Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2021075623 |
Gegevens van de aanvrager: | NV VLAAMSE ECOLOGIE - ENERGIE - EN MILIEUONDERNEMING met als adres Hoge Weg 157 te 2940 Stabroek |
Ligging van het project: | Nieuwelandenweg zn te Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 15 sectie A nrs. 515A |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | plaatsen van twee middelgrote windturbines en bijhorende elektriciteitskasten |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- Op 31 maart 1994 verleende het college een stedenbouwkundige vergunning (HV/1993/5-93/B/1642 – 1994425) voor de verbouwing van een magazijn en de uitbreiding met een luifel;
- Op 17 december 1990 verleende het college een stedenbouwkundige vergunning (HV/1990/B/18/76717-90/232 – 19901083) voor magazijnen, bureelgebouw en garagewerkplaats.
Inhoud van de aanvraag
- Bouwen van twee middelgrote windturbines
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Agentschap voor Natuur en Bos/ Adviezen en Vergunningen Antwerpen | 8 juni 2021 | Geen advies ontvangen | Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn |
Agentschap voor Natuur en Bos/ Adviezen en Vergunningen Antwerpen | 26 augustus 2021 | 11 oktober 2021 | Geen advies |
Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen | 8 juni 2021 | 1 juli 2021 | Ongunstig |
Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen | 26 augustus 2021 | 12 oktober 2021 | Voorwaardelijk gunstig |
Departement Omgeving/ Dienst VR | 8 juni 2021 | 17 juni 2021 | Geen advies |
Departement Omgeving/ Dienst MER | 8 juni 2021 | 27 augustus 2021 | Geen advies |
Departement Omgeving/ Dienst VR | 26 augustus 2021 | 27 augustus 2021 | Geen advies |
Departement Omgeving/ Dienst MER | 26 augustus 2021 | 11 oktober 2021 | Geen advies |
Elia Asset nv/ Elia Contact Center Noord | 8 juni 2021 | 22 juni 2021 | Voorwaardelijk gunstig |
Elia Asset nv/ Elia Contact Center Noord | 26 augustus 2021 | 7 september 2021 | Voorwaardelijk gunstig |
Havenbedrijf Antwerpen/ terreinen | 8 juni 2021 | Geen advies ontvangen | Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn |
Havenbedrijf Antwerpen/ terreinen | 26 augustus 2021 | 14 september 2021 | Gunstig |
Water-link | 8 juni 2021 | Geen advies ontvangen | Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn |
Water-link | 26 augustus 2021 | Geen advies ontvangen | Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Autonoom gemeentebedrijf voor vastgoed en stadsprojecten in Antwerpen | 8 juni 2021 | 1 juli 2021 |
Autonoom gemeentebedrijf voor vastgoed en stadsprojecten in Antwerpen | 25 augustus 2021 | 30 augustus 2021 |
Stadsbeheer/ Groen en Begraafplaatsen | 8 juni 2021 | 21 juni 2021 |
Stadsbeheer/ Groen en Begraafplaatsen | 25 augustus 2021 | 7 september 2021 |
Stadsbeheer/ Vastgoed/ Ontwikkeling/ Ruimtebeheer | 8 juni 2021 | 1 juli 2021 |
Stadsbeheer/ Vastgoed/ Ontwikkeling/ Ruimtebeheer | 25 augustus 2021 | 30 augustus 2021 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening zeehavengebied Antwerpen (GRUP) (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.
De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.
Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.
Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.
Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.
Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.
Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:
- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;
- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.
Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.
In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.
In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.
De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag is het voormelde GRUP tevens van toepassing. Grotendeels gelden hier de bestemmingsvoorschriften Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven en - voor het Churchilldok - Gebied voor waterweginfrastructuur. Ten zuiden en westen van de aanvraag loopt een overdruk met als aanduiding Leidingstraat. Ten westen van de aanvraag loopt van noord naar zuid een overdruk met als aanduiding Hoogspanningsleiding. De Noorderlaan ten westen van de aanvraag, is bestemd als Gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur. Parallel daaraan hebben de spoorwegen de bestemming Gebied voor spoorweginfrastructuur. Tussen de Noorderlaan en de spoorwegen heeft het gebied de bestemming Zone voor permanente ecologische infrastructuur ‘met medegebruik’.
