Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2021014119 |
Gegevens van de aanvrager: | AUTOGEMB AUTONOOM GEMEENTEBEDRIJF VOOR VASTGOEDBEHEER EN STADSPROJECTEN - VESPA met als adres Paradeplein 25 te 2018 Antwerpen |
Gegevens van de exploitant: | AUTOGEMB AUTONOOM GEMEENTEBEDRIJF VOOR VASTGOEDBEHEER EN STADSPROJECTEN - VESPA (0267402076) met als adres Paradeplein 25 te 2018 Antwerpen |
Ligging van het project: | Sint-Rochusstraat 22, Waterbaan 25 te 2100 Deurne (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 32 sectie B nr. 476T5 |
waarvan: |
|
- 20210126-0104 | afdeling 32 sectie B nr. 476T5 (Bouwperceel van De Octopus) |
Vergunningsplichten: | Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten |
Voorwerp van de aanvraag: | school De Octopus - het exploiteren van een bemaling voor bouwwerken en een bijstelling |
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
Op 28 oktober 2016 nam het college akte van een melding klasse 3 voor de exploitatie van een schoolgebouw (MV2016/287). Op 6 augustus 2021 verleende het college van burgemeester en schepenen een omgevingsvergunning aan AG Vespa voor het renoveren en uitbreiden van de huidige schoolsite en de exploitatie van de basisschool “De Octopus” na deze werken (OMV_2020170823).
Inhoud van de aanvraag
Voorliggende aanvraag omvat de bemaling klasse 2 die noodzakelijk is om de geplande werken te kunnen uitvoeren. Tevens worden er drie bijstellingen gevraagd. Zowel de bemaling als de bijstellingen werden ook opgenomen in de omgevingsvergunningsaanvraag met referentie OMV_2020170823 maar van vergunning uitgesloten aangezien er geen rubriek voor het gebruik van een waterzuiveringsinstallatie opgenomen werd terwijl er toch duidelijk indicaties zijn voor het oppompen van verontreinigd grondwater. De bemaling wordt nu aangevraagd als uitbreiding van de verleende vergunning met een tijdelijke activiteit. Aangezien de bemaling echter tijdelijk is en op zich losstaat van de exploitatie van de school na de werken, wordt dit beter beoordeeld als een nieuwe inrichting. De duurtijd van de bemaling wordt geschat op zes maanden.
Aangevraagde rubrieken
Rubriek | Omschrijving | Gevraagd voor |
3.4.2° | het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater; | 50,00 m³/uur |
3.6.3.2° | afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur; | 50,00 m³/uur |
53.2.2°b)2° | bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van onbehandeld en niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1 met een netto opgepompt debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld; | 144.000,00 m³/jaar |
Aangevraagde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden in afwijking van algemene of sectorale voorwaarden
1. | Bij te stellen voorwaarde: lozing van bedrijfsafvalwater dat één of meer gevaarlijke stoffen bevat
Voorgesteld alternatief/aanvulling: 1) De aangevraagde verhoogde lozingsnormen: - Minerale olie: 500 µg/l - Dichlooretheen: 100 µg/l - Trichlooretheen: 100 µg/l - Tetrachlooretheen: 100 µg/l
2) Staalnamekraantje + debietmeter (meetinrichting tijdelijke bemaling) |
2. | Bij te stellen voorwaarde: controle-inrichting voor lozingen van afvalwaters
Voorgesteld alternatief/aanvulling: De debietmeter die geplaatst wordt, is conform Vlarem II-artikel 5.53.3.2.$12 (meetinrichting tijdens bemaling). |
3. | Bij te stellen voorwaarde: controle en beoordeling van de meetresultaten op lozingen van bedrijfsafvalwater en koelwater
Voorgesteld alternatief/aanvulling: Er wordt een staalnamekraan op de collector geplaatst. |
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
AQUAFIN NV | 15 september 2021 | 22 september 2021 | Geen advies |
Vlaamse Milieumaatschappij/ Advies grondwater Antwerpen | 15 september 2021 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag | Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn |
Vlaamse Milieumaatschappij/ Advies Vergunning Afvalwater en Lucht | 15 september 2021 | 1 oktober 2021 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Stadsbeheer/ Groen en Begraafplaatsen | 15 september 2021 | 28 september 2021 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
De aangevraagde tijdelijke bemaling kadert in de uitvoering van bouwwerken. De bemaling is slechts tijdelijk van aard en is vanuit dat aspect aanvaardbaar.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
De geplande nieuwbouw omvat een sporthal met kelder waarvoor uitgravingen nodig zijn tot +5,04 meter TAW (3,55 m-mv) voor de funderingsplaat, tot +4,84 meter TAW (3,75 m-mv) voor de funderingszolen en tot +4,17 meter TAW (4,42 m-mv) voor de liftput. De nieuwbouw omvat eveneens enkele andere schoolgebouwen met kelderverdieping waarvoor een uitgraving nodig is tot +5,15 meter TAW (3,44 m-mv) voor de funderingsplaat en tot +4,95 meter TAW (3,64 m-mv) voor de funderingszolen. Rekening houdend met een grondwaterverlaging tot 0,5 meter onder de uitgravingsdieptes en een grondwaterstand in rust van +6,09 meter TAW, betekent dit een globale grondwaterverlaging van 1,75 meter voor de sporthal, een verlaging van 2,42 meter voor de liftput van de sporthal en een verlaging van 1,64 meter voor de andere schoolgebouwen.
