Terug
Gepubliceerd op 09/11/2021

2021_CBS_08764 - Omgevingsvergunning - OMV_2021099650. Lambermontstraat 23-25. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 05/11/2021 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2021_CBS_08764 - Omgevingsvergunning - OMV_2021099650. Lambermontstraat 23-25. District Antwerpen - Goedkeuring 2021_CBS_08764 - Omgevingsvergunning - OMV_2021099650. Lambermontstraat 23-25. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2021099650

Gegevens van de aanvrager:

BVBA VL-HOLDING met als contactadres Entrepotkaai 1A te 2000 Antwerpen

Gegevens van de exploitant:

BVBA VL-HOLDING (0886024031) met als contactadres Entrepotkaai 1A te 2000 Antwerpen

Ligging van het project:

Lambermontstraat 23-25 te 2000 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 11 sectie L nrs. 3507W2 en 3507X2

waarvan:

 

-          20210617-0115

afdeling 11 sectie L nrs. 3507W2 en 3507X2 (DENIRO bemaling)

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen, Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

afbreken van bestaande panden, bouwen van een meergezinswoning met 7 wooneenheden en het exploiteren van een tijdelijke grondwaterbemaling

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          Lambermontstraat 25:

  • 24/12/2004: vergunning (20043792) voor het plaatsen van een veranda op een bestaand terras;
  • 03/10/1988: vergunning (19881203) voor het verbouwen van woongelegenheid met garage;

-          Lambermontstraat 23:

  • 25/07/1969: vergunning (1969712) voor het ombouwen van bestaande bergplaats tot garage.

Vergunde/vergund geachte toestand

-          Lambermontstraat 25: eengezinswoning met gelijkvloerse garage;

-          Lambermontstraat 23: garage.

Huidige toestand

-          te slopen panden.

Gewenste toestand

-          meergezinsgebouw met 7 wooneenheden en ondergrondse parkeergarage;

  • 1 eenslaapkamerappartement met een netto vloeroppervlakte van circa 70 m²;
  • 6 tweeslaapkamerappartementen met een netto vloeroppervlakte tussen 80 m² en 155 m²;
  • de gemiddelde netto vloeroppervlakte van alle wooneenheden bedraagt 94,5 m².

-          bouwvolume:

  • gesloten bebouwing van 4 bovengrondse bouwlagen en 2 ondergrondse bouwlagen;
  • gebouw voorzien van platte daken;
  • tuin achteraan het perceel;

-          voorgevelafwerking:

  • gelijkvloerse gevel afgewerkt met keramische tegelbekleding in beige tint;
  • bovenliggende verdiepingen in metselwerk in beige tint;
  • buitenschrijnwerk in bronskleurig aluminium.

Inhoud van de aanvraag

-          slopen van bestaande panden;

-          bouwen van nieuwbouw meergezinswoning met 7 wooneenheden en ondergrondse parkeergarage.

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Inhoud van de aanvraag

Het project omvat een grondwaterwinning noodzakelijk voor de realisatie van de ondergrondse bouwlagen.

 

Aangevraagde rubrieken

 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

3.4.2°

het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater;

16,00 m³/uur

3.6.3.2°

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur;

16,00 m³/uur

53.2.2°a)

bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van onbehandeld en niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen, gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1°, met een netto opgepompt debiet van maximum 30.000 m³ per jaar of een maximale verlaging van het grondwaterpeil tot vier meter onder maaiveld;

11.000,00 m³/jaar

 

Aangevraagde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden in afwijking van algemene of sectorale voorwaarden

1.

Bij te stellen voorwaarde:

Er wordt een afwijking op artikel 4.2.5.1.1.§1. van Vlarem II gevraagd (meetgootverplichting).

