2021_CBS_09857 - Bestek GAC_2021_01764. Raamovereenkomst voor milieumetingen en -keuringen - Bestek en procedure - Goedkeuring

Artikel 56, §3, 5° van het Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 stelt dat het college bevoegd is voor de vaststelling van de plaatsingsprocedure en de voorwaarden van overheidsopdrachten als het gaat om een opdracht die past binnen het begrip dagelijks bestuur.

De inschrijver toont zijn technische bekwaamheid aan op basis van de onderstaande selectiecriteria:

Voor alle percelen:

De inschrijver voegt bij zijn offerte de cv’s toe van het personeel dat voor de opdracht zal ingeschakeld worden, zowel van de inschrijver als van de eventuele onderaannemer. De inschrijver levert deze informatie aan in een lijst met namen die verder beroepskwalificaties, diploma’s en getuigschriften, relevante ervaring in het kader van de opdracht en referenties bevat. Deze lijst bestaat uit een tabel met vier kolommen waarin achtereenvolgens vermeld wordt: 1) de naam, 2) de diploma’s en getuigschriften, 3) de specifieke ervaring binnen de verschillende domeinen die aan bod komen in deze opdracht en 4) de deelaspecten vermeld in de opdracht, waarbij ze ingeschakeld kunnen worden.

• Ter staving dienen de nodige afschriften van diploma’s, getuigschriften en certificaten bij de offerte te worden gevoegd.
• De referenties bevatten de identificatie van de vorige opdrachtgevers met contactgegevens.

Perceel 1: aanstellen van een airco-energiedeskundige

Minimum 1 deskundige voor het uitvoeren van keuringen aan airconditioningsystemen met een nominaal koelvermogen van meer dan 12 kW.

De energetische keuring van de airco’s moet gebeuren door een erkende airco-energiedeskundige zoals vermeld in het artikel 6,1°,f) van het VLAREL. De keurder beschikt over het vereiste certificaat en voegt dit toe aan zijn offerte.

Perceel 2: onderzoek vaste houders voor gevaarlijke stoffen

Minimum 1 milieudeskundige in de discipline houders voor gassen of gevaarlijke stoffen zoals vermeld in bijlage 4 van het VLAREL:

1. attestaties

            A1. attestatie houders: prototypekeuringen van in serie gebouwde houders; individuele keuringen van andere; aanvaarding van gelijkwaardige systemen voor opslag.

            A2. attestatie overvulbeveiligingssystemen

            A3. attestatie lekdetectiesystemen

            A4. attestatie gelijkwaardige alternatieven voor niet-toegankelijke leidingen

2. controle bij plaatsing van nieuwe houders

            B2.1. controle vóór de plaatsing en vóór de ingebruikname van houders van gevaarlijke vloeistoffen van groep 1 en groep 2.

            B2.2. controle vóór de plaatsing en vóór de ingebruikname van houders van gevaarlijke vloeistoffen van groep 3.

3. uitvoeren van periodieke onderzoeken van houders

            C1. uitvoeren van de periodieke onderzoeken van ondergrondse en bovengrondse houders van brandbare vloeistoffen

            C2.1. uitvoeren van de periodieke onderzoeken van ondergrondse en bovengrondse houders van gevaarlijke vloeistoffen van groep 1 en groep 2.

            C2.2. uitvoeren van de periodieke onderzoeken van ondergrondse en bovengrondse houders van vloeistoffen van groep 3.

De inschrijver voegt de nodige attesten toe aan zijn offerte.

Perceel 3: uitvoeren van verwarmingsaudits

De inschrijver dient minimum te beschikken over 2 VTE. De personen die belast zijn met het uitvoeren van de verwarmingsaudit op een centraal stooktoestel beschikken over een erkenning als:

1. technicus gasvormige brandstof als het centrale stooktoestel gevoed wordt met gasvormige brandstof en het nominaal vermogen gelijk is aan of groter is dan 20 kW, maar kleiner is dan of gelijk is aan 100 kW;
2. technicus gasvormige brandstof en technicus verwarmingsaudit als het centrale stooktoestel gevoed wordt met gasvormige brandstof en het nominaal vermogen groter is dan 100 kW, of als de installatie uit verschillende ketels bestaat;
3. technicus vloeibare brandstof als het centrale stooktoestel gevoed wordt met vloeibare brandstof en het nominaal vermogen gelijk is aan of groter is dan 20 kW, maar kleiner is dan of gelijk is aan 100 kW;
4. technicus vloeibare brandstof en technicus verwarmingsaudit als het centrale stooktoestel gevoed wordt met vloeibare brandstof en het nominaal vermogen groter is dan 100 kW, of als de installatie uit verschillende ketels bestaat;
5. technicus verwarmingsaudit als het centrale stooktoestel gevoed wordt met vaste brandstof.

