Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2021145271 |
Gegevens van de aanvrager: | mevrouw anita friedman met als adres Plantin en Moretuslei 26 bus 1 te 2018 antwerpen (belgie) |
Ligging van het project: | Plantin en Moretuslei 26 2018 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 6 sectie F nrs. 0 en 1210P14 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | omvormen van gelijkvloers appartement tot crèche |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 10/07/2013: vergunning (20132141) voor het verbouwen van een handelszaak met woonst tot 4 appartementen;
Vergunde/vergund geachte toestand
- meergezinsgebouw met 4 appartementen;
- gesloten bebouwing van 3 bouwlagen onder mansardedak;
- voorgevelafwerking:
Huidige toestand
overeenkomstig vergunde toestand met uitzondering van:
- voorgevelafwerking:
Gewenste toestand
- de aanvraag heeft enkel betrekking op de gelijkvloerse verdieping;
- kinderopvang op het gelijkvloers.
Inhoud van de aanvraag
- omvormen van gelijkvloers appartement tot kinderopvang.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Agentschap Wegen en Verkeer/ AWV - District Antwerpen Vergunningen | 13 oktober 2021 | 3 november 2021 | gunstig |
Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA | 13 oktober 2021 | 9 november 2021 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Business en Innovatie | 13 oktober 2021 | 21 oktober 2021 |
Stadsontwikkeling/ Klimaat en Leefmilieu/ luchtkwaliteit en geluid | 13 oktober 2021 | 26 oktober 2021 |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 13 oktober 2021 | 15 oktober 2021 |
stadsontwikkeling/ vergunningen/ milieuvergunningen) | 13 oktober 2021 | 25 oktober 2021 |
Talentontwikkeling en Vrijetijdsbeleving/ Jeugd/ Regie Kinderopvang | 13 oktober 2021 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening toegankelijkheid.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend punt:
functies anders dan wonen, dienen een afgescheiden ruimte voor afvalberging te hebben die voorzien wordt van verluchting en minimaal 4 m² groot is.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
Doordat er een niveauverschil is van 0,72 m tussen de straatzijde en het gelijkvloers van de kinderopvang voldoet de aanvraag niet aan de verordening toegankelijkheid (artikel 18). Omdat het voorzien van een overbrugging met ofwel een trap in combinatie met een helling, ofwel een trap in combinatie met een lift, ofwel met een helling in combinatie met een lift een verbreding van de inkomzone zou betekenen en bijgevolg een hele vernieuwing van de inkomzone en omdat deze werken niet in verhouding staan met de werken die voorzien werden in de aanvraag kan een afwijking worden bekomen. De bestaande trap is voldoende breed, voorzien van de nodige balustrades en toegankelijk. Bovendien is er voldoende ruimte tussen de trap en de voordeur.
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag voorziet in de omvorming van een gelijkvloers appartement naar een kinderopvang (dienstverlening). Het gaat om een regularisatie. De Plantin en Moretuslei is gekenmerkt door voornamelijk meergezinswoningen en op sommige plaatsen handelsfuncties op het gelijkvloers. Vanuit de dienst ondernemen en stadsmarketing is er voor de voorgestelde werken en functiewijziging geen bezwaar. De functie van kinderopvang is functioneel inpasbaar.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De raamopeningen in de achtergevel zijn net voldoende groot om de ruimtes van voldoende licht en lucht te voorzien.
De aanvraag voorziet niet in een afgescheiden ruimte voor afvalberging. Voor de kinderopvang (functie anders dan wonen) dient een afvalberging van minimaal 4 m² groot voorzien te worden, conform artikel 26 van de bouwcode. Deze kan voorzien worden in de kelder of op het gelijkvloers.
Vanuit de dienst Milieuvergunningen is er geen bezwaar tegen de gevraagde regularisatie.
Omwille van de aanvraag van een kinderopvang werd advies gevraagd aan de dienst klimaat en leefmilieu/ luchtkwaliteit en geluid. De dienst geeft een voorwaardelijk gunstig advies met volgende voorwaarden:
- Het kinderdagverblijf wordt volledig verlucht en geventileerd langs de achterzijde. Voorzie daarvoor indien nodig een geschikt ventilatiesysteem dat het mogelijk maakt om bij elk weertype het kinderdagverblijf volledig en voldoende te ventileren en een aangenaam binnenklimaat te realiseren, waarbij de ventilatieopeningen zich enkel aan de achterzijde bevinden. Op die manier kunnen de ramen aan de straatzijde continu gesloten blijven en kan toch voldoende luchtverversing voorzien worden. Aan de straatzijde zijn er geen oncontroleerbare openingen die in contact staan met het kinderdagverblijf (bvb geen raamroosters).
