Terug
Gepubliceerd op 13/12/2021

2021_CBS_09729 - Omgevingsvergunning - OMV_2021090575. Eksterlaar 171-173. District Deurne - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 10/12/2021 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2021_CBS_09729 - Omgevingsvergunning - OMV_2021090575. Eksterlaar 171-173. District Deurne - Goedkeuring 2021_CBS_09729 - Omgevingsvergunning - OMV_2021090575. Eksterlaar 171-173. District Deurne - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2021090575

Gegevens van de aanvrager:

BVBA COHOUSING PROJECTS met als adres Sint-Markoenstraat 28 te 9032 Gent

Ligging van het project:

Eksterlaar 171-173 te 2100 Deurne (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 31 sectie B nrs. 0 en 389A3

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

slopen van een eengezinswoning en realiseren van een co-housingproject met 7 wooneenheden

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

 

-          30/08/2021: aktename melding (20213346) voor het exploiteren van een bronbemaling voor het realiseren van een kelderverdieping horende bij een woonproject;

-          27/08/2020: Integrale kwaliteitskamer;

-          16/10/2020: verkaveling (202011) van een terrein voor cohousing;

-          29/09/2020: weigering (20201721) voor het slopen van een eengezinswoning en bouwen van een meergezinswoning met 7 appartementen;

-          25/09/1958: toelating (627#18685) voor het bouwen van een autobergplaats;

-          05/10/1954: toelating (626#15706) voor een verbouwing;

-          28/02/1950: toelating (626#12520) voor oprichten van een woning.

 

Vergunde toestand/Geacht vergunde toestand

 

-          eengezinswoning met vrijstaande garage in de achtertuin;

-          halfopen bebouwing van 2 bouwlagen onder zadeldak.

 

Huidige toestand

 

-          niet relevant gezien de aanvraag handelt over een sloop en nieuwbouw.

 

Gewenste toestand

 

-          co-housing meergezinswoning met 7 appartementen;

  • gelijkvloers bestaat uit 1 twee-slaapkamerappartement met een netto-vloeroppervlakte van circa 72 m²;
  • eerste verdieping bestaat uit 1 een-slaapkamerappartement met een netto-vloeroppervlakte van circa 68 m² en 1 vier-slaapkamerappartement met een netto-vloeroppervlakte van circa 119,8 m²;
  • tweede verdieping bestaat uit 2 een-slaapkamerappartementen met een netto-vloeroppervlakte van circa 54,9 m² en van circa 62,4 m²;
  • tweede verdieping en dakverdieping bestaan uit 1 twee-slaapkamerappartement (duplex) met een netto-vloeroppervlakte van circa 84,3 m² en 1 drie- à vier-slaapkamerappartement (duplex) met een netto-vloeroppervlakte van circa 101,6 m²;
  • de gemiddelde vloeroppervlakte bedraagt circa 83,84 m²;

-          3 bouwlagen onder schuin dak;

-          de voorgevel is afgewerkt met grijs-groene gevelsteen, grijze plint, witte stalen spijlen en bronskleurige aluminium buitenschrijnwerk;

-          regenwaterput van 30.000 liter en een wadi van 35 liter;

-          septische put 7.000 liter;

-          gemeenschappelijke overdekte en afsluitbare fietsenstalling voor 25 fietsen en afvalberging in de achtertuin.

 

Inhoud van de aanvraag

 

-          slopen van de bestaande eengezinswoning en achterliggend magazijn;

-          bouwen van een co-housing meergezinswoning met 7 appartementen, 1 gemeenschapseenheid en een ondergrondse parkeergarage;

-          bouwen van een fietsenstalling met afvalberging in de achtertuin.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

AQUAFIN NV

9 juli 2021

20 augustus 2021

Voorwaardelijk gunstig

Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen

9 juli 2021

23 juli 2021

Voorwaardelijk gunstig

Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer

9 juli 2021

9 juli 2021

Voorwaardelijk gunstig

Fluvius System Operator/ Fluvius

9 juli 2021

16 augustus 2021

Voorwaardelijk gunstig

Water-link

9 juli 2021

14 juli 2021

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering

8 juli 2021

10 juli 2021

Stadsbeheer/ Groen en Begraafplaatsen

8 juli 2021

28 juli 2021

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

8 juli 2021

8 juli 2021

Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Milieu

8 juli 2021

14 juli 2021

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

 

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)


De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening hemelwater op volgend punt:

 

  •  er worden 2 hemelwaterputten geplaatst met elk een volume van 15.000 liter > 10.000 liter. Er is een motivatie toegevoegd voor de grotere inhoud.