 

Voorgesteld alternatief/aanvulling:

Het opgepompte - en derhalve ook geloosde - volume grondwater zal gemeten worden middels één van de meetmethodes zoals voorzien in afdeling 5.53.3 (meetinrichtingen voor het opgepompte grondwater) van Vlarem II.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

AQUAFIN NV

4 augustus 2021

8 oktober 2021

Voorwaardelijk gunstig

Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen

4 augustus 2021

2 september 2021

Voorwaardelijk gunstig

Vlaamse Milieumaatschappij/ Advies grondwater Antwerpen

4 augustus 2021

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn

Vlaamse Milieumaatschappij/ Advies Vergunning Afvalwater en Lucht

4 augustus 2021

16 september 2021

Voorwaardelijk gunstig

Water-link

4 augustus 2021

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering

4 augustus 2021

5 augustus 2021

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

4 augustus 2021

17 augustus 2021

Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Archeologie

4 augustus 2021

9 augustus 2021

Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg

4 augustus 2021

19 augustus 2021

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Binnenstad, goedgekeurd op 26 april 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: artikel  2:   zone voor wonen - (wo2) en artikel  8:   zone voor publiek domein - (pu).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan op volgend punt:

-          Artikel 2.1.2 Harmonie en referentiebeeld:

In de voorgevel worden inpandige buitenruimtes voorzien. Deze zijn niet kenmerkend voor de omgeving.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening hemelwater op volgend punt:

  • er wordt geen infiltratievoorziening aangelegd maar wel een bufferput.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening toegankelijkheid.

 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • artikel 29 Fietsstalplaatsen en fietsparkeerplaatsen:

er worden te weinig fietsstalplaatsen voorzien;

  • artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren:

het gedeelte van de scheidingsmuren heeft geen opstand van minimaal 0,30 m ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak. De opstand is op bepaalde punten slechts 0,16 m.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-          Archeologienota: overeenkomstig artikel 5.4.1 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 moet aan bepaalde aanvragen een archeologienota worden toegevoegd waarvan akte werd genomen

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag wenst een ruime eengezinswoning en garage te slopen om er een nieuwbouwvolume te realiseren met daarin 7 zelfstandige wooneenheden. De woonfunctie blijft behouden en is functioneel inpasbaar in de omgeving.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De aanvraag sloopt de huidige bebouwing en voorziet een nieuwbouwvolume met 4 bouwlagen onder plat dak. De kroonlijst- en bouwhoogte van het gebouw komt overeen met de kroonlijsthoogte van de rechterbuur. De gelijkvloerse bouwdiepte is maximaal 12 meter diep en op de verdiepingen is de bouwdiepte circa 10 meter, wat gelijk is aan de bouwdiepte van de rechterbuur. De 4de bouwlaag is aan de linkerzijde lichtjes teruggetrokken aan de achterzijde ten behoeve van een terras.

 

Het voorgestelde bouwvolume is in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening van de plaats en de kenmerkende configuraties in de omgeving. Het gabarit van de rechterbuur wordt overgenomen, wat een kenmerkend profiel is voor de omgeving. Het gebouw voorziet een goede balans in open en bebouwde oppervlakte en past zich volumetrisch mooi in het straatbeeld in.

 

Opgemerkt wordt dat de scheidingsmuren van voorliggende aanvraag niet overal een minimale opstand van 30 centimeter voorzien conform artikel 34 van de bouwcode. Bij afwezigheid van deze opstand kan als alternatief een strook in brandvrij materiaal worden voorzien van 30 cm. Dit wordt opgenomen in voorwaarden.

 

Visueel-vormelijke elementen en cultuurhistorische aspecten

De nieuwe voorgevel bestaat uit 6 traveeën over 4 bouwlagen. De plint is bekleed met keramische tegels in een lichtbeige kleur en de bovenliggende verdiepingen zijn afgewerkt met lichtkleurig gevoegd gevelmetselwerk met een lichtbeige tint. Ter hoogte van de vloerpassen zijn accentvoegen aangebracht om de dieptewerking en de horizontaliteit te benadrukken. De gevelopeningen zijn ingevuld met bronskleurig aluminium buitenschrijnwerk en de raamdorpels zijn uitgewerkt in architectonisch beton. Voor de inpandige terrassen, die dienst doen als wintertuin, is stalen spijlenwerk aangebracht. De brievenbussen worden ingewerkt in de gelijkvloerse plint. Een met aluminium beklede dakrand zorgt voor een fijne beëindiging van het gebouw.

 

Het voorliggende gevelontwerp bezit een aangename en rustige uitstraling die te danken is aan haar weldoordachte en evenwichtige gevelopbouw. De heldere gevelritmiek en -geleding met op elkaar afgestemde afwerkingsmaterialen zorgen ervoor dat de voorgevel zich ongemoeid inpast in het straatbeeld en een positieve bijdrage levert aan de beeldkwaliteit in de straat.