Bemerking: stad Antwerpen beschikt voornamelijk over stooktoestellen op aardgas. Stooktoestellen gevoed met vloeibare brandstoffen vormen een kleine minderheid. Hiermee mag rekening gehouden worden bij het aantonen van de selectiecriteria voor dit perceel. Het is bijvoorbeeld voldoende dat 1 van de 2 VTE beschikt over een erkenning voor vloeibare brandstoffen.

De inschrijver voegt de nodige erkenningen/attesten toe aan zijn offerte.

Perceel 4: uitvoeren van emissiemetingen op stookinstallaties

Erkend laboratorium in de discipline lucht met overzicht van de pakketten conform titel II van het VLAREM.

Een laboratorium in de discipline lucht erkend voor de uitvoering van die bemonsteringen, metingen, beproevingen of analyses met toepassing van het VLAREL voor één of meer van de pakketten, vermeld in bijlage 3, 2° die bij VLAREL is gevoegd.

De inschrijver voegt de nodige erkenning van het laboratorium toe aan de offerte.

Perceel 5: aanstellen van een labo in de discipline water

Erkend laboratorium voor het nemen van monsters en het uitvoeren van analyses en metingen op water zoals vermeld in artikel 1.3.1.1.§1 van VLAREM en dit voor de deeldomeinen afvalwater, oppervlaktewater en grondwater zoals vermeld in bijlage 3, 1° van VLAREL.

De inschrijver voegt de nodige erkenning van het laboratorium toe aan de offerte.

Perceel 6: uitvoeren van asbest luchtmetingen

De metingen worden uitgevoerd door een laboratorium dat, in toepassing van de bepalingen van het koninklijk besluit van 31 maart 1992, erkend is voor de bepaling van de asbest-vezelconcentratie in de lucht overeenkomstig de in het artikel 20 vermelde methode.

Het laboratorium doet hiervoor een beroep op zijn eigen werknemers.

De inschrijver voegt de nodige erkenning van het laboratorium toe aan de offerte.

De opdracht wordt gegund aan de inschrijver die de economisch meest voordelige offerte heeft ingediend, rekening houdend met de volgende gunningscriteria:

Gunningscriterium voor perceel 1, perceel 2, perceel 4 en perceel 6

        Prijs op een totaal van 100 punten.

Gunningscriteria voor perceel 3

1. prijs op een totaal van 70 punten;
2. rapport op een totaal van 30 punten.

Gunningscriteria voor perceel 5

1. prijs op een totaal van 70 punten;
2. inhoudelijke waarde van het verslag van 30 punten.

In toepassing van artikel 35, eerste lid, 1° van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, zal deze opdracht worden gegund bij openbare procedure.

In toepassing van artikel 36, §4 van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, kan de aanbestedende overheid de in artikel 36, §1, tweede lid bepaalde termijn van ten minste 35 dagen voor de ontvangst van de offertes met vijf dagen verkorten indien de offertes langs elektronische weg worden ingediend overeenkomstig de door en krachtens artikel 14, §1, tweede lid en §§5 tot 7 bepaalde regels betreffende de elektronische platformen.

Overeenkomstig en binnen de grenzen van artikel 71 van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten legt de aanbestedende overheid aan de kandidaten of inschrijvers selectiecriteria op als voorwaarde voor deelname.

In toepassing van artikel 81 van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, baseert de aanbestedende overheid de gunning van de overheidsopdracht op de economisch meest voordelige offerte. De economisch meest voordelige offerte uit het oogpunt van de aanbestedende overheid wordt vastgesteld rekening houdend met de gunningscriteria. Ze vermeldt de gunningscriteria in de aankondiging van de opdracht of in een ander opdrachtdocument.

In toepassing van de artikelen 2, 6° en 47 van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, zal de stad Antwerpen optreden als aankoopcentrale in die zin dat ze gecentraliseerde aankoopactiviteiten en aanvullende aankoopactiviteiten verricht die bestemd zijn voor andere aanbesteders die in de opdrachtdocumenten zijn aangeduid.

De milieumetingen en -keuringen, waarvoor deze raamovereenkomst wordt opgesteld, zijn wettelijk verplicht. Het gaat om airco-keuringen, keuringen van houders voor gevaarlijke stoffen, verwarmingsaudits, emissiemetingen, wateranalyses en asbestmetingen. Deze milieumetingen en -keuringen zijn erg gespecialiseerd en mogen enkel uitgevoerd worden door daartoe erkende personen. De opdrachten kunnen bijgevolg niet intern opgenomen worden.

Deze raamovereenkomst is de vervanging van de huidige raamovereenkomst GAC/2017/4645, welke op 12 januari 2022 ten einde loopt.

Bij deze raamovereenkomst treedt de stad op als aankoopcentrale voor de aankoopgroep van de stad Antwerpen. Indien andere entiteiten dan de stad afnemen op deze raamovereenkomst, zal dat gebeuren in eigen naam en voor eigen rekening. De vastleggingen voor die deelopdrachten zullen dan ook op de eigen budgetten gebeuren.