Op enkele meters ten noorden van de aanvraag bevindt zich de grens van het afgebakende zeehavengebied. Buiten de afbakeningslijn is het gewestplan Antwerpen nog van toepassing, met bestemming Natuurgebieden.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
Hemelwater: Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
De gewestelijke verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
Toegankelijkheid: Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.
De gewestelijke verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Sectorale wetgeving
MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Bij de beslissing over de volledig-en ontvankelijkheid is op basis van de m.e.r.-screening in het dossier beslist dat de aanvraag niet moet vergezeld worden van een milieueffectrapport. Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project betreft niet de aanleg van bijkomende verharding, noch dakoppervlakte, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag betreft het plaatsen van twee middelgrote windturbines (LH-a en LH-b), van hetzelfde type F180-50, waarbij de rotorbladen verticaal gemonteerd zijn en rond een verticale as draaien.
Turbine LH-b wordt geplaatst in de zijtuinstrook tussen het bestaande bedrijfsgebouw en de Bospolder. Turbine LH-a wordt geplaatst aan de oostgevel van het bedrijfsgebouw meerbepaald in de voortuinstrook aan de kant van de Nieuwelandenweg. De afstand tussen de turbine en het bestaande bedrijfsgebouw bedraagt in beide gevallen circa 4,2 meter. De turbines hebben een ashoogte van 32 meter en tiphoogte van 43 meter. De rotordiameter bedraagt 14,5 meter.
Naast elke turbine wordt een elektriciteitskast geplaatst met een oppervlakte van circa 1 m². De turbines worden onderling met elkaar verbonden via een leiding die de contour van het magazijn volgt.
In de omgeving van deze kleinschalige turbines kunnen geen grootschalige turbines ingeplant worden omwille van de nabijheid van een hoogspanningslijn ten westen en sevesobedrijven ten oosten van de locatie. Om in deze omgeving toch te kunnen verduurzamen, werd geopteerd voor deze middelgrote windturbines.
Om turbine LH-a, aan de oostgevel van het magazijn, te kunnen bouwen, dienen twee niet-hoogstammige bomen gekapt en twee parkeerplaatsen verwijderd te worden.
De nieuwe constructies dragen bij tot de verdere exploitatie van het bedrijf waardoor de aanvraag functioneel inpasbaar is.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De inplanting van windturbines past bij het industriële karakter van de haven van Antwerpen en stoort niet in deze omgeving welke gekenmerkt wordt door allerhande hoge constructies zoals schoorstenen, fakkels,... Bovendien kruist er hier de hoogspanningslijn het terrein in noord-zuid richting.
Visueel-vormelijke elementen
De ashoogte van dit type windturbine is bijna 5 maal kleiner dan de reeds bestaande grootschalige windturbines ten zuiden van de aanvraag. De wieken zijn verbonden met de as door drie horizontale drukarmen. De top is daardoor volledig open, waardoor het bovenste element van de turbine minder zal opvallen in de omgeving.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Windturbines kunnen slagschaduw en geluidsoverlast met zich mee brengen. De aanvraag bevat een studie naar mogelijke hinder door slagschaduw en geluid. Hieruit blijkt dat er een 11tal bedrijven in de omgeving in theorie last kunnen ondervinden van slagschaduw afkomstig van de turbines in de aanvraag. De aanvrager verwacht dat de meeste hiervan in realiteit geen of amper last zullen ondervinden gezien de karakteristieken van de turbines en hoofdzakelijk dan de rotor die door zijn design veel minder licht wegvangt en men hiermee verwacht dat het licht-aan-licht-uit effect vermoedelijk minder zal spelen.
