2021_CBS_08783 - Omgevingsvergunning - OMV_2021060036. Middenvijver. District Antwerpen - Goedkeuring

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

Relevante voorgeschiedenis

-          geen relevante voorgeschiedenis beschikbaar.

Vergunde toestand/Geacht vergunde toestand

-          geen relevante vergunde toestand beschikbaar.

Huidige toestand

-          open ruimte tussen het woongebied Linkeroever en de snelweginfrastructuur R1;

-          op het terrein worden jaarlijks tijdelijke festivals georganiseerd.

Gewenste toestand

-          twee hondenzwemvijvers (reliëfwijziging):

• grondwatergevoed;
• maximale diepte van circa 4,00 m ten opzichte van het maaiveld;
• afscheiding in de vorm van kastanjehouten hekwerk met een hoogte van 1,20 m;
• overstortleiding naar de beek aan de noordzijde van het terrein;

-          bufferwal (reliëfwijziging):

• aarden wal gesitueerd aan de noord- en westzijde van het terrein als afscheiding van Middenvijver en Het Rot;
• variërende hoogte van minimaal circa 2,00 m en maximaal 8,00 m;

-          padenstructuur in halverharding

• ieder pad heeft een breedte van circa 2,50 m;
• de paden die tevens dienst doen als evacuatieweg worden aanpalend voorzien van een meter in grindgazon;

-          hekwerk in staaldraad met een hoogte van circa 2,00 m ter hoogte van de noord- en westzijde van Middenvijver.

Inhoud van de aanvraag

-          doorvoeren van reliëfwijzigingen:

• aanleggen van twee hondenzwemvijvers;
• voorzien van een aarden wal met variabele hoogte;

-          aanleg van paden ter ontsluiting van de vijvers:

• oost-westverbinding over Middenvijver;
• een verbinding met de toekomstige stadscamping;
• noord-zuidverbinding met de Blancefloerlaan;
• een verbinding met de huidige park & ride gelegen aan de Blancefloerlaan;

-          voorzien van hekwerk:

• rondom de hondenzwemvijvers;
• ter afscheiding van Middenvijver en Het Rot;

-          aanplanten van hoogstammige bomen.

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

Adviezen

Externe adviezen

Interne adviezen

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Oosterweelverbinding-Wijziging, goedgekeurd op 20 maart 2015.

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woonuitbreidingsgebied. De woonuitbreidingsgebieden zijn uitsluitend bestemd voor groepswoningbouw zolang de bevoegde overheid over de ordening van het gebied niet heeft beslist, en zolang, volgens het geval, ofwel die overheid geen besluit tot vastlegging van de uitgaven voor de voorzieningen heeft genomen, ofwel omtrent deze voorzieningen geen met waarborgen omklede verbintenis is aangegaan door de promotor.

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een gebied voor dagrecreatie. De gebieden voor dagrecreatie bevatten enkel de recreatieve en toeristische accommodatie, bij uitsluiting van alle verblijfsaccommodatie, (Artikel 16 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een parkgebied. De parkgebieden moeten in hun staat bewaard worden of zijn bestemd om zodanig ingericht te worden, dat ze, in de al dan niet verstedelijkte gebieden, hun sociale functie kunnen vervullen, (Artikel 14 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

Het goed is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het goed ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een natuurgebied. De natuurgebieden omvatten de bossen, wouden, venen, heiden, moerassen, duinen, rotsen, aanslibbingen, stranden en andere dergelijke gebieden. In deze gebieden mogen jagers- en vissershutten worden gebouwd voor zover deze niet kunnen gebruikt worden als woonverblijf, al ware het maar tijdelijk.

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een gebied voor speelbossen of speelweiden. In de groengebieden met speelgelegenheid die als speelbos of speelweide zijn aangeduid, is geen andere accommodatie toegelaten dan sanitaire gebouwen en schuilplaatsen, van één bouwlaag, met een oppervlakte van ten hoogste 100 m², met uitsluiting van elke verblijfsaccommodatie. De grondkleur is verder bepalend voor het beheer van die gebieden.

