Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2021136011 |
Gegevens van de aanvrager: | NV RESSIMMO met als adres Lage Kaart 371 te 2930 Brasschaat |
Ligging van het project: | Klein Heiken ZN te 2180 Ekeren (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 33 sectie H nr. 305T |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | oprichten van een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 9/03/2018: vergunning (2017309) voor het verkavelen van een perceel in 8 loten voor woningbouw.
Huidige toestand
- onbebouwd perceel in een geldige verkaveling.
Gewenste toestand
- oprichten van een eengezinswoning van 2 bouwlagen onder een zadeldak in halfopen bebouwing met een bouwdiepte van circa 9 m voor het hoofdgebouw, een uitbreiding op het gelijkvloers tot een bouwdiepte van circa 13 m, een kroonlijsthoogte van circa 7 m en een nokhoogte van circa 11,5 m;
- gevels afgewerkt met donkerrode, antraciet genuanceerde gevelsteen, dorpels in arduin, buitenschrijnwerk in zwart pvc, zwarte aluminium dakrand, zwarte zinken regenwaterafvoer en zwarte dakpannen.
Inhoud van de aanvraag
- oprichten van een eengezinswoning.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering | 15 september 2021 | 16 september 2021 |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 15 september 2021 | 27 september 2021 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
(Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt in de verkaveling EK/2017/V/0019, goedgekeurd op 9 maart 2018, meer bepaald in lot(en) 1.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
de woning dient plaats te bieden aan 5 fietsstalplaatsen. Deze werden niet opgetekend en de vereiste ruimte ervoor is bijgevolg niet te beoordelen;
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het Rooilijndecreet.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag is functioneel inpasbaar.
Het perceel is gelegen binnen een goedgekeurde verkaveling. Binnen deze verkaveling is wonen als hoofdbestemming toegelaten. De aanvraag betreft het optrekken van een nieuwe eengezinswoning. De voorgestelde functie is in overeenstemming met de toegelaten hoofdbestemming van de verkaveling.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De aanvraag voldoet aan de goede ruimtelijke ordening op vlak van schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid.
De voorziene volumetrie voldoet geheel aan voorschriften van de verkaveling, zowel qua inplanting, bouwhoogte en –diepte als dakvorm.
Visueel-vormelijke elementen
De gevels worden afgewerkt met donkerrode, antraciet genuanceerde gevelsteen, buitenschrijnwerk in zwart pvc en zwarte dakpannen. Deze materialen voldoen aan de voorschriften van de verkaveling. Ze passen binnen de omgeving waarop de aanvraag betrekking heeft en zijn dus aanvaardbaar.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De aanvraag wijkt af van artikel 12 van de bouwcode. Het gelijkvloers van het gebouw dat aan de openbare weg grenst, bevat aan de straatzijde geen verblijfsruimte met een raamopening aan de straatzijde.
Om toch enig contact tussen de leefruimte en de straat mogelijk te maken zal in voorwaarden opgenomen worden om de deuropening tussen inkomhal en leefruimte minimaal 160 cm breed te voorzien en ofwel open gelaten moet worden of wel ingevuld moet worden met een dubbele, glazen deur. Bovendien moet de voordeur ingevuld worden met helder glas in plaats van gezandstraald glas.
Om brandoverslag te voorkomen dient conform aan artikel 34 van de bouwcode een opstand van 30 cm te worden voorzien op de nieuwe scheimuur van de gelijkvloerse uitbouw. Een andere mogelijkheid is omwille van de brandveiligheid het dak te bekleden met niet brandbaar materiaal. Dit wordt opgenomen in de voorwaarden.
Naar voorwaarden wordt meegenomen om een dakvlakvenster van minimum 1,26 m² te plaatsen, conform artikel 24 van de bouwcode.
De slaapkamer op de tweede verdieping met een netto vloeroppervlakte gemeten vanaf een vrije hoogte van 1,8 m van circa 12,6 m² wordt voorzien van een dakvlakvenster met een lichtdoorlatende oppervlakte van circa 0,91 m x 1,18 m = 1,07 m² waar dit minimaal 1,26 m² moet zijn.
Om het wooncomfort van een woning te bewaken is het belangrijk dat het aantal slaapkamers in verhouding staat met het aantal beschikbare vierkante meters leefruimte per bewoner. Dit is het geval in het voorliggend project, waardoor de woning voldoende wooncomfort biedt.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats;
Voor projecten tot en met 5 wooneenheden bedraagt de parkeerbehoefte 1 stalplaats per eenheid. Gelet op het feit dat de huidige aanvraag slechts het optrekken van 1 eengezinswoning betreft, is de werkelijk berekende parkeerbehoefte hier dan ook 1 autostalplaats.
|
De plannen voorzien in 1 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1 .
Dit aantal is toereikend.
|
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0 .
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1 – 1 = 0 . Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 0 plaatsen.
|
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
Bouwcode artikel 29: aangezien de garage en de berging samen voldoende ruimte bieden om, naast een auto, ook fietsen te stallen, kan een afwijking op de bouwcode gunstig geadviseerd worden..
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de deuropening tussen de inkomhal en de leefruimte moet minimaal 160 cm voorzien worden. Deze moet open blijven of worden voorzien van een dubbele glazen deur;
2. de voordeur moet ingevuld worden met helder in plaats van gezandstraald glas;
3. er moet een dakvlakvenster van minimum 1,26 m² geplaatst worden in slaapkamer 4, conform artikel 24 van de bouwcode;
4. het plat dak van de uitbouw op de gelijkvloerse verdieping is te bekleden met een materiaal dat valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of is opgenomen op de lijst in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.);
5. de wachtgevel is af te werken met een gevelbegroeiing, conform artikel 38 van de bouwcode;
6. de aansluitpunten van het gescheiden rioolstelsel moeten minstens 0,2 m en hoogstens 0,5 m uiteen gelegen zijn, conform artikel 41 van de bouwcode;
7. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021;
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 24 augustus 2021 |
Volledig en ontvankelijk | 15 september 2021 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 14 november 2021 |
Verslag GOA | 26 oktober 2021 |
naam GOA | Gerd Cryns |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitielijsten | Digitale bezwaarschriften |
0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de deuropening tussen de inkomhal en de leefruimte moet minimaal 160 cm voorzien worden. Deze moet open blijven of worden voorzien van een dubbele glazen deur;
2. de voordeur moet ingevuld worden met helder in plaats van gezandstraald glas;
3. er moet een dakvlakvenster van minimum 1,26 m² geplaatst worden in slaapkamer 4, conform artikel 24 van de bouwcode;
4. het plat dak van de uitbouw op de gelijkvloerse verdieping is te bekleden met een materiaal dat valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of is opgenomen op de lijst in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.);
5. de wachtgevel is af te werken met een gevelbegroeiing, conform artikel 38 van de bouwcode;
6. de aansluitpunten van het gescheiden rioolstelsel moeten minstens 0,2 m en hoogstens 0,5 m uiteen gelegen zijn, conform artikel 41 van de bouwcode;
7. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021;
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.