- De leef- en slaapruimtes moeten volledig afsluitbaar zijn van de hal (met inkomdeur aan Plantin en Moretuslei). In de leefruimte die direct uitgeeft op de hal (met inkomdeur aan de Plantin en Moretuslei) wordt de binnenlucht gezuiverd via recirculatie van de lucht. Dit gebeurt met een luchtzuiveringstoestel dat geschikt is voor verwijdering van fijn stof (
- De akoestische prestatie van de voorgevel is voldoende hoog om de streefwaarde van maximaal 35 dB(A) (enkel als gevolg van verkeerslawaai) in het midden van de leefruimte aan de straatzijde gemiddeld te benaderen tijdens een half uur van hoge verkeersintensiteit ter hoogte van de voorgevel. Raamgehelen (kader plus beglazing) in de gevel aan de straatzijde hebben daarom een akoestische isolatiewaarde van minstens 38 dB(A). Er is voldoende verluchting/ventilatie mogelijk via verseluchtname aan de achterzijde (zonder de ramen aan de straatzijde te openen en zonder raamroosters).
In de berging wordt de fietsenstalling, zoals benoemd in de laatst vergunde toestand (10/07/2013), gewijzigd naar een berging. Dit is ontoelaatbaar. De berging in de kelder dient bijgevolg als fietsenstalling ingericht te worden. De trap dient daarbij van een fietsgoot voorzien te worden, conform artikel 29 van de bouwcode.
Op de verdiepingen worden enkele wijzigingen aangebracht tegenover de laatst vergunde toestand. Omdat de verdiepingen niet volledig werden ingetekend op de ingediende plannen is een correcte beoordeling van de verdiepingen niet mogelijk. Bijgevolg worden alle wijzigingen tegenover de laatst vergunde toestand (10/07/2013) op de verdiepingen uitgesloten uit de vergunning.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
Het bouwvolume op het gelijkvloers wijzigt niet. De bovenliggende verdiepingen worden uitgesloten uit de verguning. Een beoordeling inzake het bouwvolume is bijgevolg niet van toepassing.
Visueel-vormelijke elementen
Ondanks de aanvraag vermeldt dat de gevel ongewijzigd blijft, wordt vastgesteld dat deze in de bestaande toestand wel gewijzigd is. De kelderramen en het bijhorende traliewerk in de voorgevel worden verwijderd en vervangen door grijze keramische tegels. De volledige voorgevel wordt voorzien van wit pleisterwerk. Het mansardedak wordt voorzien van aluminium antraciet. De raamopeningen op de verdiepingen krijgen een traliewerk in aluminium in een witte kleur. Het voorgestelde is vanuit visueel en vormelijk aspect aanvaardbaar en komt dan ook in aanmerking van vergunning.
De achtergevel wijzigt enkel door de raamopeningen aan te passen tegenover de laatst vergunde toestand.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 0 parkeerplaatsen.
De parkeerbehoefte wordt bepaald op de functiewijziging naar een crèche. Het bestaande appartement op het gelijkvloers wordt verbouwd naar een crèche. Voor deze crèche <500m² (57m²) moeten geen eigen parkeerplaatsen voorzien worden.
De 3 bovenliggende appartementen blijven ongewijzigd.
De werkelijke parkeerbehoefte is 0
|
De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.
Dit aantal is toereikend.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0.
Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen. |
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus niet van toepassing.