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

De aanvraag is in strijd met de bepalingen van het gewestplan.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening voetgangersverkeer.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.
 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

Voor het project en in het bijzonder voor de aanleg van een overstortleiding van de hondenzwemvijvers naar de beek gelegen ten noorden van het terrein, is een pre-advies gevraagd aan de provincie, dienst integraal waterbeleid. Hierbij is overeengekomen om de overstortleiding op een maximale diepte van 0,5 meter onder maaiveld te leggen. In kader van de aanvraag werd geen nieuw advies geformuleerd door de dienst integraal waterbeleid.

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-          Archeologienota: overeenkomstig artikel 5.4.1 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 moet aan bepaalde aanvragen een archeologienota worden toegevoegd waarvan akte werd genomen
Van de archeologienota werd akte genomen door het agentschap Onroerend Erfgoed op 20/12/2020..
De nota toont gemotiveerd aan dat er geen verder archeologisch onderzoek moet plaatsvinden.

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.

Omgevingstoets

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag is bestemd als woonuitbreidingsgebied. Er werd tot op heden geen initiatief genomen om een ordenend plan op te maken. De functionele inpasbaarheid is in strijd met de gewestplanbestemming.

Artikel 4.4.7 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening bepaald dat de mogelijkheid bestaat om een vergunning te verlenen voor niet zone-eigen handelingen als het gaat om handelingen van algemeen belang die een ruimtelijk beperkte impact hebben. Het besluit van de Vlaamse Regering tot de aanwijzing van de handelingen in de zin van artikel 4.1.1,5°, artikel 4.4.7, § 2, tweede lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening bepaald in artikel 3 §3 dat de bevoegde overheid op gemotiveerd verzoek van de aanvrager kan vaststellen dat een handeling, niet opgesomd in het besluit, alsnog kan beoordeeld worden als een handeling van algemeen belang met ruimtelijk beperkte impact. De handeling mag niet uitgevoerd worden in ruimtelijk kwetsbaar gebied en het ruimtelijk functioneren van het gebied en de omliggende gebieden mag niet overschreden worden. Dit wordt gemotiveerd aan de hand van de aard en omvang van het  project en het ruimtelijk bereik van de effecten van de handelingen. De bevoegde overheid, vermeld in het eerste lid, oordeelt en beslist daarover nadat een projectvergadering werd gehouden en voor de vergunningsaanvraag werd ingediend.

Er werd een projectvergadering georganiseerd op 1 september 2020 waarin werd geoordeeld dat de inrichting van hondenzwemvijvers, aarden wal en pad kunnen beschouwd worden als handelingen van algemeen belang met beperkt ruimtelijke impact. Het document waaruit die beslissing blijkt, wordt bij de vergunningsaanvraag gevoegd.

De handelingen worden uitgevoerd in woonuitbreidingsgebied en niet in ruimtelijk kwetsbaar gebied. De werken kaderen in het pakket van milderende maatregelen zoals bepaald in het project-MER Oosterweelverbinding waardoor het algemeen belang is aangetoond. Deze stelt: “Goede werking van Burchtse weel en Middenvijver dient gegarandeerd te blijven. De werken die een mogelijke verstoring hebben kunnen niet aanvatten/uitgevoerd worden als er geen garantie is/blijft op de goede werking van beide gebieden.” Dit wordt als volgt gemotiveerd: “Gelet op de mogelijke verstoring van avifauna ter hoogte van Blokkersdijk en mogelijke cumulatieve effecten met andere planprocessen (RUP Middenvijver) is het noodzakelijk om tijdens de werken aan de Oosterweelverbinding de goede werking van het gebied ‘Rot/Nieuwe Middenvijver’ op te volgen, met name in relatie tot verstoring. Belangrijk hierbij is dat de verstoring van dit gebied beperkt blijft en het gebied de nodige rust behoudt. Recent is namelijk gebleken dat het gebied een vrij sterke recreatiedruk ondervindt waardoor dit mogelijk kan interfereren met de te verwachten verstoring door de werken aan de Oosterweelverbinding. De beheerder (Agentschap voor Natuur en Bos) dient in samenspraak met de initiatiefnemer van voorliggend project na te gaan of er tijdens de werken geen striktere maatregelen noodzakelijk zijn. Een striktere zonering of aangepaste toegangsregeling in combinatie met een verbeterde handhaving (loslopende honden) is zeker noodzakelijk.”