De aanvraag slaagt erin om een hedendaagse vormgeving en materialen in te passen in de directe omgeving en het ruimere 19de-eeuwse stadsweefsel.

Ook de achtergevel straalt rust en regelmaat uit.

 

De aanvraag werd voorgelegd op de kwaliteitskamer architectuur van 19 maart 2021. Het project werd gunstig geëvalueerd en de voorwaarden met betrekking tot de voorgevel en planindeling werden verwerkt in het ontwerp.

 

Bodemreliëf

Het volledige perceel wordt onderkelderd met 2 ondergrondse bouwlagen. Gelet op het ondiepe perceel is dit aanvaardbaar. Echter zou open ruimte wel een meerwaarde kunnen betekenen voor het bouwblok aangezien water dan kan infiltreren in volle grond. De kelder wordt, conform de bouwcode, voorzien van een grondlaag van 1 meter zodat er een aandeel grond aanwezig is waar begroeiing en buffering van hemelwater mogelijk is.

Omdat het gebouw geen infiltratievoorziening plaatst, is de aanvraag strijdig met de hemelwaterverordening. Aan Waterlink/Aquafin werd advies gevraagd. Zij adviseren de aanvraag voorwaardelijk gunstig en geven te kennen dat een groendak en een bufferput met vertraagde afvoer naar de riolering voldoende zijn om tegemoet te komen aan de hemelwaterverordening. Dit advies wordt bijgetreden vanuit ruimtelijk oogpunt en de specifieke voorwaarden worden opgenomen in deze vergunning.

 

Bij de stedelijke archeologiedienst werd advies ingewonnen. Zij stellen het volgende:

“Het projectgebied bevindt zich binnen een archeologisch vastgestelde zone. Het projectgebied is gelegen binnen een woon- en recreatiegebied met een oppervlakte boven de 300 m² (360 m²) en een ingreep boven de 100 m² (gelijk aan projectgebied). Volgens het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, artikel 5.4.1 is hiervoor een archeologienota verplicht.

 

De archeologienota werd ingediend door ABO en waarvan akte door het agentschap Onroerend Erfgoed op 30 juni 2021. Het programma van maatregelen beveelt een vervolgonderzoek in de vorm van een vlakdekkende opgraving (https://loket.onroerenderfgoed.be/archeologie/notas/notas/19116).”

 

Dit advies wordt bijgetreden vanuit ruimtelijk oogpunt en de voorwaarden worden opgenomen in deze vergunning.

 

De aanvraag bevat eveneens een grondbemaling. De beoordeling hiervan werd gemaakt in het milieuluik in deze vergunning.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De nieuwe wooneenheden bevatten voldoende kwaliteit en zijn alle voorzien van voldoende private buitenruimte. Het meergezinsgebouw komt in de plaats van een eengezinswoning. Ondanks de voorkeur wordt gegeven om eengezinswoningen te behouden in de stad kan het voorgestelde woonprogramma gunstig geadviseerd worden. De appartementen, waarvan het grootste een oppervlakte heeft van 155 m², zijn ruim en ruimtelijk.

De gelijkvloerse entiteiten hebben een private achtertuin. Het project kan volledig voorzien in haar eigen behoefte. Toch wordt opgemerkt dat er 2 fietsstalplaatsen te weinig zijn op het perceel. In voorwaarden wordt opgenomen om ook deze plaatsen te voorzien.

 

De plaatsing van de voorgestelde private buitenruimtes zijn ruimtelijk aanvaardbaar, ze zijn zo ontworpen dat ze geen inkijk of hinder veroorzaken.

In de voorgevel worden inpandige buitenruimtes voorzien die afsluitbaar zijn. Opgemerkt dient te worden dat inpandige terrassen niet kenmerkend zijn voor de omgeving en daardoor strijdig zijn met artikel 2.1.2 van het RUP Binnenstad. Een afwijking op dit voorschrift is wel aanvaardbaar omdat ze deel uitmaken van de gevelarchitectuur van het gebouw en ook afsluitbaar zijn. Om deze afwijking te rechtvaardigen werd een openbaar onderzoek georganiseerd.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 10 parkeerplaatsen.

