Terug
Gepubliceerd op 13/12/2021

2021_CBS_09694 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2020154268. Stenenbrug 26-28. District Borgerhout - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 10/12/2021 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2021_CBS_09694 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2020154268. Stenenbrug 26-28. District Borgerhout - Goedkeuring 2021_CBS_09694 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2020154268. Stenenbrug 26-28. District Borgerhout - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:

 

  1. de aanvraag ingediend is door het betrokken college;
  2. de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

 

Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.

Aanleiding en context

Er werd bij de Vlaamse Regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

De Vlaamse Regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:

- een openbaar onderzoek te houden;

- advies uit te brengen.

 

Projectnummer:

OMV_2020154268

Gegevens van de aanvrager:

VLGEWGEM Vlaamse Vervoermaatschappij - De Lijn met als adres Motstraat 20 te 2800 Mechelen

Gegevens van de exploitant:

mevrouw Ann Rombouts met als adres Motstraat 20 te 2800 Mechelen en

VLGEWGEM Vlaamse Vervoermaatschappij - De Lijn (0242069537) met als adres Motstraat 20 te 2800 Mechelen

Ligging van het project:

Stenenbrug 26-28 te 2140 Borgerhout (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 24 sectie A nrs. 283B6 en 283X5

waarvan:

 

-          20200928-0069

afdeling 24 sectie A nrs. 283B6 en 283X5  (Tractiestation TS139 Stenenbrug)

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen, Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

Bouwen en exploiteren van het tractiestation TS139 Stenenbrug

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

* 29/01/2018: ingetrokken aanvraag (20171173) voor de nieuwbouw van een tractiestation met woning;

* 06/12/2016: ingetrokken aanvraag (20162104) voor de nieuwbouw van een tractiestation met woning;

Vergunde/vergund geachte toestand

* twee eengezinswoningen in gesloten bebouwing met een winkel op het gelijkvloers.

 Huidige toestand

* niet relevant gezien de aanvraag handelt over een sloop en een nieuwbouw.

Gewenste toestand

* functie: een gebouw voor elektrische installatie van het tramverkeer (tractiestation) met bovenliggend appartement;

* bouwvolume:

  > besloten bebouwing van vier bouwlagen onder een plat dak;

  > bouwdiepte tot circa 12,22 m;

  > bouwhoogte tot circa 14,38 m;

* gevelafwerking:

  > gevelmetselwerk in een gele kleur met spekbanden in blauwe hardsteen;

  > buitenschrijnwerk in donkergrijs staal;

  > voordeur afgewerkt in decoratief glas;

* inrichting:

  > kelder, gelijkvloers en de eerste verdieping worden ingericht als tractiestation;

  > de derde en vierde verdieping worden ingericht als 1 duplexappartement met terras.

 

Inhoud van de aanvraag

* slopen van twee woningen;

* bouwen van een gebouw met tractiestation en bovenliggend appartement met groendak;

* wijzigen van de scheidingsmuren.

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Inhoud van de aanvraag

De aanvraag betreft de bouw en de exploitatie van het tractiestation TS139 Stenenbrug te Antwerpen.

 

Aangevraagde rubrieken

 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

12.2.2°

transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van meer dan 1.000 kVA;

1.790 kVA

 

Argumentatie

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen

18 november 2021

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

 

 











Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering

18 november 2021

2 december 2021

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

18 november 2021

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Stedenbouw/ vermoeden van vergunning

18 november 2021

2 december 2021

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

* Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).

(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)

De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.

* Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).

(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)

De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Algemene bouwverordeningen

* Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.

(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)

De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

* Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.

(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):

  > artikel 10 Inplanting, bouwhoogte en bouwdiepte:

De voorziene bouwdiepte aan de rechterzijde houdt geenszins rekening met een optimale bezonning en daglichttoetreding ten aanzien van alle verblijfsruimten in het gebouw, in de tuinen en in de omgeving.

  > artikel 12 Levendige plint:

Het gelijkvloers van het gebouw dat aan de openbare weg grenst, bevat aan de straatzijde geen verblijfs-, horeca-, kantoor- of handelsruimte.

  > artikel 27 Open ruimte:

Het perceel is circa 108 m² groot. De voorziene open ruimte is slechts kleiner dan 5 m²;

  > artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren:

De tuinmuren welke scheidingsmuren worden, worden opgehoogd met een dikte van slechts 9 cm;

  > artikel 40 Privaat gescheiden rioolstelsel en afvoerleidingen:

Het gebouw is niet voorzien van een gescheiden rioolstelsel dat gescheiden wordt aangeboden aan de straat.

  > artikel 43 Septische putten:

Op de plannen wordt de inhoud van de septische put niet vermeld.