Bovendien wordt de bestemming van het gebied en de omliggende gebieden niet gehypothekeerd door de uitvoering van de handelingen. Zowel de realisatie van een evenementenlocatie en camping als een geordend woongebied behoren tot de toekomstmogelijkheden.

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

Het Rot vormt samen met Middenvijver een aaneengesloten open  ruimte die zich uitstrekt tussen de woonkern van Linkeroever en de snelweginfrastructuur R1. Ze vervullen samen een belangrijke recreatieve functie voor Linkeroever.

Het gebied Middenvijver wordt als verruigd grasland beheerd en vormt een weidse open plek. De grasvlakte heeft een uitgesproken microreliëf met duinachtige ophogingen. Vooral de randen van het gebied zijn droog en hebben zich ontwikkeld tot een gestabiliseerd duinrietgrasland. Centraal in Middenvijver is een nattere zone aanwezig die regelmatig onder water komt te staan. In het midden van dit nattere deel is een wilgen-berkenbos ontstaan. In dit nattere deel worden 2 hondenzwemvijvers ingericht die gevoed worden met grondwater. Rond de hondenzwemvijvers wordt een kastanjehouten hekwerk met een hoogte van 1,2 m geplaatst zodat honden binnen deze zone kunnen loslopen en zwemmen. In dit hekwerk worden per vijver een viertal poortjes met sas voorzien. Het hekwerk wordt gecamoufleerd met beplanting. Om te voorkomen dat de vijvers in periodes van een hoge grondwaterstand niet bruikbaar zouden zijn, wordt een overstortleiding voorzien naar de beek aan de noordzijde van het terrein.

Om Het Rot maximaal te vrijwaren van hinder door de activiteiten en festiviteiten op Middenvijver, wordt een bufferwal gerealiseerd aan de noord- en westzijde van het terrein. De aarden wal versterkt de reeds aanwezige duinenstructuur en bestaat uit meerdere ‘duinen’. Er blijft één recreatieve verbinding bestaan naar het natuurgebied. De bufferwal wordt asymmetrisch aangelegd met variërende hoogtes. Tussen de bufferwal en Het Rot wordt nog een hekwerk geplaatst met een poort ter hoogte van de recreatieve verbinding tussen Middenvijver en Het Rot. Deze poort kan gesloten worden tijdens festivals.

Er wordt tevens een padenstructuur in halfverharding voorzien. In een eerste fase worden enkel de paden aangelegd die noodzakelijk zijn voor de ontsluiting van de vijvers, met name een oost-westverbinding over Middenvijver, een verbinding met de toekomstige stadscamping, een verbinding met de Blancefloerlaan (noord-zuid), en een verbinding met de huidige park & ride gelegen aan de Blancefloerlaan. Eventuele bijkomende paden worden in een latere fase aangvraagd met een nieuwe omgevingsvergunningsaanvraag

De schaal en het ruimtegebruik van de aanvraag zijn verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening. De ingrepen gebeuren met respect voor de aanwezige landschapskenmerken en de aanleg van de vijver en het aanplanten van bomen verhoogt de biodiversiteit  In het advies van de stedelijke dienst Omgeving/ruimtelijke planning valt bovendien te lezen dat de ingrepen uit de aanvraag de toekomstmogelijkheden in deze omgeving niet hypothekeren: “De landschapselementen die op korte termijn zullen gerealiseerd worden, hypothekeren de toekomstvisies en de juridische bestemming voor het gebied niet. Zowel de realisatie van een evenementenlocatie (nog niet juridisch verankerd) en camping (RUP Stadscamping) zoals bepaald in het s-RSA als de ontwikkeling van een geordend woongebied zoals voorzien in het gewestplan (geldend plan) behoren na aanleg tot de toekomstmogelijkheden.”

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De stedelijke Groendienst geeft voorwaardelijk gunstig advies. Volgende voorwaarden worden gevraagd:

-          “het voorzien van een papiermand ten behoeve van hondenpoep;

-          hondeneigenaars zitten graag in hondenlosloopzones, graag enkele banken voorzien binnen de hondenloopzones;

-          is het wel duurzaam om kastanje hekwerk te voorzien in combinatie met groeiende vegetatie? Na enkele jaren zijn sommige kastanje hekwerk aan vervanging toe waardoor de groeiende vegetatie moet verwijderd worden om nieuw hekwerk aan te brengen.”