 

De parkeerbehoefte wordt bepaald op het nieuw bouwen van 7 appartementen:

-          5 appartementen tussen 60 m² en 90 m² (parkeernorm 1,2) = 6

-          2 appartementen >90 m² (parkeernorm 1,35) = 2,7

In de vergunde toestand zijn er minstens 2 inpandige autostalplaatsen aanwezig. 1 hoort bij de te slopen eengezinswoning. De andere parkeerplaats dient bijgeteld te worden bij de werkelijke parkeerbehoefte.

 

De werkelijke parkeerbehoefte is 10.

 

De plannen voorzien in 12 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 12.

 

 

Dit aantal is toereikend.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0.

 

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus niet van toepassing.

 

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

Het aangevraagde project omvat de bouw van een meergezinswoning met zeven wooneenheden en twee ondergrondse bouwlagen. Om de bouw van de ondergrondse parkeerlagen mogelijk te maken moet de grondwatertafel verlaagd worden.

 

Bemaling

De uitgraafdiepte van de kelder bedraagt 6,15 m-mv; voor de liftput en autolift zal dit ongeveer 7,35 m-mv bedragen. De grondwatertafel zal verlaagd moeten worden tot respectievelijk 6,65 m-mv en 7,85 m-mv. In de bemalingsstudie wordt voor de debietsberekening uitgegaan van een grondwaterstand van 3,8 m-mv.
De verlaging van het grondwaterniveau wordt uitgevoerd met een traditionele vacuümbemaling waarbij de bemalingsfilters geïnstalleerd worden in de tertiaire zandlagen tot ongeveer 10 m-mv. De bemaling zal uitgevoerd worden in een periode van vijf maanden. De bouwput heeft een oppervlakte van 455 m³ (circa 19,5 meter op 23,3 meter). In de bemalingsnota wordt een scenario in een open bouwput en één met een waterkerende wand doorgerekend.

 

 

open bouwput (150 dagen)

wand tot 15 meter (150 dagen)

dagdebiet

244 m³/dag

73 m³/dag

max dagdebiet

395 m³/dag

150 m³/dag

totaal debiet

36.658 

11.000 

 

Ook de invloedstraal van de bemaling verkleint wanneer een waterkerende wand voorzien wordt (circa 275 meter). De exploitant vraagt voor rubriek 53.2.2°a) een totaal debiet van 11.000 m³ aan. Er kan dus van uitgegaan worden dat een waterkerende soilmixwand tot op een diepte van minimaal 15 m-mv voorzien wordt. Indien geen soilmixwand rondom de bouwput geïnstalleerd wordt, wordt de bemaling ingeschaald in rubriek 53.2.2°b).

 

OVAM-dossiers

Binnen de invloedstraal van de bemaling bevinden zich verschillende percelen waarop bodemonderzoeken werden uitgevoerd en verontreiniging werd vastgesteld. De belangrijkste verontreinigingen die werden teruggevonden in het grondwater zijn minerale olie, VOCl’s, BTEX en zware metalen. Het grootste risico voor een relevante versnelling van verspreiding van de verontreiniging treedt op voor de VOCl’s. De bodemsaneringsdeskundige berekende dat de invloed van de bemaling zeer beperkt zal zijn en slechts in beperkte mate zal afwijken van de natuurlijke grondwaterstroming.

 

Lozing van bemalingswater

De exploitant wenst het opgepompte grondwater te lozen in de openbare riolering van de Lambermontstraat. Het maximaal te lozen debiet zal 16 m³/uur bedragen. Gelet op de hoge bouwdichtheid en de te verwachten verontreiniging in het grondwater is een lozing in DWA-riolering aanvaardbaar. De riolering is aangesloten op de waterzuiveringsinstallatie van Antwerpen-Zuid.
De kwaliteit van het bemalingswater blijft onzeker als gevolg van hiaten in kennis over potentiële verontreinigingen en de stedelijke omgeving. Volgende afwijkende lozingsvoorwaarden worden gevraagd:

 

 

voorstel exploitant

indelingscriterium (IC)

voorstel voorwaarde

arseen

50 µg/l

5 µg/l

50 µg/l

cadmium

8 µg/l

0,8 µg/l (PGS)