 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)


De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening toegankelijkheid.

 

Algemene bouwverordeningen

 

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)


De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

 

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)


De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

 

  • artikel 7 Welstand:
    de kleur van het nieuwe buitenschrijnwerk moet afgestemd worden met de gekozen gevelsteen;
  • artikel 11 Afwerken van gevels en materiaalgebruik:
    het is niet duidelijk hoe de scheidingsmuur met de linker aanpaler die vrij komt te staan afgewerkt wordt;
  • artikel 17 Behoud en heraanplanting en artikel 18 Groenbescherming bij uitvoering van werken:
    de bestaande bomen werden niet allemaal ingetekend. Het is daarom niet duidelijk of deze behouden blijven, gecompenseerd worden en/of voldoende beschermd worden tijdens de werken;
  • artikel 26 Afvalverzameling:
    de afvalberging wordt bij het volume van de fietsenstalling voorzien, in de buitenomgeving. Tekstueel staat dat deze afgesloten en verlucht wordt voorzien, maar volgens de tekening zelf is deze open naar de tuin/fietsenstalling toe;
  • artikel 27 Open ruimte:
    de achtertuin wordt voor meer dan 1/3de van de totale oppervlakte verhard en/of voorzien van constructies;
  • artikel 29 Fietsstalplaatsen en fietsparkeerplaatsen:
    er is een overdekte en afsluitbare fietsenstalling voorzien voor 25 normale fietsen;
  • artikel 30 Autostalplaatsen en autoparkeerplaatsen:
    er worden 9 ondergrondse autostalplaatsen voorzien < 10 autostalplaatsen. Er worden 3 oplaadpunten voorzien;
  • artikel 38 Groendaken:
    de totale oppervlakte van de platte daken bedraagt meer dan 20 m², maar deze zijn niet als groendak ingericht. Op sommige platte daken staat vermeld dat er eventueel zonnepanelen zullen worden voorzien;
  • artikel 42 Drainageleidingen en bemalingen:
    voor de realisatie van de ondergrondse parkeergarage zal hoogstwaarschijnlijk een bemaling uitgevoerd moeten worden.

 

Sectorale regelgeving

 

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.


Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving besluit de toegevoegde project-MER-screeningsnota dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn. De nota wordt niet aanvaard.
 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.


Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)


De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

 

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen.
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)


De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het Rooilijndecreet.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

 

De aanvraag betreft het slopen van een bestaande woning en bouwen van een meergezinswoning voor co-housing met een ondergrondse parkeergarage. Het nieuw volume omvat 7 wooneenheden met op het gelijkvloers een aantal gemeenschappelijke ruimtes zoals een leefruimte, keuken, bergingen, gastenkamer en een gemeenschappelijke achtertuin.

 

Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande woonfunctie blijft behouden en is daarmee in harmonie met de kenmerkende woonfuncties in de omgeving (Eksterlaar).

 

Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid

 

Voorliggende aanvraag betreft een nieuwbouwproject voor co-housing. De bestaande halfopen bebouwing wordt gesloopt en vervangen door een nieuwbouwvolume van drie bouwlagen onder een hellend dak. Het gebouw wordt over de volledige perceelbreedte voorzien en sluit aan de bestaande wachtgevel van de rechterbuur. De nieuwe bouwdiepte bedraagt op het gelijkvloers aan de rechterzijde 15,8 m en op het gelijkvloers aan de linkerzijde en vanaf de tweede verdieping 13,8 m. De kroonlijsthoogte wordt voorzien op 9,72 m en de nokhoogte op 14,72 m. Verder wordt in de achtertuin een afval- en fietsenberging voorzien.

