Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2021126444 |
Gegevens van de aanvrager: | mevrouw Christa Van Rompaey met als adres Eksterlaar 16 te 2100 Deurne |
Ligging van het project: | Eksterlaar 16 2100 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 32 sectie B nrs. 0 en 582Y |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | uitvoeren van interne structurele werken en het verwijderen van de veranda |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 30/09/2008: vergunningsaanvraag (20084889) voor het bouwen van een veranda (stopgezet: dossier niet volledig);
- 04/09/1996: vergunning (629#5157) voor het uitvoeren van verbouwingswerken;
- vaststelling/bescherming (ID: 6387) van Unitas Tuinwijk als beschermd stads- of dorpsgezicht.
Vergunde toestand
- functie: eengezinswoning;
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Huidige toestand
- functie: eengezinswoning;
- bouwvolume:
- gevelafwerking: schrijnwerk van de eerste bouwlaag aan de achtergevel weggehaald met als doel een open verbinding met de veranda;
- inrichting:
Gewenste toestand
- functie: eengezinswoning;
- bouwvolume:
- gevelafwerking: plaatsen van nieuw houten buitenschrijnwerk, gelakt volgens kleurcodes unitaswijk RAL 6012 en 9001 op de eerste bouwlaag;
- inrichting: terras van ca. 11 m² oppervlakte aan de achtergevel.
Inhoud van de aanvraag
- uitvoeren van interne structurele werken;
- verwijderen van de veranda.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Onroerend Erfgoed | 13 oktober 2021 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag | Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg | 13 oktober 2021 | 16 november 2021 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen). In gebieden en plaatsen van culturele, historische en/of esthetische waarde wordt de wijziging van de bestaande toestand onderworpen aan bijzondere voorwaarden, gegrond op de wenselijkheid van het behoud, (Artikel 6 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het bijzonder plan van aanleg BPA nr. 7 Eksterlaar, goedgekeurd bij koninklijk besluit van 13 april 1971. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: plaatsen bestemd voor groepsbouw van sociale woningen-art.15.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Bijzondere plannen van aanleg (BPA's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het bijzonder plan van aanleg.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
§3 Verhardingen zoals een terras, een autostalplaats of een tuinhuis zijn in zij- en achtertuinen beperkt toegestaan, met een maximum van 1/3de van de totale tuinoppervlakte voor tuinen groter dan 60 m². De totale verharde oppervlakte bedraagt ca. 55 m² ten opzichte van de ca. 140 m² totale tuinoppervlakte en is dus meer dan 1/3de;
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen.
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
Het verbouwen van de bestaande eengezinswoning is in overeenstemming met de bestemming van het perceel en de woonfuncties op de omliggende percelen.
Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid
Het verwijderen van de achterbouw (veranda) wordt vanuit stedenbouwkundig oogpunt gunstig beoordeeld.
In de achtertuin is conform artikel 27 van de bouwcode verharding beperkt toegestaan tot 1/3de van de totale tuinoppervlakte. De totale tuinoppervlakte bedraagt circa 140 m² en is circa 55 m² verhard. Dit is meer dan 1/3de van de tuinoppervlakte. Een groene tuin heeft een aangenamer uitzicht in de straat of binnen in een bouwblok en bevordert daarom de leefkwaliteit van bewoners en omwonenden. Door de tuin niet te bebouwen of te verharden blijft een deel beschikbaar voor natuurlijke infiltratie van regenwater in de bodem, zodat de openbare riolering minder belast wordt en het risico op problemen met de waterhuishouding vermindert. Bovendien is elke tuin, hoe klein ook, een natuurlijke oase in de bebouwing voor vogels, insecten,… en zorgt ze ervoor dat de opwarming van de stedelijke omgeving licht verminderd wordt. Bijgevolg wordt opgelegd om de verharding te verminderen met minimaal 8 m², zodat slechts 1/3de van de tuin verhard wordt.
Visueel-vormelijke elementen
De voorgevel van de aanvraag wijzigt nauwelijks. Het straatbeeld van de tuinwijk wordt niet aangetast. De achtergevel wijzigt tegenover de laatst vergunde toestand enkel door het vervangen van de raamopeningen op het gelijkvloers en het toevoegen van dakramen. Deze wijzigingen zijn aanvaardbaar.
Cultuurhistorische aspecten
De aanvraag is gelegen in de Unitas Tuinwijk dat is vastgesteld als bouwkundig erfgoed, vastgesteld bij besluit van de Vlaamse minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed, G. Bourgeois van 29 maart 2019. De vaststelling van de inventaris van het bouwkundig erfgoed zorgt ervoor dat er een éénduidige en overzichtelijke lijst van het gebouwd patrimonium in Vlaanderen bepaald is. Opname in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed betekent voor elk van de erfgoedobjecten dat zij een vorm van vrijwaring voor de toekomst genieten.
Artikel 5 §1 van de stedenbouwkundige verordening – bouwcode dd. 25 oktober 2014 zegt dat voor gebouwen opgenomen in de inventaris van bouwkundig erfgoed en gebouwen gelegen in CHE-gebied de wijziging van de bestaande toestand van elk gebouw of constructie onderworpen wordt aan de wenselijkheid van het behoud. Het behoud van de elementen met culturele, historische en/of esthetische waarde primeert boven de andere voorschriften. Dit geldt zowel voor het exterieur, als het interieur.
Conform artikel 5§2 van de stedenbouwkundige verordening – bouwcode dd. 25 oktober 2014 moet de beschrijvende nota van de bouwaanvraag voldoende informatie bevatten over het cultuurhistorisch profiel van de aanwezige elementen zodat vergunningverlenende overheid deze kan afwegen. Afhankelijk van de aard en omvang van de geplande werken kan er een CHE-rapport gevraagd worden met een meer uitgebreide bouwhistorische en beschrijvende studie van het gebouw. Het project werd voorbesproken.
