). De opslag van ontvlambare vloeistoffen daalt met 0,20 ton tot een totaal van 0,10 ton (rubriek 17.3.2.1.2.1). Er worden bijkomende houtbewerkingsmachines geplaatst zodat het vermogen stijgt tot 16,73 kW (rubriek 19.3.1.a). Het aantal metaalbewerkingsmachines daalt dan weer tot een net indelingsplichtig vermogen van 5,50 kW (rubriek 29.5.2.1.a). De opslag van 250 kilogram onderhoudsproducten met gevaarseigenschappen wordt nieuw aangevraagd onder rubriek 17.4.

Het lozen van huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwater blijft ongewijzigd evenals het wassen van de dienstvoertuigen. De dieselmotor voor de noodvoeding met een vermogen van 24 kW is niet indelingsplichtig. Van de gasgestookte verwarmingsinstallatie blijven in de nieuwe situatie enkel de vier luchtverhitters op gas aanwezig in het magazijn. Met 4 x 60 kW is het vermogen hiervan ook niet meer indelingsplichtig. De aanwezige gassen in verplaatsbare recipiënten betreffen enkel 50 liter zuurstof en 50 liter acetyleen en zijn dus ook niet ingedeeld. Zijn niet meer van toepassing: het laadstation voor de machines en de noodvoeding, de werkplaats voor het vervaardigen en herstellen van elektronica, de garagewerkplaats, de opslag van gassen in verplaatsbare recipiënten, de opslag van benzine en thinner, de opslag van white spirit en ontvetter, de opslag van diesel en petroleum en de opslag van vet, smeerolie en afvalolie.

In het kader van deze renovatie worden er twee hemelwaterputten geplaatst van elk 15.000 liter. Het water zal gebruikt worden voor de spoeling van 26 toiletten en 7 urinoirs in het kantoorgebouw. Een exact debiet per jaar kan nog niet gegeven worden. Voor het hoofdgebouw wordt ook een wadi aangelegd.

Door de beoogde renovatie vermindert de potentiële hinder die de inrichting zou kunnen veroorzaken (reductie van gevaarlijke stoffen, geen garagewerkplaats meer,…) en wordt de inrichting als geheel heel wat milieuvriendelijker (warmtepomp, opvang en hergebruik van hemelwater,…). Dit kan inderdaad ondersteund worden door de vergunning te hernieuwen tot een omgevingsvergunning van onbepaalde duur.

Voorliggend project is niet MER-plichtig. Het aanvraagdossier werd tijdens het ontvankelijk- en volledigheidsonderzoek getoetst aan de criteria (bijlage II van het Decreet Algemene Bepalingen Milieubeleid) doordat de aanvraag betrekking heeft op een activiteit die voorkomt op de lijst van bijlage III (besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2013 inzake de nadere regels van de project-m.e.r.-screening).

 

De vergunningverlenende overheid is verplicht om een advies in te winnen bij het Agentschap Onroerend Erfgoed als de vergunningsaanvraag betrekking heeft op ingedeelde inrichtingen of activiteiten in of aan: een beschermde archeologische site, een beschermd monument, een beschermd cultuurhistorisch landschap of een beschermd stads- of dorpsgezicht (decreet van 12 juli 2013 betreffende het onroerend erfgoed artikel 6.4.4§3). Dat is hier niet het geval.
 

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      er moet een ruimte voorzien worden voor 10 fietsstalplaatsen voor bezoekers aan de inkom. Deze fietsenstalling moet voorzien worden met fietsbeugels;

3.      het aantal parkeerplaatsen van de bestaande toestand moeten behouden blijven. Er moeten hierdoor 4 bijkomende parkeerplaatsen voorzien worden;

4.      volgende boombeschermingsmaatregelen moeten gehandhaafd worden:

-          In het ontwerp van gebouwen en infrastructuur mogen wortels of kroon van te behouden bomen niet onaanvaardbaar beschadigd worden:

  • Geen afgraving of verhoging van het bestaande maaiveld in de wortelzone;
  • Geen graafwerken waarbij wortels dikker dan 5 cm moeten doorgestoken worden en/of waarbij 20% van het totale wortelpakket moet verwijderd worden;
  • Het bestaande doorwortelbaar volume van de bomen niet verminderen;
  • Geen drastische snoei. (dit wil zeggen hoger opkronen dan het huidig eindbeeld of toppen of kandelaren of verwijderen van takken dikker dan 8 cm).

