Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2021142739 |
Gegevens van de aanvrager: | NV TRUCK TRADING ASSOCIATION met als contactadres Noorderlaan 175 te 2030 Antwerpen |
Ligging van het project: | Noorderlaan 175 te 2030 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 15 sectie A nr. 223R5 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | Aanleggen asfaltverharding |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 11/08/2017: stedenbouwkundige vergunning (HVN/B/20171125) voor een functiewijziging voor een gebouw;
- 29/07/2016: stedenbouwkundige vergunning (HVN/B/20161157) voor het aanleggen van een terreinverharding en het plaatsen van een terreinomheining met schuifpoorten. De schuifpoort aan de noordzijde van het terrein werd uitgesloten van de vergunning;
- 11/09/1997: stedenbouwkundige vergunning (HV/1997/DROV/AN5/97/B/0197) voor het slopen van een bestaand servicestation + luifel en het bouwen van een nieuw servicestation + luifel
- 23/02/1973: stedenbouwkundige vergunning (18/55211-9075/B/) voor het bouwen van een dienststation en restaurant.
Inhoud van de aanvraag
De aanvraag betreft het aanleggen van asfaltverhardingen.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Agentschap Wegen en Verkeer/ AWV - District Antwerpen Vergunningen | 29 oktober 2021 | 16 november 2021 | Voorwaardelijk gunstig |
Fluxys Belgium NV | 29 oktober 2021 | 15 november 2021 | Voorwaardelijk gunstig |
Havenbedrijf Antwerpen/ terreinen | 29 oktober 2021 | 2 december 2021 | Gunstig |
INFRABEL/ Infrabel Antwerpen, Limburg, Vlaams Brabant | 29 oktober 2021 | 8 november 2021 | Voorwaardelijk gunstig |
Rotterdam Antwerpen Pijpleiding (België) | 29 oktober 2021 | 2 november 2021 | Voorwaardelijk gunstig |
The Sniffers (Esso) | 29 oktober 2021 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag | Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn |
ExxonMobil | 29 oktober 2021 | 24 november 2021 | Geen bezwaar |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (GRUP) Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.
De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.
Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.
Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.
Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.
Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.
Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:
- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;
- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.
Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.
In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.
In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.
De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag is het voormelde GRUP tevens van toepassing. Hier gelden voornamelijk de bestemmingsvoorschriften Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven en – voor het Zesde Havendok – Gebied voor waterweginfrastructuur. De Noorderlaan ten oosten van de aanvraag heeft als bestemming Gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur. Evenwijdig met de Noorderlaan en ten zuiden van de aanvraag lopen overdrukken met als aanduiding Leidingstraat. Op circa 380 meter ten zuiden van de aanvraag loopt tevens een overdruk met als aanduiding Hoogspanningsleiding.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
Hemelwater: Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
De gewestelijke hemelwaterverordening is van toepassing op de aanvraag. Volgens de hemelwaterverordening is de aanvrager niet verplicht om een hemelwaterput te plaatsen daar er enkel nieuwe verhardingen worden aangelegd. Het hemelwater dat op de verharding valt, wordt aangesloten op een infiltratievoorziening met een oppervlakte van 127,52 m² en een inhoud van 80.000 liter. De aanvraag voldoet aan de gewestelijke hemelwaterverordening.
Er dient wel een KWS-afscheider geplaatst te worden voor het hemelwater in de infiltratievoorziening terecht komt, teneinde de bodem en het grondwater te beschermen. Deze KWS-afscheider moet voorzien zijn van een sedimentvang en coalescentiefilter en moet voldoen aan EN 858 en DIN 1999.
Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.
De gewestelijke verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Sectorale wetgeving
MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Bij de beslissing over de volledig- en ontvankelijkheid is beslist dat de aanvraag geen betrekking heeft op een project als vermeld in bijlage I, II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten, onderworpen aan milieueffectrapportage (milieueffectrapport). Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project veroorzaakt een toename aan verharde oppervlakte. Er wordt conform de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater een voldoende grote infiltratievoorziening aangelegd. Tevens wordt het plaatsen van een KWS-afscheider opgelegd als voorwaarde (zie hierboven). Er dient in alle redelijkheid geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
Archeologienota: overeenkomstig artikel 5.4.1 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 moet aan bepaalde aanvragen een archeologienota waarvan akte is genomen worden toegevoegd.