Van turbine LH-a wordt wel effectief slagschaduwoverlast verwacht bij het dichtbij gelegen bedrijf Eriks en op de lichtstraten van Aveno. In de marge wordt nog opgemerkt dat Eriks en Aveno zouden ook eindgebruikers zijn van de turbines. Turbine LH-b zal eveneens voornamelijk slagschaduw werpen op het bedrijfsgebouw van Eriks (op de ramen van de noordkant van het gebouw) en in mindere mate op het gebouw van Mexiconatie. Laatstgenoemde bevindt zich namelijk op ruimere afstand van de turbines (circa 400 m ) en zal er enkel slagschaduw optreden na 21 uur, een moment waar van verwacht wordt dat er geen personeel meer aanwezig is.
Volgens de aanvrager is slagschaduwbeheersysteem en het automatisch stilleggen bij optreden van slagschaduw ook bij dit type windturbine mogelijk. De aanvrager zaleen meldpunt communiceren met de betrokkenen, zodat er, indien nodig, een stilstandregime kan worden uitgewerkt.
Door de kleinere afmetingen en de verticale draaias is de lagere visuele impact van dit type windturbine ten opzichte van de grote windturbines die in het havengebied zijn geplaatst reëel. Desondanks toont de aanvrager niet aan dat er geen slagschaduwimpact optreedt bij bedrijven in de nabije omgeving. Aannames dat er na een bepaald uur bij een bedrijf geen personeel meer aanwezig zal zijn is niet realistisch. Daarom wordt als voorwaarde opgelegd om aan de getroffen bedrijven een meldpunt te communiceren en met hen afspraken te maken i.k.v. slagschaduwbeheer.
In kader van de geluidsimpact verwijst de aanvrager naar de resultaten van een geteste windturbine van hetzelfde type (F180-50) op een industrieterrein in Fleurus. Uit die meting blijkt dat het geluid toeneemt met de windsnelheid en dat het geluid op 30 meter gemiddeld 50,8 dB (bij windsnelheid 3m/s) en 57,4 dB (bij windsnelheid 6 m/s) bedraagt. De geluidsbelastingskaart (Lday) voor de site aan de Nieuwelandenweg toont een achtergrond geluid van 57,1 dB waardoor men verwacht dat het geluid van de turbine amper te onderscheiden zal zijn van het achtergrondgeluid.
De turbines worden geplaatst ten zuiden van het natuurgebied Bospolder, Ekers Moeras en Muisbroekbos. Het zuidelijk deel van natuurgebied Bospolder is ingekleurd als VEN-gebied. Advies werd gevraagd aan het Agentschap Natuur en Bos (ANB). Na een herinnering antwoordt ANB per mail om geen advies uit te brengen.
De stedelijke dienst groen- en begraafplaatsen geeft een gunstig advies.
Advies werd gevraagd aan de brandweer/risicobeheer/omgeving. Zij brachten een voorwaardelijk gunstig advies uit. De veiligheidsstudie die door de aanvrager werd opgeladen en mee aanleiding gaf tot het wijzigingsverzoek, maakt onderdeel uit van het brandweeradvies (ref. BW/LHO/2021/H.00368.A3.0007).
Advies werd gevraagd aan het Havenbedrijf Antwerpen als beheerder van het havengebied. Zij brachten een gunstig advies uit.
Door de aanwezigheid van een hoogspanningsleiding in de nabijheid van de werken, werd het advies gevraagd aan Elia als leidingbeheerder. Zij brachten een voorwaardelijk gunstig advies uit waarin Elia aangeeft het project gunstig te adviseren op voorwaarde dat de voorschriften en veiligheidsmaatregelen bij werken uitgevoerd in de nabijheid van de hoogspanningsinstallaties dat toegevoegd is als bijlage bij hun advies, na te leven zijn.