De stedelijke dienst Publieke Ruimte geeft voorwaardelijk gunstig advies. De volgende zaken dienen voorafgaand aan de gunning afgestemd te worden met de bevoegde stadsdiensten:

-          “de materiaalkeuze van de paden;

-          de keuze van de beplanting;

-          type en detaillering van de hekwerken;

-          de plaatsing van banken en vuilbakken.”

Beide diensten formuleren een gelijkaardig advies waarbij de detaillering van het hekwerk, de plaatsing van meubilair en de keuze van de beplanting vooraf moet beproken worden met de stadsdiensten. Het advies wordt bijgetreden en moet als voorwaarde aan de vergunning worden gekoppeld.

De beschrijvende nota vermeldt dat voor het project en in het bijzonder voor de aanleg van een overstortleiding van de hondenzwemvijvers naar de beek gelegen ten noorden van het terrein, pre-advies gevraagd werd aan de provinciale dienst Integraal Waterbeleid. Hierbij is overeengekomen om de overstortleiding op een maximale diepte van 0,5 meter onder het maaiveld te leggen. De provinciale dienst werd bevraagd in kader van de vergunningsaanvraag maar heeft geen advies gegeven.

Om Middenvijver beter toegankelijk te maken worden enkele paden aangelegd. Alle paden hebben een breedte van 2,5 meter en worden uitgevoerd in een halfverharding. Een deel van de paden worden verbreed met 1 meter grindgazon ten behoeve van een brandweertracé omdat de vijvers dienst kunnen doen als bluswatervoorziening wanneer Middenvijver als evenemententerrein wordt gebruikt. Het brandweeradvies stelt dat de paden een breedte moeten hebben van 3 meter omdat de padenstructuur altijd duidelijk moet zijn voor de bestuurders, ook bij regen en duisternis. De strook in grindgazon kan dan vervallen. Het brandweeradvies wordt sowieso integraal aan de vergunning gekoppeld maar deze voorwaarde wordt eveneens expliciet herhaald worden omdat het een wijziging van de plannen betreft.

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

Er worden hondenzwemvijvers, paden en een bufferwal aangelegd in groengebied. De parkeerparagraaf is niet van toepassing.

Advies aan het college

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      de paden die tevens dienst doen als interventiewegen moeten een breedte hebben van 3 meter en uitgevoerd worden in een halfverharding. De strook in grindgazon kan vervallen;

3.      het type en de detaillering van het hekwerk, de materiaalkeuze van de paden, de plaatsing van het straatmeubilair en de keuze van de beplanting moeten doorgesproken worden met de bevoegde stadsdiensten voor aanvang van deze werken.

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Administratieve lus

Op de aanvraag werd een administratieve lus toegepast, omwille van de volgende reden(en):

Omwille van een procedurefout moet het openbaar onderzoek opnieuw worden georganiseerd. Het openbaar onderzoek moest ten laatste 1 dag voor het ingaan van de termijn van het openbaar onderzoek worden aangeplakt en gemeld op het loket. Dit gebeurde pas op 13/06 of drie dagen te laat.

De stappen in de procedure die verkeerd gelopen zijn werden opnieuw uitgevoerd om te voorkomen dat de eindbeslissing over de aanvraag vernietigd wordt omwille van de vastgestelde procedurefout(en).

De aanvraag werd onderworpen aan 2 openbare onderzoeken.

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

Bespreking van de bezwaren

Bezwaren uit vorige openbare onderzoeken over de aanvraag, die nog relevant zijn, worden hier ook besproken.

Hondenlosloopzone: Het bezwaar dat er nood is aan een ruime hondenlosloopzone voor het welzijn van de honden in plaats van een afgebakende hondenzwemvijver. Mensen komen van heinde en ver om de honden te laten loslopen op Middenvijver omdat in deze ongeprogrammeerde ruimte een gedoogdbeleid geldt voor loslopende honden. Het is het enige in zijn soort in Antwerpen. Door deze ruimte als park in te richten, zal het niet meer mogelijk zijn om een lange wandeling te maken met een ongelijnde hond. Door het omheinen van de hondenzwemvijvers, wordt de vrije ruimte van de hond gereduceerd tot een fractie van wat ze nu is. Er zou een volwaardige hondenlosloopzone gemaakt moeten worden van Middenvijver met respect voor andere recreanten. Een duidelijke toeschrijving van het gebied als hondenlosloopzone komt tegemoet aan de gezondheid van hond en baasje. Het is de taak van de lokale overheid om een volwaardige hondenlosloopzone te voorzien in een stedelijke omgeving waar mensen op een kleine oppervlakte wonen, vaak zonder tuin;