0,8 µg/l

kwik

0,7 µg/l

0,07 µg/l (PGS)

rapportagegrens

lood

500 µg/l

50 µg/l

500 µg/l

nikkel

300 µg/l

30 µg/l (PS)

300 µg/l

zink

2.000 µg/l

200 µg/l

2.000 µg/l

COD

300 mg/l

 

300 mg/l

 

Kwik en cadmium zijn prioritaire gevaarlijke stoffen, waarvoor maatregelen getroffen moeten worden om de lozing stop te zetten. Nieuwe lozingen toestaan boven het geldende IC is in strijd hiermee. Het IC voor kwik ligt lager dan de rapportagegrens volgens WAC-compendia, waardoor deze rapportagegrens als lozingsvoorwaarde wordt opgenomen.
De exploitant zal, indien nodig, een waterzuiveringsinstallatie (WZI) voorzien, afgestemd op de aangetroffen verontreiniging. Indicatief bestaat deze uit een buffer, een KWS-afscheider, zandfiltratie, actief koolfiltratie en een ionenwisselaar. De exploitant stelt voor het grondwater te monitoren: eerste maand wekelijks, vervolgens maandelijks. Indien geen stijgende trend waar te nemen valt in de gemeten concentraties gedurende de eerste maand, kan de monitoringsstrategie gevolgd worden. Van zodra, of zolang, stijgende waarden worden opgemeten kan de meetfrequentie niet afnemen.

Vóór de start van de eigenlijke bemaling moet de exploitant een beeld hebben van de waterkwaliteit. Vanaf het eerste moment dat het afvalwater geloosd wordt, wordt in een waterzuivering voorzien als uit de resultaten zou blijken dat dit nodig is om de lozingsvoorwaarden te kunnen respecteren.

 

Geluid

De exploitant zal voorzien in geluidsarme grondwaterpompen en geeft aan dat deze, indien nodig, nog omkast kunnen worden. Gelet op de aanwezigheid van relatief hoge woonhuizen in combinatie met een smalle straat, is hinder mogelijk. Eventuele hinder is weliswaar van tijdelijke aard. Dit mag de exploitant er niet van weerhouden bij de keuze van de pompen, de geluidsbeperkende maatregelen en bij de opstelling van de pomp reeds al het nodige te doen om de hinder te beperken.

 

Zettingen

Voor de zettingsberekening wordt rekening gehouden met een grondwaterstand van 4,5 m-mv omdat dat de grondwaterstand is die verwacht wordt in de zomermaanden. De berekende zettingen blijven kleiner dan de toegelaten 20 mm voor de belendende gebouwen.


Bijstelling

Er wordt een afwijking gevraagd van artikel 4.2.5.1.1 van Vlarem II dat het lozen via een controle-inrichting met, onder andere, een meetgoot voorziet. De exploitant motiveert dat het debiet van het opgepompte grondwater conform afdeling 5.53.3 van Vlarem II gemeten wordt. De hoeveelheid opgepompt en geloosd water is gelijk. De staalname van het water kan gebeuren via aftappunten op de afvoerleiding of ter hoogte van de WZI. Gelet op de motivatie en het tijdelijk karakter van de bemaling wordt de exploitant vrijgesteld van de verplichtingen opgelegd in artikel 4.2.5.1.1, op voorwaarde dat steeds aan de bepalingen uit afdeling 5.53.3 voldaan wordt.

 

Conclusie

Mits naleving van de algemene, sectorale en bijzondere voorwaarden, kan de exploitatie plaatsvinden met een aanvaardbaar risico voor mens en milieu. Er wordt voorwaardelijk gunstig advies gegeven de vergunning te verlenen voor een periode van 150 dagen vanaf de start van de bemaling.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      de voorwaarden zoals vermeld in het advies van Waterlink/Aquafin naleven;

3.      24 fietsstalplaatsen conform de inrichtingsprincipes van de bouwcode voorzien;

4.      het gedeelte van de scheidingsmu(u)r(en) dat geen opstand heeft van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed en dit tussen het groendak en de scheidingswand;

5.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021;

6.      volgende voorwaarden uit de bekrachtigde archeologienota zijn strikt na te leven:

-          de bouwheer voert het programma van maatregelen, namelijk een vlakdekkende opgraving, verplicht uit (https://id.erfgoed.net/archeologie/archeologienotas/19116);

-          de bouwheer meldt 2 weken voor aanvang de start van de archeologische werkzaamheden aan de stedelijke dienst Archeologie (archeologie@antwerpen.be);

-          de bouwheer laat werfcontroles toe door stadsarcheologen.