-          Bij werken in de omgeving van te behouden bomen moeten zowel wortels, als stam, als kroon beschermd worden:

  • Is er voldoende ruimte rond de boom, inclusief de volledige wortelzone, dan wordt de wortelzone volledig afgesloten met een niet verplaatsbare afsluiting. De grootte van de wortelzone is even groot is als de diameter van de kroonprojectie +2 m. In de volledig afgebakende zone mag niets gebeuren (niet graven, niet stockeren, geen afvalwater of spoelwater lozen, …).
  • Is er onvoldoende ruimte rond de boom om de werken te kunnen uitvoeren, dan moeten er beschermingsmaatregelen op maat genomen worden, zodat de ruimte onder de boom toch geheel of gedeeltelijk kan gebruikt/bewerkt worden zonder dat er schade berokkend wordt:
    • het gebruiken van rijplaten om bodemverdichting door machines te voorkomen;
    • het stockeren enkel voorbehouden voor licht materieel, op rijplaten.
  • Het voorzien van een beluchtings- en bevloeiingssysteem onder rijplaten als deze langer dan drie weken in een groot deel (meer dan 20%) van de wortelzone komen te liggen.
  • Het handmatig uitvoeren van graafwerken tot op minstens 1 m uit de stam.
  • Het afkasten van de stam, inclusief de bredere stamvoet. Tussen de boom en de afkasting moet een schokdemper worden voorzien.
  • Het preventief snoeien van lichte takken om aanrijschade te voorkomen.
  • Het afbakenen van dikke ( diameter groter dan 8 cm) laaghangende takken om  aanrijschade te voorkomen.

-          Volgende bijkomende beschermingsmaatregelen zijn altijd van toepassing:

  • het geven van water aan alle bomen die in de invloedssfeer van een droogzuiging staan.
  • het voorzien van een voldoende hoge bouwkraan om schade aan het bovenste deel van de kroon te voorkomen. De kraan met last mag de top van een boom niet raken.

-          Het is aangewezen, zeker voor complexe werven, om voor de nodige onderzoeken en voor het opstellen van beschermingsmaatregelen op maat, een gecertificeerd boomverzorger te raadplegen.

 

Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Mits voldaan wordt aan de algemene en sectorale vergunningsvoorwaarden, is deze aanvraag in overeenstemming met de VLAREM wetgeving. Vanuit milieutechnisch oogpunt wordt positief advies gegeven de vergunning te verlenen en de hernieuwing tot een omgevingsvergunning van onbepaalde duur toe te staan.

 

Geadviseerde rubrieken

 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

15.1.2°

al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van meer dan 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn;

-72 voertuigen

16.3.2°b)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW;

+251,78 kW

17.3.2.1.2.1°

opslagplaatsen voor overige ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 3 (andere dan gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige stoffen met een vlampunt lager dan of gelijk aan 55°C) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 10 ton;

-0,20 ton

17.4.