Beoordeling: Middenvijver heeft een bestemming als woonuitbreidingsgebied. Aangezien het gebied tot op heden niet is ontwikkeld of herbestemd is, wordt het door allerlei recreanten gebruikt, zo ook door honden en hun eigenaars. Middenvijver is echter geen hondenloopzone conform het politiereglement. Het loslopen wordt ‘slechts’ gedoogd. De aanleg van de hondenzwemvijvers is een wijziging van een gedoogdbeleid naar een geformaliseerde hondenlosloopzone ter hoogte van de hondenzwemvijvers. Verder blijft Middenvijver een omgeving waar een zo ruim mogelijke publieke toegankelijkheid voorop staat.

Grondverzet: Het project gaat gepaard met aanzienlijk grondverzet waarbij de bodem mogelijks verontreinigd is met PFAS. De kwaliteit van de bodem en het grondwater werd niet of onvoldoende onderzocht in de vergunningsaanvraag. Evenmin wordt melding gemaakt van de oorsprong of de mate van vervuiling van de aangeleverde grond die moet dienen voor de bufferwal. De bezwaarindiener verwijst naar het Materialendecreet en het Bodemdecreet. De bezwaarindiener is van oordeel dat er geen vergunning kan afgeleverd worden omdat deze zaken niet werden onderzocht. De bezwaarindiener wenst op de hoogte gehouden te worden van eventuele metingen die gebeuren.

Beoordeling: Het bodemonderzoek maakt geen deel uit van de omgevingsvergunningsaanvraag. Alvorens over te gaan tot de uitvoering van een goedgekeurde omgevingsvergunningsaanvraag dienen de bepalingen van het Bodemdecreet nageleefd te worden. Een omgevingsvergunning waarbij grondverzet aan te pas komt leidt bijgevolg niet noodzakelijk tot een uitvoerbare vergunning. Het bezwaar is ongegrond.

Vijver versus hondenzwemvijver: Het is onmogelijk om aan een hond duidelijk te maken waar wel en niet kan gezwommen worden;

Beoordeling: In 2007-2008 is het westelijk deel van Het Rot heringericht om het ecologisch potentieel van het gebied te verhogen als milderende maatregel voor de aanleg van de Oosterweelverbinding en de invloed die dit kan hebben op het Vogelrichtlijngebied Blokkersdijk. Er zijn een grote waterplas met twee eilandjes, beken, kijkheuvels en wandelpaden aangelegd. De nieuwe waterplas vormt een uitwijkmogelijkheid voor de vele vogels die in Blokkersdijk voorkomen. In 2020 werd een vergunning verleend voor een periode van 8 jaar om het natuurgebied Het Rot tijdelijk ontoegankelijk te maken. Het tijdelijk ontoegankelijk maken van het natuurgebied is een milderende maatregel uit het plan-MER ‘Masterplan Antwerpen’ en moeten ervoor zorgen dat Het Rot optimaal kan fungeren als rust- en verblijfsplaats voor vogels die tijdens de werken op Linkeroever mogelijk verstoord worden ter hoogte van Blokkersdijk. Aangezien de vijver in Het Rot informeel gebruikt werd als hondenzwemvijver, worden er hondenzwemvijvers aangelegd op Middenvijver. Honden en hun baasjes kunnen Het Rot niet meer betreden waardoor er geen verwarring kan ontstaan over vijvers waarin wel en niet meer kan gezwommen worden. Het bezwaar is ongegrond.

Inrichtingsprincipes: Buurtbewoners stellen de vraag of er banken, picknickplaatsen, een speelpleintje en een parking worden ingericht;

Beoordeling: Het plaatsen van straatmeubilair en speeltoestellen is niet vergunningsplichtig en maakt bijgevolg geen deel uit van de omgevingsvergunningsaanvraag. Er wordt geen parking ingericht. Bezoekers die met de auto naar de Middenvijver komen, kunnen parkeren op de P&R Linkeroever, ten westen van de Middenvijver. Het bezwaar is ongegrond.