Dienst veiligheidsrapportering bracht geen advies uit wegens geen relevant dossier voor hen. De dienst MER bracht geen advies uit wegens niet MER-plichtig en er geen MER werd opgemaakt.
Water-link heeft geen advies uitgebracht. De aanvrager is verplicht om een klip-klim melding te doen voor de start van de werken.
AG Vespa en Vastgoed geven gunstig advies aangezien de werken van deze aanvraag plaatsvinden op eigen terrein.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
De aanvraag genereert geen bijkomende parkeerbehoefte. Er is enkel een effect op de mobiliteit gedurende de werken. De bouwheer dient de nodige (organisatorische) acties te ondernemen opdat het werfverkeer geen hinder op de openbare weg veroorzaakt.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
- De bouwheer dient de nodige (organisatorische) acties te ondernemen opdat het werfverkeer geen hinder op de openbare weg veroorzaakt;
- Er dient te worden voldaan aan de voorwaarden uit het advies van Elia Asset;
- In kader van slagschaduw dient de bouwheer een meldpunt te voorzien waar alle getroffen bedrijven terecht kunnen. De bouwheer dient met alle getroffen concessionarissen contact op te nemen, zodat zij makkelijk hun weg vinden naar het meldpunt slagschaduw, en met hen afspraken te maken in kader van slagschaduwbeheer.
Brandweervoorwaarden
Er dient te worden voldaan aan de voorwaarden uit het advies van de brandweer (ref. BW/LHO/2021/H.00368.A3.0007).
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 12 mei 2021 |
Volledig en ontvankelijk | 3 juni 2021 |
Start 1e openbaar onderzoek | 11 juni 2021 |
Einde 1e openbaar onderzoek | 10 juli 2021 |
Beslissing aanvaarding wijzigingsaanvraag | 25 augustus 2021 |
Start laatste openbaar onderzoek | 3 september 2021 |
Einde laatste openbaar onderzoek | 2 oktober 2021 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 15 november 2021 |
Verslag GOA | 27 oktober 2021 |
naam GOA | Bieke Geypens |
Wijzigingsverzoeken
Naar aanleiding van het ongunstige advies van de brandweer/risicobeheer/preventie (ref. BW/LHO/2021/H.00368.A3.0004) en de gesprekken tussen de aanvrager met het Havenbedrijf Antwerpen omtrent het beperkt verplaatsen van windturbine LH-A, heeft de aanvrager een verzoek ingediend om zijn oorspronkelijke dossier te wijzigen. Dit verzoek werd aanvaard, waardoor de aanvaarde wijzigingen mee beoordeeld worden. De aanvaarde wijzigingen zijn zodanig dat er een nieuw openbaar onderzoek werd gehouden en eventuele adviezen opnieuw werden gevraagd.
De aanvraag werd onderworpen aan 2 openbare onderzoeken.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
11 juni 2021 | 10 juli 2021 | 0 | 0 | 0 | 1 |
3 september 2021 | 2 oktober 2021 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bespreking van de bezwaren
Bezwaren uit vorige openbare onderzoeken over de aanvraag, die nog relevant zijn, worden hier ook besproken.
De bezwaarindiener haalt aan dat er een Project-MER of een ontheffing van een Project-MER ontbreekt in de aanvraag. In de verantwoordingsnota is onvoldoende onderzocht wat de mogelijk impact is op vogels en vleermuizen. De rotor van windturbine LH-B draait tot boven het natuurgebied Bospolder.
Op basis van de Risicoatlassen voor vogels en vleermuizen, de onderzoeken van Joris Everaert en de ornithologische waarde van de Bospolder voor pleisterende/rustende en broedende vogels dient een buffer van 300 meter gevrijwaard te worden tot dit natuurgebied. Er is nog steeds geen uitgebreid onderzoek verricht naar de slaaptrek en de voedseltrek tussen de natuurgebieden in en op de rand van het Antwerps havengebied. Er is ons inziens geen enkele reden om de aanbevelingen van Everaert ten aanzien van de Bospolder niet te volgen.