 

Sectorale regelgeving

* MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.

Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

* Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.

Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

* Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.

(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)

De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

* Archeologienota: overeenkomstig artikel 5.4.1 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 moet aan bepaalde aanvragen een archeologienota worden toegevoegd waarvan akte werd genomen.

De nota toont gemotiveerd aan dat er geen verder archeologisch onderzoek moet plaatsvinden.

* Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen

(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)

Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag betreft het vervangen van twee eengezinswoningen met een handelsgelijkvloers door een nieuwbouwvolume met een tractiestation en één woning.

Gezien de aanvraag het voorzien van openbare nutsvoorzieningen inhoudt, is het vervangen van twee wooneenheden door een tractiestation met slechts één bovenliggende wooneenheid, omwille van de maatschappelijke nood, stedenbouwkundig aanvaardbaar.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De aanvraag betreft het slopen van twee bestaande woningen en het optrekken van een nieuwe bebouwing. Het nieuwbouwvolume bestaat uit vier bouwlagen met een bouwhoogte van 14,2 meter. Aan de linkerzijde van het perceel wordt de Stenenbrug gekenmerkt door vijf bouwlagen en aan de rechterzijde door drie bouwlagen.

Vier bouwlagen vormen een overgang tussen deze twee kenmerkende bouwhoogtes.

 

De bouwdiepte volgt de perceelgrens tot een bouwdiepte van circa 13,2 meter aan de linkerzijde. Aan de rechterzijde van het perceel wordt een blinde scheidsmuur voorzien die geen rekening houdt met de aansluitende bebouwing, noch met de aanwezige perceelstructuur.

Bijgevolg zal worden opgelegd een betere aansluiting te voorzien met het rechter aanpalende perceel.

 

Rekening houdend met deze voorwaarde is het volume qua schaal en ruimtegebruik inpasbaar in zijn omgeving en dus stedenbouwkundig aanvaardbaar.

 

Visueel-vormelijke elementen

De voorgevel wordt voorzien in geel metselwerk. Er worden een plint, dorpels, speklagen en een dakrand voorzien in blauwe hardsteen. Het buitenschrijnwerk bestaat uit donkergrijs, stalen schrijnwerk met een voordeur in decoratief glas. Gezien de materialisatie van de gevelroosters en het rookluik onduidelijk is en om een samenhang te garanderen in de materialisatie van de voorgevel, wordt gevraagd om bij het verlenen van een vergunning als voorwaarde op te leggen de gevelroosters en het rookluik te voorzien in dezelfde afwerking als het buitenschrijnwerk.

De afwerking van de achtergevel is analoog aan de voorgevel op de horizontale elementen in blauwe hardsteen na.
Het gele gevelmetselwerk, ingevuld met donkergrijs, stalen buitenschrijnwerk, en de horizontale gevellijsten vertalen het technische en industriële karakter van het gebouw en zijn functie.

De voorgestelde materiaalkeuzes zijn stedenbouwkundig aanvaardbaar.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

In de voorgevel worden twee gevelroosters en een rookluik voorzien. Om de aanvraag in overeenstemming te brengen met artikel 35 van de bouwcode wordt gevraagd om bij het verlenen van een vergunning als voorwaarde op te leggen deze openingen enkel te gebruiken voor natuurlijk ventilatie én de toevoer van lucht en dus niet als afvoerkanaal.

 

Om de aanvraag in overeenstemming te brengen met de gestelde eisen inzake wooncomfort en gebruiksgenot wordt gevraagd om bij het verlenen van een vergunning als voorwaarde op te leggen de aansluitingen van de leidingen te voorzien conform artikel 41 van de bouwcode.

 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

Het gebouw wordt niet voorzien van een ‘levendige plint’. Gezien de aanvraag een tractiestation betreft op de twee onderste bouwlagen wordt hier geen verblijfsruimte voorzien. Bijgevolg kan gesteld worden dat een afwijking conform artikel 3 van de bouwcode wordt toegelaten indien een vergunning verleend wordt.

 

Daarnaast wordt geen 20% van de totale perceeloppervlakte op de begane grond ontpit. Gezien de vorm van het perceel, de beperkte diepte én de voorgestelde functie op de twee onderste bouwlagen, welke geen open ruimte en buiten ruimte nodig heeft, kan ook hier een afwijking conform artikel 3 van de bouwcode toegelaten worden indien een vergunning verleend wordt.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats.

 

Het tractiestation genereert geen mobiliteit.

De woongelegenheid heeft een behoefte van 1 plaats.

 

De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.