Toegankelijkheidsreglement: De beschrijvende nota doet geen uitspraak over het toegankelijkheidsreglement voor, tijdens en na de inrichting van Middenvijver en hoe dit zal gehandhaafd worden;

Beoordeling: Inzicht in het beheer en de handhaving van een omgeving maken geen deel uit van de dossierstukken van een omgevingsvergunningsaanvraag. De aanvraag zorgt ervoor dat Middenvijver beter toegankelijk wordt door de aanleg van de paden. Deze paden zorgen ervoor dat de toegankelijkheid van het gebied ook tijdens evenementen maximaal gegarandeerd wordt. Het bezwaar is ongegrond.

Parkeerdruk: De bezwaarindiener vreest dat de inplanting van de zwemvijvers aanleiding zal geven tot verhoogde parkeerdruk in de straten ten oosten van Middenvijver. Het Reigerspad zou een betere locatie zijn zodat er kan geparkeerd worden op de Blancefloerlaan en de Charles De Costerlaan;

Beoordeling: De keuze van de locatie van de zwemvijvers vloeit voort uit de plekken binnen Middenvijver die regelmatig onder water komen te staan en waar geen bomen moeten gekapt worden. Het is niet duidelijk waar het Reigerspad wordt gesitueerd, maar de afstand van de Blancefloerlaan, de Charles De Costerlaan en het woongebied en ten oosten van de Middenvijver tot de hondenzwemvijvers is nagenoeg dezelfde. Het bezwaar is ongegrond.

Gedoogbeleid: Het bezwaar dat niemand zijn hond aanlijnt, terwijl dit wel verplicht is. Er moeten informatieborden geplaatst worden;

Beoordeling: De Middenvijver is een open ruimte die door diverse recreanten kan gebruikt worden. Het plaatsen van informatieborden is niet vergunningsplichtig en maakt bijgevolg geen deel uit van de omgevingsvergunningsaanvraag.

Beleidsplan loslopende honden: Het bezwaar bevat de vraag om een beleidsplan rond het loslopen van honden te maken in samenspraak met de buurtbewoners en gebruikers van Middenvijver zodat er in de toekomst geen overtredingen moeten gemaakt worden om in het welzijn van de dieren te voorzien;

Beoordeling: De scope van de omgevingsvergunningsaanvraag behandelt de inrichting van hondenzwemvijvers, paden en bermen en kadert binnen het pakket van milderende maatregelen zoals bepaald in de project-MER Oosterweelverbinding. Binnen de omheinde vijvers mogen honden loslopen. De rest van Middenvijver maakt geen deel uit van de aanvraag maar blijft een open ruimte zonder programma waar er diverse activiteiten plaatsvinden die elders in de stad moeilijker een plek vinden en dit in afwachting van een verdere ontwikkeling van het gebied. Binnen deze ruimte wordt momenteel het loslopen van honden ‘gedoogd’;

Project enkel voor honden: Het bezwaar dat er een project wordt gerealiseerd enkel voor honden. De bezwaarindiener hoopt dat er meer rekening zou gehouden worden met het realiseren van een recreatiedomein voor mensen en vooral voor kinderen zodat deze niet op straat moeten spelen en zonder dat zij telkens in hondenpoep moeten trappen. Er zijn immers nergens vuilbakken aanwezig met als gevolg dat hondenpoep niet opgeraapt wordt;

Beoordeling: De scope van de omgevingsvergunningsaanvraag behandelt de inrichting van hondenzwemvijvers, paden en bermen en kadert binnen het pakket van milderende maatregelen zoals bepaald in de project-MER Oosterweelverbinding. Binnen de omheinde vijvers staan de honden centraal. De rest van de Middenvijver blijft een open ruimte zonder programma waar diverse activiteiten plaatsvinden die elders in de stad moeilijker een plek vinden en dit in afwachting van een verdere ontwikkeling van het gebied. Het plaatsen van vuilbakken is een suggestie die aan de aanvrager wordt meegegeven en in samenspraak met de bevoegde stadsdiensten moet onderzocht worden. Het plaatsen van vuilbakken is echter niet vergunningsplichtig. Het bewaar is ongegrond.