Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2021107995 |
Gegevens van de aanvrager: | NV GROEP GOOSSENS met als contactadres Van Eycklei 1 bus b6 te 2018 Antwerpen |
Ligging van het project: | Eikelstraat 21 te 2600 Berchem (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 21 sectie B nrs. 0, 17W11, 17V12, 17F13, 17B14, 17N14, 17R13, 17W13, 17L14, 17C14, 17T13, 17Y12, 17N13, 17M13, 17D13, 17A14 en 17G14 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | slopen van twee eengezinswoningen en bouwen van een meergezinswoning als onderdeel van het stedelijk bouwproject De Wastuin |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- Ferdinand Coosemansstraat 158:
- Ferdinand Coosemansstraat 160:
- Ferdinand Coosemansstraat – Eikelstraat:
Vergunde/vergund geachte toestand
- Ferdinand Coosemansstraat 158:
- Ferdinand Coosemansstraat 160:
- Ferdinand Coosemansstraat – Eikelstraat:
Huidige toestand
- Ferdinand Coosemansstraat 158:
- Ferdinand Coosemansstraat 160:
- Ferdinand Coosemansstraat – Eikelstraat:
Gewenste toestand
- algemeen:
- bouwblok E:
- bouwblok F:
- bouwblok H:
- de ondergrondse parkeergarage wordt uitgebreid onder bouwblok H en F en omvat 88 parkeerplaatsen;
- 2 fietsenbergingen in het binnengebied voor het stallen van 24 fietsen.
Inhoud van de aanvraag
- slopen van twee eengezinswoningen in de Ferdinand Coosemansstraat 158 en 160;
- oprichten van een meergezinswoning met 6 woongelegenheden als bouwblok H binnen het stedelijk woonproject;
- uitbreiden van het bouwvolume van bouwblok E en F;
- uitbreiden van de ondergrondse parkeergarage onder bouwblok H en F;
- bouwblok A, B, C en D maken geen deel uit van de aanvraag.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
AQUAFIN NV | 19 augustus 2021 | 12 oktober 2021 | Voorwaardelijk gunstig |
Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen | 19 augustus 2021 | 22 oktober 2021 | Voorwaardelijk gunstig |
Fluvius System Operator/ Fluvius | 19 augustus 2021 | 14 september 2021 | Voorwaardelijk gunstig |
FOD Binnenlandse Zaken - ASTRID veiligheidscommissie | 19 augustus 2021 | 7 september 2021 | Gunstig |
Lokale Politie/ Verkeerspolitie | 18 augustus 2021 | 22 augustus 2021 | Geen advies |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering | 18 augustus 2021 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
Stadsontwikkeling/ Klimaat en Leefmilieu | 18 augustus 2021 | 24 augustus 2021 |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 18 augustus 2021 | 1 september 2021 |
stadsontwikkeling/ publieke ruimte | 18 augustus 2021 | 1 september 2021 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de binnenstad van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Leien en de Kleine Ring.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgende punten:
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
de inhoud van de septische put van bouwblok H is niet vermeld op de plannen. De inhoud dient minstens 5300 liter te bedragen.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.-
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De aanvrager van het project ‘De Wastuin’ heeft sinds de vorige aanvraag de eengezinswoningen te Ferdinand Coosemansstraat 158 en 160 bekomen en wenst deze te integreren bij het totaalproject dat op 08/07/2021 vergund werd.
De twee eengezinswoningen worden gesloopt en in de plaats komt ‘Blok H’ van het project. In ruil voor het verlies van twee eengezinswoningen, worden er in ‘Blok H’ twee grote drie-slaapkamerappartementen voorzien. De eerste betreft een gelijkvloers appartement van circa 129 m² met aansluitend een tuin van circa 37 m². Het tweede betreft het appartement op de derde verdieping van circa 129 m² met aansluitend terras van 12,5 m².
‘Blok H’ betreft een mix van twee studio’s, twee twee-slaapkamerappartementen en twee drie-slaapkamerappartementen. Deze mix aan woonentiteiten met verschillende schaal wordt gunstig geadviseerd.
