Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2021126434 |
Gegevens van de aanvrager: | BV CEUPPENS-RETRABOUW BVBA met als adres Herentalsebaan 117 te 2240 Zandhoven en de heer Tom Ceuppens met als adres Herentalsebaan 117 te 2240 Zandhoven |
Ligging van het project: | Lundenstraat 1 2100 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 29 sectie A nrs. 0, 863W en 863V |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | bouwen van een meergezinswoning met 13 wooneenheden op een handelsgelijkvloers |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
Lundenstraat 1:
- 21/02/1968: vergunning (627#24732) voor het uivoeren van verbouwingswerken;
- 01/01/1923: toelating (329#367) voor binnenveranderingen.
Turnhoutsebaan 177:
- 28/09/2017: weigering door de deputatie (2017845) voor het regulariseren van een uithangbord van 16 m², geplaatst tegen een zijgevel;
- 13/03/2017: proces-verbaal (11002_2017_3657) voor het uitvoeren van werken zonder voorafgaandelijke omgevingsvergunning;
- 27/11/2015: weigering (20152100) voor het wijzigen van de functie van handel naar woonst;
- 7/07/2011: weigering (2011892) voor het verlengen van de vergunning van een reclamebord van 8 m².;
- 4/04/2008: weigering (2008436) voor het behouden van een van binnenuit verlicht publiciteitspaneel;
- 30/9/2003: vergunning (629#3354) voor het plaatsen van een verlicht en roterend publiciteitspaneel tegen de zijgevel;
- 1/06/1978: vergunning (19784095) voor het plaatsen van een reclamebord;
- 1/01/1945: toelating (329#17763) voor een verbouwing en winkelpui.
- 1/01/1945: toelating (329#17982) voor het heropbouwen van de eerste verdieping;
- 20/10/1944: toelating (1402#1126) voor gevel- en binnenveranderingen.
Vergunde/vergund geachte toestand
- functie:
- bouwvolume:
- inrichting:
Huidige toestand
- niet relevant gezien de aanvraag handelt over een sloop en nieuwbouw.
Gewenste toestand
- functie:
- 1 drie-slaapkamerappartement met handelsruimte met een netto-vloeroppervlakte van circa 131,5 m² en een buitenruimte van 3,5 m² (gelijkvloers en eerste verdieping);
- 6 één-slaapkamerappartementen met een netto-vloeroppervlakte van circa 51,2 m² en een buitenruimte van 3,5 m²;
- 5 één-slaapkamerappartementen met een netto-vloeroppervlakte van circa 51,7 m² en een buitenruimte van 3,5 m²;
- 1 één-slaapkamerappartement met een netto vloeroppervlakte van circa 51,6 m² en een buitenruimte van 21,3 m² (dakverdieping);
- de gemiddelde netto-vloeroppervlakte van alle wooneenheden bedraagt circa 58 m²;
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- slopen van 2 eengezinswoningen;
- bouwen van een meergezinswoning met 13 wooneenheden op handelsgelijkvloers;
- inrichten van een dakterras op Turnhoutsebaan 179;
- samenvoeging van gebouwen en percelen met Turnhoutsebaan 179.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Agentschap Wegen en Verkeer/ AWV - District Antwerpen Vergunningen | 2 september 2021 | 20 oktober 2021 | Voorwaardelijk gunstig |
AQUAFIN NV | 2 september 2021 | 20 oktober 2021 | Voorwaardelijk gunstig |
Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen | 2 september 2021 | 8 oktober 2021 | Ongunstig |
Fluvius System Operator/ Fluvius | 2 september 2021 | 17 september 2021 | Voorwaardelijk gunstig |
Lokale Politie/ Verkeerspolitie | 2 september 2021 | 17 september 2021 | Gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Business en Innovatie | 2 september 2021 | 16 september 2021 |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering | 2 september 2021 | 9 september 2021 |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 2 september 2021 | 15 september 2021 |
stadsontwikkeling/ publieke ruimte | 2 september 2021 | 10 september 2021 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het bijzonder plan van aanleg BPA Deurne Dorp, goedgekeurd bij ministerieel besluit van 26 juni 2007. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: zone voor aaneengesloten bebouwing type f hoofdaswoningen-art. 5.6 en zone voor wegenis-art. 4.1.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Bijzondere plannen van aanleg (BPA's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het geldende bijzonder plan van aanleg op volgende punten:
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening hemelwater op volgend punt:
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgende punten:
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening voetgangersverkeer.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
de balustrades van de dakterrassen overschrijden de 45°-lijn ten opzichte van de kroonlijst van het maximum bouwvolume. De balkons kragen meer dan 15 cm uit.