Uit de modellering blijkt dat de bemaling een initieel debiet van circa 50 tot 70 m³/uur zal genereren dat daarna zakt tot een stationair debiet van circa 30,6 m³/uur. Het totale bemalingsvolume voor een bemalingsduur van zes maanden zal ongeveer 144.000 m³ bedragen (rubriek 53.2.2.b.2). De grondwaterverlaging kan gerealiseerd worden met behulp van een filterbemaling. De filters worden ingeplant rond beide bouwputten met een onderlinge tussenafstand van maximaal vijf meter. Vóór het plaatsen van de filters zal een beperkte voorafgraving van het maaiveld dienen te gebeuren. Voor het bemalen van de liftput zal een apart tijdelijk filterkader voorzien worden. Er zijn geen onaanvaardbare absolute of differentiële zettingen te verwachten.
De invloedstraal die gedefinieerd wordt als de zone waarin er minimaal 5 centimeter grondwaterverlaging optreedt, bedraagt maximaal 580 meter. Van zestig OVAM-dossiers binnen deze invloedstraal werd nagegaan of er eventueel een invloed is door de bemaling. Het OVAM-dossier 50063 ligt op circa 20 meter afstand ten zuiden van de projectsite en betreft een verontreiniging met minerale olie en VOCl’s. Voor dit dossier werd geconcludeerd dat er een significante invloed van de bemaling op de grondwaterstroming ter hoogte van deze site zal zijn. De bemaling zal in zes maanden tijd het water vanop de verontreinigde site aantrekken tot in de bemalingsfilters en oppompen. Bijgevolg zal de bemaling hoogstwaarschijnlijk verontreinigd water oppompen. Het wordt daarom aangeraden om voor aanvang van de werken een waterstaal te nemen teneinde de vervuilingsgraad te kennen. Op 20 januari 2021 werd getracht een staal te nemen in de twee peilbuizen op de site. Deze stonden echter droog. Op 12 juli 2021 werd daarom een nieuwe peilbuis geplaatst met een diepere filterstelling van 4 tot 6 m-mv. De analyseresultaten van de bemonstering leverden geen concentraties boven de richtwaarden op. De kans is echter groot dat na verloop van tijd verontreiniging zal aangetrokken worden.
Er wordt dan ook een waterzuiveringsinstallatie voorzien. Bijkomend worden voor vier parameters bijzondere lozingsnormen aangevraagd:
Indien het bemalingswater voldoet aan de bijzondere lozingsnormen, zal het bemalingswater geloosd worden in de riolering (rubriek 3.4.2). Indien de bijzondere lozingsnormen overschreden worden, zal het water eerst gezuiverd worden in de waterzuiveringsinstallatie (rubriek 3.6.3.2). Retourbemaling is geen optie vanwege de mogelijke verontreiniging. Bovendien omvatten beide bouwputten zowat het hele projectperceel. Gezien het projectgebied gelegen is in het dichtbebouwde stadscentrum van Deurne, is ook lozing in oppervlaktewater of afvoer via een RWA-kanaal niet mogelijk. Toestemming van Aquafin om te lozen in de riolering aan een debiet van meer dan 10 m³/uur werd bij het dossier gevoegd.