 

Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Er wordt voorwaardelijk gunstig advies gegeven de vergunning te verlenen voor een periode van 150 dagen vanaf de start van de werken.

 

Geadviseerde rubrieken

 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

3.4.2°

het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater;

16,00 m³/uur

3.6.3.2°

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur;

16,00 m³/uur

53.2.2°a)

bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van onbehandeld en niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen, gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1°, met een netto opgepompt debiet van maximum 30.000 m³ per jaar of een maximale verlaging van het grondwaterpeil tot vier meter onder maaiveld;

11.000,00 m³/jaar

 

Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden

1.

De start- en stopdatum van de bemaling en de contactgegevens van de werfverantwoordelijke worden gemeld aan het college (milieuvergunningen@antwerpen.be) met vermelding van het projectnummer OMV_2021099650.

2.

De kwaliteit van het bemalingswater (of het effluent van de waterzuivering indien van toepassing) moet worden opgevolgd. Op het moment dat de bemaling wordt opgestart (na circa 30 minuten), dient er een staal genomen te worden van het bemalingswater. Na de eerste staalname wordt de bemaling stilgelegd tot de resultaten van de analyses bekend zijn. De te analyseren parameters zijn die van het standaardanalysepakket zoals beschreven in bijlage 3 van de standaardprocedure voor een oriënterend bodemonderzoek (OVAM, 1 april 2020). Na toetsing van de analyseresultaten aan de algemene en bijzondere lozingsvoorwaarden of, bij gebrek daaraan, aan de rapportagegrens (zie WAC compendia) wordt, indien nodig, een waterzuiveringsinstallatie voorzien die alle garanties biedt dat de voorwaarden steeds gehaald zullen worden. De analyse wordt na de opstart van de bemaling herhaald na één week en daarna maandelijks. De meetresultaten en de informatie over de waterzuivering, wanneer deze nodig zou zijn, worden overgemaakt aan milieuvergunningen@antwerpen.be, met vermelding van het projectnummer OMV_2021099650.

3.

Het grondwaterpeil dient opgevolgd te worden in minstens één peilbuis ter hoogte van de bouwput met minstens één filter in elke laag waaruit gepompt wordt. Het grondwaterpeil wordt opgemeten en genoteerd in een logboek dat ter inzage ligt op de werf, minstens met volgende frequentie:

-            voor de opstart van de bemaling: éénmaal;

-            in de eerste week van elke bemalingsfase (nieuw bemalingspeil): vijfmaal;

-            voor de overige periode: maandelijks.

4.

Afwijkend van de algemene lozingsvoorwaarden gelden volgende bijzondere lozingsvoorwaarden:

parameter

voorstel voorwaarde

arseen

50 µg/l

cadmium

0,8 µg/l

kwik

Rapportagegrens

lood

500 µg/l

nikkel

300 µg/l

zink

2.000 µg/l

COD

300 mg/l


5.

De exploitant wordt vrijgesteld van de verplichtingen opgelegd in artikel 4.2.5.1.1 met betrekking tot de installatie van een meetgoot, op voorwaarde dat steeds aan de bepalingen uit afdeling 5.53.3 voldaan wordt.

6.

Bij de keuze van de pompen, de geluidsbeperkende maatregelen en bij de opstelling van de pomp wordt al het nodige gedaan om geluidshinder te beperken.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

5 juli 2021

Volledig en ontvankelijk

4 augustus 2021

Start openbaar onderzoek

13 augustus 2021

Einde openbaar onderzoek

11 september 2021

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

16 november 2021

Verslag GOA

28 oktober 2021

naam GOA

Katrijn Apostel en Bieke Geypens

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

13 augustus 2021

11 september 2021

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      de voorwaarden zoals vermeld in het advies van Waterlink/Aquafin naleven;

3.      24 fietsstalplaatsen conform de inrichtingsprincipes van de bouwcode voorzien;