voor de gelijkvloerse handelsruimte moet een aparte afvalberging van minimum 4 m² worden voorzien en voor de woningen één van min. 5m². Er is slechts 1 afvalberging van 7,4 m² voorzien;
het perceel wordt volledig volgebouwd, met uitzondering van een lichtschacht;
de appartementen 1 tem. 12 beschikken over minder dan 4 m² private buitenruimte. Het gemeenschappelijk dakterras op de 8ste verdieping kan dit niet compenseren;
de bovendakse uitlaten bevinden zich geen 2 m boven de bovenrand van alle deur-, venster- en ventilatieopeningen die zich binnen een straal van 4 m bevinden;
de centrale stookruimte wordt op het totaal van 19 WE bekeken. Deze voldoet niet aan de minimum oppervlakte (5,25 m² ipv. 16 m²) en heeft te weinig vrije hoogte (2,45 m ipv. 2,5 m). Bovendien bevindt de ruimte zich niet in de buurt van de bijhorende leidingschachten;
er zijn geen toezichtsputten DWA en RWA voorzien en de aansluitpunten liggen geen minimum 0,20 m en maximum 0,50 m uit elkaar. De aansluiting met de RWA afvoerbuis gebeurt niet inpandig;
het is niet duidelijk of de septische put een inhoud 28GE heeft. De overloop van de septische put moet afwaarts van de septische put samen met de afvoer van grijs water op de DWA-leiding gekoppeld worden alvorens aangeboden te worden aan de straat.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving besluit de toegevoegde project-MER-screeningsnota dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn. De nota wordt aanvaard.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen.
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het Rooilijndecreet.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag omvat het bouwen van een meergezinswoning met 13 wooneenheden en een gelijkvloerse handelsruimte na het slopen van een eengezinswoning en handelspand. Deze handelsruimte is gekoppeld aan appartement 1. Het aanliggende hoekperceel, waarvan de aanvrager ook eigenaar is, werd reeds voorzien van een meergezinswoning met handelsruimte op het gelijkvloers met 7 bouwlagen (OMV_2018057381). De circulatiekoker in dit bestaande project wordt gekoppeld aan de voorliggende aanvraag, waardoor beide panden in verbinding komen te staan.
De dienst Ondernemen en Stadsmarketing/ Business en Innovatie adviseert gunstig voor het slopen van een gelijkvloers handelsruimte met bovenliggende woning en het vervangen van dit gebouw door een nieuwbouw waar eveneens gelijkvloers een handelsruimte voorzien wordt. Het pand ligt buiten de afgebakende kernwinkelgebieden. In deze zone voor verspreide bewinkeling kan de bestaande vergunde detailhandel behouden blijven (type 1). Op deze locatie wordt geen of weinig uitbreiding van de functie detailhandel op het gelijkvloers voorzien met als gevolg dat er voor deze aanvraag op dit punt een gunstig advies kan gegeven worden.