Op de projectsite, tussen de twee voorziene bouwputten, zijn twee waardevolle bomen aanwezig die de bouwheer graag wil behouden. De voorziene grondwaterverlaging ter hoogte van de bomen bedraagt, volgens het model, ongeveer 1,65 meter. Het is mogelijk dat een dergelijke grondwaterverlaging een negatieve impact kan hebben op de gezondheid van de bomen. Dit is echter eenvoudig op te lossen door op deze plaats een druppelslang te leggen die de grond plaatselijk vochtig kan houden. Dit is een zeer kleine ingreep die verder geen invloed zal hebben op de bemaling.
Buiten de bijzondere lozingsnormen worden nog twee extra bijstellingen op de sectorale voorwaarden gevraagd:
Afwijking op Bijlage 4.2.5.1 van Vlarem II
Controle-inrichting voor lozingen van afvalwaters. Aangezien het een tijdelijke bemaling en tijdelijke lozing betreft, wordt er geen meetgoot en speciale meetapparatuur geplaatst. Er wordt enkel een staalnamekraan voorzien. De debietmeter die geplaatst wordt, is conform Vlarem II-artikel 5.53.3.2.§12 (meetinrichting tijdens bemaling).
Afwijking op Bijlage 4.2.5.2 van Vlarem II
Controle en beoordeling van de meetresultaten op lozingen van bedrijfsafvalwater. Een staalname van het bemalingswater gedurende de bemaling zal gebeuren door middel van staalnamekraantje op de collector.
Beide bijstellingen kunnen gunstig geadviseerd worden.
VMM afdeling afvalwater en lucht geeft een voorwaardelijk gunstig advies voor:
De algemene voorwaarden voor lozing in de openbare riolering en de volgende bijzondere voorwaarden zijn van toepassing:
De toestemming van Aquafin voor lozing in de riolering werd in de loop van de procedure door de exploitant aangeleverd. VMM afdeling grondwater gaf geen tijdig advies waardoor het advies wordt geacht gunstig te zijn. De dienst Groenvoorziening van de stad Antwerpen geeft een ongunstig advies wegens het steeds vaker droog komen te staan van vijvers en groengebieden in de stad (onder andere door bemalingen) en stelt dat de bemalingsstrategie mee een oplossing moet bieden aan de lage grondwaterstanden. De Groendienst stelt dat het bemalingswater via een leiding in de riolering naar de vijver in het Boekenbergpark dient geleid te worden. Dit advies wordt overschreven door het advies van VMM afdeling afvalwater en lucht. Bijkomend is de afstand van de projectsite tot de vijver in het Boekenbergpark redelijk groot waardoor de kosten van het ondergronds transport vrij hoog zouden oplopen.
Voorliggende project is niet MER-plichtig. Het aanvraagdossier werd tijdens het ontvankelijk- en volledigheidsonderzoek getoetst aan de criteria van bijlage II van het Decreet Algemene Bepalingen Milieubeleid doordat de aanvraag betrekking heeft op een activiteit die voorkomt op de lijst van bijlage III (besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2013 inzake de nadere regels van de project-m.e.r.-screening).
De vergunningverlenende overheid is verplicht om een advies in te winnen bij het Agentschap Onroerend Erfgoed als de vergunningsaanvraag betrekking heeft op ingedeelde inrichtingen of activiteiten in of aan een beschermde archeologische site, een beschermd monument, een beschermd cultuurhistorisch landschap of een beschermd stads- of dorpsgezicht (decreet van 12 juli 2013 betreffende het onroerend erfgoed artikel 6.4.4§3). Dat is hier niet het geval.
Een bijkomend wateradvies is niet vereist en de vergunningsaanvraag voldoet aan de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid. Dit blijkt uit de toepassing van de beoordelingsschema’s van de watertoets.
Advies aan het college
Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Mits voldaan wordt aan de algemene, sectorale en bijzondere vergunningsvoorwaarden, is deze aanvraag in overeenstemming met de VLAREM wetgeving. Vanuit milieutechnisch oogpunt wordt voorwaardelijk positief advies gegeven de vergunning te verlenen voor een periode van zes maanden na opstart van de bemaling.