 

De naastliggende percelen worden gekenmerkt door woningen met twee en drie bouwlagen onder een hellend dak en verschillende bouwdieptes variërend tussen 13 m en 16 m. De voorgestelde afmetingen in het nieuwbouwproject zijn vanuit stedenbouwkundig oogpunt aanvaardbaar.

 

De aanvraag wijkt af van de voorschriften van de hemelwaterverordening. Er worden twee hemelwaterputten geplaatst met elk een volume van 15.000 l, dit is meer dan de maximaal toegelaten volume van 10.000 l. De overtollige oppervlakte aan hemelwaterputten is afgetrokken van de infiltratieoppervlakte van de wadi. In het dossier wordt een afwijking gevraagd op de hemelwaterverordening. Vanuit stedenbouwkundig oogpunt kan deze toegestaan worden.

 

Tijdens de procedure werd de aanvraag ter advies voorgelegd aan de stedelijke Groendienst. Deze dienst verleent een voorwaardelijk gunstig advies:

 

“De nieuwe bomen gelden als compensatie voor de te rooien bomen, die niet ingetekend staan op het plan. De groendienst adviseert niet enkel kleine bomen maar ook 1 of 2 grotere bomen van 1ste of 2de categorie aan te planten in de tuin. Dergelijke bomen hebben een positieve impact op hittestress en klimaat.”

 

Dit advies wordt bijgetreden. Conform artikel 17 en 18 van de bouwcode dient de nodige bescherming voorzien te worden tijdens de werken voor de te behouden bestaande bomen en dient iedere te rooien boom gecompenseerd te worden op eigen terrein. Deze zaken worden opgelegd als voorwaarden voor vergunning.

 

In de tuin wordt tegen de linker perceelgrens een overdekte en afgesloten fietsen- en afvalberging voorzien van circa 37 m².

 

De achtertuin van circa 289 m² is voor circa 124 m² voorzien van (waterdoorlatende) verhardingen en constructies. Dit wijkt af van artikel 27 van de bouwcode. De verharde oppervlakte bedraagt meer dan 1/3de van de totale oppervlakte van de achtertuin, wat niet toegelaten is. Als voorwaarde voor vergunning wordt opgelegd de totale oppervlakte aan verhardingen en constructies in de achtertuin te beperken tot maximaal 96 m².

 

Visueel-vormelijke elementen

 

De nieuwe voor- en achtergevel worden voorzien in grijze, beige-groene gevelsteen op een grijze plint in prefab beton. Ter hoogte van de vloerplaat van iedere verdieping is een horizontale lijst in grijze prefab beton en ook de balkonconstructies zijn in grijze prefab beton voorzien. De balustrades zijn voorzien in wit stalen spijlen en het buitenschrijnwerk en de garagepoort zijn in bronskleurig aluminium. Het dak is afgewerkt in grijze leien. Boven de voordeur wordt het opschrift “Cohousing Due” voorzien.

 

Voorliggend project werd besproken op de Kwaliteitskamer van 28/08/2020 waar het project ongunstig beoordeeld werd. Het advies laat zich als volgt samenvatten:

 

“De kwaliteitskamer stelt vast dat de aansluiting met de buren qua bouwdiepte links niet mogelijk is en dient onderzocht te worden (1,90 m afstand tot perceelsgrenzen bij gevels met ramen). Dit zeker ook ifv. de leefbaarheid van de appartementen. De kwaliteitskamer vraagt om het schrijnwerk en balustrades niet in afwijkende kleuren te voorzien en eerder ton sur ton op te nemen met het metselwerk. Hierdoor zal de gevel rustiger worden en zich beter inpassen in het referentiekader. Het gelijkvloers kan royaler en hoger uitgewerkt worden ifv. ruimtelijkheid waarbij de ingang verbijzonderd kan worden. De verhouding tussen plint, bovenbouw en dak dient verder onderzocht te worden, waarbij gestreefd moet worden naar een proportie van dak dat minder aanwezig is.”

