Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2021140596 |
Gegevens van de aanvrager: | de heer Jesse Derkinderen met als adres Solferinostraat 15 te 2040 Antwerpen en mevrouw Nikita Van De Wynckel met als adres Solferinostraat 15 te 2040 Antwerpen |
Ligging van het project: | Solferinostraat 15 2040 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 19 sectie B nrs. 0 en 184F4 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 14/07/2006: vergunning (3173#65) renoveren van de voorgevel;
- 06/10/2003: voorwaardelijke vergunning (804#516) voor intern renoveren van 48 eengezinswoningen en 48 appartementen.
Vergunde toestand/Geacht vergunde toestand
- functie: eengezinswoning met 3 slaapkamers;
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Huidige toestand
- beglaasde uitbouw tegen de rechterperceelgrens tot circa 14,5 m bouwdiepte;
- nieuw buitenschrijnwerk in antracietkleurig aluminium met gewijzigde indeling en op verdieping nieuwe voorzetrolluiken in de voorgevel;
- verharde oprit en toegangspad van 1,8 m breedte in de voortuin;
- in de achtertuin 70 m² nieuwe tuinverharding en de aanleg van een tuinvijver;
- het tuinhuis in de achtertuin is verwijderd.
Gewenste toestand
- eengezinswoning met 4 slaapkamers;
- afbraak van de bestaande veranda in functie van de bouw van een nieuwe uitbouw op de rechter perceelgrens tot circa 18,5 m bouwdiepte, waarbij de rechterscheidingsmuur wordt opgemetst tot 3,3 m hoogte;
- uitbouw op de eerste verdieping ter hoogte van de rechter perceelgrens, waarbij achtergevellijn gelijkgetrokken met de linkerkant;
- nieuwe zonnepanelen op het achterste dakdeel;
- verharding in de achtertuin beperkt tot 44,5 m², waarvan 5,5 m² overdekt.
Inhoud van de aanvraag
- uitbreiden van een eengezinswoning op het gelijkvloers en de eerste verdieping;
- optrekken van de scheidingsmuren;
- uitvoeren van interne constructieve werken;
- slopen van een vergund tuinhuis en (regulariseren van het) aanleggen van voor- en achtertuinverharding;
- alle andere werken zijn uitgesloten uit deze aanvraag.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Er werden geen adviezen gevraagd.
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
(Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen.
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande functie van eengezinswoning blijft behouden en is daarmee in harmonie met de kenmerkende woonfuncties in de Solferinostraat.
Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid
Voorliggende aanvraag betreft het verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning. De eengezinswoning maakt deel uit van een eenheidsbebouwing van een 30-tal quasi identieke woningen.
Op het gelijkvloers wordt een bestaande aangebouwde veranda afgebroken en vervangen door een volwaardige constructie. Door het slopen van een deel van de bestaande achtergevel kan de nieuwe aanbouw als een uitbreiding van de bestaande leefruimte beschouwd worden. De totale bouwdiepte op het gelijkvloers ter hoogte van de nieuwe aanbouw stijgt hierdoor met 3,47 m tot een totale bouwdiepte van de hoofdbebouwing van 12,02 m. Ter hoogte van de garage aan de rechterzijde van het perceel bedraagt de nieuwe bouwdiepte 14,92 m.
Door de aanwezigheid van voldoende raamopeningen en het toevoegen van de veranda die grotendeels uit glazen wanden bestaat, blijft de lichtinval naar de ruimtes ruim voldoende gegarandeerd.
Ter hoogte van de eerste verdieping wordt aansluitend bij het rechts aanpalende pand een beperkte uitbreiding voorgesteld tot een bouwdiepte van het hoofdvolume, zijnde 8,55 m, identiek aan deze van het gelijkvloers en verwijzend naar de vaker voorkomende bouwdieptes in de omgeving.