4.      het gedeelte van de scheidingsmu(u)r(en) dat geen opstand heeft van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed en dit tussen het groendak en de scheidingswand;

5.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021;

6.      volgende voorwaarden uit de bekrachtigde archeologienota zijn strikt na te leven:

-          de bouwheer voert het programma van maatregelen, namelijk een vlakdekkende opgraving, verplicht uit (https://id.erfgoed.net/archeologie/archeologienotas/19116);

-          de bouwheer meldt 2 weken voor aanvang de start van de archeologische werkzaamheden aan de stedelijke dienst Archeologie (archeologie@antwerpen.be);

-          de bouwheer laat werfcontroles toe door stadsarcheologen.

 

Bijzondere milieuvoorwaarden

1.

De start- en stopdatum van de bemaling en de contactgegevens van de werfverantwoordelijke worden gemeld aan het college (milieuvergunningen@antwerpen.be) met vermelding van het projectnummer OMV_2021099650.

2.

De kwaliteit van het bemalingswater (of het effluent van de waterzuivering indien van toepassing) moet worden opgevolgd. Op het moment dat de bemaling wordt opgestart (na circa 30 minuten), dient er een staal genomen te worden van het bemalingswater. Na de eerste staalname wordt de bemaling stilgelegd tot de resultaten van de analyses bekend zijn. De te analyseren parameters zijn die van het standaardanalysepakket zoals beschreven in bijlage 3 van de standaardprocedure voor een oriënterend bodemonderzoek (OVAM, 1 april 2020). Na toetsing van de analyseresultaten aan de algemene en bijzondere lozingsvoorwaarden of, bij gebrek daaraan, aan de rapportagegrens (zie WAC compendia) wordt, indien nodig, een waterzuiveringsinstallatie voorzien die alle garanties biedt dat de voorwaarden steeds gehaald zullen worden. De analyse wordt na de opstart van de bemaling herhaald na één week en daarna maandelijks. De meetresultaten en de informatie over de waterzuivering, wanneer deze nodig zou zijn, worden overgemaakt aan milieuvergunningen@antwerpen.be, met vermelding van het projectnummer OMV_2021099650.

3.

Het grondwaterpeil dient opgevolgd te worden in minstens één peilbuis ter hoogte van de bouwput met minstens één filter in elke laag waaruit gepompt wordt. Het grondwaterpeil wordt opgemeten en genoteerd in een logboek dat ter inzage ligt op de werf, minstens met volgende frequentie:

-            voor de opstart van de bemaling: éénmaal;

-            in de eerste week van elke bemalingsfase (nieuw bemalingspeil): vijfmaal;

-            voor de overige periode: maandelijks.

4.

Afwijkend van de algemene lozingsvoorwaarden gelden volgende bijzondere lozingsvoorwaarden:

parameter

voorstel voorwaarde

arseen

50 µg/l

cadmium

0,8 µg/l

kwik

Rapportagegrens

lood

500 µg/l

nikkel

300 µg/l

zink

2.000 µg/l

COD

300 mg/l


5.

De exploitant wordt vrijgesteld van de verplichtingen opgelegd in artikel 4.2.5.1.1 met betrekking tot de installatie van een meetgoot, op voorwaarde dat steeds aan de bepalingen uit afdeling 5.53.3 voldaan wordt.

6.

Bij de keuze van de pompen, de geluidsbeperkende maatregelen en bij de opstelling van de pomp wordt al het nodige gedaan om geluidshinder te beperken.

 

Brandweervoorwaarden
de brandweervoorwaarden uit het verslag met referentie BW/SF/2021/G.04823.A1.0005.

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

 

De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):

 

Rubriek

Omschrijving

Gecoördineerd

3.4.2°

het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater;

16,00 m³/uur

3.6.3.2°

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur;

16,00 m³/uur

53.2.2°a)

bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van onbehandeld en niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen, gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1°, met een netto opgepompt debiet van maximum 30.000 m³ per jaar of een maximale verlaging van het grondwaterpeil tot vier meter onder maaiveld;

11.000,00 m³/jaar

 

Artikel 4

De omgevingsvergunning voor de ingedeelde inrichtingen gaat in vanaf de start van de werken voor een periode van 150 dagen.  

Artikel 5

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.