 

Voorliggende aanvraag heeft betrekking op een pand met een perceelsbreedte van minder dan of gelijk aan 8 m. Volgens artikel 12, §3, 1° (Levendige plint) van de bouwcode is een toegangspoort voor een autobergplaats niet toegelaten.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 1 plaats.

 

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

Twee bestaande woningen worden afgebroken en vervangen door een gebouw met een tractiestation onder een appartement, dat zich op de derde en vierde verdieping zal bevinden. Het tractiestation regelt de voeding en spanning van de bovenleidingen van het tramverkeer. De hoogspanning afkomstig van de distributienetbeheerder wordt via transformatoren getransformeerd naar een laagspanning. Deze wordt via gelijkrichters omgezet naar een gelijkspanning waarna de bovenleiding via ondergrondse voedingskabels onder spanning gezet wordt.

 

Het tractiestation wordt uitgerust met volgende oliegekoelde transformatoren:

-          2 x 865 kVA;

-          1 x 50 kVA;

-          1 x 10 kVA.

 

De exploitatie zorgt voor een risico op stralings- en geluidshinder. Uit metingen van bestaande tractiestations blijkt de straling minimaal. De hoogspanningsinstallatie en transformatoren worden omgeven door betonnen wanden en vloeren. De metingen werden uitgevoerd op twee bestaande tractiestation (TS119 en TS129) in het kader van de personeelsbeveiliging. Tractiestation TS129 ter hoogte van de Herentalsebaan 128 is van de twee het meest vergelijkbaar. Het rapport toont dat de elektromagnetische velden ver beneden de actieniveaus vermeld in KB van 20 mei 2016 (werknemers) liggen. De gemeten veldniveaus liggen tevens lager dan de Europees aanbevolen referentieniveaus voor het publiek. Aangezien het voorliggende project een nieuwbouw betreft en gebruik wordt gemaakt van betonnen wanden en vloeren, wordt het risico sterk beperkt.

Het risico bestaat dat het geluid geproduceerd door de transformatoren hoorbaar zal zijn in de bovenliggende en naastliggende woningen. De toegelaten richtwaarde voor het specifieke geluid binnenshuis voor de aanpalende woningen bedraagt 25 dB(A) tijdens de avond- en nachtperiode en 28 dB(A) tijdens de dagperiode. De exploitant voorziet in ontwerp en uitvoering in maatregelen om geluidshinder te voorkomen. De ingrepen om geluids- en trillingsoverdracht te beperken zijn samengesteld op basis van geluidsmetingen uitgevoerd in andere tractiestations. Op basis van de beschreven maatregelen in het dossier, wordt de hinder op geluids- en trillingsoverlast als aanvaardbaar beoordeeld.

In de aanvraag wordt rubriek 12.2.2° gevraagd voor een vermogen van 1.790 kVA. Rubriek 12.2.1° is echter van toepassing.

 

Conclusie

Er wordt gunstig advies gegeven de vergunning te verlenen.

 

Advies van het college

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. De bouwdiepte aan de rechterzijde te beperken en geen bebouwing te voorzien in de rood aangeduide zone op het plan boven het gelijkvloers;

2. Een septische put te voorzien conform de bepalingen van artikel 43 van de bouwcode;

3. De roosters in de voorgevel enkel te voorzien voor natuurlijke ventilatie én de toevoer van lucht en niet als afvoerkanaal;

4. Het rioolstelsel te voorzien conform de bepalingen van artikel 40 en 41 van de bouwcode.

 

Geadviseerde rubrieken

 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

12.2.1°

transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA;

2 x 865 kVA

1 x 50 kVA

1 x 10 kVA

12.2.2°

transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van meer dan 1.000 kVA;

zonder voorwerp

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Ontvangst adviesvraag

27 oktober 2021

Start openbaar onderzoek

6 november 2021

Einde openbaar onderzoek

5 december 2021

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste adviesdatum

16 december 2021

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

6 november 2021

5 december 2021

0

0

0

0

 

Informatievergadering

Een informatievergadering was niet vereist en werd niet gehouden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag, onder volgende voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. De bouwdiepte aan de rechterzijde te beperken en geen bebouwing te voorzien in de rood aangeduide zone op het plan boven het gelijkvloers;

2. Een septische put te voorzien conform de bepalingen van artikel 43 van de bouwcode;

3. De roosters in de voorgevel enkel te voorzien voor natuurlijke ventilatie én de toevoer van lucht en niet als afvoerkanaal;

4. Het rioolstelsel te voorzien conform de bepalingen van artikel 40 en 41 van de bouwcode.


Artikel 2

Het college geeft opdracht aan:

Dienst

Taak

SW/V

Het advies college te bezorgen aan de instantie die advies gevraagd heeft.


Artikel 3

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.