 

De nieuwe materialen en kleuren zijn voldoende afgestemd onderling en in de directe omgeving, waardoor voldaan wordt aan artikel 7 van de bouwcode en tegemoet wordt gekomen aan het advies van de Kwaliteitskamer.

 

De aanvraag wijkt wel af van artikel 11 van de bouwcode. Het is niet duidelijk hoe de scheidingsmuur met de linker aanpaler die vrij komt te staan afgewerkt wordt. Dit dient te gebeuren volgens de regels der kunst in overeenkomst met de betreffende buur. Dit wordt opgelegd als voorwaarde voor vergunning.

 

Als voorwaarde voor vergunning moet volgende huisnummering moet worden gerespecteerd:

Huisnummer 171:

-          op het gelijkvloers: 001 (wooneenheid links), 002 (wooneenheid rechts en de gemeenschappelijke delen);

-          op de eerste verdieping: 101, 102 + kleine studio (onlosmakelijk verbonden in aanvraag);

-          op de tweede en dakverdieping: 201, 202, 203 (duplex achter) en 204 (duplex achter).

Huisnummer 173 komt te vervallen.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

 

Tijdens de procedure werd de aanvraag ter advies voorgelegd aan de milieudienst. Deze dienst verleent een ongunstig advies:

 

“In het project wordt niet gewerkt met verschillende warmtepompen om te voorzien in warmte. De gezamelijke drijfkracht van de installaties zijn ruim hoger dan het indelingcriterium van 5 kWel, waardoor de aanvraag als gemengd dossier had ingediend moeten worden.”

 

Dit advies wordt bijgetreden. De technische installaties worden uitgesloten uit deze aanvraag. Als voorwaarde voor vergunning wordt opgelegd voor aanvang der werken de nodige omgevingsvergunning voor milieu te bekomen.

 

De aanvraag wijkt af van artikel 26 van de bouwcode. De afvalberging wordt bij het volume van de fietsenstalling voorzien, in buitenomgeving. Tekstueel staat dat deze afgesloten en verlucht wordt voorzien, maar volgens de tekening zelf is deze open naar de tuin/fietsenstalling toe. De afvalberging dient een volledig afgescheiden ruimte te zijn. Als voorwaarde voor vergunning wordt opgelegd het lokaal voor afvalberging rondom rond visueel af te schermen van de tuin.

 

De aanvraag wijkt af van artikel 38. De totale oppervlakte van de platte daken bedraagt meer dan 20 m², maar deze zijn niet als groendak ingericht. Op sommige platte daken staat vermeld dat er eventueel zonnepanelen zullen worden voorzien. Waar geen zonnepanelen of een dakterras voorzien worden, moeten de platte daken aangelegd worden als groendak. Dit wordt opgelegd als voorwaarde voor vergunning.


In voorliggende aanvraag wordt een eengezinswoning gesloopt en vervangen door een nieuwbouw meergezinswoning. In de vervangende nieuwbouw dient conform artikel 23 van de bouwcode minstens één zelfstandige wooneenheid met een netto-vloeroppervlakte van minimum 100 m² te worden gerealiseerd. De grootste woongelegenheid in het project bedraagt momenteel circa 120 m² netto. Deze oppervlakte is voldoende om een groot gezin te herbergen.

 

Om het wooncomfort van een woning te bewaken is het belangrijk dat het aantal slaapkamers in verhouding staat met het aantal beschikbare vierkante meters leefruimte per bewoner. Dit is niet het geval voor iedere woongelegenheid in het voorliggend project, waardoor enkele woongelegenheden onvoldoende wooncomfort bieden. Het twee-slaapkamerappartement op het gelijkvloers (S1), het vier-slaapkamerappartement op de eerste verdieping (S3), het een-slaapkamerappartement op de tweede verdieping (S4) en de drie- à vier-slaapkamerduplex op de tweede en dakverdieping (D2) bieden vanuit het standpunt van de goede ruimtelijke ordening onvoldoende wooncomfort. Echter, worden in het project bijkomende collectieve voorzieningen gerealiseerd als aanvulling bij de wooneenheden. Daarom kan gesteld worden dat de woongelegenheden wel over voldoende woonkwaliteit beschikken.