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter;

250,00 kg

19.3.1°a)

inrichtingen voor het mechanisch behandelen en het vervaardigen van artikelen van hout e.d. andere dan deze bedoeld in rubriek 19.8 met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW, wanneer de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied;

+6,75 kW

29.5.2.1°a)

smederijen en inrichtingen voor het mechanisch behandelen van metalen en het vervaardigen van voorwerpen uit metaal met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW, wanneer volledig gelegen in een industriegebied;

-3,50 kW

 

Gecoördineerde rubrieken

 

Rubriek

Omschrijving

Gecoördineerd

3.2.2°a)

het lozen van meer dan 600 m³/jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan;

1.605,00 m³/jaar

3.4.1°a)

het lozen van maximaal 2 m³/uur bedrijfsafvalwater zonder gevaarlijke stoffen in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II;

2,00 m³/uur

15.1.2°

al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van meer dan 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn;

42 voertuigen

15.4.1°

niet-huishoudelijke inrichtingen voor het wassen van voertuigen en hun aanhangwagens, wanneer volledig gelegen in industriegebied;

1 voertuig/dag

16.3.2°b)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW;

370,00 kW

17.3.2.1.2.1°

opslagplaatsen voor overige ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 3 (andere dan gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige stoffen met een vlampunt lager dan of gelijk aan 55°C) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 10 ton;

0,10 ton

17.4.

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter;

250,00 kg

19.3.1°a)

inrichtingen voor het mechanisch behandelen en het vervaardigen van artikelen van hout e.d. andere dan deze bedoeld in rubriek 19.8 met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW, wanneer de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied;

16,73 kW

29.5.2.1°a)

smederijen en inrichtingen voor het mechanisch behandelen van metalen en het vervaardigen van voorwerpen uit metaal met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW, wanneer volledig gelegen in een industriegebied;

5,50 kW

 

Gecoördineerde bijzondere milieuvoorwaarden

1.

Om stedenbouwkundige redenen mag er geen opslag gebeuren in de groenstroken aan de zijde van de Boombekelaan en de Smallandlaan.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

27 april 2021

Volledig en ontvankelijk

27 mei 2021

Start 1e openbaar onderzoek

6 juni 2021

Einde 1e openbaar onderzoek

5 juli 2021

Beslissing toepassing administratieve lus

13 juli 2021

Start laatste openbaar onderzoek

22 juli 2021

Einde laatste openbaar onderzoek

20 augustus 2021

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

7 november 2021

Verslag GOA

22 oktober 2021

naam GOA

Gerd Cryns en Bieke Geypens

 

Administratieve lus

Op de aanvraag werd een administratieve lus toegepast, omwille van de volgende reden(en):

 

De affiche van het openbaar onderzoek werd na startdatum uitgehangen.

 

De stappen in de procedure die verkeerd gelopen zijn werden opnieuw uitgevoerd om te voorkomen dat de eindbeslissing over de aanvraag vernietigd wordt omwille van de vastgestelde procedurefout(en).

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 2 openbare onderzoeken.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

6 juni 2021

5 juli 2021

0

0

0

0

22 juli 2021

20 augustus 2021

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      er moet een ruimte voorzien worden voor 10 fietsstalplaatsen voor bezoekers aan de inkom. Deze fietsenstalling moet voorzien worden met fietsbeugels;

3.      het aantal parkeerplaatsen van de bestaande toestand moeten behouden blijven. Er moeten hierdoor 4 bijkomende parkeerplaatsen voorzien worden;

4.      volgende boombeschermingsmaatregelen moeten gehandhaafd worden:

-          In het ontwerp van gebouwen en infrastructuur mogen wortels of kroon van te behouden bomen niet onaanvaardbaar beschadigd worden:

  • Geen afgraving of verhoging van het bestaande maaiveld in de wortelzone;
  • Geen graafwerken waarbij wortels dikker dan 5 cm moeten doorgestoken worden en/of waarbij 20% van het totale wortelpakket moet verwijderd worden;
  • Het bestaande doorwortelbaar volume van de bomen niet verminderen;
  • Geen drastische snoei. (dit wil zeggen hoger opkronen dan het huidig eindbeeld of toppen of kandelaren of verwijderen van takken dikker dan 8 cm).