Het voorliggende project heeft een oppervlakte kleiner dan 5.000 m² waardoor een archeologienota waarvan akte is genomen niet van toepassing is.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
Op 2 september 2016 is door het college een stedenbouwkundige vergunning verleend voor het plaatsen van een omheining met poorten en het aanleggen van verhardingen op een terrein gelegen aan de Noorderlaan. De schuifpoort aan de noordzijde van het terrein is daarbij uitgesloten van vergunning wegens de ligging op de grens met de buurconcessionaris. De omheining met poorten – ook de noordelijke poort die werd uitgesloten van vergunning - is reeds geplaatst. De vergunde asfaltverharding is nog niet aangelegd waardoor de vergunning voor dit deel van het project vervallen is. In voorliggende aanvraag wordt de aanleg van deze asfaltverharding opnieuw aangevraagd.
Het terrein is in de bestaande toestand grotendeels verhard met beton, asfalt en grind. De aanvrager wenst de bestaande grindverhardingen te vervangen door asfaltverhardingen om het terrein zo maximaal en uniform te verharden zodat het gebruikt kan worden voor het stallen van bedrijfsvoertuigen.
De nieuwe verhardingen staan in functie van de bedrijfsactiviteiten en maken de verdere exploitatie van het bestaand industrieel bedrijf mogelijk. De aanvraag past zich functioneel in binnen het industrieveld.
De schuifpoort in het noorden die uitgesloten was van de vergunning referentie 20161157 maar toch geplaatst werd, maakt geen onderdeel uit van voorliggende aanvraag. Er wordt benadrukt dat deze schuifpoort onvergund blijft. De poort is niet vrijgesteld van vergunning omdat deze expliciet uitgesloten werd uit de vergunning (strijdigheid met artikel 1.3. van het Vrijstellingsbesluit).
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De aanvraag betreft het vervangen van grindverhardingen door asfaltverhardingen. Er wordt aldus geen vrije ruimte ingenomen. De aanvraag is in overeenstemming en verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd.
Visueel-vormelijke elementen
De bestaande grindverhardingen worden vervangen door nieuwe verhardingen in asfalt, gelijk aan de reeds bestaande asfaltverharding op het terrein.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Er werd advies ingewonnen bij het Havenbedrijf Antwerpen als gebiedsbeheerder. Dit advies is gunstig.
Wegens de situering van de aanvraag aan een gewestweg werd tevens het advies ingewonnen van het Agentschap Wegen en Verkeer. Dit advies is voorwaardelijk gunstig en verwijst naar de algemene aandachtspunten voor gewestwegen die opgenomen zijn in het advies.
Door de nabijheid van de spoorweg ten westen van de aanvraag, werd advies gevraagd aan Infrabel, de beheerder van deze sporen. Het advies van Infrabel is voorwaardelijk gunstig en verwijst naar de zone Non-aedificandi, welke zij in het groen hebben gearceerd op de in bijlage bijgevoegde luchtfoto in hun advies. Binnen deze zone:
- mag enkel een hekwerk worden geplaatst van een zodanig type dat de zichtbaarheid niet belemmert;
- mag er geen parkeerzone worden ingericht, noch worden ingericht als stapelzone;
- bevinden zich seininstallaties (leidingen en putten) van Infrabel. De bevloering en omheining kan slechts vanaf deze installaties aanvatten. De asfaltering in deze zone, met een voorziene oppervlakte van 43 m², dient hierop te worden aangepast.
Infrabel merkt op dat de nieuwe bevloering met parkeerzone deels is ingetekend binnen de zone Non-aedificandi. Ook de bestaande omheining en de schuifpoort langs de Zomerweg bevinden zich (deels) binnen de zone Non-aedificandi.
Tevens legt Infrabel op dat de aanvrager in kader van de uitvoering van de werken contact opneemt met Infrabel voor het bekomen van een aparte Infrabel-toelating in functie van het opleggen van gepaste veiligheidsvoorwaarden en -maatregelen.