Na de uitbreiding blijft er voldoende ruimte over op het gelijkvloers om een kwalitatieve tuinzone te behouden. Ook de voorgestelde bouwdieptes op zowel het gelijkvloers en de verdieping komen in de omgeving vaker voor. Door beide af te stemmen op de aanwezige bouwdieptes en gelet op de oriëntatie van de nieuwe volumes wordt de hinder naar de omwonenden beperkt. De voorgestelde bouwdieptes zijn verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening.
Visueel-vormelijke elementen
De achtergevel wordt afgewerkt met een beige bepleistering. Het nieuwe volume op het gelijkvloers wordt nagenoeg volledig in schrijnwerk uitgevoerd. Deze voorgestelde materialen zijn inpasbaar.
De aanvraag wijkt af op een aantal artikels van de bouwcode. Zo wordt de zijgevelafwerking van de nieuwe constructie op het gelijkvloers niet vermeld op de plannen. Lezing van het ‘grondplan nieuwe toestand’ doet vermoeden dat ook deze gevel volledig beglaasd zal zijn, net zoals de gevel aan de tuinzijde. Om te verzekeren dat de aanvraag zal voldoen aan artikel 11 van de bouwcode, waarvan punt 4 bepaalt dat het materiaalgebruik van alle onderdelen van een gebouw, constructie, afsluiting of aanleg moet duurzaam, kwalitatief, constructief en esthetisch verantwoord moeten zijn, zal in de voorwaarden opgenomen worden dat deze onbepaalde zijgevel in een lichte kleurstelling uitgevoerd moet worden.
Uit de foto’s bij het dossier kan worden afgeleid dat de gevels bepleisterd zijn en de ramen in de voor- en achtergevel voorzien zijn van voorzetrolluiken, in de voorgevel in twee verschillende kleuren. Het dossier omvat echter geen aanzichten van de voorgevel. Mogelijk gedane werken, handelingen en wijzigingen aan de voorgevel worden dan ook uitgesloten uit deze vergunning.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Door het ontbreken van een voortuinafsluiting en de aanwezigheid van een toegangspad met een breedte van 1,8 m, is de aanvraag niet conform artikel 19 van de bouwcode. De woning in de aanvraag maakt echter deel uit van een groter bouwkundig geheel van identieke woningen waar voortuinafsluitingen nergens voorkomen. Het plaatsen van een voortuinafsluiting bij de woning in de aanvraag zou deze eenheid verbreken en is hier dan ook niet wenselijk.
Het toegangspad naar de voordeur is effectief 1,80 m daar waar het maximaal 1,50 m mag bedragen. Deze breedte is echter zeer plaatselijk. Bovendien wordt het voorziene pad niet tot aan de rooilijn doorgetrokken maar heeft slechts een beperkte diepte.
De impact van deze afwijking is zowel ruimtelijk als visueel verwaarloosbaar. Om deze redenen kan voor beide zaken afgeweken worden van voornoemd artikel 19 van de bouwcode.
De verbouwing omvat, naast het voorzien van een uitbreiding op het gelijkvloers ook een uitbreiding op de verdieping. Hierin wordt een bijkomende slaapkamer voorzien.
Deze nieuwe slaapkamer heeft, aansluitend op de bestaande ruimtes op de verdieping een vrije hoogte van 2,56 m daar waar artikel 21 van de bouwcode een minimale vrije hoogte van 2,60 m oplegt. De bijkomende slaapkamer is tevens voorzien van een ruime raamopening. De aanwezigheid van deze raamopening garandeert voldoende leefkwaliteit voor deze nieuwe ruimte zodanig dat hier voor de beperkte afwijking in hoogte afgeweken kan worden van artikel 21 van de bouwcode.
Ter hoogte van de uitbreiding op het gelijkvloers wordt een enkelvoudige scheidingsmuur voorzien aan de zijde van de rechts aanpalende. Deze muur heeft bijgevolg slechts een dikte van 14 cm en wordt niet opgetrokken in een massief, ongeperforeerd materiaal zoals vereist in toepassing van artikel 34 van de bouwcode.