-          Bij werken in de omgeving van te behouden bomen moeten zowel wortels, als stam, als kroon beschermd worden:

  • Is er voldoende ruimte rond de boom, inclusief de volledige wortelzone, dan wordt de wortelzone volledig afgesloten met een niet verplaatsbare afsluiting. De grootte van de wortelzone is even groot is als de diameter van de kroonprojectie +2 m. In de volledig afgebakende zone mag niets gebeuren (niet graven, niet stockeren, geen afvalwater of spoelwater lozen, …).
  • Is er onvoldoende ruimte rond de boom om de werken te kunnen uitvoeren, dan moeten er beschermingsmaatregelen op maat genomen worden, zodat de ruimte onder de boom toch geheel of gedeeltelijk kan gebruikt/bewerkt worden zonder dat er schade berokkend wordt:
    • het gebruiken van rijplaten om bodemverdichting door machines te voorkomen;
    • het stockeren enkel voorbehouden voor licht materieel, op rijplaten.
  • Het voorzien van een beluchtings- en bevloeiingssysteem onder rijplaten als deze langer dan drie weken in een groot deel (meer dan 20%) van de wortelzone komen te liggen.
  • Het handmatig uitvoeren van graafwerken tot op minstens 1 m uit de stam.
  • Het afkasten van de stam, inclusief de bredere stamvoet. Tussen de boom en de afkasting moet een schokdemper worden voorzien.
  • Het preventief snoeien van lichte takken om aanrijschade te voorkomen.
  • Het afbakenen van dikke ( diameter groter dan 8 cm) laaghangende takken om  aanrijschade te voorkomen.

-          Volgende bijkomende beschermingsmaatregelen zijn altijd van toepassing:

  • het geven van water aan alle bomen die in de invloedssfeer van een droogzuiging staan.
  • het voorzien van een voldoende hoge bouwkraan om schade aan het bovenste deel van de kroon te voorkomen. De kraan met last mag de top van een boom niet raken.

-          Het is aangewezen, zeker voor complexe werven, om voor de nodige onderzoeken en voor het opstellen van beschermingsmaatregelen op maat, een gecertificeerd boomverzorger te raadplegen.

 

Bijzondere milieuvoorwaarden

1.

Om stedenbouwkundige redenen mag er geen opslag gebeuren in de groenstroken aan de zijde van de Boombekelaan en de Smallandlaan.

 

Brandweervoorwaarden
de brandweervoorwaarden uit het verslag met referentie BW/SF/2021/G.00405.HO.0005.

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

 

De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):

 

Rubriek

Omschrijving

Gecoördineerd

3.2.2°a)

het lozen van meer dan 600 m³/jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan;

1.605,00 m³/jaar

3.4.1°a)

het lozen van maximaal 2 m³/uur bedrijfsafvalwater zonder gevaarlijke stoffen in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II;

2,00 m³/uur

15.1.2°

al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van meer dan 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn;

42 voertuigen

15.4.1°

niet-huishoudelijke inrichtingen voor het wassen van voertuigen en hun aanhangwagens, wanneer volledig gelegen in industriegebied;

1 voertuig/dag

16.3.2°b)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW;

370,00 kW

17.3.2.1.2.1°

opslagplaatsen voor overige ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 3 (andere dan gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige stoffen met een vlampunt lager dan of gelijk aan 55°C) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 10 ton;

0,10 ton

17.4.

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter;

250,00 kg

19.3.1°a)

inrichtingen voor het mechanisch behandelen en het vervaardigen van artikelen van hout e.d. andere dan deze bedoeld in rubriek 19.8 met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW, wanneer de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied;

16,73 kW

29.5.2.1°a)

smederijen en inrichtingen voor het mechanisch behandelen van metalen en het vervaardigen van voorwerpen uit metaal met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW, wanneer volledig gelegen in een industriegebied;

5,50 kW

 

Artikel 4

Het college beslist dat de omgevingsvergunning geldig is voor onbepaalde duur.

Artikel 5

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.