Het voormalig vergunde bouwvolume van ‘Blok E’ en ‘Blok F’ hield rekening met de aansluiting tot het bouwvolume van de eengezinswoningen. Het bouwvolume van ‘Blok H’ (4 bouwlagen) is groter dan het bouwvolume van de bestaande eengezinswoningen (twee bouwlagen). ‘Blok E’ en ‘Blok F’ worden ter hoogte van de aansluiting met ‘Blok H’ uitgebreid, zodat opnieuw een logisch aaneengesloten bouwvolume ontstaat. Hierdoor worden de hoekappartementen in ‘Blok E’ en ‘Blok F’ ook ruimer. Dit wordt gunstig geadviseerd.
Door het toevoegen van ‘Blok H’ ontstaat de mogelijkheid om de ondergrondse parking te vergroten langs de kant van de Ferdinand Coosemansstraat. Hierdoor ontstaat een logischere doorlopende parking die minder diep tot in het binnengebied moet treden. Dit wordt gunstig geadviseerd.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Gelet op de totale schaal van het project en de mogelijke invloed op de stedelijke omgeving werd een advies gevraagd aan de stedelijke dienst ‘Stadsontwikkeling – Klimaat en Leefmilieu’. Hieruit volgde een advies met volgende voorwaarden:
‘Dat er voldoende aandacht is voor het zomercomfort van de dakappartementen (zonder groendak), door passieve maatregelen zoals voldoende mogelijkheid tot natuurlijke ventilatie (geen mono-georiënteerde appartementen), zonnewering,… Een dynamische simulatie kan hier meer inzicht in geven. Dit omwille van de hoge hittestress die op de locatie heerst, en het binnenklimaat die daardoor onder druk komt te staan. En omwille van het feit dat groendaken voor meergezinswoningen normaal verplichtend zijn in de bouwcode omwille van o.a. hun milderende werking op de hittestress. Deze verplichting is er ook omdat bij meergezinswoningen er meestal onvoldoende dakoppervlakte aanwezig is om aan de hemelwaterbehoefte te voorzien voor toiletspoeling, etc... Maar in dit project is vraag en aanbod op elkaar afgestemd., waardoor de afwijking wordt toegelaten, maar er verhoogde aandacht gevraagd wordt voor het zomercomfort van de dakappartementen.
Dat het binnenterrein (en het deel van de volle grond blok H) maximaal wordt onthard. Volgens de bouwcode is 20m2 verharding toegelaten. Daarboven moet 2/3de van de tuin groen en waterdoorlatend worden aangelegd. Dat er maximaal ingezet wordt op schaduwrijke bomen en beplanting die de hittestress lokaal mildert’
Ter hoogte van de bovenste verdieping (van Blokken D-E-H-F) bevinden zich 14 appartementen. Hiervan zijn er slechts twee mono-georiënteerde appartementen, maar deze bevinden zich onder de zone waar wél een groendak voorzien wordt en wijzigen niet ten opzichte van de laatst vergunde toestand.
De appartementen van ‘Blok D’ en ‘Blok E’ worden niet meer van een groendak voorzien, maar enkel van een zone voor zonnepanelen. Beiden sluiten elkaar echter niet uit, het is perfect mogelijk om groendaken tussen en rondom de rijen zonnepanelen te voorzien.
Het totale project voldoet aan het tweede aandachtspunt van de stedelijke dienst ‘Stadsontwikkeling – Klimaat en Leefmilieu’.
Visueel-vormelijke elementen
De uitbreiding van ‘Blok E’ en ‘Blok F’ worden uitgevoerd in zelfde materialisatie en architectuur als de overige delen van deze blokken. Dit in geelkleurige metselwerk met details in groenkleurige metselwerk, dorpels in natuursteen en schrijnwerk in lichtkleurig aluminium.
‘Blok H’ wordt voorzien in een gelijkaardige architectuur als de overige delen van het project. Maar behoud toch een voldoende eigen karakter, zodat het ritme van de bouwvolumes voldoende afleesbaar blijft in het straatbeeld.