Hoewel niet voldaan wordt aan het betreffende artikel van de bouwcode, werden er hierover tijdens het openbaar onderzoek geen bezwaren ingediend. De voorgestelde constructie hypothekeert de eventuele uitbreidingsmogelijkheden van de rechts aanpalende bebouwing niet en kan daarom toegestaan worden.
De scheidingsmuur met de aanpalende bebouwing werd echter niet uitgevoerd met een opstand van 30 cm ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlakken. Ook dit is strijdig met artikel 34 van de bouwcode. Van dit voorschrift kan, met het oog op het voorkomen van brandoverslag, niet afgeweken worden. Deze opstand is echter niet vereist indien er tussen de scheidingswand en de vegetatie een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed aanwezig is. Dit wordt opgelegd als voorwaarde voor vergunning.
De nieuwe platte daken hebben een oppervlakte van circa 19,5 m² (=26,5 m² minus de koepel) op het gelijkvloers en circa 9,6 m² voor de verdieping. Geen van de daken wordt aangelegd als een groendak. Vanuit duurzaamheid heeft een groendak een aantal belangrijke voordelen ten opzichte van een gewoon dak. Ze zorgen voor een kleinere hoeveelheid afgevoerd regenwater en beperken gelijktijdig het piekdebiet bij stortbuien. Ook verminderen ze het “urban heat island” effect en werken ze als (extra) dakisolatie tegen oververhitting. Ze capteren fijn stof, en zorgen voor meer biodiversiteit in de stad. Omwille van dit positief effect is het in toepassing van artikel 38 van de bouwcode verplicht om alle nieuwe platte daken van minimum 20 m² ten minste als extensief groendak aan te leggen. Dit wordt dan ook opgelegd als voorwaarde bij het verlenen van deze vergunning.
Uit lezing van de plannen en de documenten is niet af te leiden of de woning voorzien is van een privaat gescheiden riolering, aangeboden aan straat conform artikel 41 van de bouwcode. Ook dit zal als voorwaarde bij de vergunning opgelegd worden.
Tenslotte bevat het dossier ook geen informatie over de aanwezigheid van een septische put. Het voorzien van een septische put met een inhoud van minstens 2.000 liter zal in toepassing van artikel 43 van de bouwcode als voorwaarde bij de vergunning opgelegd worden
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke omgevingsvergunningsaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van de bestaande toestand ongewijzigd blijven.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de zijgevel van de nieuwe aanbouw op het gelijkvloers uit te voeren in een lichte kleur conform artikel 11 van de bouwcode;
2. het gedeelte van de scheidingsmu(u)r(en) dat geen opstand heeft van minimaal 0,30 m ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand;
3. de nieuwe platte daken in te richten als groendak conform artikel 38 van de bouwcode;
4. een privaat gescheiden riolering, aangeboden aan straat te voorzien conform artikel 41 van de bouwcode;
5. een septische put met een inhoud van minstens 2.000 liter te voorzien in toepassing van artikel 43 van de bouwcode.
Uitsluitingen
6. vergunningsplichtige werken, handelingen en wijzigingen aan de voorgevel worden uitgesloten uit deze vergunning.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 11 september 2021 |
Volledig en ontvankelijk | 8 oktober 2021 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 7 december 2021 |
Verslag GOA | 18 november 2021 |
naam GOA | Katrine Leemans |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitielijsten | Digitale bezwaarschriften |
0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de zijgevel van de nieuwe aanbouw op het gelijkvloers uit te voeren in een lichte kleur conform artikel 11 van de bouwcode;
2. het gedeelte van de scheidingsmu(u)r(en) dat geen opstand heeft van minimaal 0,30 m ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand;
3. de nieuwe platte daken in te richten als groendak conform artikel 38 van de bouwcode;
4. een privaat gescheiden riolering, aangeboden aan straat te voorzien conform artikel 41 van de bouwcode;
5. een septische put met een inhoud van minstens 2.000 liter te voorzien in toepassing van artikel 43 van de bouwcode.
Uitsluitingen
6. vergunningsplichtige werken, handelingen en wijzigingen aan de voorgevel worden uitgesloten uit deze vergunning.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.