 

Mobiliteitsimpact

 

Toetsing parkeerbehoefte

 

Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 10 parkeerplaatsen.

 

De aanvraag betreft het slopen van een eengezinswoning en een magazijn en bouwen van een meergezinswoning met 7 appartementen. De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en/of functiewijziging. Bij een nieuwbouw wordt de parkeerbehoefte berekend op het volledig programma. Er worden in totaal 7 appartementen (waarvan 2 duplexen) opgetrokken in de meergezinswoning.

 

-          4 appartementen tussen 60m² en 90m² met parkeernorm 1,35: 4 x 1,35 = 5,4

-          3 appartementen > 90m² met parkeernorm 1,55: 3 x 1,55 = 4,65

 

De parkeerbehoefte is 10.

In de beschrijvende nota wordt beargumenteerd dat de werkelijke parkeerbehoefte minder dan 10 bedraagt omdat er met 2 autodeelwagens gewerkt wordt. In een nieuwbouw moet echter volledig voorzien worden in de volledige parkeerbehoefte.

 

De werkelijke parkeerbehoefte is 10.

 

De plannen voorzien in 9 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Er wordt een ondergrondse parking voorzien met autolift voor 9 parkeerplaatsen.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 9.

 

Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 10 – 9 = 1.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 1 plaats.

 

 

Fietsvoorzieningen

 

Er wordt een fietsenstalling voorzien voor 25 fietsen. Deze wordt overdekt en afgesloten voorzien in de tuinzone. De behoefte voor fietsstalplaatsen is minimum 21:

-          3 x 2 slaapkamer appartementen : 9 fietsstalplaatsen

-          2 x 1 slaapkamer appartementen: 4 fietsstalplaatsen

-          2 x 3 slaapkamer appartementen: 8 fietsstalplaatsen

 

De fietsenstalling moet ook plaats kunnen bieden aan hedendaagse fietsen. Zo moet er ook plaats zijn voor cargofietsen, bakfietsen of andere. Dit wordt opgelegd als voorwaarde voor vergunning.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      de voorwaarden van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit, Fluvius en Aquafin zijn strikt na te leven;

3.      de vrijgekomen scheidingsmuur met de linker aanpaler moet afgewerkt worden volgens de regels der kunst en in overeenkomst met de betreffende buur conform artikel 11 van de bouwcode;

4.       de volgende huisnummering moet worden gehanteerd: huisnummer 171 + 001, 002, 101, 102, 201, 202, 203, 204;

5.       verhardingen en constructies in de achtertuin zijn te beperken tot maximaal 96 m² conform artikel 27 van de bouwcode;

6.       alle bestaande, te rooien bomen zijn op eigen terrein te compenseren, waarbij minstens 1 à 2 grotere bomen van 1ste of 2de categorie zijn te voorzien conform artikel 17 van de bouwcode;

7.       de te behouden bomen zijn tijdens de werken te beschermen conform artikel 18 van de bouwcode;

8.       voor aanvang der werken dient de gepaste omgevingsvergunning voor milieu te zijn bekomen voor de technische installaties;

9.       het lokaal voor afvalberging is rondom rond visueel af te schermen van de tuin conform artikel 26 van de bouwcode;

10.   de platte daken die niet worden voorzien van een terras of zonnepanelen zijn aan te leggen als groendak conform artikel 38 van de bouwcode;

11.   de fietsenstalling is te voorzien van een aantal fietsstalplaatsen voor cargo-, bak- of andere hedendaagse fietsen;

12.   na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

Uitsluitingen

 

13.  de technische installaties worden uitgesloten uit deze aanvraag omwille van het ontbreken van een omgevingsvergunning voor milieu.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

7 juni 2021

Volledig en ontvankelijk

8 juli 2021

Start 1e openbaar onderzoek

16 juli 2021

Einde 1e openbaar onderzoek

14 augustus 2021

Beslissing toepassing administratieve lus

3 september 2021

Start laatste openbaar onderzoek

15 september 2021

Einde laatste openbaar onderzoek

14 oktober 2021

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

18 december 2021

Verslag GOA

24 november 2021

naam GOA

Katrine Leemans

 

Administratieve lus

Op de aanvraag werd een administratieve lus toegepast, omwille van de volgende reden(en):

 

Openbaar onderzoek niet correct verlopen. Datum aanplakking na startdatum openbaar onderzoek.