Advies werd gevraagd aan de dienst Monumentenzorg. De dienst heeft voorwaardelijk gunstig advies gegeven:
“Het pand is gelegen in de beschermde Unitastuinwijk die werd ontworpen door architect E. Van Steenbergen in 1923 en werd voltooid in 1932. Deze tuinwijk bestaat uit 199 woningen met ommuurde en omhaagde voortuintjes. Frontaal tov de straat opgestelde gevels met bakstenen onder –en beraapte, beschilderde bovenbouw; gesloten muurmassa met spaarzame, ‘functionele’ muuropeningen, opgefleurd door kleurige glas-in-loodramen. Ook het buitenschrijnwerk werd mee ontworpen door de architect. Per type werden bepaalde kleuren gehanteerd.
De woningen in de tuinwijk vertonen een sterke ensemblewaarde, gekenmerkt door geometrische bouwvolumes, eenvoudige architectonische vormen, uitgebalanceerde plaatsing van architecturale onderdelen, een artisanaal materiaalgebruik, opvallende puntdaken, geveldetaillering en kleurgebruik met de nadruk op het repetitieve en het gemeenschappelijke. Monotonie en saaie eenvormigheid wordt vermeden door de aanleg van licht gebogen straten met verschillende afmetingen, pleinvorming, een gedifferentieerde positionering van de huizen ten opzichte van de rooilijnen, afwisseling in open en gesloten bebouwing, en subtiele verschillen in vormgeving.
De kwaliteit van dit waardevolle gebouwenpatrimonium ligt voor een groot stuk in de doordachte en volkomen uitgebalanceerde verhoudingen op zowel het niveau van de wijkinrichting, de huizengroepen, als de individuele panden en de harmonieuze uitwerking van hun gevels. Daarnaast zijn het landelijke en groene karakter van de tuinwijk een kenmerk dat absoluut dient behouden te worden.
Voor deze wijk werd een beheersplan opgemaakt.
De instandhouding van de wijk met haar cultuurhistorische uitstraling is een verantwoordelijkheid van de overheid ten opzichte van toekomstige generaties. Een beheersplan is daarvoor een geschikt instrument. Bestaande waarden worden erin verankerd en een visie op kwaliteitsverbetering en – handhaving geëxpliciteerd. Het heeft als doel de historische karakteristieken te behouden en of te versterken en biedt een duidelijk kader waaraan voorgenomen ingrepen getoetst kunnen worden. Tevens ondersteunt het beheersplan de groeiende aandacht van de bewoners voor de erfgoedwaarden van hun wijk.
Men wenst een aantal interne verbouwingen uit te voeren.
De bestaande veranda achteraan wordt verwijderd. De gevelopeningen in de bestaande achtergevel worden verlaagd voor meer contact met de tuinzone. Er wordt nieuw houten schrijnwerk geplaatst. De achtergevel wordt geschilderd in een kleur conform het beheersplan.
De voorgevel blijft ongewijzigd.
De voorgestelde ingrepen tasten de erfgoedwaarde van het pand en zijn omgeving niet aan en zijn aanvaardbaar.
Voor de werken aan de schil van het gebouw is er een toelating nodig van het agentschap Onroerend Erfgoed.
Advies:
Gelet op het voorgaande wordt een voorwaardelijk gunstig advies verleend.
Voor de werken aan de schil moet een toelating van het Agentschap Onroerend Erfgoed worden verleend."
Vanuit erfgoedoogpunten zijn er dus geen opmerkingen. De tweedeling in het interieur en de gevel blijft voldoende afsleesbaar. Voor het herschilderen van de gevel wordt verwezen naar het beheersplan voor de kleurstelling.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Het afvoerstelsel van afval- en hemelwater wordt gewijzigd zonder te voorzien in een septische put. Dit is strijdig met artikel 43 van de bouwcode. Bijgevolg dient een septische put geplaatst te worden met een minimale inhoud van 2.000 liter.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke omgevingsvergunningsaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van de bestaande toestand ongewijzigd blijven.
In de laatst vergunde toestand (1996) is er een fietsenberging aanwezig recht tegenover de inkomzone. Deze fietsenberging wordt verwijderd in de voorliggende aanvraag. Dit is onaanvaardbaar. Om het comfort van de fietser niet te verminderen wordt opgelegd om een fietsenstalling te voorzien in de buurt van de inkomzone. Dit door bijvoorbeeld de scheiding tussen de eerste en tweede deur te verplaatsen naar de achterzijde toe, waardoor ruimte vrij komt voor het stallen van minstens één fiets.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de verharde oppervlakte in de tuin verminderen met minimaal 8 m², conform artikel 27 van de bouwcode;
2. er dient een septische put geplaatst te worden met een minimale inhoud van 2.000 liter, conform artikel 43 van de bouwcode;
3. in de buurt van de inkomzone dient ruimte voorzien te worden voor het stallen van minimaal 1 fiets, gelijkaardig aan de laatst vergunde toestand (1996);
4. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 14 september 2021 |
Volledig en ontvankelijk | 13 oktober 2021 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 12 december 2021 |
Verslag GOA | 24 november 2021 |
naam GOA | Katrine Leemans |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitielijsten | Digitale bezwaarschriften |
0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de verharde oppervlakte in de tuin verminderen met minimaal 8 m², conform artikel 27 van de bouwcode;
2. er dient een septische put geplaatst te worden met een minimale inhoud van 2.000 liter, conform artikel 43 van de bouwcode;
3. in de buurt van de inkomzone dient ruimte voorzien te worden voor het stallen van minimaal 1 fiets, gelijkaardig aan de laatst vergunde toestand (1996);
4. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.