De verwevenheid van functies is een essentieel kenmerk van een binnenstedelijk gebied. Maar een te grote mix van verschillende functies of een te grote concentratie van één bepaalde functie kan tevens voor conflicten en overlast zorgen. Voorbeelden van overlast hierbij zijn geluidsproductie, parkeerdruk, mobiliteitsgeneratie, laden en lossen, dag- of nachtactiviteiten. Ook een te hoge concentratie meergezinswoningen kan overlast met zich meebrengen. De impact van een appartementsgebouw is bijvoorbeeld heel anders dan dat van een rijhuis voor één gezin. De typologie en schaal kunnen overlast genereren door middel van concentraties. Het verschil tussen verschillende typologieën kan niet steeds via de functiebeperkingen in een bestemmingsplan kunnen worden opgevangen en moet daarom steeds concreet worden nagegaan in de aanvraag in functie van de verenigbaarheid van de aanvraag met de goede ruimtelijke ordening.
Om bovenstaande hinderaspecten aanvaardbaar te houden en tegelijk de woonkwaliteit te garanderen, is het bijgevolg noodzakelijk om de juiste verhoudingen te zoeken tussen verschillende woningtypes enerzijds en de omvang (oppervlakte) van de verschillende functies binnen de woningen anderzijds. Het voorliggende project met 12 een-slaapkamerappartementen is een onaanvaardbare mix. Deze een-slaapkamerappartementen zijn dan nog eens zeer klein qua indeling en hebben bijgevolg een beperkte woonkwaliteit.
Hieruit kunnen we concluderen dat door het omvormen van één grote woongelegenheid naar 13 kleinere entiteiten de densiteit op onaanvaardbare wijze stijgt en tegelijkertijd het woongenot daalt. Verder verhoogt dit de druk op het perceel, het bouwblok en de wijk onaanvaardbaar waardoor de draagkracht van de site wordt overschreden. Er wordt bovendien niet voldaan aan de parkeerbehoefte op het eigen terrein wat overlast genereert, want kleinere woonentiteiten generen meer mobiliteit doordat er meer gezinnen kunnen wonen.
Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid
De aanvraag voorziet in de bouw van 7 bouwlagen en een terugspringende bouwlaag. De aanvraag sluit daardoor aan op nr. 165 – 167.
7 bouwlagen met teruggetrokken daklaag is volgens het geldende BPA toegelaten. Echter dient dan wel voldaan te worden aan artikel 5.6.3. van het BPA dat stelt dat de 8ste bouwlaag dient terug te springen tegenover de voorgevellijn met 4 m en tegenover de achtergevellijn met 3 m. Deze bouwlaag mag maximaal 3 m hoog zijn. Vanuit de achtergevellijn met de linker aanpalende (nr. 165-167) wordt er ter hoogte van de lichtschacht geen 3 m afstand voorzien, maar is deze afstand slechts 2,15 m. Het ontwerp dient hierop aangepast te worden. Een hoogte van 3,40 m voor de 8ste bouwlaag kan wel worden aanvaard omdat hier wordt aangesloten op de linker gelegen bouwhoogte.
De aanvraag is strijdig met artikel 27 van de bouwcode doordat het perceel nagenoeg volledig wordt volgebouwd, met uitzondering van de lichtschacht. Volgens de aanvrager is een afwijking op artikel 27 van de bouwcode mogelijk door toepassing van artikel 6 van de bouwcode. Dit artikel stelt: “Zowel het hoofdgebouw als de uitsprongen (erkers, zonneweringen, …) en aanbouwen dienen qua vorm, grootte, materiaalkeuze, plaatsing en kleur afgestemd te zijn op de architectuur van de totale constructie als op de omgeving. In een omgeving waar de bestaande bebouwing homogene kenmerken vertoont, moeten de op te richten of de te verbouwen gebouwen zodanig worden ontworpen dat ze in harmonie zijn met de kenmerken van de omgeving. De kenmerken van de omgeving worden bepaald door het referentiebeeld. Het referentiebeeld wordt gevormd door de gebouwde omgeving die de begrenzing vormt met de buitenruimte en bestaat uit de gebouwen welke inzake harmonische samenhang het talrijkste zijn en dus kenmerkend voor de betreffende omgeving kunnen genoemd worden.”