|
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. de kinderopvang voorzien van een afvalberging van minimaal 4 m² groot, conform artikel 26 van de bouwcode;
3. de berging in de kelder dient ingericht te zijn als fietsenstalling, zoals benoemd in de laatst vergunde toestand (10/07/2013). De trap dient voorzien te worden van een fietsgoot, conform artikel 29 van de bouwcode;
4. het voorwaardelijk gunstig advies van klimaat en leefmilieu/ luchtkwaliteit en geluid is strikt na te leven:
- het kinderdagverblijf wordt volledig verlucht en geventileerd langs de achterzijde. Voorzie daarvoor indien nodig een geschikt ventilatiesysteem dat het mogelijk maakt om bij elk weertype het kinderdagverblijf volledig en voldoende te ventileren en een aangenaam binnenklimaat te realiseren, waarbij de ventilatieopeningen zich enkel aan de achterzijde bevinden. Op die manier kunnen de ramen aan de straatzijde continu gesloten blijven en kan toch voldoende luchtverversing voorzien worden. Aan de straatzijde zijn er geen oncontroleerbare openingen die in contact staan met het kinderdagverblijf (bvb geen raamroosters);
- de leef- en slaapruimtes moeten volledig afsluitbaar zijn van de hal (met inkomdeur aan Plantin en Moretuslei). In de leefruimte die direct uitgeeft op de hal (met inkomdeur aan de Plantin en Moretuslei) wordt de binnenlucht gezuiverd via recirculatie van de lucht. Dit gebeurt met een luchtzuiveringstoestel dat geschikt is voor verwijdering van fijn stof (
- de akoestische prestatie van de voorgevel is voldoende hoog om de streefwaarde van maximaal 35 dB(A) (enkel als gevolg van verkeerslawaai) in het midden van de leefruimte aan de straatzijde gemiddeld te benaderen tijdens een half uur van hoge verkeersintensiteit ter hoogte van de voorgevel. Raamgehelen (kader plus beglazing) in de gevel aan de straatzijde hebben daarom een akoestische isolatiewaarde van minstens 38 dB(A). Er is voldoende verluchting/ventilatie mogelijk via verseluchtname aan de achterzijde (zonder de ramen aan de straatzijde te openen en zonder raamroosters).
Uitsluitingen
1. alle wijzigingen (excl. voorgevel) op de verdiepingen (1ste, 2de en 3de) tegenover de laatst vergunde toestand (10/07/2013).
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 14 september 2021 |
Volledig en ontvankelijk | 13 oktober 2021 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 12 december 2021 |
Verslag GOA | 25 november 2021 |
naam GOA | Katrijn Apostel |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. de kinderopvang voorzien van een afvalberging van minimaal 4 m² groot, conform artikel 26 van de bouwcode;
3. de berging in de kelder dient ingericht te zijn als fietsenstalling, zoals benoemd in de laatst vergunde toestand (10/07/2013). De trap dient voorzien te worden van een fietsgoot, conform artikel 29 van de bouwcode;
4. het voorwaardelijk gunstig advies van klimaat en leefmilieu/ luchtkwaliteit en geluid is strikt na te leven:
- het kinderdagverblijf wordt volledig verlucht en geventileerd langs de achterzijde. Voorzie daarvoor indien nodig een geschikt ventilatiesysteem dat het mogelijk maakt om bij elk weertype het kinderdagverblijf volledig en voldoende te ventileren en een aangenaam binnenklimaat te realiseren, waarbij de ventilatieopeningen zich enkel aan de achterzijde bevinden. Op die manier kunnen de ramen aan de straatzijde continu gesloten blijven en kan toch voldoende luchtverversing voorzien worden. Aan de straatzijde zijn er geen oncontroleerbare openingen die in contact staan met het kinderdagverblijf (bvb geen raamroosters);
- de leef- en slaapruimtes moeten volledig afsluitbaar zijn van de hal (met inkomdeur aan Plantin en Moretuslei). In de leefruimte die direct uitgeeft op de hal (met inkomdeur aan de Plantin en Moretuslei) wordt de binnenlucht gezuiverd via recirculatie van de lucht. Dit gebeurt met een luchtzuiveringstoestel dat geschikt is voor verwijdering van fijn stof (
- de akoestische prestatie van de voorgevel is voldoende hoog om de streefwaarde van maximaal 35 dB(A) (enkel als gevolg van verkeerslawaai) in het midden van de leefruimte aan de straatzijde gemiddeld te benaderen tijdens een half uur van hoge verkeersintensiteit ter hoogte van de voorgevel. Raamgehelen (kader plus beglazing) in de gevel aan de straatzijde hebben daarom een akoestische isolatiewaarde van minstens 38 dB(A). Er is voldoende verluchting/ventilatie mogelijk via verseluchtname aan de achterzijde (zonder de ramen aan de straatzijde te openen en zonder raamroosters).
Uitsluitingen
1. alle wijzigingen (excl. voorgevel) op de verdiepingen (1ste, 2de en 3de) tegenover de laatst vergunde toestand (10/07/2013).
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.