 

De stappen in de procedure die verkeerd gelopen zijn werden opnieuw uitgevoerd om te voorkomen dat de eindbeslissing over de aanvraag vernietigd wordt omwille van de vastgestelde procedurefout(en).

 

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 2 openbare onderzoeken.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

16 juli 2021

14 augustus 2021

0

0

0

0

15 september 2021

14 oktober 2021

1

0

0

0

 

Bespreking van de bezwaren

Bezwaren uit vorige openbare onderzoeken over de aanvraag, die nog relevant zijn, worden hier ook besproken.

 

Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werd 1 bezwaarschrift ingediend, dat zich als volgt laat samenvatten:

 

1.      Afwerken van een enkelvoudige scheidingsmuur: de linker scheidingsmuur wordt voor een gedeelte ontdaan van bouwvolume. De aanpaler vraagt deze vrijgekomen gevel (voorheen een enkelvoudige scheidingsmuur) af te werken en te isoleren volgens de EPB regelgeving. Om de toekomstige werken af te stemmen met de werken op eigen perceel, vraagt deze buur rekening te houden met een pakket van 13 cm (12 cm EPS + sierpleister).
Beoordeling:

Afwerken van de zichtbaar blijvende delen van scheidingsmuren dient conform 11 van de bouwcode te gebeuren volgens de regels der kunst. Deze afwerking moet technisch (met betrekking tot de waterdichting) en esthetisch voldoen. Vanuit stedenbouwkundig oogpunt kan in deze situatie echter geen specifieke afwerking opgelegd worden. Het staat burgers echter steeds vrij in onderling overleg een specifieke afwerking overeen te komen en hiervoor, indien noodzakelijk, een vergunningsaanvraag in te dienen. Het overeenkomen van een specifieke afwerking betreft een burgerrechtelijke kwestie waar de stedenbouwkundige dienst niet in kan tussenkomen. De afwerking zoals voorgesteld in het bezwaar zou wel stedenbouwkundig aanvaardbaar zijn.

Het bezwaar is deels gegrond.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij:

 

-          de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;

-          het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

 

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      de voorwaarden van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit, Fluvius en Aquafin zijn strikt na te leven;

3.      de vrijgekomen scheidingsmuur met de linker aanpaler moet afgewerkt worden volgens de regels der kunst en in overeenkomst met de betreffende buur conform artikel 11 van de bouwcode;

4.      de volgende huisnummering moet worden gehanteerd: huisnummer 171 + 001, 002, 101, 102, 201, 202, 203, 204;

5.      verhardingen en constructies in de achtertuin zijn te beperken tot maximaal 96 m² conform artikel 27 van de bouwcode;

6.      alle bestaande, te rooien bomen zijn op eigen terrein te compenseren, waarbij minstens 1 à 2 grotere bomen van 1ste of 2de categorie zijn te voorzien conform artikel 17 van de bouwcode;

7.      de te behouden bomen zijn tijdens de werken te beschermen conform artikel 18 van de bouwcode;

8.      voor aanvang der werken dient de gepaste omgevingsvergunning voor milieu te zijn bekomen voor de technische installaties;

9.      het lokaal voor afvalberging is rondom rond visueel af te schermen van de tuin conform artikel 26 van de bouwcode;

10.  de platte daken die niet worden voorzien van een terras of zonnepanelen zijn aan te leggen als groendak conform artikel 38 van de bouwcode;

11.  de fietsenstalling is te voorzien van een aantal fietsstalplaatsen voor cargo-, bak- of andere hedendaagse fietsen;

12.  na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

Uitsluitingen

 

13.  de technische installaties worden uitgesloten uit deze aanvraag omwille van het ontbreken van een omgevingsvergunning voor milieu.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.