Om te voldoen aan artikel 6 zou dan een afwijking moeten bekomen worden op artikel 27 van de bouwcode.
Het voorstel in deze aanvraag wijkt af op artikel 5.6.6. van voorschriften van het bijzonder plan van aanleg Deurne-dorp. Daar waar de voorschriften vastleggen dat uitsprongen uit het gevelvlak van een hoofdgebouw maximaal 0,5 m mogen bedragen op minimum 3 m van het peil van het voetpad en op minimum 0,5 m ten opzichte van elke scheidsmuur, worden in dit ontwerp geveluitsprongen voorgesteld tot 1 m uit de gevel en dit op slechts 2,85 m van het peil van het voetpad.
Echter werd in de aanvraag van het aansluitend hoekperceel, waar dezelfde vormentaal wordt gebruikt, afgeweken van het bovenstaande. Voor de voorliggende aanvraag wordt bijgevolg ook afgeweken van dit artikel om een homogeen beeld te vertonen met het reeds bestaande hoekgebouw.
De balustrades van de bovenste dakterrassen overschrijden de 45°-lijn ten opzichte van de kroonlijst van het maximum bouwvolume en zijn daardoor strijdig met artikel 13 van de bouwcode. De balkons kragen bovendien meer dan 15 cm uit.
De private buitenruimte die voorzien wordt voor appartementen 1 tot en met 12 beschikken niet over de minimale 4 m² private buitenruimte, conform artikel 28 van de bouwcode. Het gemeenschappelijke dakterras op de 8ste verdieping kan dit niet compenseren.
De verordening inzake hemelwater werd in de voorliggende aanvraag verkeerdelijk ingevuld op punt 5. De aanvraag dient wel degelijk te voorzien in een hemelwaterput met een inhoud van minimaal 3.885,5 liter.
Verder dient de aanvraag te voldoen aan artikel 18, 19 en 27 van de verordening inzake toegankelijkheid.
Visueel-vormelijke elementen
De voorliggende aanvraag wordt in dezelfde materialisatie voorzien als het hoekperceel (OMV_2018057381). De gevel van het hoekgebouw werd toen beoordeeld als “onrustig, geen duidelijk ritme en geen aansluiting met reeds aanwezige panden”. De Welstandcommissie adviseerde “een meer rustigere en meer regelmatige geleding met een aanbeveling om (half)inpandige terrassen te voorzien en de raamopeningen boven elkaar te plaatsen en royaler te behandelen in materiaal en maatvoering. Ook de plint verdient extra aandacht in functie van hoogte en detaillering”. De aanvraag werd echter in beroep voorwaardelijk vergund door de deputatie met als voorwaarde om het buitenschrijnwerk (ramen + deuren) en balustrades identiek uit te voeren naar materialisatie en kleur.
Er werd voldaan aan de opgelegde voorwaarde voor de Turnhoutsebaan 179. Ook de voorliggende aanvraag voldoet aan de opgelegde voorwaarde, waardoor er één uniform geheel ontstaat en het volume visueel gezien kan worden als een beeldbepalend hoekgebouw. Omwille van de homogeniteit en het geheel kunnen de voorgestelde materialen vanuit stedenbouwkundig oogpunt worden aanvaard.
Veiligheid in het algemeen
Voor een project met meergezinswoningen en een handelsgelijkvloers wordt advies aan de brandweer gevraagd. Omwille van de vele tekortkomingen heeft de brandweer ongunstig advies uitgebracht. Wegens het belang van de brandveiligheid, komt de aanvraag door het ongunstig advies van de brandweer niet voor vergunning in aanmerking.