Deze voorwaarden kunnen integraal aan de vergunning worden gehecht.
De constructies dienen bijgevolg aangelegd te worden conform het advies van Infrabel. Hoewel het bestaande hekwerk geen onderwerp is van de huidige aanvraag, maar omdat in de vergunning referentie 20161157 aan het hekwerk wel voorwaarden werden gekoppeld in kader van het behoud van de zichtbaarheid op en naar het spoor is het raadzaam de huidige uitvoering (materiaal en locatie) van de omheining ook aan bod te laten komen bij de communicatie met Infrabel in kader van de aparte Infrabel toelating.
Wegens de situering van de aanvraag in de directe nabijheid van pijpleidingen werd het advies ingewonnen van de beheerders van deze leidingen.
- het advies van Fluxys is voorwaardelijk gunstig en verwijst naar de wettelijke erfdienstbaarheden en de algemene en specifieke voorschriften en veiligheidsmaatregelen. Tevens dient de aanvrager voor de aanvang van de werken snedes met daarop onder andere het krattensysteem en de installaties alsook de nodige maatvoering te bezorgen aan Fluxys en hen uit te nodigen op een coördinatievergadering;
- het advies van Rotterdam Antwerpen Pijpleiding (RAPL) is voorwaardelijk gunstig en legt als voorwaarde op dat er rekening dient gehouden te worden met de ondergrondse RAPL-leiding die gelegen is aan de buitenzijde – zijde Noorderlaan – van het hek. Een plan met de exacte ligging van deze pijpleiding werd toegevoegd als bijlage bij het advies van RAPL;
- ExxonMobil heeft geen bezwaar op de vergunningsaanvraag, maar benadrukt wel dat de vereiste klip/klim-meldingen uitgevoerd moeten worden gezien de afstand tot de leidingen een meldingsplicht vereist. Vanuit Esso zal iemand ter plaatse komen om in overleg de leidingen aan te duiden. Verder wordt nog verwezen naar de FETRAPI-richtlijnen in bijlage;
- The Sniffers (Esso) hebben geen tijdig advies gegeven.
De voorwaarden uit deze adviezen, die gericht zijn op het vrijwaren van de integriteit van omgevende infrastructuren, kunnen integraal aan de vergunning worden gehecht.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
De aanvraag genereert geen bijkomende parkeerbehoefte en geen significante toename van het aantal verkeersbewegingen.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. De voorwaarden uit het advies van Infrabel dienen strikt nageleefd te worden;
2. De voorwaarden uit het advies van Fluxys dienen strikt nageleefd te worden;
3. De voorwaarden uit het advies van Rotterdam Antwerpen Pijpleiding dienen strikt nageleefd te worden;
4. De voorwaarden uit het advies van ExxonMobil dienen strikt nageleefd te worden.
5. Er dient een KWS-afscheider geplaatst te worden voor het hemelwater in de infiltratievoorziening terecht komt, teneinde de bodem en het grondwater te beschermen. Deze KWS-afscheider moet voorzien zijn van een sedimentvang en coalescentiefilter en moet voldoen aan EN 858 en DIN 1999.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 1 oktober 2021 |
Volledig en ontvankelijk | 29 oktober 2021 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 28 december 2021 |
Verslag GOA | 8 december 2021 |
naam GOA | Bieke Geypens |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. De voorwaarden uit het advies van Infrabel dienen strikt nageleefd te worden;
2. De voorwaarden uit het advies van Fluxys dienen strikt nageleefd te worden;
3. De voorwaarden uit het advies van Rotterdam Antwerpen Pijpleiding dienen strikt nageleefd te worden;
4. De voorwaarden uit het advies van ExxonMobil dienen strikt nageleefd te worden.
5. Er dient een KWS-afscheider geplaatst te worden voor het hemelwater in de infiltratievoorziening terecht komt, teneinde de bodem en het grondwater te beschermen. Deze KWS-afscheider moet voorzien zijn van een sedimentvang en coalescentiefilter en moet voldoen aan EN 858 en DIN 1999.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.