Geadviseerde rubrieken
Rubriek | Omschrijving | Geadviseerd voor |
3.4.2° | het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater; | 50,00 m³/uur |
3.6.3.2° | afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur; | 50,00 m³/uur |
53.2.2°b)2° | bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van onbehandeld en niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1 met een netto opgepompt debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld; | 144.000,00 m³/jaar |
Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden
1. | De startdatum van de bemaling wordt ten minste twee weken voor de start gemeld aan de stad Antwerpen. Hiervoor stuurt u een mail aan de dienst Vergunningen (milieuvergunningen@antwerpen.be) en de dienst Milieu-Interventie (mi@antwerpen.be) met vermelding van het dossiernummer, de contactgegevens van de werfverantwoordelijke en de start- en einddatum. |
2. | Het debiet van de bemaling wordt opgevolgd door middel van correct werkende debietmeters en bijgehouden in een logboek dat steeds op de werf aanwezig is en ter inzage wordt gehouden van de toezichthoudende overheid. |
3. | De kwaliteit van het bemalingswater moet worden opgevolgd. Op het moment dat de bemaling wordt opgestart (na circa 30 minuten), dient er een staal genomen te worden van het bemalingswater. Na de eerste staalname wordt de bemaling stilgelegd tot de resultaten van de analyses bekend zijn. Na toetsing van de analyseresultaten aan de milieukwaliteitsnorm (MKN) voor grondwater (Bijlage 2.4.1 van VLAREM II) en eventuele mobilisatie van een waterzuiveringsinstallatie kan de bemaling opnieuw opgestart worden. De analyse dient tweewekelijks herhaald te worden. De te analyseren parameters zijn die van het standaardanalysepakket zoals beschreven in bijlage 3 van de standaardprocedure voor een oriënterend bodemonderzoek (OVAM, 01/04/2020). Bij deze bemaling dienen voornamelijk de parameters minerale olie en VOCl’s opgevolgd te worden alsook de parameter PFOS. |
4. | Er moet geen meetgoot geplaatst worden. |
5. | Staalname van het bemalingswater kan gebeuren door middel van een staalnamekraan op de collector. |
6. | Volgende bijzondere lozingsnormen worden toegestaan: |
7. | De bemaling mag geëxploiteerd worden voor een periode van zes maanden na opstart van de bemaling. |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 18 augustus 2021 |
Volledig en ontvankelijk | 15 september 2021 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 14 november 2021 |
Verslag GOA | 28 oktober 2021 |
naam GOA | Bieke Geypens |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Bijzondere milieuvoorwaarden
1. | De startdatum van de bemaling wordt ten minste twee weken voor de start gemeld aan de stad Antwerpen. Hiervoor stuurt u een mail aan de dienst Vergunningen (milieuvergunningen@antwerpen.be) en de dienst Milieu-Interventie (mi@antwerpen.be) met vermelding van het dossiernummer, de contactgegevens van de werfverantwoordelijke en de start- en einddatum. |
2. | Het debiet van de bemaling wordt opgevolgd door middel van correct werkende debietmeters en bijgehouden in een logboek dat steeds op de werf aanwezig is en ter inzage wordt gehouden van de toezichthoudende overheid. |
3. | De kwaliteit van het bemalingswater moet worden opgevolgd. Op het moment dat de bemaling wordt opgestart (na circa 30 minuten), dient er een staal genomen te worden van het bemalingswater. Na de eerste staalname wordt de bemaling stilgelegd tot de resultaten van de analyses bekend zijn. Na toetsing van de analyseresultaten aan de milieukwaliteitsnorm (MKN) voor grondwater (Bijlage 2.4.1 van VLAREM II) en eventuele mobilisatie van een waterzuiveringsinstallatie kan de bemaling opnieuw opgestart worden. De analyse dient tweewekelijks herhaald te worden. De te analyseren parameters zijn die van het standaardanalysepakket zoals beschreven in bijlage 3 van de standaardprocedure voor een oriënterend bodemonderzoek (OVAM, 01/04/2020). Bij deze bemaling dienen voornamelijk de parameters minerale olie en VOCl’s opgevolgd te worden alsook de parameter PFOS. |
4. | Er moet geen meetgoot geplaatst worden. |
5. | Staalname van het bemalingswater kan gebeuren door middel van een staalnamekraan op de collector. |
6. | Volgende bijzondere lozingsnormen worden toegestaan: |
7. | De bemaling mag geëxploiteerd worden voor een periode van zes maanden na opstart van de bemaling. |
De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):
Rubriek | Omschrijving | Gecoördineerd |
3.4.2° | het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater; | 50,00 m³/uur |
3.6.3.2° | afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur; | 50,00 m³/uur |
53.2.2°b)2° | bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van onbehandeld en niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1 met een netto opgepompt debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld; | 144.000,00 m³/jaar |
Het college beslist dat de omgevingsvergunning geldig is voor een periode van zes maanden na opstart van de bemaling.