Om het risico op brandoverslag te voorkomen, mag de aanvraag niet afwijken van artikel 34 van de bouwcode door geen dakopstand van 0,30 m te voorzien.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot –
Tussen appartement 1 en de handelsruimte in de voorliggende aanvraag is de grens zeer onduidelijk. Het handelsgelijkvloers loopt over in de verblijfruimten (slaapkamers) zonder een duidelijke barrière. Tussen de slaapkamers en douches is er slechts 1 deur gelegen tegenover het handelsgelijkvloers. Dit heeft een negatieve invloed op de beleving van het appartement en de woonkwaliteit en is bijgevolg niet wenselijk vanuit stedenbouwkundig oogpunt.
Volgens artikel 26 van de bouwcode dient er voor de gelijkvloerse handelsruimte een aparte afvalberging van minimaal 4 m² voorzien te worden en voor de woningen een afvalberging van minimaal 5 m². Voor de voorliggende aanvraag wordt slechts één afvalberging voorzien van 7,5 m². Echter, indien het bestaande project nr. 179 mee in beschouwing wordt genomen, zijn er in totaal 19 wooneenheden en 2 handelsruimten. De woningen kunnen de nieuwe afvalberging in de voorliggende aanvraag gebruiken en de handelsruimten kunnen samen de bestaande afvalberging (OMV_2018057381) gebruiken. Deze bestaande afvalberging dient dan voor beide handelsruimten toegankelijk te zijn.
De bovendakse uitlaten bevinden zich slechts 1,60 m boven de bovenrand van alle deur-, venster- en ventilatieopeningen. Conform artikel 35 van de bouwcode dient dit minimaal 2 m te zijn.
De centrale stookruimte wordt op het totaal van 19 WE bekeken. Deze voldoet niet aan de minimum oppervlakte en is 5,25 m² i.p.v. 16 m². Bovendien heeft deze te weinig vrije hoogte (2,45 m i.p.v. 2,5 m). Tenslotte bevindt de ruimte zich niet in de buurt van de bijhorende leidingschachten. De aanvraag dient op al deze punten te voldoen aan artikel 37 van de bouwcode.
Er zijn geen toezichtsputten DWA en RWA voorzien en de aansluitpunten liggen geen minimum 0,20 m en maximum 0,50 m uit elkaar. De aansluiting met de RWA afvoerbuis gebeurt niet inpandig. De aanvraag dient te voldoen aan 41 van de bouwcode.
Het is niet duidelijk of septische put een inhoud 28 GE heeft en of nr. 179 voldoet aan de opgelegde voorwaarden van OMV_2018057381. De overloop van de septische put moet afwaarts van de septische put samen met de afvoer van grijs water op de DWA-leiding gekoppeld worden alvorens aangeboden te worden aan de straat, conform artikel 43 van de bouwcode.
Indien de handelspanden voorzien worden van zaak-gebonden publiciteit dan dient dit aangevraagd te worden met een aparte vergunning.
Inzake privacy voldoen de ramen naar de koer/ lichtschacht tegen de linker perceelsgrens op verdieping 1 tot en met 6 niet aan de regels rond goed nabuurschap. Er zijn rechtstreekse zichten op Lundentraat 3. Om hinder te beperken dienen deze rechtstreekse zichten op een minimale afstand van 1,90 m voorzien te worden. Verder voldoet het dakterras aan de voorgevel aan de Turnhoutsebaan niet doordat er rechtstreekse zichten zijn naar het linker perceel. Er dient een minimale afstand van 1,90 m aanwezig te zijn.
De stedelijke dienst Publieke Ruimte heeft volgend advies uitgebracht:
“De aanvraag vereist de inrichting van een voetpad met afgeschuinde boordsteen om de toegang tot de nieuwe garage mogelijk te maken.
Voor aanpassingen aan het openbaar domein wordt Stadsontwikkeling – Dienst Beheer & Onderhoud, gecontacteerd. De (her)aanleg gebeurt ook via deze dienst.