Het gelijkvloerse van ‘Blok H’ heeft de uitwerking van een plint in licht gele architectonisch beton. De verdiepingen worden voorzien in dezelfde geel genuanceerde steen als de aanpalende blokken, maar worden gemetst in tegelverband. Boven elke bouwlaag wordt een horizontale boord (of bekroning) aangebracht in licht geel architectonisch beton, wat verwijst naar dergelijke horizontale details die kenmerkend zijn in de omgeving. Het schrijnwerk wordt voorzien in lichtkleurig aluminium
Dit wordt gunstig geadviseerd.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 8 bijkomende parkeerplaatsen.
De parkeerbehoefte wordt bepaald op de nieuwbouw van een meergezinswoning met 6 wooneenheden. 2 appartementen < 60m² met parkeernorm 1.05 : 2 x 1.05 = 2,1 4 appartementen > 90m² met parkeernorm 1.35 : 4 x 1.35 = 5,4 De werkelijke parkeerbehoefte is 7,5 afgerond 8.
|
De plannen voorzien in 10 nuttige bijkomende autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal te realiseren bijkomende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 10.
Dit aantal is toereikend.
|
Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
Echter kan de berekende parkeerbehoefte van het nieuwe project worden verminderd met het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein. Dit op voorwaarde dat realisatie niet mogelijk is. Bijgevolg kan de parkeerbehoefte van de vergunde toestand in mindering gebracht worden voor 2 parkeerplaatsen.
Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan ook 0.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 0 plaatsen.
|
Fietsvoorzieningen:
Voor dit project dienen er 18 ((2*(1+1))+(2*(2+1))+(2*(3+1))) overdekte, afsluitbare fietsstalplaatsen voorzien te worden. Deze werden ingetekend op het gelijkvloers bereikbaar via de binnentuin.
Het is echter niet duidelijk of de 3 fietsenbergingen achter gebouw A, DE en F nog voorzien worden. Deze dienen behouden te blijven omwille van een vlotte bereikbaarheid tot de fietsenstallingen tot de verschillende meergezinswoningen. Het supprimeren van deze wordt uitgesloten uit de vergunning.
Ontsluiting/bereikbaarheid:
Er wordt een verkeerslichtengeregelde toegang tot parkeergarage te voorzien. Inrijdend verkeer krijgt prioriteit om verkeersopstoppingen langs straatkant te vermijden.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. voldoende rekening te houden met de bijgevoegde opmerkingen van Fluvius vanaf het moment van eerste ingebruikname/exploitatie;
3. de algemene voorwaarden van Aquafin zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
4. de toegangsdeuren te voorzien conform de bepalingen van artikel 24 en 25 van de verordening toegankelijkheid;
5. de platte daken van ‘Blok D’ en ‘Blok E’ te voorzien als een groendak conform de bepalingen van artikel 38 van de bouwcode;
6. de septische put te dimensioneren conform de bepalingen van artikel 43 van de bouwcode;
7. na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
Uitsluitingen
Het supprimeren van de fietsenbergingen achter bouwvolume (52 plaatsen), DE (108 plaatsen) en F (5 plaatsen).
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 20 juli 2021 |
Volledig en ontvankelijk | 18 augustus 2021 |
Start openbaar onderzoek | 27 augustus 2021 |
Einde openbaar onderzoek | 25 september 2021 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 1 december 2021 |
Verslag GOA | 10 november 2021 |
naam GOA | Wim Van Roosendael |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
27 augustus 2021 | 25 september 2021 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. voldoende rekening te houden met de bijgevoegde opmerkingen van Fluvius vanaf het moment van eerste ingebruikname/exploitatie;
3. de algemene voorwaarden van Aquafin zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
4. de toegangsdeuren te voorzien conform de bepalingen van artikel 24 en 25 van de verordening toegankelijkheid;
5. de platte daken van ‘Blok D’ en ‘Blok E’ te voorzien als een groendak conform de bepalingen van artikel 38 van de bouwcode;
6. de septische put te dimensioneren conform de bepalingen van artikel 43 van de bouwcode;
7. na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
Uitsluitingen
Het supprimeren van de fietsenbergingen achter bouwvolume (52 plaatsen), DE (108 plaatsen) en F (5 plaatsen).
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.