Tijdens het volledig-en ontvankelijkheidsonderzoek werd door de bevoegde overheid reeds contact opgenomen met Dienst MER van het departement Omgeving waarbij zij bevestigen dat voor middelgrote windturbines een project-mer-screening volstaat indien deze aantoont dat de windturbine geen aanleiding geeft tot aanzienlijke milieueffecten. Deze project-mer-screening werd toegevoegd aan de aanvraag en motiveert voldoende waarom de opmaak van een MER niet nodig is (zie onder). Aangezien de aanvraag op zich wel betrekking heeft op windturbines, die op minder dan 450 meter van een Seveso-inrichting is gelegen, werd tijdens de procedure verplicht advies gevraagd aan de Dienst MER (zie artikel 35 , §15, 4° van het Omgevingsvergunningsbesluit). Zij brachten expliciet “geen advies” uit met de melding dat het project niet MER-plichtig is.
Beide windturbines zijn gelegen in de “mogelijk risico”-zone van de risicoatlas voor vogels. Het betreffen hier middelgrote windturbines die tot 5 maal lager zijn dan de grote windturbines en een veel beperktere rotordiameter hebben. Door de beperktere afmetingen wordt de kans op aanvaring beperkter verwacht dan bij de grote windturbines. Er werd advies gevraagd aan het Agentschap Natuur en Bos die expliciet geen advies uitbrengen. Volgens de dienst Stadsbeheer/Groen en begraafplaatsen hebben de windturbines geen negatieve effecten heeft op de natuurwaarden.
Wat de impact op vleermuizen betreft zijn beide turbines gelegen in een zone met risico (risicoatlas vleermuizen). Volgens de aanvrager heeft dit te maken met de aanwezigheid van struiken en bomen in de rand van de Bospolder maar dat eveneens langsheen wegenis en te midden van de industriële gebouwen vleermuisbewegingen minder waargenomen worden. Laatstgenoemde zou dan vooral van toepassing zijn op turbine LH-a. Bijkomend stelt de aanvrager ook dat bij grote windturbines met een horizontale as vaak de grote drukverschillen die ontstaan wanneer de wiek met hoge snelheid in de buurt van de vleermuis passeert als doodsoorzaak van vleermuizen wordt aangegeven. Dit zou een dodelijk impact hebben op de longen van de vleermuizen. Bij deze veel kleinere windturbines met verticaal draaiende as, doet dat fenomeen zich vermoedelijk niet of nauwelijks voor wegens de totaal andere dimensies van de wieken. Beide windturbines zijn volgens de figuur opgenomen in de verantwoordingsnota buiten de gekende vliegroutes van vleermuizen ingeplant.
De aanvrager motiveert voldoende dat er geen significante impact te verwachten is op avifauna.
De radius van de rotor van windturbine Turbine LH-b bedraagt 7,25 meter. De as van de turbine bevindt zich op 9,9 meter van de noordelijke perceelsgrens waardoor het draaien van de rotor zelf buiten het natuurgebied blijft.
Het college sluit zich integraal aan bij:
- de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;
- het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
- De bouwheer dient de nodige (organisatorische) acties te ondernemen opdat het werfverkeer geen hinder op de openbare weg veroorzaakt;
- Er dient te worden voldaan aan de voorwaarden uit het advies van Elia Asset;
- In kader van slagschaduw dient de bouwheer een meldpunt te voorzien waar alle getroffen bedrijven terecht kunnen. De bouwheer dient met alle getroffen concessionarissen contact op te nemen, zodat zij makkelijk hun weg vinden naar het meldpunt slagschaduw, en met hen afspraken te maken in kader van slagschaduwbeheer.
Brandweervoorwaarden
Er dient te worden voldaan aan de voorwaarden uit het advies van de brandweer (ref. BW/LHO/2021/H.00368.A3.0007).
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.