De bouwheer zal voor de werken contact opnemen met Stadsontwikkeling – Dienst Beheer & Onderhoud, Postadres aangetekende zending: Grote Markt 1, 2000 Antwerpen, tel. 03 338 84 07,
herstellingopenbareruimte@stad.antwerpen.be, betreffende opmaak plaatsbeschrijving en herstellingen openbaar domein na afloop van de bouwwerken. Meer informatie vindt u op:
De verkeerspolitie heeft vanuit veiligheidsoogpunt geen bezwaar tegen de aanvraag.
De aanvraag dient te voldoen aan de opgelegde voorwaarden van het Agentschap Wegen en Verkeer, Aquafin nv en Fluvius System Operator.
Mobiliteitsimpact
Toetsing parkeerbehoefte
Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 14 parkeerplaatsen.
De parkeerbehoefte wordt bepaald op het nieuw bouwen van 13 wooneenheden en een handelsgelijkvloers. Het perceel is gelegen in het centrumgebied van Deurne. - 12 appartementen < 60 m² met parkeernorm 1,05: 12 x 1,05 = 12,6 - 1 appartement > 90 m² met parkeernorm 1,35: 1 x 1,35 = 1,35 Voor het handelsgelijkvloers moet er gezien de beperkte oppervlakte (< 500 m²) geen parkeerbehoefte bepaald worden. De werkelijke parkeerbehoefte is 14
|
De plannen voorzien in 1 nuttige autostal- en autoparkeerplaats.
Er wordt 1 parkeerplaats voorzien. In de nota staat dat er gewerkt zal worden met een autodeelsysteem maar we kunnen de parkeerplaats enkel als 1 nuttige parkeerplaats meetellen. De parkeerplaats wordt ontsloten via de Lundenstraat.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen op het eigen terrein bedraagt 1.
Dit perceel betreft een project achter het gekoppeld hoekperceel nr. 179 met aansluiting op de Lundenstraat en Turnhoutsebaan. De grootte en/of vorm van het perceel laten het bouwen van het aantal te realiseren plaatsen niet toe. Omdat het perceel gekoppeld is aan het hoekperceel nr. 179 (OMV_2018057381) is de autostalplaats langsheen de Lundenstraat stedenbouwkundig aanvaardbaar.
|
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 11.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 14 – 1 = 13. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
Echter kan de berekende parkeerbehoefte van het nieuwe project worden verminderd met het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein. Dit op voorwaarde dat realisatie niet mogelijk is. Bijgevolg kan de parkeerbehoefte van de vergunde toestand in mindering gebracht worden voor 2 parkeerplaatsen. De bestaande parkeerbehoefte voor de ééngezinswoning en de handelswoning is 2. Het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein is 2.
Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 13 – 2 = 11.
|
Fietsvoorzieningen
Er moeten voor de 13 appartementen 28 fietsstalplaatsen voorzien worden:
- 12 appartementen met 1 slaapkamer = 12 x 2 (1 slaapkamer + 1 extra) = 24
- 1 appartement met 3 slaapkamers = 1 x 4 (3 slaapkamers + 1 extra) = 4
In de kelder wordt een fietsenberging voorzien voor 31 fietsen. De deuren naar de fietsenberging moeten automatisch bediend kunnen worden, om zo het fietscomfort te vergroten.
De trap naar de fietsenberging moet voorzien worden van een fietsgoot, conform artikel 29 van de bouwcode.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onverenigbaarheden met stedenbouwkundige voorschriften, een goede ruimtelijke ordening en het ongunstig advies van de brandweer.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 5 augustus 2021 |
Volledig en ontvankelijk | 2 september 2021 |
Start openbaar onderzoek | 14 september 2021 |
Einde openbaar onderzoek | 13 oktober 2021 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 16 december 2021 |
Verslag GOA | 25 november 2021 |
naam GOA | Katrine Leemans |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
14 september 2021 | 13 oktober 2021 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.
De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.