Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2021129903 |
Gegevens van de aanvrager: | de heer Ben Sledsens met als adres Schulstraat 32 te 2018 Antwerpen |
Ligging van het project: | Schulstraat 32 te 2018 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 10 sectie K nrs. 0 en 1597Z6 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | verbouwen van een eengezinswoning met werkplaats |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
- 20/11/1953: vergunning (18#31832) voor gevel- en binnenveranderingen.
Vergunde toestand
- eengezinswoning;
- 4 bouwlagen onder zadeldak in gesloten bebouwing;
- aanbouw van 2 bouwlagen onder plat dak met een open koer links centraal;
Huidige toestand
- overeenkomstig vergunde toestand met uitzondering van:
Gewenste toestand
- overeenkomstig bestaande toestand met uitzondering van:
Inhoud van de aanvraag
- slopen van een deel van het magazijn;
- plaatsen en wijzigen van ramen in de achter- en zijgevel van het hoofdvolume en in de voorgevel van de werkplaats;
- inrichten van de zolderverdieping met een slaapkamer plus bureauruimte.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Er werden geen adviezen gevraagd.
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
in- en uitsprongen in hellende daken dienen op ten minste 0,60 meter van de perceelsgrens te worden ingeplant.
Aan de voorgevel wordt een perceelsbrede dakuitbouw voorzien;
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De bestaande en vergunde functie als eengezinswoning blijft behouden waardoor de functionele inpasbaarheid gegarandeerd blijft. Ook de complementaire functie in de vorm van een werkplaats in de achterbouw blijft ongewijzigd.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De aanvraag beperkt zich grotendeels tot interne wijzigingen die een beter gebruiksgemak tot doel hebben. Op het gelijkvloers wordt daarnaast een stuk bebouwing gesloopt om een ruimere patio te creëren die voor meer lichttoetreding zorgt. Door het verwijderen van een deel van het magazijnvolume is er geen reden om de bestaande scheimuren te behouden. In voorwaarde wordt daarom opgelegd om de scheimuren maximaal te verlagen waarbij een dakopstand van 30 cm gegarandeerd blijft ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak.
Daarnaast wordt de vloerplaat op de eerste verdieping van het achtergelegen werkhuis verwijderd waardoor deze ruimte dubbelhoog wordt. Door de nieuwe dakkoepels ontvangt het werkhuis meer daglicht.
Tot slot wordt met deze aanvraag ook de bestaande uitbouw op de tweede verdieping van het entresolvolume geregulariseerd.
De voorgestelde werken resulteren in een beter ruimtegebruik zonder de draagkracht van het perceel te overschrijden. De werken zijn in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening van de plaats en kunnen positief geadviseerd worden.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De slaapkamer en de bureauruimte op de zolderverdieping hebben slechts een vrije hoogte van 2,36 m in plaats van de minimaal vereiste 2,60 m (bouwcode, art. 21).
Hierdoor kunnen deze ruimtes niet als verblijfsruimtes fungeren en kunnen ze hooguit dienst doen als bergruimte. Dit wordt als voorwaarde opgenomen bij de vergunning.
Verder vormen de werken een verbetering inzake wooncomfort en gebruiksgemak zonder hierbij hinder te geven naar de nabijgelegen percelen. Het pand geniet van meer lichttoetreding en door een bijkomende ontpitting en de aanleg van groendaken wordt het perceel daarnaast ook klimaatrobuuster.
De aanvraag kan positief geadviseerd worden.
Visueel-vormelijke elementen en cultuurhistorische aspecten
De perceelsbrede, bestaande maar niet vergunde dakkapel is niet kenmerkend in de omgeving. Deze dakkapel leidt er overigens niet toe dat daardoor de ruimte in de dakverdieping voldoende hoog is om deze te gebruiken als verblijfsruimte. Deze ingreep draagt bijgevolg niet bij tot een verhoogde woonkwaliteit waardoor geadviseerd wordt om de dakkapel uit te sluiten van vergunning. In de achtergevel van de achterbouw van de woning worden twee nieuwe raamopeningen gemaakt in harmonie met de bestaande gevelopbouw en het schrijnwerk wordt voorzien in wit aluminium.
Rekening houdend met de voorwaarden, wordt de aanvraag positief geadviseerd.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de ruimten op de zolderverdieping, aangeduid als “slaapkamer” en “bureauruimte” niet te gebruiken als verblijfsruimten;
2. de scheimuren maximaal te verlagen. De hoogte wordt bepaald door het hoogste aangrenzende dak, vermeerderd met een dakopstand van 30 cm, conform artikel 34 van de bouwcode;
3. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021;
Uitsluitingen
4. de dakkapel aan de voorzijde.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 18 augustus 2021 |
Volledig en ontvankelijk | 14 september 2021 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 13 november 2021 |
Verslag GOA | 22 oktober 2021 |
naam GOA | Katrijn Apostel |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitielijsten | Digitale bezwaarschriften |
1 | 0 | 0 | 0 |
Bespreking van de bezwaren
Wijzigen van de scheimuren: De bezwaarindiener meldt dat hij geen bezwaar heeft op de aanvraag zolang er geen wijzigingen aangebracht worden aan de bestaande scheidingsmuur tussen pand Schulstraat 32 en pand Schulstraat 30;
Beoordeling: De aanvraag voorziet geen wijziging van de scheimuren met de linker buur. Echter wordt opgemerkt dat het magazijn gedeeltelijk verlaagd wordt. Er is geen enkele reden om de scheimuren niet mee te verlagen. Dit zorgt voor meer lichttoetreding in de tuinen en voor een betere luchtcirculatie in het binnengebied. Het verlagen van de scheimuren zal dan ook als voorwaarde van de vergunning worden opgelegd. Het bezwaar is ongegrond.
Het college sluit zich integraal aan bij:
- de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;
- het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de ruimten op de zolderverdieping, aangeduid als “slaapkamer” en “bureauruimte” niet te gebruiken als verblijfsruimten;
2. de scheimuren maximaal te verlagen. De hoogte wordt bepaald door het hoogste aangrenzende dak, vermeerderd met een dakopstand van 30 cm, conform artikel 34 van de bouwcode;
3. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021;
Uitsluitingen
4. de dakkapel aan de voorzijde.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.